OM HET ZOEKEN IN DEZE PLANTENDATABASE MAKKELIJK TE MAKEN
DRUK CTRL-F EN VUL IN HET KADERKE
HET GEWENSTE WOORD IN BV."HULST"
EN ALLE VERWANTE TEKSTEN MET HET WOORD "HULST" IN VERSCHIJNEN.
WEL BLIJVEN KLIKKEN TOT U HET GEWENSTE ARTIKEL GEVONDEN HEBT
------------------------------
HOE MEER REAKTIES ER KOMEN HOE MEER DE SITE WORD UITGEBREID
De Nederlandse naam scheefkelk is ontleend aan de opbouw van de bloem. Van de vier kroonbladen zijn er twee groot en twee klein, waardoor er een ietwat scheve bloemopbouw zou zijn. Iberis sempervirens (semper = altijd, virens = levend, groen) is een groenblijvende, half heesterachtige plant. De stengels en blaadjes zijn groen. Naarmate de stengels ouder worden verkleuren ze naar crèmegrijs.
Is de bloem echt wel zo scheef als wordt gezegd?
Typerend voor de stengels zijn de groeiringen. Het lijkt net of er een reeks van ringen boven elkaar ligt.
De blaadjes zijn vlak en lancetvormig met een gave rand. Aan het einde van de bloei krijgen de bloemen een grauwbruinige sluier. Dan is het tijd om de bloemen met hun lange stengels eruit te knippen. Om de plant jong te houden worden de nieuw gegroeide scheuten met de helft ingekort. Soms bloeit scheefkelk (ook na inkorten van de scheuten) nog een tweede keer in augustus. Wie uitgebloeide bloemen aan hun lot overlaat, kan in augustus - september de crèmewitte vruchten zien, die als lovertjes in een krans zitten; Het zijn hauwvruchten. De zaden kiemen snel na uitzaaien. De scheefbloem wordt meestal vermenigvuldigd door scheuren, afleggen of stekken.
De scheefbloem groeit zowel in de volle zon als in de halfschaduw. De plant is geschikt voor in de border, in rotstuinen en op het balkon.
Deze plant is zo gemakkelijk dat het nauwelijks voor te stellen is dat hij oorspronkelijk uit het Middellandse zeegebied komt. Zijn soortnaam sempervirens betekent altijd groen en dat is een zeer terechte benaming, want zomer en winter blijft hij het blad houden en, beter nog, het blijft ook altijd mooi. Deze soort is al sinds de 16e eeuw in Nederland in cultuur. Hij behoort tot die planten die ook langdurige verwaarlozing goed doorstaan. Luie tuiniers die geen geld voor de tuin willen uitgeven, steken deze planten in meerdere stukken en planten ze vaak in banen uit waardoor bijvoorbeeld de voortuin tot de voordeur in de bloeitijd van deze Scheefkelk een wit lint heeft.
Stelt geen eisen aan de grond; kan ook lichte schaduw hebben. Door na de bloei te snoeien, blijven de planten wat lager en groeien ze niet zo uit.
Iberis sempervirens Weisser Zwerg is een cultivar die in alle delen kleiner is en daardoor voor de kleine rotstuin beter geschikt is.
onderhoud
knip de nieuwe scheuten met de helft in voor een tweede bloei in augustus
bijzonderheden
half-heesterachtige plant waarvan de groene stengels, naarmate ze ouder worden, verkleuren naar crèmegrijs, met typische groeiringen. Wordt 45 tot 60 cm breed.
bodembedekking,groep,grote groep,kleine groep,middelgrote groep, onderbeplanting,solitair Hoogte:0.40-0.60 m
Bloeikleur/vorm:rood/bruin, tros
Bloeitijd:juni, juli, augustus
Blad:wintergroen, groen Snoeien : na de bloei insnoeien
De plant heeft de neiging boven de grond uit te groeien. Het rozet met bladeren komt daardoor steeds meer boven de grond te staan. De bladeren worden hierdoor steeds kleiner van omvang en de bloei neemt af. Dan is het nodig om in het vroege najaar (september) of in het voorjaar (maart) de planten uit te graven en te ontdoen van de lange wortel. Breek of snij het rozet met bladeren van de wortel af. Laat een stukje van de oude wortel aan de plant. Plant vervolgens de plant(en) opnieuw uit in humeuze grond. Hierna worden de bladeren weer groter en wordt de bloei rijker. Deze handeling moet om de 2 à 3 jaar worden herhaald. Soms worden de wortels aangevreten door de larven van de taxuskever met verwelking als gevolg. Vernietig aangetaste planten direct. Heuchera is uitstekend geschikt als beplanting onder een licht doorlatende struik, in een groot vlak of als rand in/langs een border
De bloemen verspreiden een onaangename geur en hebben een doorsnede van 2 cm. De aan weerszijden viltige bloemdekbladen zijn groen aan de buiten- en wit aan de binnenkant.
