Peter C. Nijssen Bol- en Knolgewassen Catalogus 2012 - (NL) PDF

Bol- en Knolgewassen 

Een Nieuwe Oogst 

Peter C. Nijssen 

Bijzondere bol- en knolgewassen 

Sportparklaan 25a 

2103 VR HEEMSTEDE 

Tel.: 023 - 5471056 

Fax: 023 - 5282208 

Correspondentie-adres: 

Postbus 653 

2100 AR HEEMSTEDE 

www.pc-nijssen.nl 

info@pc-nijssen.nl 

Catalogus 2012 

1

Ons aanBOd grOeit verder Op het weB 

Narcissen-site.nl 

Historicalbulbs.eu 

Aanbiedingen grootverbruik 

Stinzenbollen.nl 

2 

Een enorme collectie van zelden aangeboden narcissen. Een verleidelijke 

site voor de ware narcissenliefhebber. Er bestaan meer cultivars 

van narcissen dan van tulpen! 

Door een plezierige samenwerking met Kwekerij H.M. Meeuwissen 

biedt deze site ons de mogelijkheid u een aanbod van ruim 200 

onbekende, meestal niet commerciële rassen te presenteren. Veelal 

bestelbaar in kleine hoeveelheden, dus ideaal voor de verzamelaar. 

Regelmatig wordt op de website een narcis in het zonnetje gezet. 

www.narcissen-site.nl 

Sinds jaar en dag is ons aanbod van historische bol- en knolgewassen 

toonaangevend. Nergens is zo’n collectie verkrijgbaar als bij ons. Door 

het kweken en opbouwen van een eigen assortiment (al bijna 200 

historische tulpenrassen) en de samenwerking met diverse liefhebbers 

en specialisten, is het aanbod uniek te noemen. Nauw verwant aan de 

historische bolgewassen is het aanbod van Ars Botanica (De kunst van 

de Botanie), diverse mooie cadeauartikelen en fraaie gebruiksvoorwerpen, 

alle met het terugkerende thema: bolgewassen. 

U kunt de collectie uitgebreid bekijken en bestellen op 

www.historicalbulbs.eu 

Grote hoeveelheden om borders of beplantingsvakken snel te laten 

begroeien. 

Op www.pcnijssen.nl treft u aanbiedingen van bol- en knolgewassen 

verpakt per 1.000 stuks aan, voor iedereen beschikbaar. 

Steeds vaker wordt er in openbaar groen en in de tuinaanleg gebruik 

gemaakt van ons assortiment bol- en knolgewassen. Tuinarchitecten, 

hoveniers en alle andere groenprofessionals, registreer u op onze website 

en ervaar welke aantrekkelijke condities wij u kunnen bieden. 

www.pcnijssen.nl 

Overzichtelijk bij elkaar treft u op deze website alle stinzenbollen uit 

ons assortiment aan. Stinzenbollen (van het Friese woord ‘Stins’ voor 

‘stenen huis’) vormen een bijzondere groep verwilderde planten, vaak 

bolgewassen, die thuishoren op historische buitenplaatsen. 

Laat u zich informeren op deze website en check daar de aanbiedingen. 

www.stinzenbollen.nl

Heemstede, augustus 2012 

Iets te dik 

Catalogus Nieuwe Oogst 2012 is eigenlijk acht pagina’s te dik. Er is weer zoveel moois 

en nieuws waardoor we zijn verleid, dat dit resulteert in een extra dikke editie. 

Winter 2011-2012 

Gelukkig al weer enige tijd achter rug, maar nog steeds zijn de gevolgen waarneembaar. 

Soorten die verdwenen zijn, tegenvallende groei en hier en daar matige oogsten. 

Zelfs de meest winterharde planten hebben geleden onder de winterkoude die ons na 

een veel te zachte periode in december-januari overviel. Het weer is nog steeds de 

meest invloedrijke factor die bepalend is voor het succes en de ontwikkeling van de 

planten in de tuin en op de kwekerij. 

Sneeuwklokjesreis 

Onverwachts had ik het genoegen om onder leiding van Hanneke van Dijk, met Garden Tours, deze winter een onvergetelijke 

reis door Engeland te maken. Een leerzame, plezierige ervaring waar vele leuke contacten zijn ontstaan. Het aanbod van 

sneeuwklokjes afkomstig van beroemde Engelse kwekerijen, elders in de catalogus, is een van de mooie gevolgen. 

Vernieuwde website 

Na de vernieuwde vormgeving van de catalogus vorig jaar, is nu ook de website geheel aangepast. Overzichtelijk navigeren, 

meerdere grote foto’s per soort en een prettige bestelprocedure zijn slechts een paar voorbeelden. Daarnaast is het voor ons 

een prachtig medium om schaarse, of slechts zelden aangeboden bijzondere bol- en knolgewassen te kunnen aanbieden. 

Historische Tulpen brochure 

Gratis ingesloten voor onze Nederlandse relaties treft u een informatieve uitgave met 

ruim 150 foto’s van historische tulpenrassen aan. Overzichtelijk per groep ingedeeld. 

Kijk, maar vooral bestel, op www.historicalbulbs.eu en draag zorg voor behoud van dit 

cultureel erfgoed door zelf deze juweeltjes in uw tuin te houden. 

10 november 2012 

Voor deze datum zien wij uw bestelling graag tegemoet. En evenals vorig jaar hanteren 

wij sterk gereduceerde verzend- en verpakkingskosten die bij een bestelling van meer 

dan 5 125,00, met een afleveradres in Nederland, zelfs volledig vervallen. 

Veel lees- en bestelgenot! 

Gert-Pieter & Ineke Nijssen 

Op de volgende evenementen zijn wij aanwezig met een representatieve 

collectie bijzondere bol-en knolgewassen. 

8 en 9 september 2012 Hex Festival of Rare Plants, Kasteel Hex, België 

12, 13 en 14 oktober 2012 De 46e Tuindagen van Beervelde, België 

19, 20 en 21 oktober 2012 De Nationale Bloembollenmakt in de Keukenhof, Lisse 

3

herfst- en winterBlOeiende BOl- en KnOlgewassen 

Verrassend en attractief zijn de krokussen die na een paar vochtige zomerdagen in augustus ineens in 

de tuin verschijnen. Het wordt weer herfst als de herfsttijloos onder de struiken zijn eerste bloemen 

tentoonspreidt. Deze interessante groep biedt de mogelijkheid om vanaf de nazomer uw tuin met 

bol- en knolgewassen te kleuren. Voor zonnige en droge standplaatsen zijn er onder meer de 

herfstkrokus, het herfstklokje en de herfstbloeiende scilla. De herfsttijloos is ideaal voor verwildering 

op lichtbeschaduwde plaatsen op een wat vochtigere bodem. Om kennis te maken met deze unieke 

bolgewassen is er een speciaal Herfstvoordeelpakket samengesteld. 

acis 

Acis autumnalis ‘September Snow’ 

(Leucojum autumnale ‘September Snow’) 

Het herfstklokje. Vanaf augustus verschijnen de 

sierlijke parelwitte klokvormige bloempjes, vaak per 

twee, aan een roodverkleurend steeltje. Dit rood loopt 

door tot in het vruchtbeginsel bovenaan de bloem. 

De variërende wildvorm komt voor in het Zuidwesten 

van Europa en Noord-Afrika, waar het makkelijk groeit 

op zonnige standplaatsen in doorlatende grond. 

(Zie ook het Herfstvoordeelpakket) 

Bestelnr. 901 5 st. 6.00 

10 st. 11.50 

!15 @8-9 #5 $5 %I. Z 

4 

herfstvoordeelpakket 

een interessante aanbieding van vijf exclusieve herfstbloeiende bolgewassen: 

5x Acis autumnalis 

’September Snow’ 

Oxalis 

versicolor 

10 x 

Colchicum 

’Waterlily’ 

5 x 

Sternbergia 

lutea 

Gedetailleerde omschrijvingen elders in de catalogus. 

Van 7 31.75 voor 7 24.95 

Bestelnr. 9425 

5 x 25 x 

Crocus pulchellus 

’Zephyr’

allium 

Allium callimischon subsp. callimischon 

Intro: 1835. Herkomst: Noord-Griekenland 

(Peloponnesus). Een najaarsbloeiende species 

met witte bloemen voorzien van een duidelijk 

waarneembare roodbruine nerf. De bladdelen 

bevatten de nieuwe bloeiwijze die vanaf eind 

augustus ontluikt. 


5 st. 8.50 

!20-25 @9-10 #5 $5 %I. Z 

Allium thunbergii 

(Synoniemen: A. japonicum, A. pseudojaponicum, 

A. sacculiferum, A. taquetii, A. ophiopogon, A. morrisonense, 

A. pseudocyaneum en A. komarovianum) 

Intro: 1827. In de lagere gebergtes op de Japanse 

eilanden Honshu, Shikoku en Kyushu, maar ook tot 

in Zuid-Korea, groeit dit paarse sieruitje op koele en 

vochtige plaatsen. De opvallende uitstekende 

meeldraden verdubbelen de grootte van het 

bloemschermpje tot 3 cm. Op de oorspronkelijke 

vindplaatsen bereikt de plant een hoogte tot 60 cm. 

Het aangeboden materiaal wordt niet veel hoger 

dan 20 cm. Ook leuk voor in een pot. 

Bestelnr. 9101 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!20 @9-11 #5 $5 %I. L-H 

arum 

Arum pictum 

(Synoniem: A. corsicum) 

De enige herfstbloeiende species. Inheems op Corsica, 

Sardinië en Spanje. De bloemschede is paars aan de 

binnenkant, lichter aan de buitenzijde en bereikt een 

hoogte van 40 cm. De bloemkolf is bijna zwart. 

Tijdens de bloei verspreidt de plant een 

onaangename geur. De bladeren verschijnen 

na de bloei en zijn voorzien van een schitterende 

zilverkleurige adering. 

Bestelnr. 325 p.st. 7.95 

3 st. 22.50 

!40 @10 #25 $10 %I. Z-L 

5

Biarum 

Biarum marmarisense 

(Synoniem: B. davisii subsp. marmarisense) 

Herkomst: Zuidwest Turkije. De zeven tot negen cm 

grote bloemschede verschijnt zonder blad in 

september-oktober. Het blad ontwikkelt zich na de 

bloei. De stengelloze rariteit kan het best in een pot 

in een kasje gekweekt worden. Zanderige bodem, 

volle zon. De bloem geurt zoet. 


3 st. 13.50 

!10 @9-10 #10 $6-8 %I. Z 

BulBOcOdium 

Bulbocodium vernum 

Nederlandse naam: ‘de rode krokus’. Is bekend sinds 

1629. Komt voor in de Pyreneeën, de Alpen, de 

Balkan en de Kaukasus. Bulbocodium is nauw 

verwant aan Colchicum. De bladeren die zich vlak 

voor of tijdens de bloei ontwikkelen, bereiken na 

de uitbloei een lengte van 15-20 cm en sterven 

in de vroege zomer af. De bloemen die in januari 

tevoorschijn komen, zijn zachtlila. Ze verlangen 

een goed gedraineerde grondsoort. 

Bestelnr. 2101 5 st. 4.00 

10 st. 7.50 

!10 @1-2 #10 $6-8 %6 Z 

cOlchicum 

De Nederlandse benaming ‘herfsttijloos’ dankt de colchicum aan het veelal verschijnen van de bloemen 

in de herfst, gevolgd door de bladeren en de vruchten in het voorjaar en voorzomer. Het voor- en 

najaarsbloeiende knolgewas houdt van een licht beschaduwde plaats, bijvoorbeeld als onderbeplanting 

van bladverliezende heesters op een wat vochtige maar goed doorlatende grond. De naam colchicum is 

afgeleid van één der oorspronkelijke vindplaatsen, namelijk de streek Colchis in Klein-Azië, de streek 

waar de mythologische gifmengster Medea woonde. Ook worden ze aangetroffen in Iran, Turkestan en 

in grote delen van Europa. Het is al eeuwen bekend dat de herfsttijloos o.a. het alkaloïde colchicine 

bevat dat in de medische wetenschap gebruikt wordt. colchicum (en dan vooral de grotere maten) is 

geschikt voor het binnenshuis in bloei brengen. Wat voorheen onder merendera werd aanboden, treft u 

nu bij colchicum aan. 

6

Colchicum atropurpureum ! 

Intro: 1680, maar deze species werd al eerder 

(in 1629) beschreven door Mr. Parkinson. 

Nauw verwant aan C. turcicum. 

Het was Van Tubergen die deze opvallende vorm in 

de handel bracht. Ookal was dat materiaal 

afkomstig uit de Maasvallei, waarschijnlijk is het 

daar terecht gekomen uit een tuin. Aanvankelijk is de 

bloemkleur lichtpaars, na enige dagen verkleuren de 

bloemen naar intens magentarood. 


3 st. 18.00 

!10-15 @9-10 #10 $6-8 %I. L-H 

Colchicum autumnale 

(Synoniemen: C. autumnale var. minus en 

C. autumnale var. minor) 

Intro: 1561. (Cultuurvormen ontstaan na 1753). 

Een species die in grote delen van Europa wordt 

aangetroffen, met uitzondering van het zuiden 

en zuidwesten. In Nederland worden ze nog 

aangetroffen in Zuid-Limburg en in het 

rivierengebied langs de Maas en de Gelderse IJssel. 

De stinzenplant is op de oorspronkelijke 

vindplaatsen meestal vermengd met de witte vorm 

en heeft meerdere lilaroze tinten. 

In Engeland noemt men ze: Naked-Ladies. 

Bestelnr. 2104 3 st. 7.95 

5 st. 12.50 

!10-20 @10 #15 $15 %I. L-H 

Colchicum autumnale ‘Alboplenum’ 

Een gevuldbloemige witte vorm van C. autumnale 

met een vleugje roze op de hartblaadjes. In 1872 

ontving deze Colchicum al een getuigschrift Eerste 

Klasse van de Royal Horticultural Society. 


3 st. 11.25 

!10-20 @9-10 #15 $15 %14 L-H 

7

Colchicum bivonae ‘Apollo’ 

Deze robuuste cultivar is bij vele kruisingen, waaruit 

meerdere grootbloemige hybriden zijn ontstaan, 

gebruikt als ouder. Grote bekervormige, geurende 

magenta-purperen bloemen met een wit hart, 

verschijnen met z’n zessen aan een steel, gebruikelijk 

twee stelen per bol! Colchicum bivonae is inheems in 

het Mediterrane gebied, Corsica tot West-Turkije. 


3 st. 9.75 

!20-25 @8-9 #15 $15 %I. L-H 

Colchicum bivonae -Mt. Giona- ! 

Op 1000 meter hoogte, op de Mount Giona, 

Centraal-Griekenland, werd deze Colchicum voor 

het eerst aangetroffen. Het blijkt een uitstekende, 

rijk bloeiende vorm voor in de tuin te zijn. 

Op de bloemblaadjes van de geurende, grote 

bekervormige bloemen zit een duidelijk lila met 

purperen ruitpatroon. 


3 st. 13.50 

!20-25 @8-9 #15 $15 %I. L-H 

Colchicum byzantinum 

(Synoniemen: C. autumnale var. majus en 

C. autumnale var. major) 

Deze, waarschijnlijke hybride van C. cilicicum, werd 

in 1597 voor het eerst waargenomen in Klein-Azië. 

Het brede, sterk geribde blad verschijnt nooit eerder 

dan in het voorjaar. Uit de opvallend grote knol 

ontluiken een twintigtal purperroze bloemen. 

Eén der beste voor kamercultuur om droog te laten 

bloeien, maar dan wel direct na de bloei de tuin in. 

Bestelnr. 2111 3 st. 6.00 

5 st. 9.50 

!20-25 @9-10 #15 $15 %20 L-H 

8

Colchicum davisii ! 

Een nieuwere species die in 1955 door Peter Davis is 

verzameld, maar pas in 1998 door Chris Brickell is 

beschreven. Inheems in een klein gebied in het 

Amana gebergte in Zuid-Turkije. De relatief lange, 

maar kort gesteelde, bloemen zijn aan de basis wit, 

licht geruit in zacht violetroze, intenser van kleur 

wordend richting de topjes van de bloemblaadjes. 

Naarmate de bloei vordert, worden de bloemen 

sterker van kleur. 


3 st. 25.50 

!10-15 @9-10 #10 $6-8 %I. L-H 

Colchicum ‘Faberge’s Silver’ ! 

Een waardevolle selectie van Leonid Bondarenko. 

De buitenkant van de zachtlila, eivormige bloemen 

lijkt verzilverd, de topjes van de bloemblaadjes zijn 

zilverwit. 


3 st. 39.00 

!20-25 @9-10 #15 $15 %I. L-H 

Colchicum ‘Flamenco Dance’ ! 

Ontstaan uit Colchicum ‘Dick Trotter’ x Colchicum 

speciosum ‘Ordu’ en in 2010 geregistreerd. 

Vlammend paarse, slanke, strak opgaande bloemen 

met een groene hals. Een aanvulling op het 

assortiment, wederom uit handen van Bondarenko. 


3 st. 39.00 

!20 @9-10 #15 $15 %I. L-H 

9

Colchicum ‘Harlekijn’ 

Intro: 1988. Het is één der vele nazaten die 

voortvloeiden uit de door de heren Visser, 

Sint Pancras, verrichte selectiewerkzaamheden. 

Een ongewone kleur voor de middelgrote bloemen. 

De buitenzijde van de bloemblaadjes is 

amethist-violet met roomwitte bloemtopjes. 

De binnenkant is ivoorwit met een 

amethist-violette rand. 


3 st. 15.00 

!15 @10 #15 $15 %18 L-H 

Colchicum hirsutum ! 

Afkomstig uit het oosten van de provincie Aksaray 

in Turkije. De roze 2.5 cm lange bloemen verschijnen 

in trosjes, direct na de winter. 

De contrasterende, kleine, donkere helmknoppen 

vallen extra op. 

Mooi combinerend is het blad dat min of meer 

bedekt is met zilveren haartjes. 

Een interessante dwergspecies. 


3 st. 28.50 

!20 @9-10 #15 $15 %I. L-H 

Colchicum hungaricum ‘Valentine’ 

C. hungaricum komt o.a. voor in Hongarije, het 

voormalige Joegoslavië, Albanië, Griekenland en 

Bulgarije en is in 1921 geïntroduceerd. Het aanbod is 

een grootbloemige, roze bloeiende, Nederlandse 

selectie, door Antoine Hoog vernoemd, omdat deze 

meestal op Valentijnsdag in volle bloei staat. 


3 st. 11.25 

!12-15 @1-3 #10 $6-8 %I. Z-L 

10

Colchicum hungaricum ‘Velebit Star’ 

Dit is een robuuste vorm van Colchicum 

hungaricum, afkomstig uit het Dalmatisch 

kustgebergte. Bloeit rijker dan de meeste 

gekweekte vormen en verdraagt slechte 

weersomstandigheden goed. Schitterend 

zijn de blauwe helmknoppen. 


3 st. 9.75 

!12-15 @1-3 #10 $6-8 %I. Z-L 

Colchicum kesselringii 

(Synoniemen: C. crociflorum, C. albertii en C. regelii) 

Intro: 1880. Herkomst: Turkestan en het 

noordoosten van Afghanistan, vaak samen 

groeiend met C. luteum. Een variabele species 

waardoor er inmiddels meerdere kloonpartijen 

aangeboden worden door specialisten uit 

Litouwen en Letland. 

De bloemblaadjes zijn aan de binnenzijde wit. 

Aan de buitenzijde zijn ze in het midden voorzien 

van paarse strepen. 


!10-12 @2-3 #10 $8 %I. Z-L 

Colchicum luteum ‘Vahsh’ 

C. luteum is de enige bekende gele Colchicum die 

vanaf februari bloeit. De aangeboden kloon is 

verzameld in Tadzjikistan door L. Bondarenko. 

Mogelijk is dit de grootste en de rijkstbloeiende 

species. De drie tot vier goudgele bloemen worden 

veelal door een bruinpurperen bloembuis omvat. 

Het blad verschijnt vrijwel gelijktijdig met de 

bloemen. 


3 st. 39.00 

!15 @2-3 #10 $8 %I. Z 

11

Colchicum montanum 

(Synoniemen: Merendera montanum, M. pyrenaica en 

M. bulbocodium) 

Een leuke, kleine, vroeg in de herfst bloeiende 

Colchicum voor een plekje in de zonnige rotstuin. 

Inheems in het midden van de Pyreneeën, Spanje 

en Portugal. De wijde trechtervormige 4 tot 6 cm 

grote bloemen rusten op de grond, zijn meestal 

rozelila met een wit hart, soms wit. 

De bloemblaadjes zijn lijnvormig. De licht vochtige, 

maar doorlatende bodem, mag wat turf bevatten. 


3 st. 21.00 

!10 @8-9 #10 $8 %I. Z 

Colchicum pannonicum 

Herkomst: Hongarije, Roemenië. Deze Colchicum is 

nauw verwant aan C. autumnale en wordt door 

sommige experts zodanig als een ondersoort van 

C. autumnale gezien. Ookal zijn de bloemen slanker 

en verfijnder. Tevens treft u aanbod aan onder de 

cultivarsnaam C. ‘Nancy Lindsey’. De bloemkleur is 

levendig paarsviolet met een wit streepje op ieder 

bloemblaadje. 

Bestelnr. 2218 3 st. 6.00 

5 st. 9.50 

!20-25 @9-10 #15 $15 %13 L-H 

Colchicum speciosum 

Intro: 1874. Herkomst: het noorden van Turkije, 

Iran en de Kaukasus. De bloemkleur van de 

‘tulpachtige’ colchicum is amethistviolet met een 

opvallende witte keel. De helmknoppen zijn 

oranjegeel. Zelfs bij slechte weersomstandigheden 

blijft deze grootbloemige species langdurig bloeien. 

Bestelnr. 2127 3 st. 6.00 

5 st. 9.50 

!30 @9-10 #15 $15 %13 L-H 

12

Colchicum speciosum ‘Album’ 

Geïntroduceerd door de Backhouse Nursery of York. 

Vanaf 1900 meerdere malen onderscheiden. 

Misschien wel de mooiste witte Colchicum die er is. 

Stevige drinkbekervormige witte bloemen met een 

zachtgroene ‘keel’. De bladeren zijn onbehaard. 

Bestelnr. 2129 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!30 @9-10 #15 $15 %I. Z-H 

Colchicum trigynum 

Herkomst: Oost-Turkije, Iran en de Kaukasus. 

Het aanbod is afkomstig van materiaal dat 

verzameld is op de Bitschenag Pass in Nakhichevan, 

Azerbeidzjan. De witte, of soms roze bloemetjes zijn 

zeer klein. Uit een knolletje kunnen wel tot twaalf 

opeenvolgende bloemen verschijnen, 

waardoor er een lange bloeiperiode ontstaat. 


3 st. 33.00 

!5-8 @2-3 #10 $8 %I. Z-L 

Colchicum ‘Waterlily’ 

Deze gevuldbloemige herfsttijloos (uit handen van 

mijnheer J.J. Kerbert) is ontstaan door het kruisen 

van C. autumnale ‘Album’ en C. speciosum ‘Album’. 

Elke lilaroze bloem bestaat vaak uit meer dan 

20 bloemblaadjes. Al in 1927 en 1928 werd een 

Award of Merit gewonnen. 


Bestelnr. 2134 3 st. 6.75 

5 st. 11.00 

!15-20 @9-10 #15 $15 %20 L-H 

13

herfstBlOeiende KrOKussen 

Herfstbloeiende krokussen groeien vaak in gebieden waar het ’s zomers heel droog is. De milde 

najaarsregen zet de krokus aan tot bloei. De meest bekende is wel crocus sativus die het kostbare 

saffraan produceert. In het in 2010 verschenen boek ‘Crocuses, A complete Guide to the Genus’ van Janis 

Ruksans zijn bijna vijftig pagina’s aan deze groep gewijd. 

Crocus banaticus 

C. banaticus komt voor op vochtige koele plaatsen 

in Roemenië, het noordoosten van voormalig 

Joegoslavië en in het zuidwesten van de Oekraïne. 

Een unieke diep lilablauwe herfstkrokus waarbij de 

buitenste bloemblaadjes veel langer zijn dan de 

binnenste. Voor een koel plekje. 


3 st. 12.75 

!10-12 @10 #5 $5 %I. H-S 

Crocus cancellatus subsp. cancellatus 

(Synoniemen: C. cancellatus var. cilicicus, C. cancellatus 

var. kotschianus en C. cilicicus) 

Intro: voor 1841. Herkomst: Zuid-Turkije, 

West-Syrië, Libanon en Noord-Israël. De bloemkleur 

van deze zeven tot tien cm hoge species is licht 

blauwachtig lila met aan de buitenzijde een violette 

blos. De buitenste kelkblaadjes zijn violet gestreept. 

Heel mooi zijn de oranje stempels. 

Na de bloei verschijnen de bladeren. 

De knolletjes zijn eetbaar. 

Bestelnr. 2142 10 st. 4.00 

25 st. 9.00 

!15 @9-10 #5 $6-8 %8 Z-L 

14

Crocus cancellatus ! 

subsp. mazziaricus ‘Rendina’ 

Enige jaren geleden werd deze prachtige selectie 

uit materiaal dat aangetroffen is in Griekenland 

geïntroduceerd. C. cancellatus subsp. mazziaricus 

komt wijd verspreid in de bergen voor op stenige 

hellingen en open vlaktes tussen heesters. 

Vernoemd naar A.D. Mazziari, die ze oorspronkelijk 

verzameld heeft. IJsblauwe tot violette bloemen met 

een warmgele keel, waarbij de oranje stijlen mooi 

harmoniëren. 


3 st. 9.75 

!15 @9-10 #5 $6-8 %I. Z 

Crocus cartwrightianus ‘Albus’ 

Intro: 1843. Herkomst: Griekenland en op het 

eiland Kreta. Aanvankelijk werd C. cartwrightianus 

beschouwd als C. sativus; zij zijn nauw aan elkaar 

verwant. Bloem en blad verschijnen gelijktijdig. 

De zuiver witte bloemen worden geaccentueerd 

door drie helderrode stempels. 

Bestelnr. 2146 10 st. 5.50 

25 st. 13.00 

!10 @9-10 #5 $5 %7 Z 

Crocus goulimyi 

In Zuid-Griekenland (de Peloponnesus), 

komt deze species plaatselijk massaal voor in 

oude olijfboomgaarden en onder vijgenbomen. 

In november 1954 vond Dr. C. N. Goulimy deze 

krokus; pas in 1975 werd deze weerbestendige 

herfstbloeier naar zijn ontdekker vernoemd. 

De buisvormige bloempjes zijn roze met een zweem 

van lila, aan de binnenzijde voorzien van een wit 

hartje. Het knolletje heeft iets weg van een 

hazelnoot. 

Bestelnr. 2148 3 st. 4.50 

5 st. 7.00 

!10 @10 #5 $5 %I. Z 

15

Crocus goulimyi ‘Mani White’ 

Een schitterende zuiverwitte vorm uit het zuiden 

van Griekenland, het Mani-schiereiland, ontdekt 

door M. Hoog. De scherp gepunte bloemblaadjes 

geven de bloem een aparte vorm. Goed groeiend 

en betrouwbaar bloeiend. 


3 st. 9.75 

!10 @10 #5 $5 %I. Z 

Crocus hadriaticus ! 

(Synoniem: C. peloponnesiacus) 

Intro: 1845. Herkomst: het westen en zuiden van 

Griekenland op stenige hellingen tussen 

struikgewas en op kort grasland. De iets variabele 

bloemen zijn wit met een grote gele keel. 

De buitenste bloemblaadjes zijn soms voorzien van 

paarse streepjes. Het aanbod is van zaad geteeld. 

Bestelnr. 2150 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!10-12 @10 #5 $5 %I. Z 

Crocus laevigatus ‘Fontenayi’ 

(Synoniem: C. fontenayi) 

Herkomst: Griekenland (de Cycladen). Een bijna 

winterbloeiende krokus die in de volksmond 

‘kerstkrokus’ wordt genoemd. De binnenkant van 

de bloem is zachtlila naar de keel witachtig 

overgaand naar geel. De buitenzijde van de bijna 

ronde bloemblaadjes bestaat uit een zachtlila 

ondergrond met een mengeling van bruingele en 

witte veren. 

De gespleten stempels zijn warm oranje. 

Bestelnr. 2152 5 st. 3.00 

10 st. 5.50 

!10-15 @11-1 #5 $5 %I. Z 

16

Crocus ligusticus 

(Synoniem: C. medius) 

C. ligusticus komt voor in het noordwesten van 

Italië, voornamelijk in de provincie Ligurië, ten 

noorden van La Spezia, tot aan de Alpen in het 

zuidoosten van Frankrijk, in de directe omgeving 

van Menton. Zowel de binnen- als de buitenkant 

van de trechtervormige bloem zijn lilapaars met 

naar de basis donkerpaarse streepjes. De vertakte 

oranje stijlen perfectioneren deze fraaie 

herfstbloeier. 

Bestelnr. 2156 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!10-12 @10 #5 $5 %5 Z 

Crocus mathewii ! 

Wellicht de meest begeerde nieuwkomer in het 

krokusassortiment. Verzameld door Helmutt 

Kerndorff en Erich Pasche in 1992 in het Taurus 

gebergte in de provincie Antalya, Zuid-Turkije. 

Vernoemd naar Brian Mathew. Het aangebodene is 

zorgvuldig opgekweekt uit zaad, de glinsterende 

witte bloemen hebben een iets variabele 

methyleenviolette keel, een geheel rode stempel en 

gele meeldraden. ’s Zomers is een koele standplaats 

aan te bevelen. 


3 st. 51.00 

!10-12 @10 #5 $5 %I. H 

Crocus nudiflorus ! 

