Het ruimtelijk voorstel begon eind 2022 met een verzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan alle provincies om een voorstel te doen hoe provincies de nationale opgaven verbinden aan de eigen opgaven en ambities. De provincie Noord-Brabant heeft dit voortvarend opgepakt vanuit de overtuiging dat er sterke behoefte is aan regie op de ruimtelijke aspecten van de vele opgaven. “Niet alles kan overal", licht gedeputeerde Wilma Dirken toe. “We moeten de komende jaren keuzes maken wat voor een Brabant we willen zijn. En met we bedoel ik niet de provincie, maar alle overheden en maatschappelijke partners. Het ruimtelijk voorstel geeft richting in de keuzes en verbeeldt alle beleidsambities en vraagstukken waar Brabant voor staat. Zo ontwikkelen we een gezamenlijk ruimtelijk kaartbeeld om die keuzes de komende jaren te kunnen maken.”

Omgevingskwaliteit en leefbaarheid onder druk

Bij het in kaart brengen van de opgaven vallen een aantal gebieden in Brabant op omdat daar wel heel veel opgaven samenkomen. Zo kookt de Brainport-regio over. Het vasthouden en verbeteren van de internationale concurrentiekracht van de regio is een grote opgave. De sterke groei, economisch en in inwoners, zet de leefbaarheid onder druk. Niet alle opgaven kunnen binnen de grenzen van de regio opgelost worden. Aan de andere kant van Brabant speelt Moerdijk en omgeving een sleutelrol in de (inter)nationale en regionale energieopgave. In Powerport Moerdijk moet ruimte gevonden worden voor het onder andere aan land brengen van de windenergie uit de Noordzee, waterstoffabrieken, elektriciteitsproductie en de Delta Rhine Corridor. Deze ontwikkelingen hebben een enorme ruimtelijke, economische en sociale impact. Dirken: “Een overkokende Brainport-regio en Powerport Moerdijk als gebied onder hoogspanning zijn twee sprekende voorbeelden van te veel opgaven in één gebied. Maar eigenlijk moeten we overal in Brabant bewuste keuzes maken wat wel en niet kan.”

Gedeputeerde Staten hebben het Brabants Ruimtelijk voorstel aangeleverd bij het ministerie van BZK. Het dient dan als input voor de nieuwe Nota Ruimte van het rijk. Wilma Dirken: “Wat betreft de provincie en de Brabantse partners is het ruimtelijk voorstel voor ons geen eindpunt, maar een beginpunt. We willen dit als vliegwiel gebruiken om de ruimtelijke samenwerking te intensiveren. De provincie neemt hierin een regierol. De integraliteit van de ruimtelijke ordening in ons denken en doen staat daarmee weer prominent op de agenda.”

Zie ook