Bloei
De plant bloeit in eindelingse en okselstandige pluimen van juni tot augustus.
Blad
Het blad is bleekgroen en enkel geveerd. Er zijn 3 tot 9 gesteelde blaadjes, die hartvormig of eirond zijn. De rand kan gaaf of gekarteld zijn.
Vrucht
De bosrank draagt lang behaarde dopvruchtjes met een tot 4 cm lang pluimpje (snavel).
Giftig
Het sap is giftig door protoanemonine.
Andere namen
In de volksmond heeft de plant verschillende andere namen:[1]
Smookhout -Vuurkruid -Duivelsgaren -Heggenwurger
Clematis vitalba heeft grotendeels groenige stengels en twijgen. Per jaar groeien klimstengels van drie tot zes meter alle kanten op. De bladeren zijn één tot vier centimeter groot en uitgesproken
De bruinrood gekleurde zaden van Clematis vitalba zijn omgeven door fijn borstelpluis
glanzend donkergroen. De bladeren zitten op vertakte dunne stengels, die dezelfde kleur hebben als het blad. Soms zijn de stengels grijs berijpt. De boosdoener bloeit mooi met talloze roomkleurige, kleine bloemen. De gele meeldraden staan boven de bloembodem als de stekels van een stekelvarken; keurig in gelid en in cirkelvorm.
In toom houden
Vanaf oktober tot ver in het voorjaar zijn er aan de uitgebloeide ranken fel gekleurde zaden te zien. De zaden zijn omgeven door een wollig pluis. Dit zijn borstelharen die aan de voet van de bloembodem zijn ontsproten. Vooral wanneer er een laagje rijp of sneeuw overheen ligt, is het een prachtig gezicht. Om die reden zou je deze Clematis wèl willen houden.
Snoei elk najaar de - in uw ogen - overtollige scheuten weg. Doe je dit niet, dan overwoekert en verstikt deze klimheester uiteindelijk alles wat daaronder zit. Wees ook op uw hoede voor stengels, die op de grond liggen. Ze wortelen makkelijk en zorgen voor nieuw geweld van de woekeraar.
Mocht u meer belangstelling hebben voor gepast groeiende Clematis : die zijn er genoeg in soorten, maten en kleuren.
Combinaties met overige preparaten: Goed te combineren met andere Bach Rescue Remedie en met andere medicamenten.
Dosering en gebruik: Doe 2 druppels in een glaasje mineraalwater of 30 ml mengflesje. Neem regelmatig een slokje of minimaal 4 x daags 4 druppels, of meer naar behoefte. Als u meerdere remedies mengt (maximaal 7) doe 2 drupples van elke remedie in een 30 ml mengflesje met mineraalwater, gebruik als boven. Indien een van de remedies Rescue Remedie is, dan moet u daarvan 4 druppels toevoegen. Indien er geen water voorhanden is: vier druppels van een remedie op de tong doen. Naar behoefte herhalen, eventueel elke vijf minuten.
Wie ooit de roze wortelmassa, die zich in het water vertakt, bekeken heeft weet genoeg. Dit is geen plant voor een klein vijvertje.
Grote wederik komt voor op natte tot vochtige bodems. Ze kan deel uit maken van allerlei verschillende typen vegetaties. Zo kan ze onderdeel uitmaaken van ruigten op niet te voedselrijke bodem en groeit in vrij voedselarme grasland als ook in bossen. Langs waterkanten is ze geregeld aan te treffen. De bruinrode vlek van de kroonslippen is binnen de signatuurleer opgevat als een aanwijzing dat de plant zou helpen tegen bloedspuwingen. Ook is grote wederik evenals de puntwederik aangeplant in tuinen, al is de laatste meer een uitgesproken tuinplant. De grote wederik heeft een bijzondere relatie met slobkousbij, een geslacht van solitaire bijen. De plant vormt olieklieren aan de voet van meeldraden. De olie wordt door vrouwelijke slobkopbijen verzameld samen met het stuifmeel. Tijdens het bezoek aan bloemen komt de olie en het stuifmeel op de borst terecht die tijdens het vliegen naar de poten wordt overgebracht, waar speciale haren, de slobkousen, om het te bewaren. Het mengsel van olie en stuifmeel wordt verzameld als voedsel voor de bijenlarven. Vooral in spoorsloten komt deze ecologische relatie voor.