(Synoniemen: C. aphyllus, C. fimbriatus, 

C. multifidus, C. medius en C. pyrenaeus) 

Zoals de naam nudiflorus (naaktbloemig) aangeeft, 

verschijnt eerst de bloem. Tijdens de bloeiperiode 

ontwikkelen zich de bladeren. In de Pyreneeën worden 

ze massaal aangetroffen. De onderaardse delen lijken 

echt niet op die van de ons bekende krokus; het zijn 

curieus gevormde stolonen. De smalle, ietwat spits 

toelopende bloemblaadjes zijn zacht violet met een 

onopvallende glans. In tegen-stelling tot de meeste 

andere herfstkrokussen gedijt C. nudiflorus beter op 

een niet uitdrogende bodem. 


3 st. 12.75 

!10 @9-11 #5 $6-8 %I. Z-L 

17

Crocus ochroleucus 

De introductie van C. ochroleucus dateert van 

oktober 1859. Ze worden nog steeds aangetroffen 

in Libanon, het zuidwesten van Syrië en in het 

noorden van Israël, veelal in rotsachtige gebieden. 

De bloemkleur is crèmewit met een brede gele basis, 

de naam is hiervan afgeleid. Het lange blad 

verschijnt voor de uitbundige bloei. 

Bestelnr. 2164 10 st. 4.95 

25 st. 11.75 

!10 @10-11 #5 $6-8 %I. Z-L 

Crocus pulchellus ‘Inspiration’ 

Pulchellus betekent schitterend of prachtig, 

vandaar de door velen gebruikte naam: 

prachtkrokus. Stevige intens blauwe bloemen 

met een oranje hart, een oranje stempel en 

crèmekleurige helmknoppen. Inheems in de Balkan 

en in Turkije. Deze krokus is een grootbloemige 

selectie uit materiaal dat in 1978 door Maria en 

Rolf Mertens in Bursa in West-Turkije op een hoogte 

van 1600 meter verzameld is. 


3 st. 8.25 

!10 @9-10 #5 $5 %I. Z-L 

Crocus pulchellus ‘Zephyr’ 

Een blikvanger geïntroduceerd door de heer 

Tom Hoog. Elegante grote witte bloemen met een 

ongewone parelgrijze zweem. De keel is geel met 

‘n vleugje lichtoranje. Verwildert makkelijk. 


Bestelnr. 2172 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!10-15 @10-11 #5 $5 %5 Z-L 

18

Crocus sativus 

De saffraankrokus. Algemeen wordt aangenomen 

dat C. sativus een vorm van C. cashmirianus zou zijn. 

De bloemkleur is lila-achtig paars voorzien van een 

fraaie nervatuur. De in verhouding grote oranjerode 

stempels steken meestal boven de bloem uit en het 

is net of ze naar één kant hangen. Het blad 

verschijnt gelijk met de bloem, soms eerder. 

Elke bloem bevat een stamper met drie stempels 

en voor vijf gram kostbaar saffraan zijn circa 600 

tot 700 bloemen nodig. 

Bestelnr. 2174 10 st. 4.50 

25 st. 11.00 

!10-12 @10 #5 $6-8 %10 Z 

Crocus serotinus ! 

subsp. salzmannii ‘Erectophyllus’ 

Herkomst: Noord-Afrika. Uit de soms vreemd 

gevormde knolletjes ontvouwen zich, gedragen 

door 10 cm hoge steeltjes, spitse bloemetjes, 

zachtlila met een zweem van roze, voorzien van 

donkere veertjes. De keel is lichtgeel tot crèmewit. 

Het blad is ten tijde van de bloei goed ontwikkeld en 

bij deze vorm royaal aanwezig. De knolletjes zijn 

herkenbaar: de huid toont parallelvormige vezels. 


3 st. 8.25 

!10 @10-11 #5 $5 %I. Z 

Crocus speciosus subsp. 

speciosus ‘Albus’ 

Eén van de twee in Nederland gecultiveerde 

vormen van C. speciosus, destijds, in 1913 uit 

handen van Van Tubergen. Witte bloemen met 

een oranje keel, probleemloos groeiend. 

Crocus speciosus is inheems op de Krim, Kaukasus, 

Turkije en Iran. 

Bestelnr. 9423 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!10-15 @9-10 #5 $5 %5 Z 

19

Crocus tournefortii 

Herkomst: Zuid-Griekenland en de Cycladen, later 

in 1980 door de heren Mathew en Brickell ook 

aangetroffen op Kreta. Vernoemd naar de Franse 

botanicus J.P. de Tournefort. Geaderde lilablauwe 

bloemen met een gele keel. Het bijzondere van dit 

zeldzame krokusje is, dat de bloem zich ‘s avonds 

niet sluit. Een gewasje voor een zonnige 

standplaats op doorlatende grond. 

Bestelnr. 2212 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!15 @10-11 #5 $5 %I. Z 

galanthus 

Galanthus reginae-olgae subsp. reginae-olgae 

Een herfstbloeiende sneeuwklok die in 1876 

in Griekenland werd ontdekt en vernoemd 

naar de toenmalige koningin Olga. 

Deze subspecies krijgt eerst bloemen en pas 

daarna blad. De buitenste bloemblaadjes zijn wit 

en de tekening op de binnenste bloemblaadjes is 

V- of U-vormig. 

De aangeboden kloon is afkomstig uit de 

Peloponnesus. ’s Zomers droog houden. 


3 st. 25.50 

!25 @9-11 #5 $5 %I. Z-L 

muscari 

Muscari parviflorum 

Dit is het enige blauwe druifje dat in de herfst bloeit. 

Behorende tot de pseudomuscari-groep. Inheems in 

het Mediterrane gebied, van Spanje tot Turkije. Intro 

in 1798. De los ogende tien cm lange bloemtros 

bestaat uit een twintigtal lichtblauwe belvormige 

bloemen, 3-4 mm groot. Planten op een beschutte 

standplaats. 


5 st. 7.50 

!10-15 @9-10 #5 $5 %I. Z 

20

narcissus 

Narcissus serotinus 

Inheems in het Mediterrane gebied, van Portugal tot 

Israël en Noord-Afrika. Groeit aldaar tussen rotsen 

en op droge heuvels. De bloei is vanaf september, 

vaak vlak voordat het blad gevormd wordt. De kleine 

witte heerlijk geurende bloemen zitten per een of 

twee aan een 15 cm hoge stengel. Deze species is 

alleen geschikt voor het kweken in een vorstvrij 

kasje. 


3 st. 24.00 

!15 @9-10 #5 $6-8 %I. Z 

OXalis BEHOORT TOT DE FAMILIE DER OxALIDACEAE 

Oxalis versicolor 

Zeer opvallende Zuidafrikaanse species al bekend in 

1774. De witte bloemen showen een sterk contrasterende 

rode rand. De bloemen, die tot ver in de 

winter bloeien, zijn op zijn mooist in halfgeopende 

toestand, dan tonen de spiraalvormige bloemblaadjes 

het zuurstokeffect. Een echte potplant die 

tot zes graden vorst verdraagt. Als kamerplant zou 

deze Oxalis jaarrond kunnen bloeien. 

(Zie Herfstvoordeelpakket) 

Bestelnr. 9511 10 st. 5.50 

25 st. 13.00 

!15-20 @10-12 #5 $3-5 %I. Z 

scilla 

Scilla autumnalis 

Intro: 1753. Herkomst: grote delen van Europa 

(inclusief het Britse Rijk), Noord-Afrika en West-Azië. 

Zoals de naam aangeeft is dit een in de nazomer of 

herfst (autumnale) bloeiende species. De voor de 

bloei verschijnende bladeren zijn smal en grasachtig. 

De meest voorkomende bloemkleur is paarsblauw, 

maar ook lila en donkerroze exemplaren zijn 

gesignaleerd. 


3 st. 8.25 

!15-20 @8-10 #10 $6-8 %I. Z 

21

sternBergia BEHOORT TOT DE FAMILIE DER AMARYLLIDACEAE 

Dit geslacht werd vernoemd naar graaf Kaspar Moritz van Sternberg (1761-1831). De auteur van 

“Revisio Saxifragarum” (1810). De bloemen vertonen visueel overeenkomst met die van krokus, maar er 

zijn essentiële verschillen. De voornaamste: sternbergia heeft zes meeldraden, de krokus drie. 

Waarschijnlijk behoren ze tot de planten die in de Bijbel bedoeld worden als ’de leliën des velds’. Voor 

een zonnige standplaats op doorlatende bodem waar ’s zomers in de rustperiode voldoende warmte is. 

Sternbergia candida ! 

Een in 1976 door Brian Mathew en Baytop 

ontdekte species, drie jaar later benoemd. 

De tot nu toe enige vindplaats is in 

Zuidwest-Turkije, nabij Fethiye aan de rand van de 

cederbossen. De lieflijke, geurende witte bloemen 

verschijnen in de winter, vooraf gegaan door het 

grijsgroene, lange smalle blad. 


3 st. 22.50 

!20 @1-2 #10 $6-8 %I. Z 

Sternbergia colchicifolia 

Nazaten uit verzameld materiaal op de 

Ziyaret-pass in Turkije, maar het 

verspreidingsgebied is groot: Spanje en Frankrijk 

tot Hongarije, Turkije en Iran. Prachtige kleine 

Sternbergia met kleine heldergele bloemen die 

direct boven de grond tussen het donkergroene 

smalle blad verschijnen. 


3 st. 15.00 

!8-10 @9-10 #10 $6-8 %I. Z 

22

Sternbergia greuteriana 

Inheems op Karpathos, één van de twaalf eilanden 

van de Dodekanessos. Voor het eerst beschreven in 

1990. Een redelijk goed winterhard miniatuurtje, 

het lijkt wel een verkleinde uitvoering van S. lutea. 

Heldergele slanke talrijke bloemen, elegant door de 

uitstekende stamper en meeldraden, verschijnen 

aan het eind van de zomer tot in de herfst. Alleen 

geschikt voor een warme standplaats op een goed 

doorlatende grond. Maakt soms stolonen. 


3 st. 19.50 

!8-10 @8-9 #10 $6-8 %I. Z 

Sternbergia lutea 

Inheems in grote delen van het Mediterrane 

gebied. De donkergroene, glanzende bladeren 

met een grijsachtige middennerf verschijnen 

direct voor of tijdens de bloei. Schitterende 

stervormige goudgele bloemen met een 

doorsnede van drie tot vijf cm. Rijk bloeiend. 

Gedurende de zomermaanden verlangen ze een 

droog en warm plekje. 


Bestelnr. 2138 5 st. 3.25 

10 st. 6.00 

!10 @9-10 #10 $10 %10 Z 

Sternbergia sicula ‘Dodona Gold’ 

Door Antoine Hoog en Paul Christian in 1987 

verzameld bij het amfitheater van Dodona in 

Noord-Griekenland. Het verschil met de zuidelijke 

vorm S. ‘Arcadian Sun’ is het smalle blad in 

‘Dodona Gold’. Smalle donkergroene bladeren, 

met botergele bloemen op korte steeltjes. Voor 

een zonnige droge standplaats. Wellicht de beste en 

meest betrouwbare Sternbergia voor de tuin. 


3 st. 11.25 

!10 @10 #10 $10 %I. Z 

23

VOORJAARS-EN ZOMERBLOEIENDE BOL-EN KNOLGEWASSEN 

allium BEHOORT TOT DE FAMILIE DER ALLIACEAE 

Het geslacht allium omvat tussen de 800 en 1000 species en cultivars. 

allium komt verspreid voor over het Noordelijk Halfrond, Klein- en Midden-Azië, alsook de landen rond 

het Middellandse-Zeegebied en het westen van Noord-Amerika zijn belangrijke groeiplaatsen. 

In Nederland kennen wij enige verwilderde soortjes waarvan de bekendste de beschermde stinzenplant 

allium ursinum subsp. ursinum (Daslook) is. Vele soorten, zowel de oorspronkelijke - alsook de 

gecultiveerde - allium hebben ondergronds een bol, die afhankelijk van de soort een omtrek kan 

bereiken van zo’n 3 cm tot wel 40 cm. Andere soorten, waaronder enige kruiden en groenten, hebben 

ondergronds een verdikte wortel, ook wel ’schacht’ genoemd. De kleinbollige alliums, maar ook de 

alliums die een verdikte wortel vormen, zijn zeer geschikt voor verwildering. 

De grofbollige alliums kunnen meerdere jaren in de grond blijven. Hoelang is afhankelijk van de 

grondsoort. Op een doorlatende zandgrond blijven de sieruien het langst goed, hoewel de bloemen in 

de loop van de jaren kleiner worden. Als u niet meer tevreden bent over de grootte van de bloemen, 

kunnen de bollen na de bloei gerooid worden. De bewaartemperatuur ligt rond de 23-25 graden. In 

november kunnen ze weer worden geplant, liefst op een ander plekje in verband met mogelijk 

aanwezige ziektekiemen. 

Allium akaka ! 

Intro: 1830. Herkomst: Iran, Turkije en het Europese 

gedeelte van de Kaukasus. De bolvormige 

bloeiwijze bestaat uit talrijke zachtroze bloempjes, 

enigszins variabel. Evenals A. karataviense zijn de één 

of twee brede, blauwgroene bladeren 

aantrekkelijk gedurende de bloei. In Iran wordt 

A. akaka vaak in combinatie met rijst gegeten. 


3 st. 36.00 

!20 @5-6 #30 $15 %I. Z 

24

Allium altissimum 

Intro: 1884. A. altissimum treffen we nog aan in 

Centraal-Azië, het noordoosten van Iran, 

maar ook in het noordwesten van Afghanistan. 

Een spectaculaire allium die zijn 10-12 cm grote 

paarse bolvormige bloemen op stevige tot 2 meter 

hoge stelen draagt. 

Fantastisch tussen hoge siergrassen. 

Bestelnr. 8003 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!200 @5-6 #30 $15 %18 Z-L 

Allium ‘Ambassador’ 

Een schitterende selectie van Kwekerij A. Langedijk 

uit Zwaagdijk. De beste nieuwkomer van de laatste 

jaren. De kruisingsouders zijn Allium stipitatum x 

Allium giganteum. Een indrukwekkende 100 cm 

hoge allium waarvan de grote bolvormige bloem 

de dichtheid heeft van Allium giganteum en een 

mooie egale licht blauwviolette kleur heeft. 

Deze ui staat garant voor een lang vaasleven. 

Het lange en brede glanzende blad verdort pas 

wanneer de allium in bloei komt. 


3 st. 9.75 

!100 @5-6 #30 $15 %24 Z-L 

Allium ampeloprasum 

(Synoniem: A. halleri) 

Ampeloprasum betekent: in wijngaarden groeiende 

looksoort. Intro: 1753. Herkomst: Zuid-Europa, 

Noord-Afrika, Klein-Azië tot in de Kaukasus. De lengte 

van de bloemstelen is variabel, van 50 cm tot 100 cm. 

Het bloemscherm bestaat uit vele witte, soms roze 

bloemetjes. De wildvormen zijn in Zuid-Europa een 

ware delicatesse, waar ze rauw worden gegeten. 

Onder de naam ‘Pingpong’ maakt deze sierui de 

laatste jaren een opmars in de snijbloemproductie. 

Er wordt op dit moment volop geselecteerd, 

de komende jaren is er veel moois te verwachten. 


10 st. 8.00 

!50-100 @6-7 #20 $10 %I. Z 

25

Allium ampeloprasum 

var. babingtonii 

Een rariteit die voorkomt langs de westkust van 

Ierland. Mogelijk een overblijfsel uit oude culturen 

van kloosters en vestingen. De vele broedbolletjes 

tussen de lichtroze bloemen hebben de bijzondere 

eigenschap zelf ook weer broedbolletjes aan te 

kunnen maken. 

Decoratief en statig op de achtergrond in een 

border, maar ook als snij- en droogbloem. 

Vernoemd naar de Britse botanicus C.C. Babington. 


3 st. 9.75 

!100-140 @6-7 #20 $10 %10 Z 

Allium amplectens ‘Graceful Beauty’ 

(Synoniemen: A. attenuifolium, A. occidentale en 

A. monospermum) 

Intro: 1857. A. amplectens is een zeer makkelijk 

groeiende species uit Noord-Amerika. De tot 40 cm 

hoge bloemstelen worden door twee tot vier 

bladeren omhuld, hetgeen voordat de bloei in april 

aanvangt, afsterft. De kogelvormige bloemtrossen 

bestaan uit talrijke witte bloemen, die nadat ze 

bestoven zijn, flinterdun worden. Het aanbod is van 

een mooie uniforme selectie. 

Bestelnr. 098 10 st. 4.50 

25 st. 10.50 

!40 @4-5 #10 $6-8 %6 Z-L 

Allium angulosum 

(Synoniem: A. acutangulum) 

Intro: 1753. Herkomst: grote delen van Midden- 

en Oost-Europa en Siberië. De stevige ca. 40 cm 

hoge bloemsteel is duidelijk kantig (angulosum 

betekent: kantig). Het half kogelvormige 

bloemscherm bestaat uit tientallen zachtlila 

bloemetjes. De drie tot zes glanzende bladeren 

blijven ook gedurende de bloei een lange tijd groen. 

Bestelnr. 9312 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!40 @6-8 #10 $5-6 %I. Z-L 

26

Allium atropurpureum 

Herkomst: de Balkan. De in 1800 geïntroduceerde 

allium heeft een bloemkleur die in de natuur 

weinig voorkomt, namelijk donker purperrood 

(atropurpureus). De dicht bijeen geplaatste 

stervormige bloempjes vormen een half 

cirkelvormig scherm met een doorsnede van zo’n 

5-8 cm. Tijdens de uitbloei neemt het bloemscherm 

een pluimbal-achtige vorm aan. Lang houdbare 

snijbloem met een aangename geur. 


10 st. 6.50 

!60-80 @6-7 #15 $10 %10 Z 

Allium backhousianum 

Spectaculaire, nog zeldzame, hoge witte allium samen met A. aflatunuense, Aquilegia en Trollius 

aangetroffen in het Fergana-gebergte, op een relatief vochtige bodem. Talrijke 1,5 cm lange 

groenigwitte bloempjes vormen samen een compacte bolvormige bloeiwijze. Een goede aanvulling op 

het assortiment hoge witte sieruien. 


3 st. 12.75 

!140 @6-7 #30 $15 %12 Z 

27

Allium ‘Beau Regard’ 

Een hybride, ontstaan door het kruisen van 

A. macleanii en A. christophii, dat in 1959 verricht 

werd door J.R. Bijl van Duyvenbode. 

Dit zijn dezelfde kruisings-ouders als die van 

A. ‘Globemaster’. Deze nakomeling geeft bijzonder 

stevige 90-100 cm hoge stelen. De asterviolette 

bloem behoort tot een van de grotere alliums, de 

bloem kan een grootte bereiken een van wel 25 cm 

in doorsnede. 


3 st. 9.75 

!90-100 @6-7 #30 $15-20 %20 Z-L 

Allium caeruleum 

(Synoniem: A. azureum) 

Intro: 1773. Hemelsblauwe stervormige bloempjes die een stevige bolvormige bloeiwijze vormen met 

een doorsnede van zo’n 4 cm. Een 40 cm hoge snijbloem, die half juni kleur gaat tonen. Beschrijvingen 

dateren van 1830. 

Herkomst: Oost-Europa, ten noorden van de Kaspische-Zee alwaar ze voorkomen in steppen en 

zoutmoerassen. Geschikt voor verwildering. 

Bij opkomst zien de bladeren eruit als grassprietjes, die vrijwel voor de bloei zijn verdord. 

Bestelnr. 113 25 st. 4.50 

100 st. 17.00 

!40 @6-7 #5 $5 %5 Z 

28

Allium caesium 

(Synoniem: A. urceolatum) 

Intro: 1830. Herkomst: Turkestan-gebergte bij 

Zaamin in Oezbekistan. De bloem lijkt een beetje 

op A. caeruleum maar is groter, terwijl de plant 

lager blijft. De bloemkleur varieert van licht- tot 

donkerblauw met een donkere middennerf. 

Het geheel is voorzien van een groenige gloed. 

Een relatief makkelijk groeiend soort. 

Bestelnr. 115 10 st. 4.50 

25 st. 10.50 

!25-40 @5-6 #5 $6-8 %I. Z 

Allium ‘Cameleon’ 

In 2000 ontving de heer W. de Goede materiaal van 

Wayne Roderick, destijds werkzaam bij de 

botanische tuin van de Universiteit van Californië. 

De zachtroze bloemen, die tijdens de bloei diverse 

kleurstadia doorlopen worden gedragen door 

20 cm hoge bloemstelen. Het donzige blad is harig 

aan de zijkant. Overigens wordt getwijfeld of de 

plant van origine Amerikaans is. 

Verwildert goed. 

Bestelnr. 9133 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!20 @6-7 #5 $5 %5 Z 

Allium candolleanum ! 

Een aardige species uit Turkije, genoemd naar één 

der leden van het beroemde Zwitserse geslacht: 

De Candolle, waarvan drie opeenvolgende 

generaties de botanie beoefenden. De zuiverwitte, 

kleine bloempjes met wijd uitstaande 

bloemblaadjes, vormen een compacte bolvormige 

bloeiwijze. 


3 st. 27.00 

!30-40 @5 #5 $5 %I. Z 

29

Allium carinatum subsp. pulchellum 

Intro: 1810. Herkomst: Zuidoost-Europa en 

West-Azië. De oorspronkelijke vorm A. cirrhosum 

(één van de synoniemen) heeft een bloeiwijze die 

behalve bloemetjes ook broedbolletjes heeft. De 

bloemknop blijft lange tijd ‘verstopt’ aan het eind 

van de bloemsteel. Wanneer de knop openspat 

ontluiken schitterende paarse klokvormige op 

fragiele steeltjes bungelende bloemen, die een bijna 

bolvormig geheel tonen. Na uitbloei richten de dan 

bijna verdroogde klokjes zich op en verdwijnen de 

schutbladeren. 

Bestelnr. 121 10 st. 5.50 

25 st. 13.00 

!40-50 @7-8 #5 $6-8 %I. Z 

Allium carinatum subsp. pulchellum ‘Album’ 

Intro: 1969. Een zuiver witte vorm. Heeft evenals de 

paarse species een Award of Garden Merit van de 

Royal Horticultural Society ontvangen. 

Leuk snijbloempje. Bijzonder geschikt voor 

verwildering. 


10 st. 9.50 

!40-50 @7-8 #5 $6-8 %I. Z 

Allium cassium subsp. hirtellum ! 

Delikate zuiver witte bloemen met een zachtgroen 

nerfje en een groengeel hartje, vormen met een 

twintigtal een luchtig, wijd bloemschermpje op 

30 cm hoge steeltjes. Het aanbod is afkomstig van 

materiaal dat verzameld is op een kalkhoudende 

berghelling in Turkije. Een andere vindplaats is 

Libanon. 

Prima snijbloem. 

Bestelnr. 8467 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!30 @5-6 #5 $5 %3 Z 

30

Allium cepa var. viviparum 

(Synoniem: A. proliferum) 

Nederlandse naam: Egyptische ui of boomui. 

Elk broedbolletje dat vrijwel het hele jaar kan 

worden geplant, ontwikkelt zich spoedig tot een 

bizarre plant. We treffen de peervormige bolletjes 

aan in de bladoksels en in de ‘bloemdelen’; 

ze moeten regelmatig worden geplukt. 

Zowel de stengel als de bolletjes zijn te gebruiken 

als keukenkruid bij visgerechten en stoofschotels. 

Bestelnr. 8469 5 st. 5.25 

10 st. 10.00 

!80 @7-9 #10 $5 %I. Z 

Allium cernuum (Synoniem: A. recurvatum) 

Intro: 1800. Kunstig gedraaide ca. 25 cm lange 

bloemstelen worden omgeven door lange, smalle 

bladeren. Het bloemscherm, vijf cm in doorsnede, 

bestaat uit donkerpaarse bolvormige, knikkende 

bloemen met uitstekende meeldraden. Een echte 

bijenplant. Tijdens de uitbloei worden de bloemtopjes 

teruggevouwen (recurvatus betekent teruggekromd). 

Een allium met een lange bloeitijd, van eind mei tot 

in augustus. Herkomst: het Alleghany gebergte in 

Wyoming (Noord-Amerika), maar ook plaatselijk 

in Canada en Mexico. Ook geschikt voor een wat 

vochtigere standplaats. 

Bestelnr. 129 10 st. 4.50 

25 st. 10.50 

!25 @5-8 #10 $6-8 %I. Z-L 

Allium cernuum -White Dwarf- ! 

Er zijn meerdere ondersoorten en geografische 

varianten bekend bij A. cernuum. Deze aangeboden 

witte lage vorm bloeit langdurig vanaf eind mei tot 

in de zomer. Ook geschikt voor een wat vochtigere 

standplaats. 

Bestelnr. 8471 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!10-15 @5-7 #10 $6-8 %I. Z-L 

31

Allium cernuum -White Max- 

De hoge vorm uit de V.S. bloeit langdurig met witte 

bloemen voorzien van een roze zweem. De grote 

bloemschermen verschijnen vanaf eind mei. 

Ook geschikt voor een wat vochtigere standplaats. 

Bestelnr. 9433 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!35-40 @5-7 #10 $6-8 %I. Z-L 

Allium chloranthum ! 

In eerste instantie lijkt het of we hier te maken 

hebben met A. flavum. Echter, het sierlijke 

bloemscherm van A. chloranthum is dichter en de 

talrijke bloemen zijn groengeel van kleur. 

Oorspronkelijk afkomstig uit de provincie Gaziantep 

in Turkije. Makkelijk groeiend op een doorlatende 

bodem. 


3 st. 12.75 

!35-40 @6-7 #10 $6-8 %I. Z 

Allium christophii 

(Synoniem: A. albopilosum) 

Intro: 1884. De bolvormige bloeiwijze heeft een 

diameter van wel 20 cm. Deze bevindt zich aan het 

einde van een krachtige tot 50 cm hoge bloemsteel 

die wordt omgeven door bandvormige behaarde 

bladeren. De bloem bestaat uit wel honderd 

glanzende violette bloemetjes, met ‘n unieke 

metaalachtige glans, waarvan de topjes elkaar 

nauwelijks raken. Het geheel lijkt door een 

kunstenaarshand te zijn verweven. Uitermate 

geschikt als droogbloem. Herkomst: noordwesten 

van Iran en het Russische deel van Centraal-Azië. 

Bestelnr. 131 10 st. 4.50 

25 st. 10.50 

!50 @6-7 #20 $15 %14 Z-L 

32

Allium convallarioides -Pink form- ! 

Allium convallarioides komt voor in Iran, Irak en 

delen van de Kaukasus tot in Centraal-Azië. Een 

luchtig bolvormig bloemscherm met individuele op 

Lelietjes-der-dalen lijkende bloemetjes ontluikt uit 

een met vliesje omsloten bloemknop. De bloemen 

hebben een duidelijk zichtbare nerf zowel op de 

buitenkant als op de binnenkant. De vier tot vijf 

smalle blaadjes zijn korter dan het 40 tot 60 cm 

hoge bloemsteeltje. Meestal wordt de witbloeiende 

vorm aangetroffen, het aanbod bestaat dit jaar uit 

de mooie roze vorm. (zie ook de omslag). 


3 st. 11.25 

!40-60 @5-6 #10 $6-8 %I. Z-L 

Allium cowanii 

A. cowanii is nauw verwant aan A. neapolitanum. 

De bloemsteel is duidelijk driekantig. De 

sneeuwwitte bloemkransen bestaan uit tientallen 

stervormige kortgesteelde bloemetjes met scherp 

contrasterende groene helmknopjes. Bij opkomst 

komt de bloemsteel bijna kurkentrekkervormig 

omhoog om vlak voor de bloei vrijwel recht te groeien. 

Eén en al verwarring rondom de naamgeving. 

Wat blijkt, A. cowanii bestaat niet! Volgens Dilys Davis 

verliet A. neapolitanum Europa als een Italiaan en is 

als Zuidamerikaan geherintroduceerd door de 

Peruviaanse relatie Cowan. 

Bestelnr. 133 25 st. 2.50 

100 st. 9.00 

!40 @4-5 #5 $5 %5 Z-L 

Allium crenulatum ! 

(Synoniemen: A. vancouverense, 

A. watsonii en A. cascadense) 

Intro: 1899. Deze leuke kleine allium heeft twee 

sikkelvormige bladeren die tot in de bloeitijd groen 

blijven. De bloemen zijn wit met een donkerroze 

middenstreepje. De bloemsteel is aan twee kanten 

plat en is aan de randen getand (crenulatus 

betekent: gekarteld, getand). Komt het best tot zijn 

recht in doorlatende grond op een zonnige 

standplaats. Herkomt: van het Cascade-gebergte in 

Washington tot aan Vancouver-Island in Canada. 


3 st. 8.25 

!10-15 @4-6 #5 $5 %5 Z 

33

Allium crenulatum -Pink form- ! 

Een roze mutant die misschien ookwel aangetroffen 

had kunnen zijn door de jaarlijks duizenden toeristen 

die de Hurrican Ridge in de Olympic Mountains 

bezoeken. Daar zal A. crenulatum niet over het hoofd 

gezien kunnen worden. 

Negen maanden per jaar ligt er op de allium sneeuw, 

die sneeuw zorgt voor de droogte in de winter en 

voldoende vocht in de groeiperiode. 


3 st. 16.50 

!10-15 @4-6 #5 $5 %5 Z 

Allium cyathophorum var. farreri 

(Synoniem: A. farreri) 

Toefjes smalle ca. 20 cm lange blaadjes omvatten 

de driekantige bloemsteeltjes. Het knikkende 

bloemscherm bestaat uit een twintigtal violetrode 

klokvormige bloemetjes met zeer smalle 

bloemblaadjes. Deze leuke allium zaait zich erg 

makkelijk uit. Herkomst: West-China (Kansu). 

Intro: 1914. 


10 st. 7.00 

!25 @5-6 #5 $5 %I. Z-L 

Allium cyaneum ! 