Gunstig: Flavanol glycosiden gewonnen uit Lysimachia vulgaris var. Davurica worden gebruikt in de Chinese volksgeneeskunde voor de behandeling van hoge bloeddruk
Nederlandse naam : Leverbalsem, Mexicaantje, Donsbloem
Herkomst:
Bijzonderheden:
Grondsoort:alle, humeus
Vochtbehoefte:droog, normaal
Licht:zon
Wind:gevoelig
Groep:1 jarig
Gebruik:borders, kuipen/potten, balkon, perkplant
Hoogte:0.10-0.30 m
Bloeikleur/vorm:blauw
Bloeitijd:juni, juli, augustus, september
Blad:groen Zaaien onder glas: eind maart - april Zaaien volle grond eind april - mei Plantafstand : 25 cm
Ageratum is een geslacht van ongeveer 60 soorten tropische Amerikaanse planten in de Composietenfamilie, in de stam Eupatorieae. De naam is afgeleid van het Griekse ageratos, dat "niet-oud" of "eeuwig jong" betekent.
De planten vormen pollen. Ze worden tot 75 cm hoog. De bladeren zijn tegenoverstaand. De randen zijn licht getand of gezaagd. De bladeren vormen compacte groepjes.
De donzige, 0,5 tot 1 cm grote bloemen zijn lavendelkleurig, roze, lila of wit en gerangschikt in kleine compacte schermen of tuiten.
De vruchten zijn klein en droog. Ze worden vanwege hun bloemen gekweekt, vooral Ageratum houstonianum. Ze doen het goed als borderplant of in rotstuinen. De Ageratum houstonianum is genoemd naar de Schotsearts W. Houston. In onze streken is deze soort niet winterhard, dus eenjarig.
Het geslacht kent veel cultivars, enkele hiervan zijn:
Grondsoort:humeus, zand ,afdekken in de winter met blad of turfmolm
Vochtbehoefte:droog, normaal
Licht:zon
Groep:(sier)heesters
Gebruik:groepen/vakken,rots- en heidetuinen
Hoogte:0.50-1.00 m
Vorm:breed
Bloeikleur/vorm:diepblauw,zeer talrijk in langgesteelde pluimen
Bloeitijd:augustus, september
Blad:bladverliezend,lichtgrijs behaard,zeer fraai
Vermeerderen:zomerstek
Planten:sept-okt
Snoeien:in het voorjaar sterk terugsnoeien, in de lente heel kort (20 cm) terugsnoeien om een bossige groei te krijgen
Bemesten:
Ziekten:
Caryopteris clandonensis (x) 'Heavenly Blue' is de meest aangeboden en verspreide cultivar binnen deze soort en ook wel de beste keuze. Niet voor niks de blauwe spirea genoemd. Bloeit van augustus tot september (soms tot oktober) met talrijke diep donkerblauwe bloemen. De bloemen ontspringen trouwens uit de bladoksels van het nieuwe schot. Bloeit dus op de éénjarige scheuten. Bladeren aromatisch geurend, gaaf of getand blad, aan sierlijke doorbuigende takken. Een gunstige eigenschap van Caryopteris is, dat hij het goed doet op droge standplaatsen.
Gebruik:
Grijsbladige struikjes zijn in de tuin altijd bruikbaar. Als ze dan ook nog zo oogverblindend blauw bloeien als Caryopteris heb je een ideale plant. Het wordt een vrijwel rond, bossig struikje van ongeveer 60 centimeter hoog. De blaadjes geuren naar kruiden. Caryopteris is tussen vaste planten op zijn plaats, maar is ook heel geschikt om in groepjes van 5-7 te gebruiken of in een pot.
Standplaats:
Caryopteris houdt van een zonnig plekje. De grondsoort is onbelangrijk. In de winter kunnen de takken bevriezen. De struikjes zijn wel min of meer winterhard maar hou vooral deze plant uit de noordoosten wind. Bij voorkeur een beschutte plek (windvrij). Houd van een licht zure bodem. Als extra zorg kan het vaak geen kwaad om een beetje stro aan de voet van de planten aan te brengen tijdens de winter. In het late voorjaar terugsnoeien op enkele ogen om steeds opnieuw een bossige groei te bekomen.
Vermeerderen: door stekken
Soorten:
·C. clandonensis. : donkerblauw, opgaand, bloeit van 8-10
o C. cland. Heavenly Blue : hemelsblauw, bloei van 7-9
o C. cland. Ferndown : donkerblauw, bloei van 7-9
o C. cland. Grand Blue : donkerblauw, forse groei
o C. cland. Kew Blue : blauw,tot 90cm , bloei van 8-10
o C. cland. Petit Blue ® : gedrongen groei, tot 60cm, donkerblauw
o C. cland. Worcester Gold: hemelsblauw, geel loof
na de bloei, de bloemen en een deel van het blad verwijderen. Na de winter, zodra de eerste scheuten verschijnen, snoeien tot aan de nieuwe scheuten.
De wetenschappelijke plantenbenaming 'Lavandula' is dan ook afkomstig van het woord 'lavare' of wassen. Heel vaak treft je echter de foutieve benaming 'Lavendula' aan, waarbij men de link legt naar de lavendel. In de Middeleeuwen werd de lavendel gedroogd en gebruikt om in de huizen rond te strooien om op die manier het ongedierte en de muggen te weren en het huis zuiverder te doen geuren. Met lavendelwater probeerde men in die tijd ook de stank van de open riolen in de straat te camoufleren.
Lavendel stekken
De struik verhout meer en meer naarmate hij ouder wordt. In zo.'n geval is het beter een nieuwe struik te planten. Lavendel laat zich heel gemakkelijk stekken. Wie lavendel koopt en deze struik beslist op dezelfde plaats wil houden, moet zich maar aanwennen stek te maken. Augustus is bij uitstek de maand, waarin stek kan worden gemaakt. Maak stek van niet bloeiende delen van de struik. De lengte van de stek is zeven tot tien centimeter. Snij aan de onderkant van de stek, onder de bladeren, de stengel met een scherp mes door. Knip de kop aan de bovenkant van de stek Lavandula angustifolia . bloeit bleekblauw boven de bladeren door. Steek de stek(ken) in een bak of ruime pot gevuld met potgrond gemengd met gelijke delen zand. Dek de bovenlaag af met scherp zand. Zet de stekken niet in de volle zon, morgenzon mag wel. Begiet de stekken regelmatig met een beetje water. Gebruik van groeistof (Rhizopon) bevordert de beworteling, maar is niet per se nodig. Plant de stekken in het voorjaar uit. In de winter de stekken vorstvrij bewaren. Het is ook goed mogelijk in september te stekken. Maak dan stek(ken) in een lengte van vijftien tot twintig centimeter lang. Plant deze stekken direct op de plaats waar ze in het voorjaar verder kunnen uitgroeien. Bescherm in de winter het steksel door het af te dekken met grof blad.
Bloeikleur/vorm:rechtopstaande bloemstengels vol met paarse, kraalvormige
bloemen (isomo-bolletjes)
Bloeitijd:augustus - oktober
Blad:bladbehoudend, vraagt wat winterbescherming, vorstbestendig
tot -20° C
Hoogte:20 - 25 cm en ca. 45 cm breed
Vermeerderen:delen in 't voorjaar, zaaien in de herfst
Snoeien:alleen in 't voorjaar bruine bladeren en oude bloeistengels wegknippen
Planten:20 cm, 15 cm voor dichte begroeiing
Bemesten:
Ziekten:
Omschrijving: zeer decoratieve en makkelijk te kweken perk plant
Mooie randplant met wintergroen grasachtig loof.
Leliegras bloeit vanaf begin september met vele aren volgepropt met paarse isomo-bolletjes.
Wintergroen is een fameus pluspunt voor deze onvolprezen planten, die het hier, mits wat summiere winterbescherming, het al jaren prima doen in de droge zandgrond.
Het is erg lastig om voor beschaduwde plaatsen of plaatsen in de tuin die door overhangende takken van bomen of struiken permanent in een schemertoestand verkeren, goed groeiende planten te bedenken. 'Tijdelijke' bedekking in de vorm van lelietje-van-dalen, viooltjes of de vaste plant Judaspenning geven niet altijd voldoening. In zo'n situatie kan Liriope een uitkomst zijn. Het is een groenblijvende vaste plant, die opgewassen is tegen minimale lichttoetreding. In de nazomer komen tussen de grasachtige halmen rechtopstaande bloemstengels te voorschijn met paarse, kraalvormige bloemen.