(Synoniem: A. purdomii) 

Intro: 1875. Voor het eerst aangetroffen door de 

Russiche botanicus Przewalski in de provincie Kansu 

(Noordwest-China) en werd door Reginald Farrer 

verspreid. In 1914 werd William Purdom op een 

expeditie begeleid door Farrer. In hetzelfde gebied 

troffen ze wederom een A. cyaneum 

gelijkende vorm aan. Voor de moeite werd toen het 

synoniem naar Purdom vernoemd. Een fantastische 

miniatuur die bij opkomst op een graspolletje lijkt. 

In juli verschijnen de blauwe klokvormige bloempjes. 

Ideaal voor in de rotstuin of voor in een trog. 

Bestelnr. 8477 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!10 @7 #5 $5 %I. Z 

34

Allium decipiens ! 

Dit is één van de vele species uit Centraal-Azië die 

ook in China wordt aangetroffen. Aan de tot 60 cm 

hoge stelen ontwikkelen zich half bolvormige 

bloeiwijzen bestaande uit glanzend zacht lilaroze 

stervormige bloempjes. Het aantrekkelijke 

glanzende blad blijft laag bij de grond. 


3 st. 8.25 

!60 @5-6 #15 $10 %8 Z-L 

Allium decipiens ! 

subsp. quercetorum 

Uniek! In het wild groeiend in de donkere loofbossen 

op de Krim. Deze ongewone groeiomstandigheden 

voor het geslacht allium maken het zo bijzonder. 

Een hoge allium voor de schaduwtuin, die tevens 

een lange bloeiperiode kent. 

Uitsluitend door zaad te vermeerderen. 


3 st. 22.50 

!100 @5-6 #15 $10 %I. L-S 

Allium ‘Eros’ ! 

Intro: 2006. Nauw verwant aan A. unifolium. De tot 

10 cm grote bloemschermen bestaan uit wel meer 

dan vijftig blauwroze, stervormige bloemetjes op 

35 cm hoge stevige bloemstelen. Uit iedere bol 

verschijnen meerdere bloemstelen, dit alles zorgt 

voor een rijk bloeiend geheel. 

Bestelnr. 9663 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!30-35 @6 #5 $6-8 %6 Z 

35

Allium falcifolium 

(Synoniemen: A. falcifolium var. demissum, 

A. falcifolium var. breweri en A. breweri) 

Intro: 1882. Herkomst: het westen van de 

Verenigde Staten. Het bloemscherm bestaat uit 

10 tot wel 30 klokvormige purperroze bloemetjes 

waarvan de bloemblaadjes smal zijn. De tamelijk 

vlezige bladeren blijven gedurende een lange tijd 

groen. Ze gedijen bij voorkeur op een niet te droge 

bodem. 

Bestelnr. 143 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!20-30 @6-7 #5 $6-8 %6 Z 

Allium fistulosum 

Reeds in 1753 wordt deze stengelui, ook wel grove 

bieslook, beschreven. Tientallen bloemetjes vormen 

een kogelronde bloeiwijze met een witgele kleur. 

Deze kleur ontstaat door het overheersen van de 

geelachtige helmknoppen. De buisvormige 

(fistulosus) bladeren zijn vlezig. De plant is 

toepasbaar in de border, kruiden- en moestuin. 

Oorspronkelijk kwam deze ui voor in het 

Verre Oosten, in China werd het onderste gedeelte 

van de bloemsteel geblancheerd. Volgens zeggen 

zouden in het wild geen exemplaren meer 

voorkomen. 

Bestelnr. 8007 5 st. 3.75 

10 st. 7.00 

!60 @5-6 #10 $6-8 %I. Z 

Allium ‘Firmament’ 

Van beide ouders hebben ze alleen de goede 

eigenschappen meegekregen: van A. atropurpureum 

de intens donkerpurperen kleur en van A. christophii 

de schitterende verweven stervormige bloemetjes 

met dat vleugje metalliek. Het half bolvormige 

bloemscherm heeft een diameter van 10-12 cm. 

De forse bloemsteel is 80 cm hoog. Een perfecte en 

geurende snijbloem, en laat zich in de border goed 

combineren met bijvoorbeeld grijsbladige planten. 


5 st. 7.50 

!80 @5-6 #15 $10 %10 Z 

36

Allium flavum 

(Synoniem: A. webbii) 

Intro: 1753. Een species die verspreid voorkomt 

van Zuid-Europa tot aan het zuiden van Rusland, 

maar niet op het Iberische schiereiland. Ze groeit 

op droge, stenige plaatsen van zeeniveau tot op 

2500 meter hoogte. Cilindervormige, blauwgroene 

bladeren omvatten de ongeveer 30-40 cm hoge 

stengel. Het fraai knikkende bloemscherm bestaat 

uit vele goudgele bloemetjes, die naarmate de 

uitbloei vordert, omhoogkomen. Heerlijk fris 

geurend. Bruikbaar als snij- en droogbloem. 

Verwildert goed. 


10 st. 5.50 

!30-40 @7-8 #5 $6-8 %I. Z 

Allium flavum subsp. tauricum ! 

Ookwel Allium tauricum Rchb en komt 

oorspronkelijk van de Krim. De meest betoverende 

kleuren komen voor in deze partij, prachtige 

pasteltinten, brons, oranje limoengeel, al dan niet 

bemeeld, het is werkelijk subliem. De kleuren tonen 

op elk moment van de dag en bij elke andere lichtval 

weer verschillend. Heerlijk fris geurend. Bruikbaar als 

snij- en droogbloem. Verwildert goed. 


3 st. 8.25 

!30-40 @7-8 #5 $6-8 %I. Z 

Allium giganteum 

(Synoniem: A. procerum) 

Eén der grootste en opvallendste alliums met 

oersterke tot 175 cm hoge bloemstelen. 

De blauwgroene glanzende en riemvormige 

bladeren zijn ca. acht cm breed en tot dertig cm 

lang. De gladde bloemsteel torst een zeldzaam 

mooie, zuiver bolvormige bloeiwijze met meer 

dan 100 individuele blauwachtig violette bloemetjes. 

Sinds 1883 komt A. giganteum in cultuur voor. 

Herkomst: o.a. Noordoost-Iran, 

Noordwest-Afghanistan. 


3 st. 8.25 

!150-175 @6-7 #30 $15-20 %22 Z-L 

37

Allium ‘Gladiator’ 

Deze hybride is ontstaan uit een kruising van 

A. aflatunense auct. x A. macleanii en werd in 1981 

door de heer W. Hey geregistreerd. De tot 120 cm 

hoge bloemsteel draagt een compacte bolvormige 

bloeiwijze, gevuld met vele paarsroze stervormige 

bloemen. Grijsgroen liggend blad. 

Een prima houdbare snijbloem, welke op grote 

schaal zodanig geteeld wordt. 


5 st. 9.50 

!120 @5-6 #30 $15-20 %20 Z-L 

Allium ‘Globemaster’ 

In 1959 werd, door de heer J. Bijl, A. macleanii 

gekruist met A. christophii. (Dus niet: A. stipitatum x 

A. giganteum, zoals wordt beweerd). Uit de 

zaailingen die ontstonden, werden A. ‘Beau Regard’ 

en A. ‘Globemaster’ geselecteerd. Laatstgenoemde 

viel op door de zeer grote glanzende bladeren en 

buitengewoon grote asterviolet gekleurde bloem 

(doorsnede tot 25 cm). 

De bloeitijd is vanaf begin juni en houdt langdurig 

aan. Super snijbloem! 


3 st. 12.75 

!80-90 @6-7 #30 $15-20 %24 Z-L 

Allium x ‘Globus’ 

Een hybride, waarvan de ouders volgens Janis 

Ruksans A. karataviense en A. stipitatum zijn. 

Het is een zeer attractieve plant. De bladeren 

blijven lang groen. De zachtroze bloem met ‘n 

blauwe gloed is bolvormig en heeft een diameter 

van ca. 10 cm. Vanwege zijn hoogte, een allium 

met een zeer bruikbare lengte voor halverwege 

in de border. Leuke snijbloem! 


10 st. 6.50 

!50-60 @5-6 #20 $10 %8 Z 

38

Allium guttatum subsp. sardoum ! 

(Synoniemen: A. margararitaceum, A. sardoum, 

A. confusum en A. gaditatum) 

Herkomst: van Portugal via de mediterrane kusten 

naar Turkije. De draadvormige bladeren bevinden 

zich aan de onderzijde van de steel. De compacte 

bolvormige bloeiwijze, met een doorsnede van 

ongeveer vijf cm, bestaat uit crèmekleurige 

bloempjes op ongelijke steeltjes, voorzien van 

een groene, soms roze, streep. De allium doet 

enigszins denken aan een witte trommelstok 

(A. sphaerocephalon). 


3 st. 15.00 

!50-70 @7-8 #15 $10 %I. Z 

Allium ‘Hair’ 

Een selectie uit A. vineale, in Nederland toch nog 

redelijk in het wild voorkomende allium, bekend 

onder de namen kraai- of hondlook. De paarse 

broedbolletjes worden aanvankelijk gesierd door 

een groenachtig punkkapsel; naarmate de bloem 

veroudert, vormen de dan grijsbruine hangende 

slierten een soort baard van Methusalem. ‘Exotisch’. 

Een aanwinst voor in de wat wildere gemengde 

border. Goed houdbare snijbloem met een vaasleven 

van drie weken. 

Bestelnr. 163 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!50-70 @7-8 #5 $5 %5 Z-H 

Allium hollandicum ‘Album’ 

A. hollandicum is een Nederlandse hybride. 

De compacte bolvormige bloeiwijze bestaat uit 

tientallen stervormige bloemetjes en bevindt zich 

aan de top van een 80 cm lange en krachtige 

bloemsteel. Het aanbod bestaat uit een 

witbloeiende selectie waarvan de lilaroze 

meeldraden opvallend uitsteken. 

Het is een goede snijbloem. 


5 st. 12.00 

!80 @4-5 #20 $10 %I. Z-H 

39

Allium huber-morathii 

Winnaar van de BolleNoord-KAVB bokaal 2011. 

Alleen voorkomend op een plekje in het Pontisch 

gebergte, in de buurt van Ankara, Turkije. Nauw 

verwant aan A. carinatum var. pulchellum, duidelijk 

verschillend zijn de kleinere bloempjes die in grote 

getale in het bloemscherm zitten. De bloemen zijn 

lieflijk zachtroze en verschijnen in juni-juli. Voor een 

zonnig plekje op doorlatende grond, of in een potje. 


3 st. 12.75 

!15-20 @6-7 #5 $5 %I. Z 

Allium inconspicuum ! 

De bloemen van dit miniatuurtje doet in eerste 

instantie denken aan die van Astrantia, Zeeuws 

knoopje. Niet alleen vanwege de bordeauxrode kleur, 

maar ook de vorm van de bloem heeft iets weg van 

de geliefde vaste plant. Afkomstig uit de heuvels in 

het oosten van Tashkent. Nauw verwant aan 

A. barsczewskii, geschikt voor de rotstuin zodat de 

plant ’s zomers, in zijn rustperiode, droog kan staan. 


3 st. 13.50 

!15-20 @5-6 #5 $5 %I. Z 

Allium ‘Jackpot’ 

Een stevige, grootbloemige allium. Opvallend is het 

gezonde glanzende groene blad tijdens de bloei. 

Uit de enorme ronde glanzende bloemknop 

ontluikt een bolvormige, compacte bloeiwijze met 

violetblauwe stervormige glimmende bloemetjes. 

Een allium die garant staat voor een langdurige 

bloei of vaasleven. 

Bestelnr. 8239 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!100-120 @5-6 #30 $15 %12 Z-L 

40

Allium jesdianum ‘Akbulak’ 

Een geselecteerde wildvorm van A. jesdianum uit 

de nabijheid van Akbulak, een plaats in Kyrgystan. 

De 70-90 cm hoge bloemsteel is aan de onderkant 

zeer donker en geribd. De kleur, van de tot 12 cm in 

doorsnede bloem, is lila met mooie witte 

meeldraden en purperen helmknopjes. 

Bestelnr. 8011 10 st. 4.95 

25 st. 11.25 

!70-90 @5-6 #20 $12-15 %10 Z-L 

Allium jesdianum ‘Purple King’ ! 

De laatstbloeiende A. jesdianum. In 1983 onder de 

naam A. rosenbachianum vanuit de botanische tuin 

in Moskou bij Janis Ruksans terecht gekomen. 

Totdat de naam ‘Purple King’ werd gegeven, ging 

deze allium als de ‘Moskou-plant’ door het leven. 

De geribde bloemsteel waarvan de onderkant van 

de steel donker is gekleurd, draagt een compact 

donkerpaars bloemscherm met een doorsnede van 

acht tot tien cm. Beste snijbloem. 

Bestelnr. 179 10 st. 4.95 

25 st. 11.25 

!70-80 @5-6 #20 $12-15 %10 Z-L 

Allium karataviense 

In 1875 werd de ‘puinlook’ voor het eerst beschreven. 

Op de oorspronkelijke vindplaatsen in het Pamir-Alai 

gebergte en Turkestan (het Kara-Tau gebergte), 

worden ze tussen los puin van kalksteen op zonnige 

plaatsen aangetroffen. De glanzende, ellipsvormige 

blauwgrijze bladeren, gewoonlijk twee per bol, zijn 

aan de onderzijde paars is gekleurd. De 12 cm grote, 

bolvormige bloeiwijze bestaat uit lichtroze 

stervormige bloempjes, die naarmate de bloei 

vordert naar achteren buigen. Een prima allium 

voor op een pot. 


10 st. 5.50 

!20 @5-6 #20 $12-15 %14 Z-L 

41

Allium karataviense ‘Ivory Queen’ 

Een schitterende Nederlandse, zuiver witte selectie 

uit A. karataviense. De lichtgroene zaaddozen zijn 

minstens zo decoratief als de bloemen zelf. 

Prachtig in combinatie met grijsbladige planten 

zoals Salvia argentea en Stachys byzantina. 


10 st. 6.50 

!15-20 @5-6 #20 $12-15 %14 Z-L 

Allium karataviense ‘Red Giant’ 

Ongelofelijk, het is net alsof er een rode bal tussen 

de bladeren ligt. De spectaculaire vorm van de 

variabele species A. karataviense met bloemen tot 

wel 30 cm in doorsnede, werd door Dr. A. Seisums en 

V. Voronin aangetroffen in Oezbekistan in de vallei 

waar de Angren-rivier stroomt. 


3 st. 25.50 

!20 @5-6 #30 $15-20 %20 Z 

Allium komarowii 

Een weinig aangeboden allium met een compacte 

halfronde intens violetpaarse bloeiwijze, voorzien 

van honderden stervormige bloemetjes met violette 

meeldraden op een 30 tot 40 cm hoge steel. Niet 

alleen bijzonder is dat het blad net zo mooi is als dat 

bij A. karataviense, maar ook dat de bloemen geuren 

naar chocolade. 

Herkomst: Tadzjikistan, het Serawschan-gebergte. 

Vernoemd naar Vladimir Leontiewitch Komarow, 

een Russische plantkundige. 


3 st. 13.50 

!30-40 @5-6 #15 $12-15 %I. Z 

42

Allium ledebourianum 

Inheems op een van de hoogste punten van het 

Altai-gebergte in Siberië, Mt. Belukha, op 4500 

meter hoogte. Het groeit daar onder erbarmelijke 

omstandigheden in de bergweiden. De bolvormige 

bloeiwijzen bestaan uit lilaroze bekervormige 

bloemen. Het eetbare blauwgrijze blad is hol. 

Zowel de bloemen, het blad en de ondergrondse 

delen worden gegeten. 


10 st. 9.50 

!50 @5-7 #5 $6-8 %I. Z-L 

Allium lenkoranicum 

Op 23 april 1987 aangetroffen in Azerbeidzjan en 

wel in het Talish-gebergte nabij Lerik op een hoogte 

van 1860 meter. Het bloemscherm ontwikkelt zich 

langzaam uit een heel lang schutblad en is zeer open 

met bloemsteeltjes van ongelijke lengte. 

De smalle bloemblaadjes zijn beige met een rossige 

gloed en een donkere middennerf. 


5 st. 9.50 

!35-40 @7-8 #5 $6-8 %I. Z 

Allium litvinovii 

Arnis Seisums verzamelde deze in Sari-Chilek, 

in het zuidoosten van het Chatkal-gebergte in 

Oezbekistan. De ongewoon blauwe bloemen zijn 

violetblauw gestreept en vormen een compact 

bloemscherm op een steeltje van 40 cm hoogte. 

Vermeerdert zich prima en heeft zich in de laatste 

jaren bewezen als een betrouwbare aanwinst. 


3 st. 18.00 

!40 @5-6 #5 $5 %5 Z-L 

43

Allium macranthum 

(Synoniemen: A. oviflorum en A. simethis) 

De eerste beschrijving dateert uit 1874. (macro 

staat voor groot en anthos betekent: bloem). 

Ze werden in 1872 in Sikkim verzameld door Henry 

John Elwes (1846-1922). Het verspreidingsgebied 

strekt zich uit van de Himalaya naar het zuidwesten 

van China. De 25 tot 40 cm hoge driekantige 

bloemstelen dragen een vijf cm breed bloemscherm 

met vijf tot twaalf klokvormige purperrode 

bijeengepakte bloempjes. Ze voelen zich thuis 

op een wat vochtige grondsoort met een goede 

afwatering. 


5 st. 12.00 

!25-40 @7-8 #10 $6-8 %I. Z-L 

Allium moly ‘Jeannine’ 

Een forsere vorm met mooie bladeren en 

kaarsrechte bloemstelen. Geeft vrijwel altijd twee 

bloemstelen per bol. De bloemschermen bestaan 

uit goudgele bloempjes en verschijnen zeker twee 

weken eerder dan die van A. moly. Dit soortje, 

in 1978 verzameld in de Spaanse Pyreneeën, werd 

vernoemd naar de vrouw van wijlen Michael Hoog. 

Brian Halliwell heeft ze naar Engeland meegebracht. 

Bestelnr. 197 25 st. 2.50 

100 st. 9.00 

!35 @6-7 #5 $6-8 %6 Z-S 

Allium ‘Mount Everest’ 

Intro: 1993. Een beste grootbloemige witte allium. 

De bolvormige bloeiwijze staat stevig op de 100 cm 

hoge bloemsteel. Een zeer gevraagde cultivar 

door kwekers die deze topper als bloem op de 

bloemenveiling aanvoeren. Schitterend te 

combineren met vaste planten in de border, 

bijvoorbeeld met Aquilegia. 


5 st. 9.50 

!100 @5-6 #30 $15-20 %20 Z-L 

44

Allium nevskianum 

Vernoemd naar de Russische botanicus Sergei 

Arsenjevic Nevski (1908-1938). Een weinig 

aangeboden species voorzien van vele rozerode 

bloemetjes die voor een bolvormige bloeiwijze zorgen. 

De bloemsteel bevindt zich tussen twee brede 

blauwgroene bladeren, iets op A. karataviense 

gelijkend, maar veel spectaculairder. 

Herkomst: Tadzjikistan nabij Chinoro, Varsob gorge, 

waar ze groeien op hellingen voorzien van 

steengruis. 


5 st. 7.50 

!12-15 @5-6 #20 $10-12 %I. Z-L 

Allium nigrum 

(Synoniemen: A. multibulbosum, 

A. monspessulanum en A. magicum) 

Intro: 1762. Zwart (= niger) zijn de talrijke 

broedbolletjes die in de wilde bloemvorm worden 

aangetroffen. De tot 80 cm hoge bloemsteel draagt 

een half bolvormig bloemscherm met een doorsnee 

van 10 cm. Tientallen witte bloemetjes met een 

nauwelijks waarneembare grijze gloedbevinden zich 

aan 6-8 cm lange groene bloemsteeltjes. Glanzende 

op de grond liggende bladeren. 

Het is een geurende en houdbare snijbloem. 

Herkomst: Middellandse-Zeegebied. 

Bestelnr. 209 10 st. 3.75 

25 st. 9.00 

!80 @6-7 #20 $12-15 %14 Z-L 

Allium nigrum ‘Pink Jewel’ 

(Synoniem: A. auctum?) 

Een echt roze, hoge allium. Het half bolvormige 

(15 cm in doorsnede) bloemscherm wordt 

gedragen door stevige 80 cm hoge stelen. 

Het is mij niet duidelijk of we hier te maken 

hebben met A. auctum, of met een roze vorm 

van A. nigrum. 

Bestelnr. 9441 3 st. 4.50 

5 st. 7.00 

!80 @6-7 #20 $12-15 %10 Z-L 

45

Allium obliquum 

Intro: 1753. Herkomst: het aangebodene betreft 

nazaten van de oorspronkelijk in het Sajan 

gebergte, in Siberië aangetroffen exemplaren. 

Overige vindplaatsen: Centraal-Azië en het 

zuidoosten van voormalig Rusland. De lange witte 

meeldraden met gele helmknopjes ‘spatten’ uit de 

zachtgele bloempjes. Het geheel wordt omgeven 

door een zachtgroene waas. De bloemstelen zijn 

bebladerd. Langdurige bloei en goed toepasbaar in 

de border vanwege de plantopbouw. 


5 st. 9.50 

!80-100 @5-6 #15 $10-12 %I. Z-L 

Allium oreophilum 

(Synoniemen: A. ostrowskianum en A. platystemon) 

Intro: 1831. Oreophilus: van bergen houdend. 

Een waardevolle species, bij uitstek geschikt voor de 

rotstuin, maar ook voor verwildering. De bladeren 

vormen een rozet. De bloemsteel is veelal niet hoger 

dan 15 cm. De bloeiwijze wordt gevormd door een 

twintigtal sierlijke purperrode stervormige bloemetjes 

die de bloeiwijze een half bolvormig idee geven. Ieder 

bloemblaadje heeft een contrasterende donkere 

middennerf. Herkomst: Kaukasus, Iran, Pakistan, 

Afghanistan en delen van Turkije. 

Bestelnr. 213 25 st. 2.50 

100 st. 9.00 

!15 @5-6 #5 $5 %5 Z 

Allium oschaninii 

(Synoniem: A. cepa var. sylvestre) 

Deze goed groeiende ui afkomstig uit de bergen ten 

zuiden van de Fergana-vallei in Oezbekistan is nauw 

verwant aan de hedendaagse keukenui (Allium cepa). 

De witte bloemen verschijnen in de zomer aan holle 

bloemstelen die tot een meter hoog zijn. Aan de 

bloemsteel verschijnt op zo’n 30 cm van de grond 

een opgeblazen deel van de stengel. Na de bloei 

drogen ze mooi op en zijn eventueel bruikbaar in 

droogboeketten. 


3 st. 9.75 

!100 @7-8 #15 $10-12 %I. Z 

46

Allium paniculatum var. minor ! 

(Synoniem: A. longispathum) 

Inheems in Zuid-Europa, noordwaarts tot 

Midden-Frankrijk. Een zeer variabele species met 

een vrijwel identieke bloeiwijze als A. carinatum 

subsp. pulchellum. De tientallen lichtroze hangende 

bloempjes, met een roze middennerf, vormen samen 

een knikkend bloemscherm. De bladeren, die zich 

gedeeltelijk om de bloemsteel vormen, zijn slechts 

enkele millimeters breed en aan de onderzijde 

duidelijk geribd. Het aanbod bestaat uit een 

lage selectie. 

Bestelnr. 8021 3 st. 6.00 

5 st. 9.50 

!15-20 @8-9 #5 $5 %I. Z 

Allium parciflorum ! 

Inheems op Corsica en Sardinië, voorkomend op 

hete plekjes tussen de rotsen. Het lieflijke uitje 

toont zijn bloemen vanaf juli tot in september. 

Daarna trekt hij zich terug voor een korte 

rustperiode om weer met nieuw gevormd blad de 

herfst in te gaan. De één cm grote, zachtroze, bijna 

witte bloempjes aan de 20 cm hoge steeltjes zijn 

voorzien van een donkerroze nerf. 

Bestelnr. 9151 p. st. 3.50 

3 st. 9.75 

!20 @7-9 #5 $5 %I. Z 

Allium paradoxum var. normale ! 

Boslook. De aangeboden partij is oorspronkelijk 

verzameld door Janis Ruksans in Azerbeidzjan, 

Talish-gebergte, groeiend in de schaduw van een 

rotskloof bij een waterval onder een dichte laag mos, 

in mei 1987, op een hoogte van 1700 meter. Uit de 

zeer kleine bolletjes, nauwelijks van een huidje 

voorzien, ontwaren we in maart een enkel gebogen 

glanzend blad. De bloeiwijze bestaat uit tien tot 

vijftien helderwitte klokvormige bloempjes, die 

tijdens de bloei geen zichtbare meeldraden tonen. 

De bloemsteel is driekantig. De zaden scheiden een 

oliehoudende stof af die mieren lokt. 


10 st. 7.00 

!20-25 @3 #5 $6-8 %6 H-S 

47

Allium ‘Pinball Wizard’ 

Evenals A. ‘Globemaster’ en A. ‘Beau Regard’ komt 

deze voortreffelijke ui uit de kruisingsouders: 

Allium macleanii x Allium christophii. De naam 

Pinball Wizard is afkomstig uit de rockopera 

“Tommy” van The Who uit de jaren zestig. 

De ontelbare donkerviolette bloemetjes maken 

tezamen een grote dicht bezette bloem met een 

doorsnede van 15 cm. Het geheel wordt gedragen 

door een stevige steel van 85 cm. 

Het blad blijft gedurende de bloei mooi. 


3 st. 11.25 

!85 @5-6 #30 $15-20 %24 Z-H 

Allium plummerae 

Inheems in Arizona en Mexico, lokaal de ‘Tanners 

Canyon Onion’ genoemd. Een zeer goede species 

met wit tot zachtroze, wasachtige, relatief grote 

bloempjes. De bloempjes kijken in het 

bloemscherm naar boven. De drie tot zes stevige 

lancetvormige bladeren zijn groen. Makkelijk en 

lang bloeiend. 


3 st. 11.25 

!30-40 @6-8 #10 $6-8 %I. Z-L 

Allium pskemense 

In de Pskem-vallei is dit een beschermde plant. 

Aldaar wordt deze ui intensief gebruikt voor 

voeding. Als u van pittig houdt, kunt u het blad 

versnipperen in salades. In het voorjaar ontluiken 

de dikke cilindervormige bladeren als grote vingers 

uit de grond. Aan de holle bloemstelen verschijnen 

in de tweede helft van de zomer compacte witte 

bolvormige bloemschermen. Spectaculair. 

Bestelnr. 8491 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!80-100 @7-8 #20 $12-15 %I. Z 

48

Allium ‘Purple Rain’ 

Mooie transparante bloemen in een diepe tint 

paars waarover een metaalachtige gloed zit. 

Een perfecte, luchtige, op vuurwerk gelijkende 

bloeiwijze, die ook doet denken aan A. christophii. 

De kwaliteit en houdbaarheid van de allium als 

snijbloem is perfect. Verwildert goed. 

Bestelnr. 8025 10 st. 4.50 

25 st. 10.00 

!90-100 @5-6 #15 $12-15 %12 Z-H 

Allium ‘Purple Surprise’ 

In 1984 werd door de heer W. Hey deze selectie geregistreerd. Een nog intensere bloemkleur, een tint 

dieper dan A. ‘Purple Sensation’. 

De bolvormige bloeiwijze bereikt een hoogte van 80 cm. Prima snijbloem. 

Bestelnr. 9289 5 st. 4.95 

10 st. 9.50 

!80 @5-6 #15 $12-15 %16 Z-L 

49

Allium ‘Purple Sensation’ 

(Synoniem: A. hollandicum ‘Purple Sensation’) 

Een selectiepartij in 1963 geregistreerd door 

de heer Jan Bijl. De bloemkleur is dieppaars. 

Zeker vanwege deze kleur is het een zeer 

gewaardeerde snijbloem. De aangeboden partij 

is van kloon geteeld. Dit houdt in dat alle 

nakomelingen door vegetatieve vermeerdering uit 

een (streng geselecteerde) plant zijn ontstaan, dat 

duidelijk te zien is aan de uniformiteit van 

bloemkleur en hoogte. Het beste alternatief voor 

Allium hollandicum (A. aflatunense). 

Bestelnr. 217 10 st. 4.50 

25 st. 10.00 

!60-80 @5-6 #15 $12-15 %14 Z-H 

Allium ramosum 

Herkomst: Centraal-Azië tot en met Siberië. Heerlijk 

naar seringen geurend en langdurig bloeiend tijdens 

de zomermaanden. De bloemsteel heeft een lengte 

van zo’n 40-50 cm en wordt omgeven door smalle 

lineaire bladeren. Het bloemscherm bestaat uit 

twee cm grote stervormige witte bloemen, aan de 

buitenzijde van ieder bloemblaadje verfraaid met 

een zeer opvallende roodbruine nerf. 


5 st. 7.00 

!40-50 @7-8 #5 $6-8 %I. Z-L 

Allium roseum var. roseum 

(Synoniemen: A. amoenum, A. carneum en A. incarnatum) 

Intro: 1753. Er bestaan aanwijzingen dat in 1697 

melding gemaakt wordt van dit bolgewas. 

En eigenlijk logisch wanneer men weet dat de 

wildvorm voorkomt in landen rond het 

Middellandse-Zeegebied, landen met een oude 

beschaving. Ook in Noord-Afrika en delen van 

Turkije komen ze massaal voor. De half bolvormige 

bloeiwijze bestaat uit tientallen klokvormige 

satijnroze bloempjes. De smalle bladeren zijn licht 

behaard. Goed houdbaar snijbloempje. 

Bestelnr. 223 25 st. 2.50 

100 st. 9.00 

!30-40 @5-6 #5 $5 %5 Z-L 

50

Allium ‘Round ‘n Purple’ 

Een in 1997 door Th. Warmerdam geregistreerde 

cultivar. De dichte, grote, zacht violetpaarse 

bolvormige bloeiwijze is aan de onderzijde iets 

afgeplat. Het grote glanzende groene blad blijft 

gedurende de bloei lang aantrekkelijk. 

Deze krachtige allium is in kwaliteit vergelijkbaar 

met A. ‘Globemaster’, maar zachter van kleur. 