Liriope behoort tot de familie van de Convallariaceae/Liliaceae. Het lelietje-van-dalen behoort ook tot deze familie. De overeenkomst met Liriope is zeker de rechtopgaande stengel met belvormige bloemen erlangs. Ook Liriope groeit met een wortelstok, maar breidt zich hiermee niet zo explosief uit als lelietje-der-dalen. De plant vormt uitdijende, kussenvormige pollen. Wie de beplanting gesloten wil hebben, zal dan ook een plantafstand van vijftien centimeter moeten aanhouden. Liriope is inheems in China, Japan, Vietnam en Taiwan
Liriope verlangt een goed doorlatende grond. Voeg voor het planten een flinke hoeveelheid humusmateriaal aan de grond toe. Bij een plantafstand van vijftien centimeter onderling is de bodem binnen twee jaar volledig bedekt. In het tweede jaar na aanplanten wordt het aantal bloemstengels beduidend meer dan in het eerste jaar. Aan het begin van de lente kunnen eventueel bruin geworden bladen worden weggeknipt. Dan ook is het de tijd om te groot geworden pollen te scheuren en elders uit te planten. Liriope wordt tot vijfentwintig centimeter hoog en de pol tot veertig centimeter breed. Liriope verdraagt ook lichte zon. De bladen worden dan lichtgroener.
Variëteiten Liriope muscari 'Lilac Beauty' heeft bredere bladen dan de soort. De plant wordt tot vijfenveertig centimeter hoog. Bloemen lilakleurig. Liriope muscari 'Majestic' bloeit met grote, violetblauwe bloemen. Liriope muscari 'Variegata' heeft crèmekleurige bladen. Bloeit met mooie, helderblauwe bloemen. Liriope muscari 'Albiflora' bloeit met zuiver witte bloemen. Liriope spicata 'Silver Dragon' wordt tot vijfenveertig centimeter hoog. De bladen zijn langs de randen met een goudbonte streep afgezet. De plant brengt veel violet-lila bloemen voort.
Liriope lijkt veel op de bijna zwartbladige Ophiopogon
Herkomst: grasland, steppen in Azië en Afrika, India.
Bijzonderheden: is een kortedagplant Kenmerk: kan goed tegen droge lucht
Soort: Crassulaceae familie
Standplaats:heeft veel licht nodig.
Grondsoort:
Vochtbehoefte:niet veel water nodig
Gebruik:
Bloeikleur/vorm:paars, roze, wit, lichtroze, rood en oranje
Bloeitijd: voorjaar
Blad: dik,vetplant achtig
Hoogte: 20 tot 50cm
Vermeerderen:kopstek
Snoeien:
Planten:
Bemesten: iedere twee à drie weken wat plantenvoeding
Ziekten: niet onderhevig aan ziekten
Omschrijving: Matig warm zetten Kalanchoe behoort als familie tot de Crassulaceae. Deze zijn succulenten; dat betekent planten die vlezige bladeren of stengels hebben, meestal met sappige dikke bladeren; vetplanten dus. De Crassulaceae familie is zeer groot, er bestaan vele variëteiten en vormen, de bekendste zijn de veelkleurige Kalanchoe blossfeldiana hybriden.
Genoemd naar Dhr. Blossfeld die in 1927 met succes de eerste planten teelde en verhandelde.
Deze planten komen in hun natuurlijke groeiwijze voor in grasland, steppen in Azië en Afrika, India.
Ken je de recente mutatie van de Kalanchoe blossfeldiana? Het is de calandiva-serie. Deze plantjes hebben zeer mooie dubbele bloempjes lijkend op miniatuurroosjes. De bloempjes staan met verscheidene tezamen op een stengel en vormen zo een bloemhoofdje. Een prachtig zicht!
De Kalanchoe calandiva is reeds verkrijgbaar in verscheidene bloemkleuren (paars, roze, wit, lichtroze, rood en oranje).
Kan je een keuze maken?
Kalanchoe is een kortedagplant. Dit betekent dat er bloemknoppen gevormd worden bij het korter worden van de dagen. Telers kunnen de plant in bloei trekken door te verduisteren of juist de bloei doen uitstellen door bij te belichten. Vandaar dat Kalanchoe op vele momenten van het jaar in de handel verkrijgbaar is.
Een van de redenen voor zijn populariteit is dat je een achttal weken lang kan genieten van de prachtige bloempjes die goed contrasteren op het donkergroene blad.
Kalanchoe is een gemakkelijk te onderhouden plantje. Sommige variëteiten zijn zelfs geschikt als terrasplant ofals tuinplant in de zomer.