3 st. 9.75 

!100-120 @5-6 #30 $15-20 %20 Z-L 

Allium sativum var. ophioscorodon 

(Synoniem: A. controversum) 

Knoflook (Allium sativum) wordt al in 1601 

beschreven in Clusius’ „Rariorum Plantarum 

Historia”. De sierwaarde zit ‘m in de vorm van de 

bloemstengel; deze is namelijk spiraalvormig. 

De unieke vorm verdwijnt pas dan wanneer de 

merkwaardig gebogen, op een reigersbek 

gelijkende bloem zich opent. De eigenlijk niet zo 

interessante bloem is bolvormig en bestaat uit vele 

buisvormige opeen gepropte witte bloemetjes. 

De Nederlandse naam luidt: esculaap-ui. 

Bolgrootte: ‘n teentje. 


10 st. 9.50 

!100 @6-7 #15 $6-8 %I. Z-L 

Allium schubertii 

Intro: 1896. Herkomst: in het oostelijke gedeelte 

van het Middellandse-Zeegebied tot in 

Centraal-Azië. Een werkelijke beauty. De krachtige 

ca. 40 cm hoge bloemstelen torsen een imposant 

bolvormig bloemscherm met een diameter van maar 

liefst 30 cm bestaand uit ca. 200 lichtroze bloempjes. 

De tweeslachtige bloemetjes zijn ca. 4 cm lang, 

terwijl de mannelijke bloempjes een steellengte 

van 20 cm bereiken. Grillig en zeer curieus. 

Als snijbloem, maar nog meer als droogbloem van 

uitzonderlijke waarde. 


5 st. 7.00 

!40 @5-7 #30 $12-15 %14 Z 

51

Allium schubertii x Allium atropurpureum 

Een schitterend kruisingsproduct waarbij de kleur 

van A. atropurpureum en de bloemvorm van 

A. schubertii goed herkenbaar zijn. De vorm en de 

bloemkleur, wijnrood met groene glans, zijn goed 

toepasbaar in de border. De stevige blauwgrijze 

stelen zijn kaarsrecht. 

Bestelnr. 8041 3 st. 4.50 

5 st. 7.00 

!80-100 @5-6 #20 $12-15 %12 Z-L 

Allium scorodoprasum ‘Bizar’ 

Geïntroduceerd op de Internationale Kwekerijdagen 

te Bingerden 2010. Een selectie uit de wilde Allium 

scorodoprasum. Curieus gevormde ‘bloemen’, 

bestaande uit een wirwar van broedbolletjes en 

vergroeide stengeltjes. De stelen hebben een 

gezonde lengte, 100-120 cm, waardoor de bloemen 

zich prima lenen voor de vaas. 

Bestelnr. 9157 10 st. 4.00 

25 st. 9.00 

!100-120 @6-7 #10 $6-8 %I. Z-H 

Allium senescens var. montanum 

Het verspreidingsgebied loopt van de Oekraïne tot 

aan Noord-Portugal. De snelgroeiende plant is 

‘s zomers overladen met zacht lilaroze half 

bolvormige bloeiwijzen. De tientallen bloemetjes 

hebben opvallende uitstekende meeldraden. 

Het smalle, lineaire blad is grijsgroen en blijft 

gedurende het groeiseizoen mooi. 

Bestelnr. 9161 5 st. 4.00 

10 st. 7.50 

!15-20 @7-8 #10 $6-8 %I. Z 

52

Allium sphaerocephalon 

subsp. sphaerocephalon 

Intro: 1753. Nederlandse benaming: kogel- of kalklook, 

vanwege de totale plantbouw ook wel 

trommelstokken (drumsticks) genoemd. 

De holvormige bladeren omvatten ca. eenderde van 

de bloemsteel. De ca. 5 cm grote bolvormige en 

compacte bloeiwijze bestaat uit tientallen kleine 

klokvormige roodpaarse bloemetjes met uitstekende 

meeldraden. Herkomst: Middellandse-Zeegebied tot 

in de Kaukasus, de Belgische Ardennen en in de buurt 

van Bristol. Prima snij- en droogbloem. 

Bestelnr. 231 25 st. 2.50 

50 st. 4.50 

100 st. 8.50 

!70 @6-8 #10 $6-8 %7 Z-L 

Allium sphaerocephalon ! 

subsp. arvense 

De subspecies is misschien nog wel mooier dan de 

soort. De compacte, bolvormige bloemtros lijkt 

tweekleurig, de binnenste gesloten bloemen aan de 

bovenkant zijn wit met een groene middennerf en 

uitstekende purperen helmknoppen. 

De bloempjes die rondom de onderkant van de 

bloemtros zitten zijn dieppurper, intenser van kleur 

aan de topjes: een schitterende combinatie. 

Oorspronkelijk verzameld tussen Korkuteli en 

Fethiye in Turkije. 


3 st. 33.00 

!70 @7-8 #10 $6-8 %I. Z-L 

Allium ‘Spider’ 

Intro: 2009. Een nakomeling uit A. schubertii x 

A. atropurpureum, maar nu overwegen de uiterlijke 

kenmerken van A. schubertii. Duidelijk vernieuwend, 

de spiky bloeiwijze in een intensere bloemkleur. 

Interessant is ook de goed bruikbare lengte, de 

Spider wordt gedragen door 60 cm hoge stelen, 

hierdoor komen de bloemen mooi boven lage 

beplanting uit. 

Bestelnr. 9163 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!60 @6-7 #30 $12-15 %10 Z 

53

Allium ‘Statos’ 

In 2005 door J.M. van Berkel geïntroduceerd. 

Er is wat fout gegaan bij de tenaamstelling. 

Het zou eigenlijk Stratos moeten zijn, vernoemd 

naar een Griekse werknemer van een bollenkweker 

in Hillegom. 

Een wat los ogende niet geheel ronde bloeiwijze 

met lilapurperen bloemen. Niet alleen aantrekkelijk 

vanwege de gezonde lengte, maar ook vanwege 

het bloeitijdstip: vroeg in mei. Krachtige glanzend 

groene stelen. 

Bestelnr. 9165 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!100 @5 #20 $12-15 %14 Z-L 

Allium ‘Summer Drummer’ 

Een topper, door W. Mellema in 2006 

geïntroduceerd. Een zeer late en hoge allium die 

fantastisch combineerd met bijvoorbeeld 

siergrassen. 

Zeer interessant vanwege de kleur, purperrood en de 

bloeitijd, juli-augustus. In het uitbloeistadium zijn de 

witte meeldraden duidelijk zichtbaar. 

De compacte bloeiwijze, doet denken aan een grote 

A. sphaerocephalon. 


3 st. 8.25 

!175 @7-8 #15 $12-15 %12 Z-L 

Allium triquetrum 

Intro: 1789. Driekantige look. Krullende van groeven 

voorziene bladeren omvatten een zeer opvallende 

driekantige (triqueter) bloemsteel die, afhankelijk 

van de standplaats, 25-40 cm hoog wordt. 

Het iets knikkende en opmerkelijk helderwitte 

bloemscherm bestaat uit tientallen buis- tot 

klokvormige bloemetjes met op ieder bloemblaadje 

een groen streepje. 

Herkomst: Middellandse-Zeegebied, maar kennelijk 

ook in het noorden van Engeland. Verwildert. 

Bestelnr. 240 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!25-40 @5-7 #5 $5 %5 H-S 

54

Allium tuberosum 

(Synoniem: A. uliginosum) 

Intro: 1825. Bekend onder de namen Chinese 

bieslook en knoflook-bieslook. Door de eeuwen 

heen werden in China, Japan en van Zuidoost-Azië 

tot in India de bladeren van deze ui als ingrediënt 

bij salades gebruikt. De bladeren zijn smal en aan 

één zijde afgeplat. De ca. 50 cm hoge bloemstelen 

zijn voorzien van een wit bloemscherm dat uit vele 

stervormige bloempjes bestaat. De keel van de 

bloemen is groen, ieder bloemblaadje heeft een 

groene nerf. 


10 st. 7.00 

!50 @7-9 #5 $6-8 %I. Z-L 

Allium unifolium 

(Synoniem: A. grandisceptrum) 

Vaak wordt deze in 1863 beschreven allium 

verward met A. murrayanum. Smalle bladeren, 

waarvan de grootste enigszins sikkelvormig 

aandoen, omsluiten de ca. 30 cm hoge bloemsteel. 

Het bloemscherm bestaat uit nogal grote 

klokvormige satijnroze bloemetjes. Het nieuwe 

bolletje groeit met een korte stengel (stoloon) aan 

de buitenzijde van de knol van het vorige jaar. 

Herkomst: Californië en Oregon (U.S.A.). Ideaal om 

te laten verwilderen tussen grijsbladige- en/of 

blauwbloeiende vaste planten. 

Bestelnr. 244 25 st. 2.50 

100 st. 9.00 

!30 @5-6 #5 $5 %5 Z 

Allium ursinum subsp. ursinum 

Intro: 1753. Nederlandse naam: daslook. Deze 

woekerende allium komt voor in grote delen van het 

Noordelijk Halfrond. In Nederland zijn ze op enkele 

plaatsen verwilderd, maar beschermd. (Stinzenplant). 

De ovale bladeren doen denken aan die van het 

Lelietje-der-Dalen. De bloemsteel is duidelijk driekantig. 

Het half bolvormige bloemscherm bestaat uit witte 

stervormige bloemetjes. Het blad is eetbaar en werkt 

cholesterol verlagend. Ook de ondergrondse delen 

zijn eetbaar. De plant verspreidt een intense uiengeur. 

Bestelnr. 246 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!30 @4-5 #10 $6-8 %I. H-S 

55

Allium victorialis 

(Synoniemen: A. microdictyum, 

A. ochotense en A. latissimum) 

Intro: 1753. Victorialis betekent: overwinnen, 

zegevieren. De botanische naam van deze species 

werd ontleend aan de Europese mythologie ten tijde 

van de middeleeuwen. De plant ruikt, zij het in 

mindere mate, naar knoflook en men geloofde dat 

deze geur zowel de reuk van vochtige aarde zou 

overdekken alsook de boosaardigheid van de 

rovende demonen zou worden overwonnen. 

De kogelvormige witte bloeiwijze heeft een 

diameter van drie tot vijf cm. 


5 st. 12.00 

!30-40 @6-7 #10 $6-8 %I. H-S 

Allium ‘Violet Beauty’ 

In 1979 werd deze cultivar geregistreerd door 

J.J.M. Twaalfhoven. De bloem doet denken aan 

een verkleinde vorm van Allium christophii, wellicht 

was het één der kruisingsouders. De bloemkleur is 

violetachtig met op ieder kelkblaadje een groenig 

streepje. Lang houdbare snijbloem. 

Zeker een aanrader, door het verfijnde karakter goed 

toepasbaar vooraan in de border. 

Bestelnr. 252 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!60-80 @5-6 #15 $10-12 %10 Z-L 

Allium ‘White Giant’ 

Een extra hoge allium waarvan de sneeuwwitte 

bollen op stevige 150 cm forse stelen staan. 

Het blad is opvallend stevig, naar boven gericht en 

donkergroen van kleur, op het moment van bloei 

afstervend. 

Een speels effect wordt bereikt door A. ‘White Giant’ 

samen met A. ‘Mount Everest’ te planten. 

Bestelnr. 8501 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!150 @5-6 #30 $15-20 %20 Z-H 

56

Allium zebdanense 

(Synoniemen: A. chionanthum en A. candolleanum) 

Dit in 1859 beschreven sieruitje vertoont enige 

gelijkenis met de eerder beschreven A. cowanii maar 

dan wel als een vroegbloeiende en verfijnde uitgave. 

De bladeren zijn zeer smal en aan het uiteinde 

gekruld. Het bloemscherm bestaat uit 8-10 

stervormige witte bloemetjes. Op de drie buitenste 

bloemblaadjes is een fijn groen nerfje zichtbaar. 

Prima soortje voor verwildering. Herkomst: Libanon. 

Bestelnr. 255 25 st. 3.00 

100 st. 11.00 

!20-30 @4-5 #5 $5 %I. Z-H 

anemOne BEHOORT TOT DE FAMILIE DER RANUNCULACEAE 

Nederlandse benaming: anemoon of windbloem. Herkomst: van zuidoost-Europa tot en met Centraal- 

Azië. Carolus Clusius introduceerde ruim 400 jaar geleden dit gewas in Nederland. Anemonen zijn vooral 

geliefd om hun contrasterende, felle kleuren. Er zijn wel 70 soorten bekend. Volgens een Griekse sage: 

De tranen die Aphrodite om de stervende Adonis weende, rolden op de aarde en veranderden in 

anemonen. 

Anemone apennina ‘Petrovac’ 

Geïntroduceerd door Paul J. Christian. 

Herkomst: het voormalige Joegoslavië. 

Een weinig aangeboden vorm met helderblauwe 

bloempjes. Schitterend varenachtig zacht behaard 

blad. 

Ideaal voor onderbeplanting in de halfschaduw op 

een humusrijke grond. Ook in Nederland komt 

A. apennina nog sporadisch voor. 


5 st. 12.50 

!5-10 @3 #5 $5 %I. H-S 

57

Anemone apennina var. alba 

Intro: 1771. De smalle bloemblaadjes (10 tot 20 in 

getal) zijn aan de onderzijde licht hemelsblauw, 

terwijl de binnenzijde geheel wit is. 

De oorspronkelijke A. apennina komt voor in 

beboste streken in het zuiden van Europa, o.a. de 

Apennijnen in Italië, maar ook op het eiland Corsica 

en zelfs in Bulgarije. Uit de verdikte wortelstokjes 

verschijnen in het vroege voorjaar gelobde en 

getande varenachtige zacht behaarde 

donkergroene blaadjes. 


5 st. 9.50 

!5-10 @3 #5 $5 %I. H-S 

Anemone blanda ‘Blue Shades’ 

Van voor 1700 dateren de eerste beschrijvingen 

van deze in Zuidoost-Europa, Cyprus, de Kaukasus 

en West-Turkije voorkomende species. 

Door kruisingen en veel selectiewerk zijn de 

tegenwoordig aangeboden cultivars ontstaan. 

‘Blue Shades’ is uit zaad gekweekt, een mengsel 

waarin de mooiste tinten blauw voorkomen. 

Bestelnr. 274 25 st. 2.50 

100 st. 9.00 

!15 @3-4 #5 $5 %5 Z-H 

Anemone blanda ‘Radar’ 

In 1950 werd deze opvallende paarsrode Oosterse 

anemoon met wit hart geselecteerd. Momenteel 

veel gebruikt als ouder bij kruisingen van nieuwe 

anemoontjes die allen een groot wit hart tonen. 


5 st. 8.50 

!15 @3-4 #5 $5 %5 Z-H 

58

Anemone blanda ‘White Splendour’ 

Intro: 1950. Zuiver wit met ‘n zweem van 

zachtroze aan de achterzijde. Fantastisch om als 

onderbeplanting te gebruiken bij laatbloeiende 

tulpen, maar ook in potten. 

Bestelnr. 280 25 st. 5.00 

100 st. 19.00 

!15 @3-4 #5 $6-8 %7 Z-H 

Anemone blanda -gemengde kleuren- 

Vrolijk mengsel van Oosterse anemoontjes, 

prima te gebruiken voor verwildering. Maar ook 

leuk in potten te combineren met bijvoorbeeld 

vergeet-mij-niet en viooltjes. 

Bestelnr. 9167 25 st. 2.50 

100 st. 9.00 

!15 @3-4 #5 $5 %5 Z-H 

Anemone coronaria -bicolor type- ! 

Grote witte bloemen met een variabele rozerode 

ring. Prima snijbloem. De anemonen bloeien langer 

als de uitgebloeide bloemen er met steel en al 

worden uitgedraaid. 

Bestelnr. 8047 25 st. 4.50 

100 st. 17.00 

!30 @5-6 #5 $6-8 %7 Z-L 

59

Anemone coronaria ‘Bride’ 

Krachtige anemoon met zuiverwitte bloemen. 

Al in 1870 geïntroduceerd. Prima snijbloem. 

Bestelnr. 8049 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!30 @5-6 #5 $6-8 %7 Z-L 

Anemone coronaria ‘Mr. Fokker’ 

Mooie, grootbloemige, blauwe anemoon die 

zich ook prima laat combineren met andere 

bolgewassen. Prima snijbloem. 

Bestelnr. 8053 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!30 @5-6 #5 $6-8 %7 Z-L 

Anemone coronaria ‘De Caen’ 

Kleurrijk mengsel van alle tinten uit de 

enkelbloemige A. coronaria. 

Prima snijbloem die in het seizoen volop te 

verkrijgen is bij de bloemenwinkels. 

Dit voorjaar waren vele gemengde borders op de 

Keukenhof aangevuld met A. coronaria, hetgeen 

resulteerde in verrassende effecten. 

Bestelnr. 8503 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!30 @5-6 #5 $6-8 %7 Z-L 

60

Anemone nemorosa 

Bosanemoon (nemorosus staat voor: in het bos 

groeiend). Een snelgroeiende bodembedekkende 

wortelstokvormende plant die een zeer groot 

verspreidingsgebied kent (van Lapland tot en met 

de laars van Italië, maar ook in Azië en 

Noord-Amerika). De bosanemoon was al in de 

16e eeuw bekend. De bloemkleur is wit met aan 

de buitenkant van de bloembladeren een blos van 

lila-achtig roze. Een bladrozet ontwikkelt zich na 

de bloei. 

Bestelnr. 292 25 st. 4.00 

100 st. 15.00 

!15 @3-4 #5 $2-3 %I. H-S 

Anemone nemorosa ‘Alba Plena’ 

(Synoniemen: A. n. ‘Pleniflora’ en A. n. alboplena) 

Intro: 1771. Een gevuldbloemige witte vorm van 

A. nemorosa. De bloempjes zijn iets kleiner dan die 

van A. nemorosa ‘Vestal’ en wat onregelmatiger van 

vorm. Toch bieden we een mooie selectie aan. 


10 st. 8.50 

!10-15 @3-4 #5 $2-3 %I. H-S 

Anemone nemorosa ‘Blue Eyes’ 

Een halfgevulde witbloeiende bosanemoon. 

Naarmate de bloei vordert, zo halverwege de bloei, 

verschijnt een prachtig blauw hartje in de bloem. 

Pas echt mooi wordt het, als de knolletjes een paar 

jaar vast staan. 


3 st. 19.50 

!10-15 @3-4 #5 $2-3 %I. H-S 

61

Anemone nemorosa ‘Bracteata Plena’ 

Semi-gevuldbloemige en vaak gevuldbloemige 

types met vele bloemblaadjes die zijn vervormd 

tot schutbladeren. Wit met groene punten, 

soms gevlekt. 


10 st. 6.50 

!20-25 @4-5 #5 $2-3 %I. H-S 

Anemone nemorosa ‘Dee Day’ ! 

Een zelden aangeboden zeer mooie variëteit die 

volgens wijlen Kath Dryden verzameld is nabij een 

kroeg in Armentières in 1945. De middelgrote, 

diep blauwe bloemen worden door relatief hoge 

bloemsteeltjes gedragen. 


3 st. 12.75 

!15-20 @3-4 #5 $2-3 %I. H-S 

Anemone nemorosa ‘Hilda’ 

Een onvoorstelbaar rijk bloeiende witte vorm met 

meer bloemblaadjes, soms het dubbele aantal, dan 

normaal. ‘Hilda’ is ooit in het wild aangetroffen in 

Denemarken, in de buurt van Slagelse, Seeland door 

Dean Ulrich Toubol. 

Bestelnr. 8505 5 st. 4.00 

10 st. 7.50 

!15 @3-4 #5 $2-3 %I. H-S 

62

Anemone nemorosa ‘Lychette’ 

Vrij grote open witte bloemen met een zweempje 

van lichtblauw. Opvallend bij deze variëteit zijn het 

donker getinte blad en de maroonrode stengeltjes. 

Bestelnr. 8507 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!20 @3-4 #5 $2-3 %I. H-S 

Anemone nemorosa ‘Mart’s Blue’ ! 

Eén van de beste blauwe vormen die is aangetroffen 

door Mart Veerus in de bossen van Estland. Goed 

bloeiend met kleine donkerblauwe bloemetjes. 

Het blad blijft na de bloei lang aantrekkelijk, 

langer dan gebruikelijk is bij andere cultivars. 


3 st. 19.50 

!15-20 @3-4 #5 $2-3 %I. H-S 

Anemone nemorosa ‘Parlez Vous’ 

Ten tijde van de Eerste Wereldoorlog werd dit 

anemoontje in Frankrijk verzameld door Frank Waley. 

Later verspreidde hij het vanuit zijn tuin in 

Sevenoaks, Kent. Zachtblauwe grote bloemen met 

opvallende meeldraden. 

Bestelnr. 8509 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!20 @3-4 #5 $2-3 %I. H-S 

63

Anemone nemorosa ‘Robinsoniana’ 

(Synoniem: A. nemorosa ‘Caerulea’) 

Werd in ca. 1870 geïntroduceerd door de heer 

William Robinson, een invloedrijk Victoriaanse 

hovenier en journalist die deze anemoon aantrof in 

de Botanische Tuin van Oxford, vanwaar deze uit 

Ierland was terechtgekomen. 

Bloemkleur: lichtblauw, aan de buitenzijde grijzig. 


10 st. 9.50 

!20-25 @3-5 #5 $2-3 %I. H-S 

Anemone nemorosa ‘Royal Blue’ 

Koninklijk blauwe bloemen, het diepste blauw van 

alle cultivars, mooi afstekend bij het donkere diep 

ingesneden loof. Verdiende in 1915 een Award of 

Merit. De gehele plantopbouw is verfijnd en 

gracieus. 


5 st. 7.50 

!20-25 @4-5 #5 $2-3 %I. H-S 

Anemone nemorosa ‘Vestal’ 

Geïntroduceerd door de Duitse botanicus 

Maximilian Leichtlin (1831-1910). Verreweg de 

mooiste witte gevuldbloemige A. nemorosa. 

De bloemen zijn groter dan die van 

A. nemorosa ‘Alba Plena’ en de stand van de 

bloemblaadjes is fraaier. (Bijna ‘Camelia-achtig’). 


10 st. 11.00 

!15 @3-4 #5 $2-3 %I. H-S 

64

Anemone ranunculoides subsp. ranunculoides 

Intro: 1596. Een bijzonder attractieve anemoon die, 

met uitzondering van het Middellandse-Zeegebied, 

in vrijwel geheel Europa voorkomt. Deze anemoon 

vertoont in habitus enige gelijkenis met A. nemorosa. 

De mooie donkergele bloemen bestaan uit 5-8 breed 

eivormige bloemblaadjes, aan de achterzijde 

voorzien van haartjes. Voor een beschaduwde plek. 

Bestelnr. 310 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!15 @3-5 #5 $2-3 %I. H-S 

Anemone x lipsiensis 

(Synoniem: A. x seehmanii) 

Een lieflijk en rijk bloeiend anemoontje, ontstaan uit 

een natuurlijke kruising van Anemone nemorosa x 

Anemone ranunculoides. Enigszins variabel, komt 

nog voor op plaatsen waar beider ouders in de 

natuur naast elkaar groeien. Zacht primulagele 

bloempjes in maart-april. Niet te droge grond, prima 

voor verwildering in de halfschaduw tot schaduw. 


5 st. 7.00 

!15 @3-4 #5 $2-3 %I. H-S 

anOmatheca BEHOORT TOT DE FAMILIE DER IRIDACEAE 

Anomatheca viridis 

Dit oorspronkelijke in Zuid-Afrika voorkomende 

geslacht is nauw verwant aan het geslacht Freesia. 

Vernoemd naar de botanicus Baron Philippe de la 

Perouse (1741-1818). Smalle lichtgroene zwaardvormige 

en opstaande bladeren vormen een platte waaier. 

Het bloemtrosje bestaat uit vier tot soms tien 

trechtervormige groengele bloempjes. Na de bloei 

ontstaan eivormige peulen die bij het opengaan rode 

zaadjes tonen. Winterhard, ook leuk voor in potten. 


5 st. 6.00 

!25-30 @5-6 #5 $6-8 %I. Z 

65

arisaema BEHOORT TOT DE FAMILIE VAN DE ARACEAE 

De naam werd ontleend aan de Griekse woorden ‘aron’ (arum of aronskelk) en ‘haima’ hetgeen 

bloedrood betekent en zinspeelt op de meestal rode bessen die de van wortelstok voorziene plant in 

het najaar sieren. Er zijn vele tientallen species bekend. De meeste vinden we in Azië, een enkeling in 

tropisch Afrika, terwijl de hier onder andere aangeboden a. triphyllum voorkomt in het oosten van de 

Verenigde Staten en het zuiden van Canada. Het geslacht arisaema bestaat uit vele fascinerende 

planten die, ofschoon ze op exoten lijken, op lichtbeschaduwde plekjes in een humusrijke omgeving 

eenvoudig zijn te kweken. In het voorjaar is er meer aanbod van arisaema. Komt u daarvoor gerust eens 

langs op het tuincentrum in Heemstede. 

Arisaema ciliatum var. liubaense ! 

In september 1991 verzameld nabij Liuba in 

Sichuan, China. Aanvankelijk werd gedacht aan 

A. consanguineum, later bleek dit een vorm van 

A. ciliatum te zijn. De auteurs Guy & Liliane Gusman 

van het boek ‘The Genus Arisaeama’ plaatsten een 

foto van deze Arisaeama op de kaft, zo mooi. 

De bloeischede is purper met groene en witte 

lengtestrepen. De bladeren vormen een paraplu 

die zich boven de bloemen bevindt. 

De rode bessen verschijnen na de bloei. 


3 st. 33.00 

!100 @6-7 #20 $10 %I. L 

Arisaema flavum 

Intro: 1896. Herkomst: in het noorden van het 

Arabisch schiereiland Oman en in het westen en 

het midden van de Himalaya. Vormt één, soms 

twee bladeren die zijn samengesteld uit vijf tot tien 

blaadjes. Het schutblad is paars met een groene 

glans. De kleine bloeischede is geel met een 

donkerpaarse zweem. Na de bevruchting houdt de 

slechts vijf cm hoge bloemkolf zich verstopt in het 

dunne schutblad. In de herfst verschijnt er een 

overvloed aan bessen. 


3 st. 21.00 

!30-40 @6 #20 $10 %I. Z-L 

66

Arisaema triphyllum 

Intro: 1843. Bekend onder de naam: ‘Jack in the 

Pulpit’, ‘Jan op de preekstoel’. De plant kent vele 

synoniemen. Het schutblad is groen met witte 

strepen, soms purper. De bloemkolf is purperbruin. 

Het is een gemakkelijk te kweken species en prima 

winterhard. De hoogte is variabel tussen de 30 en 

80 cm. 


5 st. 12.00 

!30-80 @5-6 #15 $6-8 %I. L-H 

arum BEHOORT TOT DE FAMILIE DER ARACEAE 

Nederlandse naam: Aronskelk. Deze oorspronkelijke bosplanten zijn vooral bekend om de fraaie bessen 

in het najaar. Er zijn een vijfentwintigtal species bekend van Europa tot Centraal-Azië. Aronskelken zijn 

eenhuizig: de mannelijke bloemen bevinden zich in het bovenste gedeelte van de kolf, de vrouwelijke 

bloempjes, voorzien van een ’eenvoudig’ vruchtbeginsel, in het onderste deel. 

Arum creticum FCC-Form 

Intro: 1928. Herkomst: Kreta, Samos, Rhodos en 

Karpathos. De pijlvormige bladeren verschijnen 

vaak al in de herfst. De bloemschede volgt in 

april-mei. Opvallend is de zoete geur. 

De aangeboden partij is door de R.H.S. 

onderscheiden met een First Class Certificate. 

De zeer los gevouwen, vaak omgebogen schede 

is boterbloemgeel in tegenstelling tot de 

oorspronkelijke species waarvan de bloem 

zachtgeel is. 


3 st. 22.50 

!40 @4-5 #15 $10 %I. H-S 

67

Arum italicum 

(Synoniemen: A. albispathum, A. italicum 

subsp. albispathum, A. modcense en A. numidicum) 

Intro: 1693. Italiaanse Aronskelk. Herkomst: 

Canarische eilanden, Cyprus, Italië, Zuid-Frankrijk, 

Spanje en Engeland. Komt verwilderd voor in 

Zuid-Limburg. De spits toelopende bladeren hebben 

een duidelijke witte nervatuur. De ‘bloemen’ treffen 

we aan op de heldergele kolf die door een lichtgele 

schede, gedeeltelijk, wordt omsloten. In de nazomer 

verschijnen oranjerode bessen. Op het kanaaleiland 

Guernsey werden ze ooit massaal gekweekt vanwege 

het voedzame zetmeel. 


10 st. 6.50 

!40 @4-5 #10 $6-8 %6 L-H 

Arum italicum subsp. albispathum 

Herkomst: het schiereiland Krim en de Kaukasus. 


oorspronkelijk is verzameld in het noorden van de 

Kaukasus. De bloemschede is sneeuwwit, afgezet 

met een prachtig contrasterend purperen randje. 

Het spits toelopende blad is groen. In het najaar 

verschijnen de oranjerode bessen. Deze aronskelk 

heeft permanent een licht vochtige bodem nodig. 


3 st. 9.75 

!40-50 @4-5 #10 $6-8 %I. H-S 

Arum maculatum 

Gevlekte aronskelk. Herkomst: Grote delen van 

Europa tot in de Oekraïne. De bladeren zijn soms 

voorzien van paarse streepjes en spikkels. 

Het schutblad is licht groengeel met paarse 

spikkeltjes. De bessen worden in het najaar gevormd. 

Het is een snelle groeier op een niet te droge bodem. 


5 st. 7.50 

!40 @4-5 #10 $6-8 %I. L-H 

68

Arum palaestinum ! 

Een zoet geurende species die voorkomt in Israël, 

West-Syrië en van Libanon tot Jordanië. 

De exemplaren worden daar aangetroffen op 

stenige, rotsachtige bodem in de schaduw. 

Zeer herkenbaar is de altijd ongevlekte, 

purperzwarte, tot 18 cm lange bloeischede. 