Verzorgingstips:
Temperatuur
Matig warm. De minimumtemperatuur is 16°C en maximum 27°C. De plant staat liefst niet te warm opgesteld. Een plaatsje bij het venster is aan te raden, waar het iets koeler is dan dichtbij een radiator. Ideaal voor de Kalanchoe is een niet te warme veranda of wintertuin. Hoe lager de temperatuur, hoe droger men de plant moet houden.
Licht
Kalanchoe heeft veel licht nodig. In de winter volop in het licht zetten, liefst voor een raam op het zuiden. In de zomer opletten voor te hevige middagzon.
Water
De plant heeft sappige bladeren en heeft zodoende niet veel water nodig. Giet pas als de potkluit droog aanvoelt. In de zomer mag de potkluit matig vochtig blijven, terwijl in de winter minder water geven noodzakelijk is. Giet met lauw regenwater en vang het teveel aan water op in een schoteltje; giet dit water weg na de waterbeurt. Om de veertien dagen water geven is voldoende.
Indien de bladeren naar beneden gaan hangen, vooral in de winter, wijst dit op een teveel aan water.
Luchtvochtigheid
Doorgaans kan de kalanchoe goed tegen droge lucht.
Voedsel
Bij aankoop bevat de potkluit meestal voldoende voedsel. In de groeiperiode mag een kleine gift van vloeibare bijbemesting gebeuren om de drie weken.
Overhouden
Meestal wordt de plant na de bloei weggegooid. Toch is het mogelijk de plant over te houden. Top de stengels in na de bloei, zo hou je de plant klein en compact.Na het toppen de plant eens verpotten in een goede potgrond. Bloei verkrijg je door te verduisteren, indien je dat niet doet dan bloeit de plant op een natuurlijke wijze in het voorjaar.
Wens je een nieuw plantje dan kan je dit doen door kopstekjes te nemen van de stengels die zijn uitgebloeid. Slechts 1 stekje per pot planten (inpotten) volstaat.
Ziekten
Kalanchoe is bijna niet onderhevig aan ziekten. Verwijder onmiddellijk bladeren met bruine vlekken of met wit schimmelpluis. Giet om deze schimmelziekten te vermijden liefst op de potkluit en niet op de bladeren of bloemen.
Tips
Zoek bij aankoop naar planten die pas beginnen bloeien. De bloempjes zelf mogen nog geen verkleuring vertonen.
Een snel gemaakt tafelstukje voor op de feesttafel:
Neem een breed glas waar de kalanchoepot in past.
Verberg de pot met een beetje mos.
Schik een beetje sisaldraad op de kalanchoe en klaar is het stukje!
Kuis om de veertien dagen de bladeren af met een vochtig doekje zodat de bladeren glanzen! Gebruik geen bladglans.
Standplaats: Grondsoort: Normaal, Neutraal Standplaats: Zon Groeit op elke voedzame, liefst vochtige maar goed doorlatende grond. Ook op kalkhoudende grond. Best op een zonnige plaats. Wintervocht vermijden.
Kenmerken: Forsythia intermedia ′Lynwood′ is een sterkgroeiende varëteit met dubbele, dicht openstaande bloemtrossen met open bloemkelken in maart. Bereikt een maximale hoogte van 2 à 3 meter. De felgele, stervormige bloemen bieden aan het begin van het voorjaar een vrolijke aanblik en verschijnen eerder dan het blad. Deze plant is ideaal op de tweede linie van borders, hij bloeit immers voor de andere struiken in blad komen.
Bloemen : Bloemkleur: Geel Bloeimaand: Maart, April Bloeit in maart/april met diep goudgele bloemen. De klokvormige bloemen staan met twee of drie bij elkaar en verschijnen aan de nog kale takken.