3 st. 22.50 

!30 @4 #20 $10 %I. H-S 

Bellevalia BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

Het geslacht Bellevalia, waarvan een veertigtal species is bekend, verschilt van het geslacht muscari 

met de volgende kenmerken: de bloempjes zijn aan het einde duidelijk geopend en zijn buis- of 

trechtervormig. De helmknoppen reiken TOT de opening van de bloempjes, dus: NIET uitstekend. 

Bellevalia pycnantha 

(Synoniemen: Muscari paradoxum en Muscari pycnantha) 

Intro: 1835. Herkomst: Oost-Turkije, Noordwest-Iran 

en Noord-Irak waar zij in vochtige weides groeien. 

Zeer opvallende donkerblauwe bijna zwarte 

bloemkleur. Leent zich uitstekend voor verwildering 

en komt ook goed tot zijn recht in potten, 

bijvoorbeeld in combinatie met andere 

voorjaarsbloeiers. 

Bestelnr. 337 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!20-25 @5-6 #5 $6-8 %6 Z-H 

69

Bellevalia pycnantha ‘Green Pearl’ ! 

Intro: 2001. 

Een selectie met zachtgroene bloemtrossen die bij 

het ontluiken van de knoppen naar crèmewit 

kleuren. Goed bruikbare, subtiele tint. 

Geschikt voor verwildering. 

Bestelnr. 9669 10 st. 4.95 

25 st. 11.50 

!25-30 @5-6 #5 $6-8 %6 Z-H 

Bellevalia romana 

(Synoniem: Hyacinthus romanus) 

Herkomst: het zuidwesten van Frankrijk en het 

mediterrane gebied van Frankrijk tot Turkije. 

De klokvormige bloemetjes staan verspreid langs 

een 15 cm hoog bloemsteeltje. De bloemkleur is 

‘gebroken’ wit met een vleugje groen aan de 

buitenzijde, de topjes van de bloempjes zijn blauw 

getipt. Opvallend zijn de blauwzwarte 

helmknoppen. Ze houden van een goed 

doorlatende grond. 

Bestelnr. 339 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!15 @5-6 #5 $6-8 %6 Z-L 

Brimeura BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

Vernoemd naar de Française Marie de Brimeur, een tuinliefhebster uit de zestiende eeuw. Gedurende 

lange tijd behoorde Brimeura bij het geslacht hyacinthus. Brimeura heeft een lang lintvormig schutblad 

dat tegenover de bloemsteel staat, bij hyacinthus is dit onbeduidend. 

70

Brimeura amethystina 

(Synoniem: Hyacinthus amethystinus) 

Intro: 1601. Herkomst: Pyreneeën, het noordoosten 

van Spanje en in het noordwesten van voormalig 

Joegoslavië. Zo heel in de verte heeft Brimeura iets 

weg van een miniatuur ‘Blue Bell’. Het half 

opgerichte heldergroene blad is smal. Aan elke 

bladloze bloemsteel ontwikkelt zich een aar met vele 

hangende en buisvormige blauwe bloemetjes. 

Opvallend zijn de lange spits toelopende 

schutbladeren die tegenover de bloemsteel staan. 

Prima gewasje voor verwildering. 

Bestelnr. 345 25 st. 4.00 

100 st. 15.00 

!20 @5-6 #5 $6-8 %6 Z-L 

Brimeura amethystina ‘Alba’ 

Een witte mutant in 1887 gevonden door 

G.A. Arnott (een tuinbouwkundige uit Schotland). 

Op de oorspronkelijke vindplaatsen varieert de 

bloemkleur van wit tot diepblauw of violet. 

Prima gewasje voor verwildering. 

Bestelnr. 347 25 st. 4.00 

100 st. 15.00 

!20 @5-6 #5 $6-8 %6 Z-L 

BrOdiaea BEHOORT TOT DE FAMILIE DER ALLIACEAE 

Brodiaea californica 

(Synoniemen: B. grandiflora var. eliator en 

Hookera californica). 

Intro: 1896. Herkomst: Noord-Californië (U.S.A.). 

Het is een van de hoogste species van dit geslacht. 

De bloemhoofdjes bestaan uit ca. tien afzonderlijke 

trechtervormige blauwachtig violette bloemen. 

De drie meeldraden zijn vergroeid tot een wittig 

‘kokertje’. Ze verlangen een wat vochtige grond met 

toch voldoende afwatering. Goede snijbloem. 


10 st. 4.75 

!70 @7-8 #5 $6-8 %5 Z 

71

Brodiaea californica ‘Babylon’ 

Een recente introductie, 2008. 

Een luchtig zomerbloeiend bolgewas maar nu in 

een violetroze tint. Prima snijbloem. Een geslacht 

nauw verwant aan Triteleia en Dichelostemma. 

Vernoemd naar James Brodie (1774-1824), een 

tuinbouwkundige uit Schotland. 

Bestelnr. 9450 5 st. 2.50 

10 st. 4.75 

!70 @7-8 #5 $6-8 %5 Z 

calOchOrtus BEHOORT TOT DE FAMILIE DER LILIACEAE 

De naam calochortus komt uit het Grieks. Kalos (mooi of sierlijk) en chortos (gras). Dit staat voor de 

grasachtige bladeren. Er zijn een zestigtal species en de laatste jaren steeds meer gecultiveerde vormen 

bekend. De species worden aangetroffen in grote delen van Californië (Noord-Amerika). Dat het aantal 

species groot is moge blijken uit de vele ’plaatselijke’ bijnamen, o.a.: ’Fairy Lantern’, ’Globe Lily’, 

’Butterfly Tulip’, ’Star Tulip’, Cat’s Ears’ en ’Mariposa Tulip’. De naam waaronder wij de calochortus in 

Nederland kennen, is: Vlindertulp. De bolletjes zijn eetbaar. Na de bloei deelt de bol zich; daarom zou 

het kunnen gebeuren dat ze het jaar erop volgend, weinig of geen bloemen geeft. Plant de calochortus 

niet te vroeg in de herfst op een doorlatende grond. 

Calochortus ‘Burgundy’ 

Een in 2008 geregistreede nieuwkomer in het 

vlindertulpenassortiment. 

Donker puperrode bloemen met een fantastische 

tekening in het hart van de bloem. 

Bestelnr. 9451 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!50 @5-6 #10 $5 %4 Z 

72

Calochortus ‘Cupido’ 

Een laagblijvende zachtroze cultivar met fraaie 

blauwe helmknopjes. Deze combineert verrassend 

mooi met Geranium sanguineum var. striatum. 

Bestelnr. 360 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!30 @5-6 #10 $5 %4 Z 

Calochortus ‘Golden Orb’ 

(Synoniem: C. luteus ‘Golden Orb’) 

De goudgele omgekeerd klokvormige bloemen 

zijn aan de binnenzijde voorzien van een roodbruine 

ring. De kliertjes die nectar afscheiden zijn duidelijk 

zichtbaar (de goed waarneembare donkere vlekken). 

De tot tien opeenvolgend bloeiende bloemen 

bevinden zich aan de top van ‘n ranke, 

doch stevige steel. 

Bestelnr. 362 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!40 @5-6 #10 $5 %4 Z 

Calochortus superbus 

(Synoniemen: C. luteus citrinus, C. luteus oculatus en 

C. venustus var. citrinus) 

Intro: 1893. De kleuren zijn variabel van wit naar 

lavendel, maar ook gele en crèmekleurige vormen 

komen voor. Het ongelooflijk fraai getekend hart 

laat zich vrijwel niet omschrijven. 

Bestelnr. 364 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!40 @5-6 #10 $5 %4 Z 

73

Calochortus ‘Symphony’ 

Intro: 2005. Prachtige tot 6 cm in doorsnede, 

lichtroze bloemen waarvan de binnenzijde wit is. 

Geheel in harmonie is het hart van de bloem purper 

gekleurd. 

Bestelnr. 8069 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!50 @5-6 #10 $5 %4 Z 

Calochortus ‘Violet Queen’ 

Een rijk bloeiende cultivar. Ook is de 40 cm hoge 

violetroze vlindertulp goed als snijbloem te 

gebruiken. Mooi in combinatie met Calamintha. 

Bestelnr. 368 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!40 @5-6 #10 $5 %4 Z 

74 

handgereedschap 

Verplantschepje Plantschepje met puntsnede Hoveniersschepje 

Bestelnr. 4702 p.st. 19.95 Bestelnr. 4703 p.st. 19.95 Bestelnr. 4712 p.st. 19.95 

Zeer hoogwaardige kwaliteit. Smeedijzer, volledig gehard. Handvat: essenhout.

camassia BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

Camassia is een van de bijzondere bolgewassen die uitstekend tot zijn recht komt in een border, maar 

ook is aan te bevelen voor begroeiing onder heesters. De herkomst van de meeste camassia’s ligt in 

Noord-Amerika waar de bollen tot deze eeuw als voedsel dienden voor de Indianen, waaraan de naam 

camassia (naar Quamash of Camass) werd ontleend. Naast een voedselrijke zandgrond gedijt camassia 

ook op een zwaardere kleigrond, zolang de grond in de winter maar niet te nat blijft. 

Camassia cusickii 

Intro: 1888. Herkomst: noordoost-Oregon (U.S.A.). 

Krachtige bloemstelen ontwikkelen zich uit een 

grote, peervormige bol. De buitenste bloemblaadjes 

van de onregelmatig gevormde bloemen zijn 

hemelsblauw. De meeldraden zijn korter dan de 

bloem en de witte helmdraden die aanvankelijk 

recht zijn, kronkelen naarmate de bloem rijper 

wordt. De gegolfde bladeren zijn aan de bovenkant 

blauwgroen, aan de onderzijde zachtgroen. 


10 st. 7.50 

!80 @5-6 #15 $12-15 %14 Z-H 

Camassia leichtlinii ‘Alba’ 

De herkomst van de oorspronkelijke C. leichtlinii ligt 

in Brits-Columbia tot Washington, U.S.A. Vernoemd 

naar Maximilian Leichtlin (1831-1890) een 

tuinbouwdeskundige uit Duitsland. De 60-80 cm 

lange bloemstelen zijn dicht bezet met grote 

stervormige en roomkleurige bloemen, voorzien van 

een blauwachtige gloed en violetachtig blauwe 

meeldraden. 


10 st. 7.50 

!60-80 @5-6 #15 $12-15 %14 Z-H 

75

Camassia leichtlinii ‘Blue Candle’ ! 

Een introductie uit 2010 die in dat zelfde jaar een 

getuigschrift op de proeftuin van de KAVB heeft 

mogen ontvangen. De lichtblauwe, stervormige 

bloemen in de extra lange bloemtrossen staan 

kaarsrecht en tornen royaal boven het blad uit. 

Bestelnr. 9670 3 st. 4.95 

5 st. 8.00 

!100 @5-6 #15 $12-15 %14 Z-H 

Camassia leichtlinii ‘Caerulea’ 

Statige, blauwe bloemtrossen, bezet met grote 

stervormige donkerblauwe bloemen, worden 

gedragen door stevige rechte bloemstelen. Camassia 

laat zich perfect combineren in de border met vaste 

planten. De donkergroene, decoratieve, lineaire 

bladeren omvatten de bloemsteel rondom en wijzen 

schuin omhoog. 


10 st. 7.50 

!60-80 @5-6 #15 $12-15 %14 Z-H 

Camassia leichtlinii ‘Semiplena’ 

Een steriele halfgevulde vorm. 

De roomkleurige bloemen met ietsje groen bevinden 

zich aan 60-80 cm hoge bloemstelen. Doordat de 

bloemen steriel zijn, bloeien zij nog langer. Prima en 

opvallende snijbloem. 


5 st. 7.00 

!60-80 @5-6 #15 $12-15 %14 Z-H 

76

Camassia quamash 

(Synoniem: o.a. C. esculenta) 

Afkomstig uit Californië, en oostwaarts tot Montana 

en Utah. De 6 tot 8 lijnvormige bladeren zijn 

blauwgroen en de tot 35 cm lange bloemstelen 

dragen 10 tot 30 stervormige zacht violette 

bloempjes met een zweem van blauw. Zeer geschikt 

voor verwildering in een bloemenweide. 

Bestelnr. 380 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!35 @5-6 #5 $6-8 %6 Z-L 

chiOnOdOXa BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

Uit het Grieks: chion (sneeuw) en doxa (glorie, roem). Vandaar de Nederlandse naam: sneeuwroem. Een 

vroegbloeiend bolgewasje, het merendeel afkomstig uit Kreta en Turkije. De sneeuwroem is bijzonder 

geschikt voor verwildering, bijvoorbeeld als onderbegroeiing van heesters. Ze zijn nauw verwant aan 

het geslacht scilla. 

Chionodoxa ‘Blue Giant’ 

Een selectie uit 1997. Wellicht de mooiste 

Chionodoxa, schitterende grote, aan de buitenzijde 

korenbloem-blauwe bloemen met een sprekend 

ivoorwit hart. 

De binnenzijde van de bloemblaadjes zijn 

moorsblauw tot paarsblauw. Bloeit lang, 

zes tot acht weken. In 2010 ontving ‘Blue Giant’ 

een jubileumgetuigschrift van de K.A.V.B. 

Bestelnr. 387 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!15-20 @3-4 #5 $5 %5 Z-S 

77

Chionodoxa lochiae ! 

Desmond Meikle vernoemde deze Chionodoxa naar 

Lady Loch die het, op stenige bodem onder dennen 

groeiend, in het Troödos Gebergte op Cyprus 

verzamelde. Overigens de enige plek waar 

C. lochiae inheems is. 

De kleine, indigoblauwe bloemetjes, tot vijf per 

steeltje, hebben een piepklein helder wit oogje. 


3 st. 9.75 

!10 @3-4 #5 $5 %I. Z 

Chionodoxa luciliae 

(Synoniem: Chionodoxa gigantea) 

Intro: 1878. In de Taurus verzameld door de 

Zwitserse botanicus Pierre-Edmond Boissier 

(1810-1885), die deze sneeuwroem vernoemde 

naar zijn jong gestorven echtgenote Lucile. 

Bloemsteeltjes met één of twee lavendelblauwe 

bloempjes met een wit hartje. 

Bestelnr. 391 25 st. 2.50 

100 st. 9.00 

!15 @3-4 #5 $5 %5 Z-S 

Chionodoxa luciliae ‘Alba’ 

(Synoniem: C. gigantea ‘Alba’) 

Geselecteerd door Barr & Sons in 1885. Bloemkleur: 

helderwit. Goed te gebruiken om bijvoorbeeld te 

mengen met de blauwe C. luciliae en dan uit te 

strooien om te laten verwilderen. 

Bestelnr. 393 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!15 @3-4 #5 $5 %5 Z-S 

78

Chionodoxa luciliae ‘Rose Veil’ ! 

Bondarenko trof in een partij C. luciliae ‘Alba’ enkele 

zacht lilakleurige planten aan. Waarschijnlijk een 

resultaat van kruisbestuiving met andere partijtjes 

sneeuwroem. Door selectie en vegetatieve 

vermeerdering is dit aanbod ontstaan. 

Bestelnr. 9672 5 st. 4.75 

10 st. 9.00 

!15 @3-4 #5 $5 %5 Z-S 

Chionodoxa luciliae ‘Violet Beauty’ 

Als aanvulling op het sortiment sneeuwroem, een 

mooie grootbloemige vorm met licht blauwviolette 

bloemen. Rijkelijk bloeiend in maart-april. Leuk voor 

in potten gecombineerd met Viola cornuta. 

Bestelnr. 8071 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!15 @3-4 #5 $5 %4 Z-S 

Chionodoxa ‘Pink Giant’ 

Een grootbloemige zachtroze selectie uit de jaren 

veertig in de vorige eeuw. De stervormige bloemen 

met de witte ogen kijken bij zonnig weer wijd 

geopend naar boven. Ook in deze tint een heerlijke 

voorjaarsbode die evenals C. ‘Blue Giant’ in 2010 

een jubileumgetuigschrift van de K.A.V.B. mocht 

ontvangen. 

Bestelnr. 389 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!15-20 @3-4 #5 $5 %6 Z-S 

79

Chionodoxa sardensis 

(Naar von Sardus). Herkomst: West-Turkije. 

Werd in 1883 geïntroduceerd door Barr & Sons. 

Elk bloemsteeltje heeft wel tien gentiaanblauwe 

bloempjes, waarbij het witte oogje nauwelijks 

waarneembaar is. 

Bestelnr. 395 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!10-12 @3-4 #5 $5 %5 Z-S 

Chionodoxa siehei 

(Synoniemen: Scilla siehei, foutief C. forbesii en C. luciliae) 

Intro: 1880. Herkomst: West-Turkije. De 15-20 cm 

hoge bloemsteeltjes zijn aan het uiteinde voorzien 

van vier tot tien blauwe bloempjes met een groot 

wit hart. Werd in voorgaande jaren aangeboden 

onder de naam C. forbesii, maar die naam is volgend 

Brian Mathew foutief. 

Bestelnr. 385 25 st. 2.50 

100 st. 9.00 

!15-20 @2-3 #5 $5 %5 Z-S 

chiOnOscilla BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

Chionoscilla allenii 

De enige vertegenwoordiger van het geslacht 

Chionoscilla, ontstaan uit een samenzijn van 

Chionodoxa siehei en Scilla bifolia. Vernoemd 

naar de ontdekker James Allen, die ze aantrof in zijn 

tuin in Sheton Mallet, Engeland, eind 19 e eeuw. 

De bloemen, waarvan de bloembuis kort is, 

zijn helderblauw met een wat lichter hartje. 

Bestelnr. 9452 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!15-20 @3 #5 $5 %I. Z-H 

80

cOrYdalis BEHOORT TOT DE FAMILIE DER PAPAVERACEAE 

Volgens een Oudgrieks woordenboek betekent korys of korythos: hoofdbedekking, helm of stormkap. 

Hiervan is wellicht het Latijnse korydalis (gekroonde leeuwerik) afgeleid. De sporen van de bloemen 

tonen gelijkenis met de kuif van ’n leeuwerik. Het geslacht corydalis omvat honderden fraaie tot zeer 

fraaie species en de hieruit ontstane cultivars. Alle species, die zich bijzonder lenen voor beplanting 

onder heesters en bomen, houden van een (half)beschaduwde plek. 

Grofweg kunnen we corydalis in twee groepen verdelen: 

1: species welke in beboste (B) terreinen voorkomen (vaak afkomstig uit Siberië en het Verre-Oosten). 

Deze houden van een humusrijke grond die niet mag uitdrogen. 

2: species (S) welke op open vlaktes groeien (dus zonder enige bescherming). Deze species vragen in de 

zomermaanden een droge standplaats. 

Corydalis bracteata ! 

(Synoniem: Fumaria bracteata) 

Intro: 1820. Eén van de mooiste species uit Siberië, 

verzameld in district Kemerov. De grote heldergele 

bloemen geuren naar citroen. Toen wij in 2011 de 

kwekerij van Janis Ruksans bezochten, moesten wij 

uitkijken om niet op deze planten te staan, overal 

kwam deze verwilderd voor. Een schitterende 

ervaring om in een bloemenweide te lopen waarbij 

je van de ene Corydalis naar de andere kunt stappen 

met daar tussendoor Erythronium sibiricum in het 

wit en het paars. (B) 


3 st. 33.00 

!25 @4-5 #10 $10 %I. H-S 

Corydalis bulbosa 

(Synoniem: Corydalis cava) 

De Nederlandse naam luidt: holwortel. 

Dit heeft betrekking op het onderaardse gedeelte, 

dat voor een groot gedeelte hol is. 

Herkomst: Eurazië. De tot twintig roze of witte 

gespoorde bloemen vormen een tros en bloeien in 

het vroege voorjaar. De plant houdt van een wat 

bosachtige grond. Vroeger was het een veel 

voorkomende stinzenplant. (B) 


10 st. 8.50 

!20 @3-4 #10 $10 %I. H-S 

81

Corydalis buschii 

De nu aangeboden ‘wortelstokjes’ werden ooit 

aangetroffen in de omgeving van Vladiwostok 

(Siberië). Het is een species met purperrode bloemen. 

Een leuk verschijnsel van de species is, dat wanneer 

de wortelstokjes te diep of te ondiep geplant zouden 

worden, binnen een seizoen een nieuw wortelstelsel 

op de juiste diepte wordt aangemaakt. Het schijnt 

ook onmogelijk te zijn, wanneer de plant zich goed 

gesetteld heeft, deze weer volledig te verwijderen. (B) 


10 st. 8.50 

!20 @5-6 #5 $5 %I. H-S 

Corydalis caucasica ! 

Intro: 1821. Inheems in de Kaukasus, voorkomend in 

bebosde gebieden. Gewoonlijk lila-paarse bloemen, 

er bestaat ook een witte vorm. 

De bloemen zijn 2-3 cm lang met rechte sporen. 

De gemakkelijk groeiende species wordt door 

Brian Mathew één van de beste introducties van 

de afgelopen jaren genoemd. (B) 


3 st. 16.50 

!10-20 @4-5 #10 $10 %I. H-S 

Corydalis decipiens 

Waarschijnlijk een geografische variatie van 

C. solida met opmerkelijk hogere bloemstelen. 

De bloemkleur is purperroze. 

Herkomst: van Turkije tot in Scandinavië. (B) 

Bestelnr. 404 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!30 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

82

Corydalis densiflora 

Inheems in het mediterrane gebied, verwant aan 

C. solida. Een oude kloon die leidt tot in 1904, naar 

Max Leichtlin van Baden-Baden. 

De tot 20 helderroze bloemen staan in compacte 

trosjes boven het mooie, blauwgroene, ingesneden 

blad. (B) 

Bestelnr. 9227 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!20 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

Corydalis glaucescens ! 

De gespoorde opvallend roze bloemetjes bevinden 

zich in overvloed aan de 20-25 cm hoge bloemsteel. 

In 1887 werd door Albert Regel exemplaren 

aangetroffen in West-Turkestan nabij de stad 

Wernoje niet ver van de rivier de Almatinka. 

Dit aanbod werd decennia geleden aangetroffen in 

het Medeo gebergte nabij de stad Kazakstan. (S) 


3 st. 24.00 

!20 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

Corydalis glaucescens ! 

‘Early Beauty’ 

Op zijn allereerste reis naar de bergen trof Janis 

Ruksans een corydalis aan in het Medeo-gebergte in 

Kazachstan. Voordat de corydalis voorzien werd van 

de juiste naam, ging deze door het leven als: 

‘The pretty corydalis from the Kyrgyz Alatau’. 

Later bezocht Arnis Seisums dit gebied, maar niet 

zo hoog in de bergen en trof een vergelijkbare 

Corydalis aan met een veel vroegere bloei. 

Dit is de selectie die hier aangeboden wordt. 

Talrijke, opvallend lichtroze bloemen. 

Grote knollen, voordelig aangeboden. (S) 


3 st. 21.00 

!20 @2-3 #5 $6-8 %I. H-S 

83

Corydalis integra 

Voorkomend op noordhellingen, in o.a. het 

oosten van de Balkan, Egeïsch-gebied en 

Noordwest- Anatolië. 

Een mooie species met decoratief blauwgroen blad 

waarboven de zachtroze met witte bloempjes 

pronken. Elk met een klein zwartpaars puntje. 

Op een koele standplaats krijgen de bloempjes een 

zachtblauwe tint. (B) 


3 st. 18.00 

!20 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

Corydalis nudicaulis 

Herkomst: Tadzjikistan, Pamir-Alai-bergketen, op 

rotshellingen tussen de sneeuw. Vanwege de 

bijzondere bloemkleur: wit met contrasterend bruin, 

ookwel de ‘Koffie-met-melk-corydalis’ genoemd. 

De losjes ogende bloemen kunnen iets variabel zijn, 

het aanbod komt van een partijtje dat opgekweekt is 

uit zaad. Het ingesneden blad is groengrijs. (B) 


3 st. 39.00 

!20-25 @3-4 #5 $6-8 %I. Z-L 

Corydalis paczoskii ! 

Een makkelijk groeiende species, oorspronkelijk 

verzameld nabij Oreanda in Crimea, Oekraïne. 

De langgespoorde zacht lilaroze bloemen hebben 

een donkerpaars lipje. Het diep ingesneden smalle 

blad is donkergroen. Het plantje bereikt een hoogte 

van 15 cm en zou zich zonder problemen kunnen 

uitzaaien. (S) 


3 st. 16.50 

!15 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

84

Corydalis ruksansii ! 

Deze Corydalis is door Janis Ruksans in 1991 

gevonden in de nabijheid van de rivier Shing in 

het gebergte Seravschan in Tadzjikistan. In eerste 

instantie werd gedacht aan C. glaucescens. 

Later werd door Magnus Liden, van de Botanische 

tuin in Göteborg de naam C. ruksansii gegeven. 

De zeer mooie witte bloemen hebben een blauwe 

streep in hun sporen. 

Grote knollen, voordelig aangeboden. (S) 


3 st. 27.00 

!20 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

Corydalis schanginii subsp. ainae ‘Berkara’ 

Henrik Zetterlund schreef over deze plant: ‘You can 

never forget it if you get a chance to see it’. Doordat 

Janis enig corydalisloof herkende onder een stekelig 

rozenstruikje trotseerde hij zelfs de schorpioenen om 

de knolletjes te pakken te krijgen. Dit speelde zich af 

in de Berkara-kloof op 26 april 1977. De bloemkleur 

is fraai, namelijk: geel met een roze spoor en een 

paarse met chocoladebruine ‘neus’. Grote knollen, 

voordelig aangeboden. (S) 


3 st. 27.00 

!20-40 @4-5 #5 $6-8 %I. Z-L 

Corydalis schanginii subsp. schanginii 

(Synoniem: C. longifolia) 

Waarschijnlijk heeft deze corydalis het grootste 

verspreidingsgebied van alle Centraal-Aziatische 

species. Dit aanbod zijn nazaten van planten die in 

1975 in Kirgizië nabij Bishek op 1800-2000 m. 

hoogte werden verzameld. Toen dit wondertje in 

1833 werd gevonden, gebruikte men de naam 

C. longiflora. De lange bloemtros bestaat uit witte 

bloemen, is roze gespoord met paarse ‘lippen’. 

Zeer winterhard. (S) 


3 st. 24.00 

!20 @4-5 #5 $6-8 %I. Z-L 

85

Corydalis solida subsp. incisa 

De voornaamste vindplaatsen zijn Bulgarije en 

Noordoost-Griekenland. De diep ingesneden 

(incisa) bladeren glinsteren op zonnige dagen en 

de iets variabele wit tot zachtpaarse bloemen 

verspreiden een heerlijke geur. Een forsere species 

dan C. solida. (B) 

Bestelnr. 9193 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!20-25 @3-4 #5 $6-8 %6 H-S 

Corydalis solida subsp. solida 

(Synoniemen: C. densiflora (?), C. halleri, C. tenella en 

Fumaria bulbosa var. solida) 

Nederlandse namen: voorjaarshelmbloem en 

vogeltje op de kruk. Herkomst: Libanon, West-Azië en 

grote delen van Europa. In Nederland langs de grote 

rivieren, rond oude buitenplaatsen en nog hier en 

daar in Zuid-Limburg. Een bijzonder kenmerk van dit 

bolgewas is de gootvormende schub aan het begin 

van de bloemsteel. 

De bloemen vormen een tros en zijn veelal lila van 

kleur. Het tere ingesneden blad heeft een 

frisgroene kleur. (B) 

Bestelnr. 422 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!20-25 @3-4 #5 $6-8 %5 H-S 

Corydalis solida subsp. solida ‘Beth Evans’ 

Voorheen boden wij deze Corydalis aan onder de 

naam ‘Dieter Schacht’, dit blijkt niet te kloppen. 

Zacht lilaroze met een wit vlekje op de sporen dat 

duidelijker zichtbaar wordt naarmate de bloeitijd 

verstrijkt. Het blad is grover dan bij de andere 

variëteiten. (B) 

Bestelnr. 426 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!20-25 @3-4 #5 $6-8 %6 H-S 

86

Corydalis solida ! 

subsp. solida ‘Flashlight’ 

Een nieuwe kleurencombinatie bij Corydalis. 

De bloemen zijn licht karmijnroze en de 

middennerf aan de bovenkant van het opgaande 

bloemblaadje is donker karmijnroze. Uit Letland. (B) 


3 st. 34.50 

!20-25 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

Corydalis solida subsp. solida ‘G.P. Baker’ 

Vernoemd naar de plantenliefhebber George Baker 

die deze intens rode corydalis rond 1935 

introduceerde. Een opvallende kleur tussen alle 

andere voorjaarsbloeiers, daarom zeker de moeite 

waard. (B) 


10 st. 6.50 

!20 @3-4 #5 $6-8 %6 H-S 

Corydalis solida subsp. solida ‘Penza Strain’ 

Een uit zaad gekweekte partij, oorspronkelijk 

verzameld in het Europese gedeelte van het 

‘Russische’ district Penza. De bloemkleur kan 

variëren van puur wit tot de mooiste tinten blauw, 

roze en rood. 

Uit deze partij worden nog steeds selecties gemaakt 

die de moeite waard zijn om op naam te zetten. (B) 


10 st. 7.00 

!20-30 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

87

Corydalis solida subsp. solida ‘Purple Beauty’ 

Ontstaan uit C. solida x C. decipiens. Opvallend grote 

bloemtrossen dieppaarse bloemen. Krachtige 

planten, prima voor verwildering in de border. (B) 

Bestelnr. 9456 5 st. 4.50 

10 st. 8.50 

!20-25 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

Corydalis solida subsp. solida ‘Purple Bird’ 

Na jarenlang selecteren uit schitterende zaailingen 

van C. solida brengt de heer Huisman een serie 

Vogeltje-op-de-kruk met vogelnamen. Deze vondst is 

dieppaars. Er blijkt nu recentelijk een andere selectie 

onder deze naam geregistreerd te zijn. 