Planten : Het voorjaar is een goede tijd om te planten .Dode scheuten afsnijden Eenmaal per jaar moet men de plant een handvol mest zorgvuldig door de grond werken
Eigenschappen: De hoekige takken die veelal hol zijn binnenin, kunnen worden geforceerd en gebruikt in boeketten. Hij kan in groepen worden aangeplant of als solitair. Kan ook worden toegepast als haagplant of geleid langs een muur of schuttingDe hoekige takken die veelal hol zijn binnenin, kunnen worden geforceerd en gebruikt in boeketten. Hij kan in groepen worden aangeplant of als solitair. Kan ook worden toegepast als haagplant of geleid langs een muur of schutting
Vermeerderen : Gebeurt door het nemen van zomerstekken Stekken Forsythia wordt door middel van zomerstek vermenigvuldigd. De stekken worden genomen van niet al te oud hout. Of het goed stekhout is, is te controleren door de scheut te buigen. Die mag dan niet breken. Maak stek met een lengte van tien centimeter in juni. Steek de stek in een mengsel van twee delen turfrijke grond en een deel scherp zand. Begiet de stek na het steken. De stekken kunnen het beste onder glas/plastic worden gehouden. Dit bevordert de beworteling. Na circa drie weken is de stek beworteld. Hierna de bewortelde stek op afstand verder opkweken. In het jaar nadat de stek is gemaakt, kan de struik al een hoogte van 1 meter bereiken. Om de scheut te laten vertakken wordt de scheut in het najaar teruggesnoeid tot ongeveer tien tot vijftien centimeter boven de grond
Forsythia is genoemd naar een directeur van de Royal Kensington Gardens, W. Forsyth. Tussen 1833 en 1920 zijn soorten in Engeland ingevoerd uit China, Korea De bloem van Forsythia van dichtbij gezien: mooi van vorm (Forsythia viridissima, Forsythia suspensa en Forsythia ovata) en Albanië (Forsythia europaea).
Snoeien Wie niet naar Forsythia omkijkt, behalve als deze bloeit, zal in de loop der jaren merken, dat de struik steeds minder bloeit. Het percentage oud hout neemt toe, de struik wordt hoger en bloeit voornamelijk nog in de buurt van de toppen.
Forsythia bloeit aan rijp, maar niet al te oud hout en daarom is snoeien - direct nadat hij is uitgebloeid - nodig om van een rijke bloei in het volgende jaar verzekerd te zijn. Wie eens nauwgezet het verloop van bloei en afsterven van de bloem volgt, zal zien dat aan het einde van de bloei de bloemen bruin worden en verdorren. Dan is het moment aangebroken om de snoeischaar te hanteren. Snoei de uitgebloeide tak tot op enkele centimeters boven de grond af. Wie oplettend kijkt, zal zien dat al jonge scheuten vanuit de basis omhoog zijn geschoten. Op deze scheuten zal Forsythia het volgende jaar bloeien
Deze zeer verspreide sierpruim met donkerbruinrode bladeren en twijgen. Is een kleine boom met een losse, ronde, vrij dichte kroon. Hij is tamelijk sterk tot matig snel groeiend. Bloeit in april-mei met kleine, lichtroze, enkele bloempjes die bij het uitbloeien overgaan naar wit. Vormt een weinig aantal rode vruchten. De bloemen komen zeer mooi uit tegen het uitgelopen purperen blad. Boompje dat thuis hoort in de categorie van purperbladige bomen. Prunus cerasifera 'Nigra' is ook verkrijgbaar in struikvorm. Boompjes als halfstammige of hoogstammige bomen aan te planten. Geschikt als parkboom, als aantrekkingspunt in kleinere tuinen. Gedijt ook op kleigronden.
Bloeikleur/vorm: roze,grote tros met klokvormige bloemen
Bloeitijd:maart-april, soms al eerder (bij zachte winter)
Blad:wintergroen
Winterhardheid:zeer goed
Nachtvorstschade : de bloemen licht gevoelig
Deze rhododendron behoort tot de CAUCASICUM GROUP.
De winterharde, vroegbloeiende Rhododendron caucasicum werd in 1803 uit de Kaukasus in Engeland ingevoerd.
Hij komt voor op een hoogte van 2500-3000 meter en is zeer winterhard.
De kleur is meestal wit tot bleekroze.
SOORTEN :
Uit kruisingen met Rhododendron arboreum ontstonden in 1835 de zeer vroegbloeiende Rhododendron 'Nobleanum' en enkele andere cultivars.
De bloemen van Rhododendron 'Nobleanum' waren lichtrood tot donkerroze.
De terugkruising van Rhododendron 'Nobleanum' met Rhododendron caucasicum heeft een paar bekende winterharde cultivars opgeleverd: 'Christmas Cheer', 'Rosamundii' en 'Jacksonii'.
De eerste twee zijn zeer vroegbloeiend en bleekroze terwijl Rhododendron 'Jacksonii' een zeer lange bloeitijd en een roze kleur heeft.
Een van de belangrijkste Rhododendron caucasicum-hybriden is 'Cunningham's White', verkregen uit een kruising van Rhododendron caucasicum x ponticum 'Album'.