Even afwachten of we het hier over dezelfde plant 

hebben. (B) 

Bestelnr. 9197 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!20-30 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

Corydalis solida subsp. solida ‘Vuurvogel’ 

De kruisingen zijn ontstaan met hulp van de natuur. 

Het gewenste ouderpaar wordt bij elkaar in de buurt 

geplant en de bijtjes mogen voor de bestuiving 

zorgen. Uit de ontstane zaailingen is deze vuurrode 

Corydalis geselecteerd. (B) 


3 st. 13.50 

!20-25 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

88

Corydalis solida subsp. solida ‘White Swallow’ 

Uit handen van de heer M. Hoog, maar de 

heer Huisman heeft het partijtje opgebouwd. 

Een vroeg- en langbloeiende witte vorm. 

De compacte bloemtrossen worden gedragen door 

donker getinte bloemsteeltjes. Aanvankelijk zit er 

een zachtlila zweem over de bloemen. (B) 


3 st. 13.50 

!20-25 @3-4 #5 $6-8 %I. H-S 

Corydalis turtschaninovii 

Herkomst: in verschillende bosrijke gebieden op 

humusrijke gronden in Zuidoost-Rusland. 

Een laatbloeiende species met mooie blauwe 

bloemen, soms met een violette zweem. Het blad 

is diep ingesneden. (B) 


3 st. 27.00 

!20 @4-5 #5 $6-8 %I. H-S 

Onkruidwieder of cape cod weeder 

Gesmeed en uitgehard van zeer hoogwaardige 

kwaliteit staal. 

totale afmeting : 400 mm 

afmeting blad : 85x20 mm 

handvat : essenhout 

Bestelnr. 4704 (Linkshandig) p.st. 19.95 

Bestelnr. 4705 (Rechtshandig) p.st. 19.95 

Warrenhakje met punt 

Uitgesmeed, gehard en ontlaten. 

Doordat het materiaal volledig is uitgehard, 

is dit hakje zelfslijpend. 

Schrepel 

Gesmeed en uitgehard van zeer hoogwaardige 

kwaliteit staal. 

totale afmeting : 450 mm 

afmeting blad : 120x40 mm 


Bestelnr. 4706 (Linkshandig) p.st. 23.95 

Bestelnr. 4707 (Rechtshandig) p.st. 23.95 


89

crOcus BEHOORT TOT DE FAMILIE DER IRIDACEAE 

Eén van de bekendste knolgewassen is wel de krokus. Het geslacht kent een zeer groot aantal species 

en de daaruit voortgekomen honderden cultivars. Het aanbod bestaat uit een tamelijk breed 

assortiment waaronder zeer zeldzame, soms niet eerder in Nederland verkrijgbare species en cultivars. 

Vrijwel alle krokussen zijn geschikt voor verwildering. 

Crocus ancyrensis ! 

Algemeen voorkomend in Centraal-Turkije en 

vernoemd naar de stad Ankara. Het groeit in 

bebosde gebieden met eiken, sparren en dennen, 

maar zijn op rotsachtige bodem op open plaatsen 

in de bergen het meest uitbundig. 

Makkelijk verwilderend, rijk bloeiende en een lekker 

vroegbloeiende voorjaarskrokus. 

Bestelnr. 9675 25 st. 2.75 

100 st. 10.00 

!10-15 @2-3 #5 $5 %5 Z-L 

Crocus angustifolius 

(Synoniem: C. susianus) 

De zogenaamde ‘Goudlakense Krokus’. Herkomst: 

Krim en Zuid-Oekraïne. Kleur: binnenzijde geel, 

buitenzijde floxpaars, overdekt (soms gestreept) 

met een zweem van bruinpurper. De naam komt 

van Susa, de oude hoofdstad van het Perzische Rijk. 

Bestelnr. 8531 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!15 @2-3 #5 $5 %5 Z-L 

90

Crocus ‘Ard Schenk’ 

(Synoniem: C. chrysanthus ‘Ard Schenk’) 

Op 31 december 1974 geregistreerd. Direct na de 

winter verschijnen de knoppen met aan de 

buitenzijde een paarsblauw blosje. Zodra het 

voorjaarszonnetje prikt, openen de vele bloemetjes 

en showen zij elk een klein geel keeltje dat omsloten 

wordt door zuiver witte bloemblaadjes. 

Bestelnr. 452 25 st. 2.75 

100 st. 10.00 

!15 @2-3 #5 $5 %6 Z-L 

Crocus biflorus subsp. biflorus 

(Synoniemen: C. biflorus var. parkinsonii, 

C. annulatus var. biflorus, C. argenteus en C. circumcissus) 

Intro: 1629. Schotse krokus. Herkomst: Italië, 

de eilanden Sicilië en Rhodos alsook 

Noordwest-Turkije. Een sublieme krokus met witte 

kelkblaadjes die aan de buitenzijde voorzien zijn van 

violette streepjes. 


10 st. 7.50 

!10-12 @2-3 #5 $5 %4 Z-L 

Crocus biflorus subsp. tauri 

Het aanbod is een goed groeiende vorm uit 

Noord-Turkije, provincie Sivas met attractieve 

violetblauwe bloemen en een gele keel. 

De variabele subspecies kent een veel groter 

verspreidingsgebied; tot in Noordwest-Iran en 

Noord-Irak. 

Bestelnr. 9460 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!10-12 @2-3 #5 $5 %I. Z-L 

91

Crocus ‘Blue Bird’ ! 

(Synoniem: C. chrysanthus ‘Blue Bird’) 

In 1954 won deze krokus al een Award of Merit en 

een jaar later zelfs een First Class Certificate. 

De binnenzijde van de bloem is wit met een geel 

hartje, de buitenzijde is ijsblauw met op elk 

bloemblad een paarse blos. 

Bestelnr. 9205 25 st. 4.00 

100 st. 15.00 

!20 @3-4 #5 $5 %5 Z-L 

Crocus ‘Blue Pearl’ 

(Synoniem: C. chrysanthus ‘Blue Pearl’) 

Een blauw pareltje. Bloemkleur buitenzijde: 

lobeliablauw, donkerder gekleurd naar het 

bronsgele hart, binnenzijde: lichter gekleurd 

met een witte rand. Rijke bloei en prima voor 

verwildering. 

Bloembol van het jaar 2012. 

Bestelnr. 456 25 st. 2.75 

100 st. 10.00 

!15-20 @2-3 #5 $5 %6 Z-L 

Crocus corsicus 

(Synoniem: C. insularis) 

Intro: 1838. Ze worden nog aangetroffen op 

Midden-en Noord-Corsica. Er bestaan slechts twee 

species op het eiland Corsica, de andere is 

C. minimus. De bloemen van het zeer aparte krokusje 

zijn aan de binnenzijde licht- tot donkerpaars, de 

buitenzijde is geelachtig met één, soms drie violette 

streepjes met een verfijnde nervatuur. De keel is wit 

tot zachtlila. 


3 st. 8.25 

!10-12 @3 #5 $5 %I. Z-L 

92

Crocus ‘Cream Beauty’ 

(Synoniem: C. chrysanthus ‘Cream Beauty’) 

Bloemkleur: zowel de binnen- als de buitenzijde 

is crèmekleurig. Het hart is bronsgroen omgeven 

door een paars randje. Prachtige, gerafelde oranje 

stempels. Rijke, vroege bloei en prima geschikt voor 

verwildering. 

Bestelnr. 460 25 st. 2.75 

100 st. 10.00 

!15 @2-3 #5 $5 %6 Z-L 

Crocus dalmaticus ! 

In 1840 wordt er voor het eerst geschreven over 

C. dalmaticus. Het verspreidingsgebied is groot: 

Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro en 

het Noorden van Albanië, uitgestrekt langs de 

Adriatische kust. De binnenste bloemblaadjes zijn 

helder lila, de buitenzijde is bruingeel. 

Natuurlijk is ook deze wildvorm enigzsins variabel, 

hij vermeerdert zich makkelijk door zaad. 

Bestelnr. 9751 3 st. 6.75 

5 st. 11.00 

!15-20 @2-3 #5 $5 %I. Z-L 

Crocus etruscus ‘Zwanenburg’ 

Een selectie die dateert van 1939 en zich 

onderscheidt van de oorspronkelijke species door de 

fellere roze kleur met een violette glans, tegen het 

blauw aan. 

De buitenste bloemblaadjes zijn purper geveerd op 

een wat grijze ondergrond. 

Bestelnr. 464 25 st. 3.75 

100 st. 14.00 

!15 @3-4 #5 $5 %5 Z-H 

93

Crocus flavus subsp. flavus 

(Synoniemen: C. aureus, C. lacteus, C. lagenaeflorus, 

C. luteus en C. maesiacus) 

Intro: maart 1579. Herkomst: Balkan en het 

noordwesten van Turkije. Stervormige 

boterbloemgele bloempjes, naar de keel ietsje 

donkerder. Een enkele keer treffen we een 

‘verdwaald’ bruin spatje of streepje aan. 

De meeldraden en de pijlvormige helmknoppen 

zijn geel. 

Bestelnr. 466 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!10 @3-4 #5 $6-8 %8 Z-L 

Crocus fleischeri 

Herkomst: Zuid- en West-Turkije. Vernoemd naar 

Franz von Fleischer (1801-1871) die in 1827 de 

eerste exemplaren aantrof in de buurt van Izmir. 

Een heerlijk geurend krokusje. De bladeren zijn lang 

en smal. De witte stervormige bloempjes zijn op de 

drie buitenste bloemblaadjes voorzien van 

blauwgrijze streepjes die zich in het midden van elk 

bloemblaadje bevinden. De keel is geel. De in drieën 

gesplitste stijl is fel oranje. Eigenaardig gevormde 

knolletjes. 


10 st. 9.50 

!10-12 @1-3 #5 $5 %I. Z-L 

Crocus imperati subsp. imperati ‘De Jager’ 

Eén der vroegstbloeiende krokusjes. De bloempjes 

zijn aan de binnenzijde lavendelblauw, de drie 

buitenste bloemblaadjes zijn ambergeel met kleine 

donkerpaarse veertjes. De drie binnenste 

bloemblaadjes zijn heliotroopblauw met drie kleine 

paarse veertjes. De basis is geel. 


10 st. 12.00 

!15 @1-2 #5 $5 %5 Z-L 

94

Crocus korolkowii 

Intro: 1880. Herkomst: Tasjkent en Turkestan. 

Vernoemd naar zijn ‘ontdekker’ generaal Korolkov. 

C. korolkowii is erelid van het zogenaamde ‘Central 

Asian Trio’: C. michelsonii, C. alatavicus en 

C. korolkowii. De aangeboden mooie kloon heeft 

goudgele bloemen met aan de buitenzijde vanaf de 

basis een brede donkerrode tot donkerpaarse streep, 

die naar boven versmalt. De knol is vaak hoekig van 

vorm. 

Bestelnr. 480 25 st. 3.95 

100 st. 15.00 

!10-12 @2-3 #5 $6-7 %7 Z-H 

Crocus korolkowii ‘Albus’ ! 

In april 2007 trof Sjaak de Groot tussen duizenden 

gele C. korolkowii in de Varzob-vallei, Tadzjikistan, 

een witte vorm aan. Dit aanbod stamt niet af van 

de aldaar aangetroffen krokus, maar het verhaal 

bevestigt dat in zulke populaties af en toe een 

witte vorm aangetroffen kan worden. Aan de 

buitenzijde tonen de bloemblaadjes vanuit de steel 

een grijsblauwe zweem, naar de topjes lichter 

wordend. De binnenkant van de bloemblaadjes is 

ivoorwit. 

Bestelnr. 9676 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!10-12 @2-3 #5 $6-8 %I. Z-H 

Crocus korolkowii ‘January Gold’ ! 

Uit C. korolkowii zijn door Janis Ruksans vele 

interessante selecties gehaald. In onze catalogi uit 

begin 2000 werden vormen als ‘Dark Throat’, ‘Golden 

Nugget’, ‘Lucky Number’, ’Mountain’s Glory’, ‘Spring 

Coctail’ enz. aangeboden. Helaas zijn die nu alleen 

nog maar bij de verzamelaar en niet meer in de 

handel. Nu is er een aanbod van een zeer vroege, 

gele vorm, waarbij op de buitenkant van de 

bloemblaadjes vanuit de steel een 

donkerbruine tekening zit. 

Bestelnr. 9752 5 st. 3.50 

10 st. 6.50 

!10-12 @1-2 #5 $6-8 %7 Z-H 

95

Crocus malyi 

Herkomst: Kroatië, in het Velebit gebergte. 

De eerste omschrijving, door Professor Roberto 

de Visiani, dateert van 1871. Dit gebeurde op 

verzoek van de Oostenrijker Franz Maly, een 

plantenverzamelaar uit de negentiende eeuw. 

De bloempjes zijn zuiver wit, het vleugje roze is 

nauwelijks waarneembaar. Aan de achterzijde 

van de bloemblaadjes, nabij de basis, verfraaid 

met grijsbruine vlekjes. De keel is geel. 

Zeer opvallend is de oranje stijl. 


10 st. 8.50 

!10-12 @3-4 #5 $5 %I. Z-L 

Crocus minimus 

Zoals het woord minimus aangeeft, is dit een zeer 

kleine species die afhankelijk van de standplaats, 

bloeit van februari tot april. Werd in 1905 

geïntroduceerd en komt oorspronkelijk voor op 

Sardinië en in het zuiden van Corsica. 

De binnenzijde van de bloemblaadjes varieert van 

paars tot donkerpaars, de buitenste bloemblaadjes 

zijn geelachtig met een duidelijk waarneembare 

violette nerf, soms spontaan gevlekt. 

Bestelnr. 500 10 st. 5.50 

25 st. 13.25 

!8-10 @3 #5 $5 %5 Z-L 

Crocus napolitanus ! 

(Synoniem: C. neapolitanus) 

Een geografische vorm van Crocus vernus. De vele 

grootbloemige cultivars zouden voornamelijk van 

deze Italiaanse vorm afkomstig zijn. 

Het verspreidingsgebied van C. vernus beslaat bijna 

heel Europa, waardoor er veel variatie is. Bij dit 

aanbod zijn de iets kleinere bloemen tweekleurig, 

donker- met lichtpaars. 

Bestelnr. 9679 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!12-15 @2-3 #5 $5 %5 Z-L 

96

Crocus olivieri subsp. balansae ! 

(Synoniem: C. balansae) 

Intro: 1879. Herkomst: West-Turkije. Vernoemd naar 

de Franse botanicus Benjamin Balansa (1825-1891), 

die vele malen Turkije bezocht. Volgens de grote 

kenner Brian Mathew is deze krokus één der mooiste 

voor wat betreft de kleurzetting. Een sublieme 

krokus met donkeroranje bloemen en aan de 

buitenzijde chocolade-bruin tot brons gekleurd. 


10 st. 5.50 

!10-12 @2-3 #5 $5 %I. Z-L 

Crocus olivieri ‘Lune’ 

Door A. Hoog geselecteerd. Uit DNA onderzoek is 

gebleken dat ‘Lune’ een cultivar is van C. olivieri en 

niet zoals eerder werd aangenomen een selectie 

uit C. candidus. Deze mooie witte krokus, aan de 

buitenzijde besprenkeld met beige spikkeltjes, 

voorzien van een goudgele keel en gele meeldraden 

is vernoemd naar onze dochter Lune. 

Bestelnr. 8083 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!15 @3-4 #5 $5 %I. Z-L 

Crocus paschei ! 

In het Taurus-gebergte, Turkije komt C. paschei lokaal 

zeer talrijk en uitbundig voor, met name in open 

stukken bos en tussen kreupelhout. Vernoemd naar 

Erich Pasche. De zacht zilverlila bloemblaadjes 

omvatten een lichtgeel keeltje, opvallende is de 

oranje, gespleten stijl. Nog een zeldzaam krokusje, 

dat eigenlijk alleen nog maar in specialistische 

collecties voorkomt. 


3 st. 13.50 

!10-15 @3 #5 $5 %I. Z-H 

97

Crocus ‘Prins Claus’ 

(Synoniem: C. chrysanthus ‘Prins Claus’) 

Intro: 1959. Redelijk grote bloemen waarvan de 

binnenzijde wit is met onopvallende vlekjes. 

De buitenzijde is wit met een ovale blauwachtige 

blos, naar de rand weer geheel wit. Rijk bloeiend en 

prima voor verwildering. 

Bestelnr. 8541 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!15 @2-3 #5 $5 %5 Z-L 

Crocus x reticulatus ‘Janis Ruksans’ 

Door Leonid Bondarenko gewonnen hybride uit 

Crocus reticulatus x Crocus angustifolius. 

Rijk bloeiend met grote, aan de binnenkant 

goudgele bloemen, de buitenkant is crèmekleurig 

met purperen streepjes. Een steriele kloon met een 

goede groei en goed bestand tegen slecht weer. 

Werd voor het eerst in 2000 door Janis Ruksans 

aangeboden en in 2004 geregistreerd. 

Bestelnr. 8543 5 st. 4.95 

10 st. 9.50 

!10-15 @2-3 #5 $5 %I. Z-L 

Crocus sieberi ‘Bowles’ White’ ! 

Grote zuiver witte bolvormige bloemen met een 

oranje keel. Eén der mooiste witte krokussen die 

direct na de winter tezamen met C. sieberi ‘Firefly’ 

hun bloemen tonen. 

Bestelnr. 458 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!10-15 @2-3 #5 $5 %5 Z-L 

98

Crocus sieberi ‘Firefly’ ! 

Mooie grote zacht violetroze bloemen, een unieke 

kleur. Meteen weer voor gevallen toen ik deze 

krokussen dit voorjaar in Engeland zag bloeien. 

Toen ik twijfelde om dit wel of niet in deze catalogus 

zou gaan aanbieden, haalde John Grimshaw mij 

direct over. Vigerous, unique, early, beautifull en 

nog enige superlatieven werden gebruikt om mij te 

overtuigen. 

Bestelnr. 9678 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!10-15 @2-3 #5 $5 %6 Z-L 

Crocus sieberi subsp. sublimis ‘Tricolor’ 

E.A. Bowles. Deze elegante krokus heeft een 

schitterende gedetailleerde pentekening op de 

buitenkant van zijn bloemblaadjes. 

Als de bloemen in het zonnetje opengaan, 

showen zij de binnenzijde van de bloemen. 

Lilapaars met een witte band en een geel hart. 

In Engeland wordt deze krokus een ‘Snow Crocus’ 

genoemd: krokussen die al bloeien alvorens de 

laatste sneeuwresten verdwenen zijn en terwijl de 

vorst nog in de grond zit. 

Bestelnr. 506 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!10 @3-4 #5 $5 %6 Z-L 

Crocus ‘Spring Beauty’ 

Een recent geïntroduceerde kleurige krokus, een 

selectie van C. minimus. Zo’n zelfde schitterende 

bloemkleur, waarbij de binnenzijde lichtblauw is, 

de buitenzijde purperlila met een witte rand, 

tevens geel purper gestreept. 

Bestelnr. 8547 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!15 @3 #5 $5 %5 Z-L 

99

Crocus tommasinianus 

Intro: 1847. Nederlandse namen: boerenkrokus en 

elfenkrokus. Herkomst: het zuiden van ‘Joegoslavië’ 

tot in het zuiden van Hongarije, doch hoofdzakelijk 

op de kalksteenheuvels in Dalmatië. Bijzonder rijk 

bloeiend zijn deze stervormige licht lavendelblauwe 

bloemetjes, vaak met een licht bruingele gloed op de 

buitenste drie bloemblaadjes. Vermeerdert spontaan 

en is een prima krokus voor verwildering. Bloeit in 

februari, of in geval van een langere vorstperiode in 

maart. Stinzenplant. 

Bestelnr. 508 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!10 @2-3 #5 $5 %5 Z-S 

Crocus tommasinianus ‘Barr’s Purple’ 

Vernoemd naar het befaamde huis: Barr & Sons. 

De bloemkleur is violetroze met op de buitenste 

bloemblaadjes een grijze gloed. Won in 1939 al een 

Award of Merit. Uitstekend geschikt voor aanplant in 

grote groepen om te laten verwilderen. 

Bestelnr. 9462 25 st. 2.75 

100 st. 10.00 

!10 @2-3 #5 $5 %5 Z-S 

Crocus tommasinianus ‘Roseus’ 

Dit is zo’n beetje de meest roze krokus uit ons 

assortiment. Een sublieme vorm van de 

boerenkrokus. Met name als de bloemen in de zon 

openstaan is de roze binnenkant mooi zichtbaar. 

Bestelnr. 9207 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!10 @3 #5 $5 %5 Z-H 

100

Crocus tommasinianus ‘Ruby Giant’ 

Intro: 1956 (Roozen-Kramer). Schitterende 

robijnpurperen bloempjes. De binnenzijde is iets 

lichter van kleur. Uitstekend geschikt voor aanplant 

in grote groepen om te laten verwilderen. 

Bestelnr. 510 25 st. 2.75 

100 st. 10.00 

!10 @3 #5 $5 %6 Z-H 

Crocus vernus subsp. vernus 

(Synoniemen: C. banaticus, C. heuffelianus, 

C. neapolitanus, C. purpureus en C. scepusiensis) 

Intro: 1765. Herkomst: het voormalige Joegoslavië, 

Polen, Tsjechië en Slowakije. Een zelden aangeboden 

krokusje. De kleur is variabel: van bleek- tot 

donkerpaars veelal met een donkere vlek aan 

de uiteinden van de bloemblaadjes. 

Stinzenplant. 


10 st. 6.50 

!12-15 @2-3 #5 $5 %I. Z-H 

Crocus vernus ‘Michael’s Purple’ ! 

Het oorspronkelijke materiaal is door Janis Ruksans 

verzameld in de Oekraïne, bij de bergpas Srednii 

Vereckii. Antoine Hoog vernoemde deze heel diep 

paarse vorm naar zijn vader Michael Hoog. 

Bestelnr. 8551 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!12-15 @2-3 #5 $5 %I. Z-H 

101

Crocus versicolor 

Intro: 1574. Herkomst: de Franse en de Italiaanse 

Alpen. Het aangeboden partijtje vindt zijn oorsprong 

in het Franse departement Var. In het begin van de 

negentiende eeuw werden er maar liefst achttien 

varianten onderscheiden door Joseph Sabine. 

De bloemkleur varieert van wit tot lavendelviolet, 

gewoonlijk met paarse strepen aan de buitenzijde. 


5 st. 12.00 

!15 @3-4 #5 $5 %I. Z-L 

Crocus vitellinus 

Intro: 1826. Herkomst: Zuid-Turkije, het westen 

van Syrië en Libanon waar ze op de bergen rondom 

Beiroet voorkomen. Vitellinus betekent: het geel 

van een eierdooier. De zacht geurende geeloranje 

bloemen zijn trechtervormig met op de buitenste 

bloemblaadjes soms bronzen of paarse streepjes en 

spikkeltjes. 


5 st. 12.00 

!10-15 @12-2 #5 $5 %I. Z-L 

Crocus ‘Yalta’ 

Vernoemd naar de plaats Yalta op de Krim, omdat 

het zaad waaruit deze schoonheid is geselecteerd, 

door Janis Ruksans was ontvangen van de 

botanische tuin Nikitsky in Yalta. Het zaad was 

afkomstig van een C. tommasinianus die vrijwel 

zeker op een natuurlijke manier gekruist is geweest 

met een Nederlandse C. vernus. De zilver gekleurde 

buitenste bloemblaadjes vormen een prachtig 

contrast met de donkere paarse binnenste 

bloemblaadjes. De bloemgrootte houdt het midden 

tussen die van beider ouders. 

Bestelnr. 8091 25 st. 3.95 

100 st. 15.00 

!15-20 @3-4 #5 $5 %5 Z-H 

102

cYclamen BEHOORT TOT DE FAMILIE DER PRIMULACEAE 

De naam Cyclamen is afkomstig van de oude Griekse plantennaam ’Kyklaminas’ (’Kyklos’), dat wil 

zeggen: kring of schijf verwijzend naar de schijfvormige knollen. 

Een cyclaam moet ’n paar jaar ’vaststaan’ alvorens tot rijke en optimale bloei te komen. 

Het vermeerderen geschiedt door uitzaai, direct zodra het zaad rijp is. 

Een cyclaam groeit en bloeit het beste in een humusrijke grondsoort met een goede drainage. 

Beschermd tegen teveel koude in de winter door een lage onderbeplanting; ’n rustperiode in de zomer 

(zon en warmte) en enige schaduw tegen fel zonlicht in de winter en lente. 

De knollen dienen zeer oppervlakkig (tussen de vier en tien cm diep) te worden geplant en zo dat het 

overtollige water eenvoudig kan weglopen. Dus de knol als het ware wat scheef aanplanten. 

Al het aangebodene is uitsluitend op Nederlandse en Engelse kwekerijen vermeerderd materiaal. 

Cyclamen alpinum 

(Synoniemen: C. trochopteranthum en 

C. coum subsp. alpinum) 

Intro: rond 1872. Herkomst: het zuidwesten van 

Turkije. De bloemkleur varieert van donkerroze tot 

diep karmijnroze met een paarsrode vlek in de keel. 

De kroonblaadjes zijn gedraaid en lijken in 

bovenaanzicht op een propellertje. De ronde tot 

eivormige bladeren zijn donkergroen en vaak 

crèmewit gemarmerd. Ze geuren naar honing. 


5 st. 12.00 

!10-15 @3-4 #10 $2-3 %I. H-S 

Cyclamen balearicum 

Aanvankelijk werd aangenomen dat deze species 

uitsluitend op de Balearen zou voorkomen. 

Later werden ook exemplaren aangetroffen in 

Zuid-Frankrijk, groeiend in de schaduw in 

struikgewas. De smalle witte bloempjes met een 

grijsroze gloed geuren heerlijk. De bladeren zijn 

zilverkleurig of groen met heel veel zilveren vlekjes. 

De plant heeft bescherming tegen strenge vorst 

nodig. 


5 st. 12.00 

!7-10 @3-4 #10 $2-3 %I. H-S 

103

Cyclamen cilicium 

Intro: 1872. Herkomst: Turkije, vooral in de bosrijke 

omgeving van het Taurus gebergte. Zachtroze, soms 

roze bloemen zijn vaak voorzien van een W-vormige 

vlek op iedere lob. De bladeren zijn grijs of crèmewit 

gevlekt en licht getand. Winterhard tot -18 °C. 


5 st. 8.00 

!5-10 @9-11 #10 $2-3 %I. H-S 

Cyclamen cilicium forma album 

Een vorm van C. cilicium met zuiverwitte bloemen 

die verschijnen in de periode september tot 

november. De kleine bloemen met bloemblaadjes 

van 15 tot 20 mm lengte verspreiden een heerlijke 

honinggeur. 


5 st. 12.00 

!5-10 @9-11 #10 $2-3 %I. H-S 

Cyclamen coum subsp. coum 

(Synoniemen: C. coum subsp. hiemale en 

C. orbiculatum var. coum) 

Herkomst: Oost-Bulgarije, Noord-Turkije, 

West-Syrië, Zuid-Turkije, Libanon, Noord-Israël en 

het schiereiland Krim. In de aangeboden partij 

treft u witte tot purperroze bloemen aan met 

tussenliggende kleuren in vele rozetinten. Het blad is 

rond tot niervormig en heeft een vrijwel gave rand; 

de bladkleur is zeer variabel. Winterhard tot maar 

liefst -30 °C. 


10 st. 16.00 

!10-15 @12-3 #10 $2-3 %I. L-S 

104

Cyclamen coum subsp. coum ‘Album’ 

(Synoniem: C. atkinsii ‘Album’) 

Intro: 1646. Een witte vorm met een karmijnen 

gloed en soms ook een karmijnrood oogje. 

De niervormige bladeren zijn ‘gewoon’ groen. 

Voor de liefhebber is er een handje vol beschikbaar 

van C. coum subsp. coum forma albissimum via de 

webwinkel op www.pcnijssen.nl 


5 st. 12.00 

!10-15 @12-3 #10 $2-3 %I. L-S 

Cyclamen coum subsp. coum ‘Rubrum’ 

Selectie van purperrood bloeiende planten. 

Misschien wel de meest opvallende kleur wanneer 

de bloemen tussen de sneeuwresten te voorschijn 

komen. 

Ook fantastisch in combinatie met sneeuwklokjes. 

Bestelnr. 8557 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!10-15 @12-3 #10 $2-3 %I. L-S 

Cyclamen cyprium 

Herkomst: West- en Noord-Cyprus, in bossen met 

een rotsachtige ondergrond. Het is een jaarlijks 

genot voor de Cyprioten wanneer deze heerlijk 

geurende cyclaam en masse in de herfst en winter 

staat te bloeien. De bloemen verschijnen gelijk met 

het blad en zijn wit of zeer zachtroze met een 

magenta keelvlek. De hartvormige olijfgroene 

bladeren zijn verfraaid met grijze of crèmekleurige 

streepjes en aan de onderzijde voorzien van een 

purperen gloed. De plant heeft bescherming tegen 

strenge vorst nodig. 


5 st. 12.00 

!6-10 @9-1 #10 $2-3 %I. L-S 

105

Cyclamen graecum 

(Synoniemen: C. aegineticum, C. cypro-graecum, 

C. maritimum, C. mindleri, C. pseudograecum en 

C. pseudomaritimum) 

Intro: ca. 1930. Herkomst: Zuid-Griekenland, Kreta, 

West- en Zuid-Turkije, Noord-Cyprus. Op de 

oorspronkelijke vindplaatsen worden de knollen op 

een grote diepte aangetroffen, hetgeen wordt 

veroorzaakt door de vlezige ‘bijwortels’. 

De bloemkleur is van zachtroze tot ceriseroze, 

met drie rode streepjes aan de binnenzijde van elk 

bloemblaadje. De bladtekening is variabel; 

overwegend in de tinten groen, grijs en crème. 


3 st. 9.75 

!10 @9-11 #10 $10 %I. Z-S 

Cyclamen graecum ‘Glyfada’ 

Brian Mathew, de President van de Cyclamen Society 

heeft in Glyfada, ten zuidoosten van Athene, een 

vorm gevonden met puur zilver blad. 