Dit is een zeer winterharde rhododendron.
Belgische kwekers hebben ook in deze groep gekruist en verkregen enkele hybriden die vroeg in bloei te trekken waren.
Dit zijn 'Prince Camille de Rohan' en 'Chevalier Felix de Sauvage'. Deze werden 30-40 jaar geleden nog veel in de kwekerijen aangetroffen
Zorg voor vochthoudende, goed gedraineerde tuingrond met toevoeging van turf.
Groepsplanting of rijenplanting (voor snijbloem).
Verdelen van de bolletjes na 4-5 jaar.
Blijven vele jaren ter plaatse. Plantafstand: 10cm.
Tips
Ideaal voor groepsvorming en als randplant.
Verwildering onder bladverliezende heesters en zelfs als snijbloem voor kleine vaasjes.
Bij de meeste Muscari zijn de bovenste bloempjes van de tros steriel en gaan niet open.
Kunnen ook in pot geteeld worden.
Als de plantjes te dicht groeien (om de 4-5 jaar) de bolletjes opnemen als het blad geel wordt (juni-juli), verdelen en onmiddellijk herplanten - met blad - op ruime afstand (10 cm).
Om vlug een gevuld effect te bereiken mag zeer dicht geplant worden (80 bolletjes per m2).
behoort tot het geslacht Nieskruid, waartoe ook de Lenteroos (Helleborus oriëntalis) behoort. Hoewel de naam kerstroos suggereert dat de plant rond de kerst bloeit komt deze pas in februari in Nederland in bloei en bloeit tot april.
De Kerstroos komt in het wild voor op de hellingen van de Oostelijke Noord- en Zuidalpen.
De Kerstroos is een vaste plant van ongeveer 30 cm hoogte. De plant bloeit met witte of roze bloemen. Voor een goede groei moeten de zaaddozen direct na de bloei verwijderd worden.
Er kan makkelijk zaad gewonnen worden, maar de plant is niet zaadvast. De moederplant kan alleen door scheuren vermeerderd worden.
Plagen
De plant kan makkelijk aangetast worden door bladluizen, maar heeft verder weinig last van ziekten en plagen. Dat komt net omdat hij zo giftig is.
bladluizen op lenteroos
Giftigheid
De Kerstroos is zeer giftig door het aanwezige helleborin, dat een diglycoside is en bitter smaakt. Verdere aanwezige gifstoffen zijn saponine en protoanemonine. De kerstster zou niet giftig zijn.
Gebruik
De gemalen en gedroogde wortel werd vroeger als niespoeder gebruikt. Verder wordt de Kerstroos als braakmiddel en middel tegen verstopping gebruikt.
Mythologie
In de mythologie van de Oude Grieken werd helleborus door Melampus van Pylos gebruikt voor het redden van de dochters van koning Argos, die gek gemaakt door Dionysus naakt, huilend en schreeuwend door de straten van de stad renden.
Bijzonderheden:fijn verdeelde blad heeft decoratieve
Grondsoort:alle, humeus
Vochtbehoefte:normaal
Licht:zon
Wind:gevoelig
Groep:1 jarig
Gebruik:borders, verwildering, kuipen/potten
Hoogte:0.10-0.30 m
Bloeikleur/vorm:rood/bruin
Bloeitijd:juli, augustus
Blad:groen
Zomeradonis
De zomeradonis of kooltje vuur (Adonis aestivalis) is een eenjarige plant die behoort tot de Ranonkelfamilie en staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als in Nederland uit het wild verdwenen. De zomeradonis komt van nature voor in Eurazië. De plant wordt in de siertuin gebruikt.
Bijzonderheden
De plant wordt 20 tot 50 cm hoog
bloeit van mei tot juli met vermiljoenrode bloemen.
De bloeiwijze is één bloem per bloemstengel of een enkelvoudig gevorkt bijscherm.
De kelk zit tegen de uitgespreide kroonbladen aangedrukt.
De bloemen zijn soms ook lichtgeel en hebben aan de voet vaak een donkere vlek.
Het fijne blad is driedubbelveerdelig.
De vrucht is een dopvrucht, die door dieren verspreid wordt.
De zomeradonis komt voor tussen het graan, maar is in Nederland voor het laatst in 1936 waargenomen.
Giftigheid
De plant is zeer giftig door het voorkomen van glycosiden.
In de plant komt 0,2 tot 0,4% adonitoxine samen met cymarine voor en is het hoogst tijdens de bloei.