’s Zomers graag een lekker warm en droog plekje. 


3 st. 9.75 

!10-15 @12-3 #10 $5 %I. Z-S 

Cyclamen hederifolium 

var. hederifolium forma albiflorum 

Intro: 1601. De bloemkleur is wit, soms met 

‘n vleugje roze. In het wild wordt de witte vorm 

zelden aangetroffen. Het op klimop gelijkende blad 

is decoratief gemarmerd en veelal variabel. 

Winterhard tot -30 °C. 


5 st. 9.50 

!10-15 @8-11 #10 $6 %I. Z-S 

106


var. hederifolium forma hederifolium 

(Synoniem: C. neapolitanum) 

Herkomst: Corsica, Sardinië, het zuidoosten van 

Frankrijk, Italië, grote delen van de Balkan, Griekenland 

en West-Turkije. In 1538 wordt er melding gemaakt van 

deze bekende cyclaam onder de naam: C. neapolitanum. 

Uit de platte knol die door een kurkachtige huid wordt 

omgeven, komen vanaf eind augustus vele 10-15 cm 

hoge bloemsteeltjes tevoorschijn, voorzien van roze 

bloempjes. De sterk op klimop lijkende bladeren die zich 

na de bloei volop ontwikkelen, zijn in grootte, vorm en 

tekening zeer verschillend. 


10 st. 11.00 

!10-15 @8-11 #10 $6 %I. Z-S 


var. hederifolium -paarse selectie- 

Een schitterende aangeboden partij met diep paarse 

bloemen. Door A. Koen op de bloemen uit zaailingen 

geselecteerd. Het decoratieve blad is licht variabel. 

Bestelnr. 8093 3 st. 6.00 

5 st. 9.50 

!10-15 @8-11 #10 $10 %I. Z-S 

Cyclamen intaminatum 

(Synoniem: C. cilicium var. intaminatum) 

Werden in juni 1934 door E.K. Balls verzameld in 

de omgeving van Burujuk, Noordwest-Turkije. 

Voorkomend op rotsachtige bodem en tussen 

boomwortels (eiken). De geschulpte bladeren zijn 

donkergroen met zilverachtige vlekken. 

De bloemkleur is wit, soms zeer zachtroze. 

Een heel mooi fijn cyclaampje. 


5 st. 12.00 

!10 @9-11 #10 $2-3 %p9 H-S 

107

Cyclamen libanoticum 

Een bijna uitgestorven species die nog sporadisch 

voorkomt in de bergen van Libanon. Het is één van 

de mooiste cyclamen met grote lichtroze geurende 

bloemen die in het voorjaar, februari-april, 

verschijnen. Op de bloemblaadjes is aan de 

buitenzijde een duidelijk zichtbaar rood merkje te 

zien. Het donkergroene blad met onregelmatige 

lichtere patronen is aan de onderkant glanzend rood 

gekleurd. Voor de zekerheid deze cyclamen tegen 

strenge vorst beschermen. 


3 st. 9.75 

!10 @2-4 #10 $2-3 %I. H-S 

Cyclamen mirabile 

Volgens de overlevering werden in 1901 de eerste 

exemplaren verzameld in het zuidwesten van 

Turkije (Anatolië) en via het toenmalige Smyrna 

(nu Izmir) door de firma Van Tubergen ingevoerd. 

De donkergroene bladeren zijn hartvormig met 

onregelmatige grijsgroene, crème of zilveren vlekken 

en zijn getand. De geurende roze bloemen met een 

steenrood oog verschijnen vanaf september. 

Tip: een handje gecomposteerde dennennaalden 

door de grond mengen. 

Winterhard tot -18 °C. 


5 st. 12.00 

!12-15 @9-11 #10 $2-3 %I. H-S 

Cyclamen persicum subsp. persicum 

Intro: waarschijnlijk 1739. Herkomst: Rhodos, Cyprus, 

Kreta(?), op ‘n enkele locatie in Zuid-Griekenland (de 

omgeving van Athos), Zuidwest-Turkije, Jordanië, 

Libanon, Israël, het noordoosten van Algerije en 

Noord-Tunesië. Uit deze van december tot maart 

bloeiende species ontwikkelden hybridiseurs de 

welbekende (pot)cyclamen. De bloemkleur varieert 

van wit tot zachtroze. Geurend. De veelal 

hartvormige, getande groene bladeren kennen vele 

vormen en zijn voorzien van lichtgele strepen en 

stippen. Niet goed winterhard. 


5 st. 12.00 

!20-25 @12-4 #10 $2-3 %I. H-S 

108

Cyclamen pseudibericum 

Het is één der mooiste voorjaarsbloeiende cyclamen, 

al bekend sinds 1895. In1952 aangetroffen door de 

Turkse botanicus Dr. Demiriz op de Duldul Dag in de 

provincie Adana (het Adanus gebergte). 

De hartvormige bladeren zijn gekarteld en aan de 

onderzijde purperrood. Waarschijnlijk heeft deze 

wildvorm de donkerste bloemkleur, donker 

paarsrood naar de keel donkerder. Nabij het oog is 

elk bloemblaadje gemarkeerd met een vlekje in de 

vorm van een schoppenaas. Geurend. 


5 st. 12.00 

!10-12 @3-4 #10 $2-3 %I. H-S 

Cyclamen purpurascens 

(Synoniemen: C. europaeum, C. fatrense en 

C. purpurascens subsp. immaculatum) 

Herkomst: in kalkrijke bergwouden van Centraal- 

en Zuid-Europa: van Frankrijk tot Polen, van 

Slowakije tot Kroatië en Bulgarije. De sterk geurende 

bloemen zijn roze tot karmijnrood, vaak voorzien 

van een donkere gloed. Het donkergroene blad is 

subtiel wit gemarmerd en meestal aan de 

onderzijde rood. Opvallend is dat de gehele knol 

voorzien is van wortels. 


3 st. 9.75 

!10-12 @6-9 #10 $2-3 %p9 H-S 

Cyclamen repandum 

(Synoniem: C. rhodium) 

Herkomst: de landen aan de noordkant van de 

Middellandse Zee, plaatselijk in Zuid-Frankrijk, 

de eilanden Corsica, Sardinië, Kos en Rhodos en in 

Algerije. Een mooie cyclamen die zacht geurt en 

vele bloemen geeft. De hartvormige bladeren zijn 

donkergroen tot grijsgroen met, afhankelijk van de 

vindplaats, grijsgroene soms zilveren vlekjes. 

Licht getand. De bloemkleur is donkerroze met een 

paarsrood oog. 


3 st. 9.75 

!10-15 @3-4 #10 $2-3 %p9 H-S 

109

dicentra BEHOORT TOT DE FAMILIE DER FUMARIACEAE 

Dicentra cucullaria 

Een charmant bosplantje uit Canada en de V.S., 

prima winterhard. De crèmewitte, twee cm grote 

bloemen harmoniëren perfect met het diep 

ingesneden zilvergrijze loof. Het bloempje heeft de 

bijnaam: Dutchman’s breeches. Wanneer het 

bloempje wordt omgedraaid lijkt het inderdaad op 

een pofbroek, een Volendammer broek. Na de bloei 

gaat de plant in rust en sterft het loof geheel af. 


3 st. 8.25 

!20 @4-5 #15 $5 %I. H-S 

dichelOstemma BEHOORT TOT DE FAMILIE DER ALLIACEAE 

Uit het Grieks: dichelos (twee-wiggig) en stemma (kroon). Dit heeft te maken met de meeldraden van 

d. congestum die halverwege in twee delen zijn gesplitst. 

Ze verlangen een zonnige standplaats met een goed doorlatende grond. Vermeerderen geschiedt uit 

zaad of door het in de herfst afnemen van de jonge klisters. Deze klisters zullen dan na twee tot drie 

jaar weer bloeien. Het zijn goed houdbare snijbloemen. 

Dichelostemma congestum 

(Synoniem: Brodiaea congesta) 

Intro: 1806. Herkomst: Washington tot 

Noord-Carolina (U.S.A.). Een bolgewas met dicht 

op elkaar staande zacht lilablauwe buisvormige 

bloempjes, geplaatst boven op een bladloze 

70-90 cm lange bloemsteel. Zeer langdurig bloeiend 

en schitterend voor op de vaas. 

Bestelnr. 561 10 st. 4.50 

25 st. 10.50 

!70-90 @6-7 #10 $6-8 %5 Z-L 

110

Dichelostemma ida-maia 

(Synoniemen: Brodiaea ida-maia, B. coccinea en 

Breevoortia ida-maia) 

Intro: 1870. Herkomst: Californië en Oregon waar 

ze groeien en bloeien in de ‘Redwood’ bossen, 

voornamelijk op graslanden. De Amerikaanse 

naam ‘Firecracker-Flower’ (vuurwerkbloem) is zeer 

toepasselijk: de bloemknop die zich bevindt aan 

50-60 cm lange veelal kromme stengels spat uitéén 

in vijf tot negen vuurrode hangende en buisvormige 

bloempjes, die weer geaccentueerd worden door 

heldergroene topjes en een wit hart. 

Bestelnr. 563 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!50-60 @6-7 #10 $6-8 %5 Z-H 

Dichelostemma multiflorum 

Inheems in Califonië, aan de voet van de Sierra en 

langs de noordkust alwaar ze ‘wilde hyacint’ 

genoemd worden, ook de naam ‘Roundtooth 

Snakelily’ wordt gebruikt. De bolvormige bloeiwijze 

bestaat uit lavendelroze tot violette bloemen. 

Winterhard. 

Bestelnr. 9465 3 st. 6.75 

5 st. 11.00 

!70-90 @5-6 #10 $6-8 %I. Z-L 

Dichelostemma ‘Pink Diamond’ 

Een hybride die is ontstaan uit D. ida-maia x 

D. multiflorum. De kleur is roze met groen. 

Regelmatig verschijnen er in de keuringszaal van de 

K.A.V.B. nieuwe interessante selecties, nog even 

wachten. 

Bestelnr. 565 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!60 @6-7 #10 $6-8 %5 Z-H 

111

Dichelostemma volubile 

Een klimmende Dichelostemma, voorkomend aan 

de voet van de bergen in Californië. De stengel kan 

tot 2 meter lang worden en kronkelt zich een weg 

omhoog door struikgewas in de natuur. In de tuin 

kan ook een oude tak als steunmateriaal fungeren. 

Een dicht bloemscherm met roze bloemen. 

Een aanrader, een originele klimplant. 


3 st. 16.50 

!200 @6 #30 $6-8 %I. Z-L 

eranthis BEHOORT TOT DE FAMILIE DER RANUNCULACEAE 

Nederlandse naam: winterakoniet. De naam werd ontleend aan de Griekse woorden: er (lente) en 

anthos (bloem). De ondergrondse delen zijn nogal klein, ongeveer de grootte van een erwt en veelal 

onregelmatig van vorm; grotere exemplaren lijken op een vleugelmoer! De bladeren vormen een op de 

grond liggend rozet, de bovenste bladeren tonen enige gelijkenis met een halskraag, die de bloemen 

omvat. De gele bloemen voorzien van vele meeldraden bevinden zich aan het einde van zeer korte 

(ca. 5 cm) steeltjes en vormen na enige tijd een waar bloementapijt. Na de bloei verschijnen de 

stervormige zaaddozen. Wanneer ze openbarsten, zullen de ronde zaden voor vele nakomelingen 

zorgen. Op www.pcnijssen.nl bieden we nog enkele eranthis hyemalis ‘grünspecht’ en e. hyemalis 

‘schwefelglanz’ aan. 

Eranthis cilicica 

Intro: 1892. Herkomst: Turkije waar de 

vindplaatsen, ondanks de late ‘ontdekking’, al vrij 

aardig zijn leeggeroofd. De bladeren zijn diep 

ingesneden en enigszins bronsgroen bij het 

ontluiken. Ze bloeien iets later dan E. hyemalis, 

maar de goudgele bloemen zijn weer groter 

terwijl de halsband rond de bloem kleiner en 

fijner gedeeld is. E. cilicica verlangt een drogere 

standplaats en meer zon. 

Bestelnr. 570 25 st. 4.50 

100 st. 17.00 

!5 @2-3 #5 $5 %4 Z-L 

112

Eranthis hyemalis 

Intro: 1570, hier en daar komen ze nog verwilderd 

voor. Herkomst: Zuid-Frankrijk, Italië, voormalig 

Joegoslavië en Bulgarije, maar ook in Noord-Irak en 

Afghanistan. De bladeren zijn niet zo diep 

ingesneden als die van E. cilicica, de bloemsteeltjes 

zijn wel wat langer (7-10 cm) en de bloemdoorsnede is 

vaak niet groter dan twee cm. 

De bloemkleur is heldergeel. E. hyemalis verdraagt 

een wat vochtigere bodem en kan meer schaduw 

hebben. 

Bestelnr. 572 25 st. 4.50 

100 st. 17.00 

!7-10 @2-3 #5 $5 %4 Z-S 

Eranthis hyemalis ‘Grünling’ 

In de tuin van Frau Ruth Treff in Darmstadt worden 

bijzondere winterakonieten aangetroffen. Zo ook 

‘Grünling’. Op de buitenzijde van de diepgele 

bloemblaadjes zit een groene streep, soms ook aan 

de binnenkant van de blaadjes. Uniek! 


3 st. 21.00 

!7-10 @2-3 #5 $5 %I. Z-H 

Eranthis x tubergenii 

Deze werkelijke beauty is ontstaan uit een kruising 

van E. hyemalis x E. cilicica. Het kruisingswerk is 

verricht door de heer J.M.C. Hoog. Heldergele 

bloemen, groter en langer bloeiend dan normaal op 

een kraagje van diep donkergroen ingesneden blad. 

Geurend. 


3 st. 15.00 

!10-12 @1-3 #5 $5 %I. Z-H 

113

eremurus BEHOORT TOT DE FAMILIE DER ASPHODELACEAE 

Nederlandse namen: Naald van Cleopatra en Steppenlelie. eremurus komt van de Griekse woorden: 

eremos (woestijn, eenzaam) en oura (staart). De natuurlijke vindplaatsen zijn de droge rotsachtige en 

sterk begraasde berghellingen van Oost-Turkije tot aan de Himalaya, met species in China. De wortels 

zijn dik en vlezig en doen denken aan een zeer groot model spin. Ondanks deze ‘grootte’ dient een 

eremurus zeer ondiep te worden geplant: drie cm aarde op de wortelvormende knol is voldoende. 

Zoals de natuurlijke standplaats aangeeft, verlangt een eremurus een goed doorlatende en voedselrijke 

zanderige grond op een zonnig plekje. Let wel op in de winter, eremurus is enigszins vorstgevoelig, 

afdekken dus. 

Eremurus altaicus ! 

In Oost-Kazachstan komt E. altaicus algemeen voor 

langs de weg, volop in het Altai-gebergte en in de 

Tien Shan tot 2000 meter hoogte. Krachtige aren 

bezet met stervormige, witte bloemen, 

elk bloemblaadje voorzien van een groene 

middennerf. 


3 st. 25.50 

!90-150 @5 #50 $3-5 %I. Z 

Eremurus cristatus ! 

Inheems in West- en Centraal-Tien Shan. Eén van de 

korte soorten, eenvoudig groeiend op zanderige 

bodem. De relatief kleine wortelknollen delen zich 

makkelijk en de plant zaait zich goed uit. De dichte 

bloemaar is bezet met bruine, stervormige 

bloemetjes, waarvan elk bloemblaadje wit omrand 

is. De eerstbloeiende Eremurus. 


3 st. 51.00 

!80-100 @5 #50 $3-5 %I. Z 

114

Eremurus himalaicus 

Intro: 1811. De herkomst van deze zuiver witte 

species ligt in het noordwestelijk gelegen deel van 

de Himalaya. De bloemaar, bestaande uit vele witte 

bloemen, bereikt op z’n sloffen 80-90 cm. 


3 st. 16.50 

!150-250 @5-6 #50 $3-5 %I. Z 

Eremurus robustus 

Intro: 1871. Herkomst: Afghanistan en 

Centraal-Azië. Robustus betekent: sterk, krachtig. 

De hoogte kan wel 250 cm zijn, waarvan de 

bloemtros een lengte van zo’n 100 cm voor haar 

rekening neemt. 


3 st. 19.50 

!200-250 @6-7 #50 $3-5 %I. Z 

Eremurus stenophyllus 

(Synoniem: E. bungei) 

Intro: 1914. Inheems in Centraal-Azië, vooral in Kopet 

Dag, Iran, Afghanistan, West-Pakistan en de Pamir 

Alai, op stenige hellingen. De kanariegele bloemaren 

bereiken een lengte van 40 cm, de totale lengte van 

de plant is ongeveer 100 cm, maar kan iets variëren. 

Opvallende rode meeldraden. 

Bestelnr. 8563 3 st. 6.00 

5 st. 9.50 

!100 @6-7 #40 $3-5 %I. Z 

115

Eremurus tianschanicus ! 

Inheems in het Tien Shan gebergte, op steppes op 

2000 tot 3200 meter hoogte waar zij tezamen met 

tulpen veelvuldig voorkomen. De hoogte is variabel, 

afhankelijk van de beschikbare voedingsstoffen 

tussen de 40 cm en 180 cm. 

De witte bloemblaadjes zijn niet opvallend, maar 

door de uitstekende meeldraden ontstaat er toch 

een mooie bloemaar. 


3 st. 51.00 

!40-150 @5-6 #50 $3-5 %I. Z 

erYthrOnium BEHOORT TOT DE FAMILIE DER LILIACEAE 

Het geslacht Erythronium is al vele eeuwen in cultuur. Eén van de redenen dat het aanbod zo schaars 

blijft, is te wijten aan de moeilijke teelt. Knollen van Erythronium zijn erg gevoelig voor wind en mede 

daardoor kunnen de bolletjes na het rooien snel indrogen. Machinaal rooien is niet bevoordelijk voor de 

kwaliteit, een beschadiging op de knol leidt al snel tot schimmelvorming. Het verspreidingsgebied is 

groot: Midden- en Zuid-Europa, Iran en de Kaukasus en vele species vinden hun oorsprong in Noord- 

Amerika. De hybriden, ontstaan uit kruisingen van E. tuolumnense x E. revolutum, zijn van Nederlandse 

afkomst (onder andere van de heer L. Slikker). De Nederlandse benaming hondstand is ontleend aan de 

vergroeide buisvormige bol, vergelijkbaar met de tand van een hond. De bladeren staan tegenovergesteld 

en zijn breed ovaalvormig en steeds twee per plant. Vrijwel alle erythroniums hebben een schitterend 

getekend blad. Een opvallend detail is dat behalve vele soorten die knikkende bloemen hebben, de topjes 

van de bloemblaadjes naarmate uitbloei vordert, achterwaarts gebogen zijn. De planten houden van 

een wat zanderige humusrijke grond op een beschaduwd plekje en de bollen dienen vrij diep te worden 

geplant. Ze kunnen vele jaren op dezelfde plaats staan en vermeerderen zich voornamelijk door zaad. 

Erythronium albidum 

(Synoniem: E. meochoreum) 

Intro: 1824. Nederlandse naam: addertong. 

Herkomst: het noorden en het oosten van 

Noord-Amerika. 

De smalle twaalf tot vijftien cm lange bladeren doen 

werkelijk denken aan de naam (addertong). Het blad 

is al dan niet gevlekt. De witte bloemen kunnen een 

blauwachtige zweem tonen. 


5 st. 12.00 

!20-25 @3-4 #10 $3-5 %I. L-H 

116

Erythronium americanum 

Een wijdverspreid sierlijk soort in het oostelijk deel 

van Noord-Amerika. De opvallend gele bloemen zijn 

aldaar niet moeilijk te vinden tussen al het groen in 

de bossen. De steriele vorm heeft slecht één mooi 

gevlekt blad, terwijl de fertiele vorm twee bladeren 

geeft. Vroeger werd zowel de knol als het blad 

gegeten, rauw of gekookt. 

Bestelnr. 9476 3 st. 6.00 

5 st. 9.50 

!12-15 @3-5 #10 $5 %I. L-H 

Erythronium californicum 

Intro: 1904. Inheems in voornamelijk de beboste 

kustgebieden van Noordwest-Californië. 

De crèmekleurige bloemen, meestal twee tot drie 

per bloemsteel, hebben mooie oranjegele 

tekeningen aan de basis en steken ruim boven het 

schitterend gemarmerde blad uit. De aangeboden 

partij is uit zaad geteeld, direct afkomstig uit 

Californië. 


3 st. 18.00 

!40-45 @3-4 #15 $10 %I. L-H 

Erythronium dens-canis 

Wordt sinds 1596 in cultuur aangetroffen. Naast de 

meest voorkomende Nederlandse benaming: 

hondstand of hondstandviooltje wordt ook gebruikt: 

addertong of lamstong, lawinelelie en hertenlelie. 

De aangeboden mengeling bestaat uit de kleuren 

wit, roze tot dieppaars met tussenliggende nuances, 

vaak voorzien van kleine vlekjes. Ze geven één bloem 

per bloemsteel. Schitterend gemarmerd blad. 

Worden ze geplant (als onderbegroeiing) in een 

voedselrijke niet te droge grond dan kunnen ze zich 

snel vermeerderen. 


10 st. 8.50 

!15-20 @3-4 #10 $6-8 %I. L-H 

117

Erythronium dens-canis ‘Lilac Wonder’ 

In 1943 ontving deze selectie een Award of Merit. 

De bloemen zijn keizerlijkpaars met een 

chocoladebruin hart. Bijzonder mooie bladtekening. 


5 st. 12.00 

!15-20 @3-4 #10 $6-8 %I. L-H 

Erythronium dens-canis ‘Purple King’ 

Intro: 1937 door L. Slikker. De bloemen zijn 

cyclamenpaars, in het hart zien we lichtbruine 

spikkeltjes en streepjes met een witte rand. 


5 st. 12.00 

!15-20 @3-4 #10 $6-8 %I. L-H 

Erythronium dens-canis ‘Rose Queen’ 

Roze bloempjes, in het crèmekleurige hart is een 

onregelmatig gevormde, bruine ring zichtbaar. 

Decoratief gevlek blad. 


5 st. 12.00 

!15-20 @3-4 #10 $6-8 %I. L-H 

118

Erythronium dens-canis ‘Snowflake’ 

De laatste selectie: zuiver wit aan de buitenkant aan 

de basis iets purper getint. Ook iets vroeger bloeiend 

dan de andere selecties. 


5 st. 12.00 

!15-20 @3-4 #10 $6-8 %I. L-H 

Erythronium hendersonii 

Intro: 1887. Inheems in Oregon en de aangrenzende 

gebieden in Californië. De lieflijke zacht violette 

bloemen, met meerdere aan een bloemsteel, hebben 

een purperzwart hart, omgeven door een gele cirkel. 

Het donkergroene blad is sterk gevlekt. 

Net zoals bij de oorspronkelijke 

groeiomstandigheden gedijt deze Erythronium het 

best in onze tuinen met een licht vochtig 

voorjaar gevolgd door een droge zomer. 


3 st. 48.00 

!25 @3-4 #15 $6-8 %I. L-H 

Erythronium ‘Kondo’ 

Een kruisingsproduct van E. tuolumnense x E. ‘White 

Beauty’. Zwavelgele knikkende bloemen met een 

opvallende bruine ring in de keel. De bladeren zijn 

lichter getekend dan die van E. ‘Pagoda’. In de jaren 

zestig rijkelijk onderscheiden met vele awards. 

Bestelnr. 8115 5 st. 4.50 

10 st. 8.50 

!25-30 @4-5 #15 $10 %I. L-H 

119

Erythronium ‘Pagoda’ 

Eveneens een kruising van E. tuolumnense x 

E. ‘White Beauty’, met dank aan dhr. Lou Slikker die 

het selectieproces begeleidde. De ca. 30 cm hoge 

bloemstelen worden geflankeerd door vier tot vijf 

knikkende zwavelgele bloemen met in de keel een 

opvallende brede roodbruine kring. De bladeren zijn 

gevlekt met ‘n ietwat overheersing van een 

bronskleurige gloed. In 2010 reikte de K.A.V.B. aan 

deze selectie een jubileumgetuigschrift uit. 

Bestelnr. 606 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!30 @4-5 #15 $10 %I. L-H 

Erythronium revolutum 

Geïntroduceerd rond 1895. Inheems langs de 

westkust van Noord-Amerika. Meestal vier tot vijf 

bloemen per steeltje, variërend in kleur van 

zachtroze tot purperroze. Ook de bloemtekening is 

variabel, geel tot oranjegele cirkels, of soms zelfs 

bruinrode vlekjes rond de keel. Het blad is licht 

gemarmerd. Gedurende de zomer mag de plant niet 

te droog komen te staan. 


3 st. 19.50 

!25-30 @4-5 #15 $10 %I. L-H 

Erythronium sibiricum subsp. altaicum 

Herkomst: Altai-gebergte in West-Siberië. 

De aangeboden partij is afkomstig van 

nakomelingen uit de Republiek Toeva, 

stroomopwaarts langs de rivier Ka-hem op een 

hoogte van 2300-2500 meter. Over de grote zuiver 

witte bloemen ligt een zachtlila waas. Voorheen 

aangeboden als E. sibiricum ‘Altai Snow’. 


3 st. 28.50 

!25 @4-5 #15 $10 %I. L-H 

120

Erythronium sibiricum subsp. sibiricum 

De uit Siberië afkomstige tegenpool van Erythronium 

dens-canis. Ze bloeien later, maar de bloemen zijn 

aanmerkelijk groter: cyclamen-purper met gele 

helmknopjes. 

De vegetatieve vermeerdering gaat moeizaam, maar 

als het verse zaad direct gezaaid wordt, dan is deze 

schoonheid goed te vermeerderen. 


3 st. 34.50 

!25 @4-5 #15 $10 %I. L-H 

Erythronium umbilicatum 

Een in West Virginia en North Carolina 

voorkomende species. De goudgele bloempjes 

hebben op de buitenste bloemblaadjes een 

bruinrood streepje. 

De bladeren zijn fraai gevlekt. 


5 st. 8.50 

!20 @4-5 #10 $6-8 %I. L-H 

Erythronium ‘White Beauty’ 

Intro: ca. 1895. Een cultivar met grote witte bloemen 

met in de keel een smalle bruingele ring. Het blad is 

overwegend lichtgeel geaderd. Deze roomwitte 

schoonheid zal zich op humusrijke grond prima 

uitbreiden. 


10 st. 9.50 

!20-25 @4 #15 $10 %I. L-H 

121

fritillaria BEHOORT TOT DE FAMILIE DER LILIACEAE 

De naam is afkomstig van het Latijnse woord: fritillus, dit betekent dobbelbeker. Eén van de 

opvallendste kenmerken van fritillaria is het gat (gaatje) in de bol. Dit is vooral bij de grote cultivars 

duidelijk waarneembaar. Deze opening markeert de plaats waar de oude bloemstengel heeft gezeten. 

De bol is vrij kwetsbaar vanwege het ontbreken van ‘n droge, beschermende huid. Vrijwel alle 

fritillaria’s hebben hangende klokvormige bloemen. 

De grondsoort behoort goed doorlatend en humusrijk te zijn waar de fritillaria diep moet worden 

geplant. Hoewel de bollen redelijk winterhard zijn, wordt een winterdek warm aanbevolen. 

De decoratieve zaaddozen zijn te verwerken in boeketten. 

Fritillaria acmopetala 

(Synoniemen: F. lycia en F. intermis) 

Intro: 1874. De bladzetting aan de tot 50 cm hoge 

bloemsteel is opvallend. Slechts enkele dunne 

bladeren staan om de 10 cm aan de bloemsteel. 

Tot drie knikkende klokvormige bloemen per 

bloemsteel. Aan de buitenzijde zijn de bloemblaadjes 

olijfgroen met bruine vlekken terwijl de binnenzijde 

kastanjebruin is. Herkomst: het zuidwesten van 

Turkije, Syrië, Libanon en Cyprus waar ze in 

wijngaarden worden aangetroffen. Op de 

oorspronkelijke vindplaatsen worden ze als ‘onkruid’ 

afgedaan! 

Bestelnr. 620 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!50 @4-5 #5 $6-8 %6 Z-L 

Fritillaria acmopetala subsp. wendelboi 

Een introductie vernoemd naar de ‘ontdekker’, 

de Noorse botanicus professor Per Erland Berg 

Wendelbo (1927-1981), die vele levensjaren 

doorbracht aan de hortus van Göteborg (Zweden). 

Er zou ‘ergens’ sprake van een dwergvorm van 

F. pontica kunnen zijn, maar er zijn toch essentiële 

verschillen. De bladeren zijn wat breder en grijsgroen 

van kleur. De bloemblaadjes zijn olijfgroen met 

donkerbruine vlekken, afgebiesd met een 

donkerpurperen randje. Een schitterend miniatuurtje. 


5 st. 12.00 

!10-20 @4-5 #5 $6-8 %6 Z-L 

122

Fritillaria amana 

(Synoniemen: F. hermonis subsp. amana, F. guicciardii, 

F. ochridiana, F. unicolor, F. urmensis en F. zahnii) 

Intro: 1975 door E.K. Bells. Herkomst: Turkije 

(het Amana gebergte), Syrië en Libanon. 

Eén, soms twee breed klokvormende bloemen op 

een 20-30 cm hoge bloemsteel. De bloemkleur is 

groen met een variabel bruinachtig purperen 

ruitpatroon aan de randen van de buitenste 

bloemblaadjes. De bladeren zijn glanzend groen. 


10 st. 8.50 

!20-30 @4-5 #5 $6-8 %5 Z-L 

Fritillaria amana ‘Goksun Gold’ 

De groene kleur in F. amana is hier vervangen door 

een mooie diep goudgele kleur. Er zit minder rood in 

de bloem en het bruine ruitpatroon is ook niet 

aanwezig. Deze mooie vorm van F. amana is 

gevonden op de berg Goksun in Zuid-Turkije. 


3 st. 19.50 

!20-25 @4-5 #5 $6-8 %5 Z-L 

Fritillaria aurea 

(Synoniemen: F. cilico-taurica en F. bornmuelleri) 

Intro 1854. Inheems in Centraal-Turkije waar deze 

groeit tussen kalksteenrotsen en klippen, vaak bij 

smeltende sneeuwplekken op 1800-2000 meter 

hoogte. Waarschijnlijk de mooiste geelbloeiende 

Fritillaria met een enkele hangende klokvormige 

bloem, voorzien van een bruin ruitpatroon. 

Behoorlijk variabel in hoogte. 


3 st. 27.00 

!5-20 @4-5 #5 $6-8 %I. Z-L 

123

Fritillaria biflora 

(Synoniemen: F. ineziana, F. inflexa en F. succulenta) 

Herkomst: Zuid-Californië en Zuid-Oregon. 

Nederlandse naam: chocoladeklokjes. Het blad is 

glanzend lancetvormig en zo’n 4 cm breed. 

De donkerbruine (bijna zwarte) bloemen met 

dieprode schaduwen staan wijd open, waaieren uit 

bij de opening en zijn voorzien van ‘n groene gloed. 

Aan de binnenkant is elk bloemblad getekend met 

een bruine streep. De stijl is nadrukkelijk driespletig, 

waarbij de drie delen terugkrullen. 


3 st. 19.50 

!30-40 @3-4 #5 $6-8 %I. Z-L 

Fritillaria bithynica subsp. carica 

(Synoniem: F. carica?) 

Vindplaatsen met name in cederbossen in het 

zuidwesten van Turkije. De 10-15 cm hoge steel 

heeft brede, lancetvormige bladeren, gerangschikt in 

paren, tegenover elkaar staand met een grijze gloed. 

De bloemkleur is geel met een zweem van bruin en 

groen. 


3 st. 8.25 

!10-15 @4-5 #5 $6-8 %5 L-H 

Fritillaria bucharica ‘Giant’ 

Intro: 1884. Herkomst: Noord-Afghanistan, 

Tadzjikistan en het oosten van Oezbekistan. 

De donkergroene bladeren zijn breed lancetvormig 

die naar de top smaller worden. Zo’n acht tot tien 

witte bloemen met een grijsachtige waas is normaal. 

Verlangt een droge en zonnige plek 

gedurende de zomermaanden. 


3 st. 12.75 

!20-30 @4-5 #10 $6-8 %6 Z-L 

124

Fritillaria camschatcensis 

(Synoniem: Lilium camschatcense) 

Intro: 1757. De enige transatlantische species. Komt 

voor in Noord-Amerika, van Washington tot Alaska 

en daar door de Eskimo’s: Eskimo-aardappelen 

genoemd. Ook wordt hier de naam Chocolate Lily 

gebruikt. Ze worden ook aangetroffen op de Koerilen, 

Kamtsjatka en Noord-Japan. ‘Rijstekorrelbolletje’ is 

een toepasselijke bijnaam, dit vanwege de vele 

kraaltjes die na uitgroei de oorspronkelijke bol 

omgeven. Heldergroene bladerkransen, meestal vijf 

in getal, omgeven de bloemsteel. Knikkende, bijna 

zwarte bloemen met opvallende gele helmknopjes. 


3 st. 12.75 

!40 @4-5 #10 $6-8 %I. L-H 

Fritillaria caucasica 

(Synoniem: F. tulipifolia) 

Inheems in Noordoost-Turkije, Noordwest-Iran en de 

Kaukasus, meestal op venige grond. Het aanbod is 

afkomstig uit de heuvels nabij het meer Sevan in 

Armenië. De weinig bebladerde slanke bloemsteel 

torst slanke, klokvormige, donker purperen bloemen. 

In zijn geheel is de plant groter dan F. armena waar 

hij sterk op lijkt. 


3 st. 24.00 

!30 @4-6 #10 $6-8 %I. Z-L 

Fritillaria davisii 

Herkomst: Griekenland (het zuidoosten van de 

Peloponnesus). Vernoemd naar Dr. Peter H. Davis 

die deze fritillaria daar in 1940 aantrof. Onder 

aan de bloemsteel bevinden zich twee brede en 

glanzende bladeren. De tot drie dikke wasachtige 

bloemknoppen tonen een sterk ruitpatroon. 

De bloemkleur is chocoladebruin met groen en aan 

de uiteinden van de kelkblaadjes een minuscuul geel 

randje, aan de binnenzijde lichter gevlekt. 


5 st. 6.00 

!20 @4 #5 $6-8 %5 Z-L 

125

Fritillaria drenovskyi ! 

In juni 1931 ontdekt door A. Drenovsky op 

kalksteenrotsen in Bulgaars Macedonië nabij de 

Griekse grens. De ranke species bereikt een hoogte 

van 30 cm en draagt één tot drie conisch gevormde, 

hangende bloemen, bruinpurper aan de buitenkant 

met een geelgroene binnenkant. 

De aangeboden bollen zijn afkomstig van zaad dat 

nabij Drama in Griekenland verzameld is. 

Licht vochtige standplaats. 


3 st. 36.00 

!30 @4 #5 $6-8 %I. Z-L 

Fritillaria eduardii 

(Synoniemen: F. imperialis subsp. eduardii en 

Petilium eduardii) 

Herkomst: Hoog in de bergen van Tadzjikistan. 

Op de beschaduwde hellingen worden ze nog 

veelvuldig aangetroffen. De bloeiwijze bestaat uit 

licht oranje knikkende klokvormende bloemen, 

die enigszins terugkrullen. F. eduardii is niet 

vegetatief te vermeerderen. 

De aangeboden partij is licht variabel. De bloemen 

verspreiden niet de zogenaamde vossengeur, 

zoals F. imperialis dat doet. 


3 st. 16.50 

!70-80 @3-4 #20 $15-20 %20 L-H 

Fritillaria eduardii var. inodora ! 

(Synoniem: F. imperialis var. inodora) 

Voorheen ingedeeld bij de imperialis-groep. 

Uniek aan deze aangeboden keizerskroon is dat hij 

reukloos is! Afkomstig uit Turkestan. De hoge stengel 

draagt oranjerode klokvormige bloemen. 


3 st. 12.75 

!70-80 @4 #20 $15-20 %16 Z-H 

126

Fritillaria elwesii 

(Synoniem: F. sieheana) 

Herkomst: het zuidwesten van Turkije, waar ze 

worden aangetroffen als onderbegroeiing van 

pijnbomen. Het steeltje is omgeven door smalle 

gewelfde bladeren. De tot vier semi-knikkende en 

klokvormige bloemen zijn purperbruin met 

heldergroene streepjes. Het hart van de bloem is 

gevuld met gele meeldraden en een brede harige 

stijl. 


5 st. 6.00 

!30-40 @5-6 #10 $6-8 %5 Z-L 

Fritillaria ‘Golden Flag’ 

Een mutant uit F. aurea. Een opmerkelijk verschil 

met het type is dat de bloem wijder uitstaat. 

De gele bloemetjes zijn aan de buitenzijde voorzien 

van een verbluffend mooie nervatuur en spikkeltjes. 


5 st. 9.50 

!10-12 @4-5 #5 $6-8 %5 Z-L 

Fritillaria graeca 

(Synoniemen: F. guicciardii, F. ochridiana, F. unicolor, 

F. urmensis en F. zahnii) 

Waarschijnlijk is de naam graeca onjuist en dient dit 

thessala te zijn. Al die bijnamen zijn te danken aan 

de variatie in grootte en kleur die deze groep 

kenmerkt. Spits toelopende grijsgroene bladeren 

waarvan de onderste duidelijk breder zijn. Tot vier 

klokvormige knikkende bloemen, bruinpurper 

geruit op een groene ondergrond met op ieder 

bloemblaadje een duidelijk zichtbare groene streep. 

Herkomst: Noord-Griekenland tot in 

Zuid-Bulgarije. Vochtige bodem. 


5 st. 7.00 

!20 @3-5 #10 $10 %5 L-H 

127

Fritillaria hermonis ! 

subsp. hermonis 

Oorspronkelijk voorkomend op de berg Hermon in 

Libanon, waar ze op puinhellingen tussen de rotsen 

staan. Deze zeldzame dwergspecies heeft korte 

steeltjes van 5 tot 10 cm hoog en lancetvormig, 

grijsgroen blad. De slanke, naar verhouding grote 

klokken, zijn rood en bruin geblokt op een 

olijfgroene ondergrond. De binnenkant van de 

bloem is donkerder rood tot paars, met korte zwarte 

nectariën. 


3 st. 18.00 

!10 @4-5 #10 $6-8 %I. Z-L 

Fritillaria kotschyana ! 

Herkomst: het Elburz gebergte in Noord-Iran. 

De weinige spitstoelopende bladeren zijn glanzend 

groen. De belvormige bloemen zijn aan de 

buitenzijde bloedrood met een bruin en een groen 

ruitjespatroon. De gele meeldraden en gespleten stijl 

zijn duidelijk waarneembaar. Het is geen 

moeilijke species op goed doorlatende bodem. 


3 st. 16.50 

!15 @3-4 #10 $6-8 %5 Z-L 

Fritillaria latakiensis 

Intro: 1975. Herkomst: het Taurus gebergte en nabij 

Latakia in het noordwesten van Syrië. De 1 tot 2 

smalle klokvormige bloemen zijn paars, soms met 

een grijze gloed, vaak ook met een groene streep in 

het midden van de bloemblaadjes. 

De bloemopening is zo smal, dat nauwelijks te zien is 

dat de meeldraden paars met een lichtgroene glans 

zijn. 


3 st. 9.75 

!25-40 @3-4 #5 $6-8 %I. Z-H 

128

Fritillaria meleagris 

Intro: 1573. Kievitsbloem, komt voor in vrijwel geheel 

Europa, in Nederland op de uiterwaarden langs de 

IJssel, massaal voorkomend in Hasselt en bij de 

Reeuwijkse plassen. Het is een stinzenplant. Bij 

uitstek geschikt voor verwildering. De bladeren zijn 

langwerpig. De bloemsteel heeft vrijwel altijd één 

klokvormige bloem per stengel, maar naarmate de 

planten langer op een plaats vast staan, kan dit 

aantal oplopen tot drie. De bloemen zijn wit tot 

paars met vele tussenliggende nuances, vaak met 

een gespikkeld en/of blokvormig patroon. 

Bestelnr. 670 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

250 st. 30.00 

!30 @3-5 #5 $6-8 %7 L-S 

Fritillaria meleagris ‘Alba’ 

Een selectie uit verzamelde witte tinten van 

F. meleagris. Een frisse verschijning op wat 

donkerdere plaatsen in de tuin. 

De groene bloemtekening zoals bij de soort is 

nauwelijks waarneembaar. 

Bestelnr. 673 10 st. 3.75 

25 st. 9.00 

!20 @4-5 #5 $6-8 %5 L-S 

Fritillaria messanensis ! 

subsp. gracilis 

(Synoniemen: F. neglecta en F. illyrica) 

Inheems in het noorden van Albanië en Macedonië 

in de bossen op rotsgrond en op los kalksteenpuin. 

Het aanbod komt van de berg Galicica in Macedonië. 

De variabele klokvormige bloemen zijn lichtbruin tot 

roodbruin, met olijfgroen, meestal niet geblokt. 

Het smalle grasgroene blad is schaars. Bij voorkeur 

op een half beschaduwd, droog plekje. 


3 st. 19.50 

!30 @3-4 #5 $6-8 %I. L-H 

129

Fritillaria michailovskyi 

Intro: 1905. Herkomst: het noordoosten van Turkije, 

vooral rond het Vanmeer en Kars. In 1904 voor het 

eerst aangetroffen en beschreven door Michailovski. 

Prima geschikt voor een wat 

beschaduwde rotstuin. De weinige bladeren zijn 

enigszins ellipsvormig. 

De bloemen tot wel acht in getal, zijn roodachtig 

purper met een kunstig goudgeel gebiesde 

bloemrand, de keel is geel. Een plaatje! 

Bestelnr. 675 10 st. 3.75 

25 st. 9.00 

!20 @4-5 #5 $6-8 %5 L-H 

Fritillaria minuta 

(Synoniem: F. carduchorum) 

Intro: 1859. Herkomst: Zuidoost-Turkije en 

Noord-west-Iran. De bloemkleur is bruinachtig 

oranje met ‘n zweem van stofgrijs, aan de 

binnenzijde is de smalle bloem voorzien van een 

barnsteengeel netwerk. De stijl is glad en in drieën 

gedeeld. Glanzend groen blad. Deze fritillaria houdt 

ervan om diep geplant te worden in een humusrijke 

bodem en wilt ‘s zomers niet te droog komen 

te staan. 


10 st. 8.50 

!6-10 @4-5 #5 $6-8 %5 Z-L 

Fritillaria montana 

(Synoniemen: F. causolesis, F. neglecta, F. nigra, 

F. orsiniana, F. racemosa en F. tenella) 

Een wijdverbreid soort dat in heel Zuid-Frankrijk tot 

in Noord-Italië en verder weg tot in het 

voormalige Joegoslavië en Noord-Griekenland vrij 

goed is te vinden op steile hellingen. Het verspreid 

staande blad is kort en blauwachtig. 

De bloemkleur: aan de buitenzijde donker 

paarsachtig bruin met bruine en wat geelgroen. 

De binnenzijde is overwegend citroengeel met groen 

en kastanje, naar de basis bruinachtig. 

De bloemblaadjes zijn aan de top iets teruggeslagen. 


3 st. 9.75 

!30-40 @3-5 #5 $6-8 %I. Z-L 

130

Fritillaria olivieri 

Inheems in het noorden van het Zagros Gebergte in 

Iran, in drassige weiden langs beken op 1800 tot 

4000 meter hoogte. De alleenstaande groene 

klokvormige bloemen zijn voorzien van 

chocoladepurperen strepen. Het slanke blad is 

groen van kleur. Deze species is nauw verwant aan 

F. kotschyana. 


3 st. 12.75 

!30-35 @5-6 #5 $6-8 %I. Z-L 

Fritillaria orientalis ! 

In Centraal-Kaukasus groeit F. orientalis onder 

heersters tussen de rotsen op turfachtige bodem. 

Het vormt 30 cm hoge pollen met fraai blad en 

mooie, purper geblokte bloemen, aan de 

binnenkant geelgroen met purperen markeringen. 


verzameld is in de Terek-kloof in Georgië. 


3 st. 27.00 

!30 @4 #5 $6-8 %I. L-H 

Fritillaria pallidiflora 

Intro: 1857. Ontdekt door de Duitse botanicus en 

plantenverzamelaar Eduard August von Regel 

(1815-1892). Mooie zeegroene kruislings geplaatste 

bladeren. Grote (ca. 5 cm) knikkende citroengele 

(pallidus betekent bleekgeel) bloemen met zowel aan 

de binnenzijde als aan de buitenzijde fijne groene 

nerven. De plant draagt wel tot zeven bloemen per 

stengel. Herkomst: Oost-Siberië en Noordwest-China 

in vochtige veenachtige gras- en weidelanden. 

In China worden ze gekweekt voor medicinale 

doeleinden, net als alle andere Chinese species. 


5 st. 9.50 

!30 @3-4 #10 $10 %10 L-H 

131

Fritillaria persica 

(Synoniemen: F. eggeri, F. libanotica, F. arabica en 

Lilium persicum) 

Herkomst: Cyprus, Turkije, Iran en Syrië. 

De ca. 90 cm hoge bloemsteel wordt omgeven 

door blauwgroene bladeren die beurtelings langs 

de steel staan, vaak alleen, soms met drie bladeren 

op gelijke hoogte. 

De klokvormige intens donkerpurperen bloemen 

vormen een tros met een lengte van zo’n dertig cm. 

De aangeboden bollen zijn Nederlands gekweekt. 


3 st. 9.75 

!90 @4-5 #30 $15-20 %24 Z-L 

Fritillaria persica ‘Ivory Bells’ 

Een crèmewitte mutant uit F. persica. Mooie volle 

bloemaren met afhangende klokvormige 

bloemetjes. De selectie ‘Ivory Bells’ onderscheidt zich 

van F. persica ‘Alba’ door veel dichter bezette 

bloemstelen. De gehele plantopbouw oogt voller en 

krachtiger. 


3 st. 24.00 

!80-90 @4-5 #30 $15-20 %24 Z-L 

Fritillaria pinardii ‘Ole Sonderhausen’ 

F. pinardii is één van de meest wijdverspreide soorten 

in Turkije, vaak iets verscholen onder struikgewas, 

omdat zij anders in het open veld door grazende 

schapen worden opgegeten. Meestal is de 

alleenstaande bloem geel met bruin, maar dit kan 

variëren. De aangeboden selectie heeft grote, wijd 

uitstaande, dofpurperbruine bloemen waarbij de 

bloemblaadjes gegolfd zijn. Uniek aanbod. 


3 st. 19.50 

!15-20 @4 #5 $6-8 %I. L-H 

132

Fritillaria pontica 

(Synoniem: F. olympica) 

Intro: 1826. Herkomst: Albanië, Noord-Griekenland 

en Zuid-Bulgarije tot en met de Pontische bergen in 

Turkije. Verlangt een licht beschaduwd plekje, maar 

is probleemloos te kweken. Bloeit in april-mei met 

één tot drie bloemen aan 15-35 cm lange stengels. 

De aparte bloemkleur is het best te omschrijven als: 

lichtgroen, naar de rand purperachtig bruin. 

Bestelnr. 685 10 st. 4.50 

25 st. 10.50 

!15-35 @4-5 #5 $6-8 %6 L-H 

Fritillaria raddeana 

(Synoniem: F. askhabadensis) 

In 1909 wordt deze aan Fritillaria imperialis verwante 

fritillaria voor het eerst aangeboden in Engelse 

catalogi. Herkomst: Afghanistan, het noordoosten 

van Iran en het zuidoosten van Turkije. Glanzend 

groene spits toelopende bladeren, die afwisselend 

zijn geplaatst tot vijftien cm van de bloeiwijze. Ieder 

stervormig en hangend bloemetje, vrijwel 

horizontaal geplaatst ten opzichte van de steel, is 

bleek sleutelbloemgeel met een zachtgroene gloed. 


3 st. 19.50 

!60-80 @3-4 #20 $15-20 %16 Z-L 

Fritillaria reuteri 

Herkomst: Iran, nabij Isfahan, in natte, 

leemhoudende weiden op 2500-3000 meter hoogte. 

De plant lijkt op een rijk bloeiende 

F. michailovskyi, maar de bloemen zijn korter en 

slanker, de bloemstengel is langer. 

De klokvormige bloemen zijn donker kastanjebruin 

tot rood van kleur, ze staan horizontaal en wijd open 

en zijn voorzien van een geel randje. Het blad is 

lancetvormig. F. reuteri gedijt het beste op een koele, 

vochtige standplaats. 


3 st. 12.75 

!25-30 @4-5 #10 $6-8 %I. L-H 

133

Fritillaria sewerzowii 

(Synoniem: Korolkowia sewerzowii ) 

Herkomst: op puinhellingen in Kirgizië, Kazachstan, 

Afghanistan, Noord-Pakistan en Kasjmir, tot ver in 

China. Het tegenover elkaar geplaatste ellipsvormige 

blad is grijsgroen en zit langs een 25 tot 30 cm hoge 

steel. De pagodevormige bloemen, tot wel vijftien 

per steel, zijn slank tot halverwege de 

kroonbladeren, daarna naar buiten uitwaaierend 

waardoor de zwarte helmknoppen extra opvallen. 

De bloemkleur varieert van groen en bruin aan de 

buitenkant en zuiver groen aan de binnenkant tot 

paars. 


3 st. 18.00 

!30 @4-5 #20 $15-20 %16 Z-L 

Fritillaria stenanthera 

Herkomst: Oezbekistan, via Afghanistan naar 

Noord-Iran, en in het Kara-Tau gebergte in 

Kazachstan. Ze worden pleksgewijs aangetroffen 

rond Tasjkent en Chimgan. Een brede paarse cirkel 

rond de nectarklieren overheerst de bijzonder fraaie, 

zachtroze bloemen die ver opengaan en bijna 

horizontaal staan. De bladeren zijn grijsgroen. 


3 st. 39.00 

!15-20 @4 #10 $6-8 %I. Z-L 

Fritillaria thunbergii 

F. thunbergii heeft aan de bladtoppen een soort 

hechtranken, waarmee deze zich in het wild staande 

houdt tussen de bamboe. Wanneer de fritillaria 

geplant staat bij heesters, zal die zich vastgrijpen 

met zijn hechtranken in de takken. 

Op een kwekerij zag ik ze eens tussen de Leucojum 

aestivum ‘Gravetye Giant’ groeien. De bloemsteel 

draagt zo’n zestal verspreid zittende crèmegroene 

knikkende klokvormige bloemen die aan de 

binnenzijde rood gespikkeld zijn. 

Herkomst: Oost-Siberië, het noordwesten van China 

en verwilderd in Japan. 


3 st. 12.75 

!50 @4-5 #10 $6-8 %I. L-H 

134

Fritillaria uva-vulpis 

Nederlandse naam: vossendruif. Intro: 1974. 

Herkomst: Oost-Turkije, Noord-Irak en West-Iran. 

Enkele glanzend groene en smalle bladeren 

omhullen de ca. 25 cm hoge bloemsteel. 

De bloeiwijze bestaat uit klokvormige knikkende 

bloemetjes, purperachtig van kleur en gehuld in een 

groene waas. De topjes van de bloemblaadjes zijn 

goudgeel, zo ook de keel. Leuk snijbloempje maar 

indien u ze laat uitgroeien, verschijnen de fraaie 

vruchtbeginsels. Het is één van de gemakkelijkste 

fritillaria’s. 

Bestelnr. 703 25 st. 3.50 

50 st. 6.50 

!25-30 @4-5 #5 $6-8 %7 Z-H 

Fritillaria whittallii 

Herkomst: het zuiden en westen van Turkije op 

stenige hellingen. Al in 1909 in een Britse catalogus 

aangeboden. De knikkende bloempjes, twee tot drie 

cm groot, soms twee per steel, zijn groengeel met 

een donkerbruin netwerk, soms ook 

donkerbruin geruit. De gespleten stijl is kort. 


3 st. 12.75 

!20-30 @4-5 #5 $6-8 %5 Z-L 

fritillaria imperialis 

De Nederlandse naam luidt: keizerskroon. De zeer stevige bloemsteel is aan de onderste helft voorzien 

van smalle en spits toelopende glanzende bladeren. De lelieachtige bloemen, gevormd als een trompet, 

gaan vergezeld van een kroon met groene bladeren. Elk geaderd bloemblaadje heeft aan de binnenzijde 

een duidelijk zichtbaar honingstempel. U kunt genieten van de heerlijke honingsmaak door in de 

vroege ochtend eens, nadat de dauwdruppels hun werk hebben verricht, een licht tikje tegen de bloem 

te geven (uiteraard uw hand eronder houden) om van dit heerlijke vocht te proeven. De typische 

‘vossengeur’ van keizerskronen, waarvan wordt gezegd dat het mollen, veldmuizen en woelratten 

weghoudt, wordt veroorzaakt door één vluchtige stof, een zwavelhoudend terpeen, dat de plant 

produceert. Rond het midden van de zestiende eeuw werden in Leiden, via Wenen (Oostenrijk) door 

Carolus Clusius de eerste fritillaria’s aangeplant. Herkomst: Turkije, het zuidoosten en westen van Iran, 

Afghanistan, Pakistan en het Kashmir gebergte. Om meerdere jaren achtereen een goede bloei te 

krijgen, is het belangrijk dat de keizerskroon jaarlijks van flink wat voeding en organische stof wordt 

voorzien. Herplanten is alleen nodig als de groepen te massief geworden zijn. 

135

Fritillaria imperialis ‘Argenteovariegata’ 

In cultuur sinds 1771. Het aanbod komt uit de 

Hortus Bulborum te Limmen. 

De bloemkleur is rood. 

De bladeren, want daar gaat het in feite om, 

zijn groen en gebiesd met een zilveren randje, 

variabel in breedte. 


3 st. 30.00 

!70-80 @4-5 #20 $15-20 %I. Z-H 

Fritillaria imperialis ‘Aureomarginata’ 

Wordt sinds 1661 gekweekt. 

Bloemkleur: oranjerood met een zweem van rood. 

De bladeren zijn voorzien van een gedistingeerde 

crèmegele rand. 


3 st. 30.00 

!70-80 @4-5 #20 $15-20 %I. Z-H 

Fritillaria imperialis ‘Garland Star’ 

Een keizerskroon die in 2004 geregistreerd is. 

Stevige 75 cm hoge paarsbruine stengel met kleine 

groene vlekjes. Goed groeiende variëteit met vele 

grijsoranje 6,5 cm lange bloemen. De binnenzijde 

van de klokken is oranje met oranjerode nerfjes. 


3 st. 11.25 

!70-80 @4-5 #20 $15-20 %22 Z-H 

136

Fritillaria imperialis ! 

‘Orange Beauty’ 

Een nieuwe beauty, vroeg bloeiend met talrijke grote 

oranje bloemen. Na de bloei verschijnen er mooie 

zaaddozen die goed te drogen zijn voor decoratie. 

De bollen zijn opvallend wit en weinig vatbaar voor 

fusarium. 


3 st. 11.25 

!90-100 @4 #20 $15-20 %22 Z-H 

Fritillaria ‘Vivaldi’ ! 

Bronsoranje en naar de punt van de bloemblaadjes 

zachter oranjegeel wordend. Mooi, zeker in 

combinatie met de donkere stelen. Echt een 

aanwinst in het assortiment keizerskronen. 

Bestelnr. 9687 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!70 @4-5 #20 $15-20 %14 Z-H 

Fritillaria ‘Chopin’ ! 

Vernoemd naar de Poolse componist Frédéric 

François Chopin. Op de krachtig oranjerode bloemen 

zit een donkere gloed. De bloemstelen zijn eveneens 

donker gekleurd. 

Bestelnr. 9686 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!70 @4-5 #20 $15-20 %14 Z-H 

137

Fritillaria ‘Beethoven’ ! 

Deze en de vorige twee Componisten zijn 

kruisingsproducten waarbij o.a. F. imperialis één van 

de ouders is. 

De mat oranjerode bloemen worden gedragen door 

donkere, glanzende stelen. 

Bestelnr. 9685 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!70 @4-5 #20 $15-20 %14 Z-H 

galanthus BEHOORT TOT DE FAMILIE DER AMARYLLIDACEAE 

Van het sneeuwklokje zijn tot nu toe negentien soorten bekend. Dat kan nog best eens veranderen en 

niet alle botanici zijn het ook eens over dit aantal. Soorten komen ergens ter wereld in het wild voor. 

Veel sneeuwklokjes zijn erg variabel en als iemand een afwijkend sneeuwklokje ontdekt en dat een 

naam geeft dan is er weer een cultivar bij. Men zegt, maar niemand heeft ze ooit geteld, dat er nu zo’n 

2000 cultivars bestaan. Dat is veel en er komen in de sneeuwklokjestijd ook nog steeds nieuwe bij. 

Het is “in” om sneeuwklokjes te verzamelen en fanatieke galanthofielen hebben grote bedragen voor 

een bolletje over. Door al die verschillende soorten en cultivars is het mogelijk om vanaf de herfst tot in 

april sneeuwklokjes bloeiend in de tuin te hebben. Belangrijk is de bollen meteen na aankomst te 

planten. Vaak worden bijzondere sneeuwklokjes “in the green” verkocht, houd hiervoor onze 

webwinkel in de gaten op www.pcnijssen.nl 

Galanthus angustifolius ! 

Zeldzame vorm die alleen voorkomt in het noorden 

van de Kaukasus en nog zeldzamer is in cultuur. 

En daarom was Colin Mason zo sceptisch nadat ik 

vertelde dat Antoine Hoog hiervan een klein partijtje 

voor ons teelt. Een jaar later, nadat Colin enige 

exemplaren van ons ontvangen had, beaamde hij de 

soortechtheid. Op de binnenste bloemblaadjes staat 

een enkel V- of U-vormig groen merkje. Voor een 

schaduwplekje op humusrijke bodem. 


3 st. 27.00 

!15 @2-3 #5 $5 %I. L-S 

138

Galanthus ‘Charlotte’ (Imperial Group) 

In een partij sneeuwklokjes die bollenkweker Jan 

Huisman van een boer in de Wieringermeer kocht 

ontdekte hij een sneeuwklokje dat duidelijk anders 

was. Niet wat tekening betrof, want die was niet 

afwijkend van de Galanthus nivalis waar het tussen 

stond, maar wel wat bloei betrof. Dit sneeuwklokje 

dat maar kleine bolletjes heeft, bloeit ongelooflijk 

rijk en iets later dan de gewone soort. Jan noemde 

het naar zijn kleindochter Charlotte. 

Bestelnr. 9219 5 st. 4.95 

10 st. 9.50 

!15-20 @2-3 #5 $5 %I. L-S 

Galanthus ‘Dionysus’ (Double Group) 

De dubbele sneeuwklokjes van Heyrick Greatorex 

zijn beroemd. In de jaren vijftig van de vorige eeuw 

voerde hij geheimzinnige kruisingen uit met als 

resultaat een aantal dubbele sneeuwklokjes waarbij 

de binnenste bloemblaadjes veel netter gerangschikt 

zijn dan van ‘Flore Pleno’. Het is vaak moeilijk om de 

dubbele sneeuwklokjes van Greatorex uit elkaar te 

houden. ‘Dionysus’, ook wel op de markt als ‘Sybil 

Roberta’ heeft soms langere, meer overhangende 

bloemsteeltjes dan de andere. 


5 st. 12.00 

!15-20 @3 #5 $5 %I. L-S 

Galanthus elwesii var. elwesii 

(Synoniem: G. elwesii) 

In 1874 ontdekte de Engelse plantenverzamelaar 

Henry John Elwes het grote sneeuwklokje. 

Het werd naar hem vernoemd, Galanthus elwesii. 

Van dit sneeuwklokjes bestaan twee variëteiten, 

Galanthus elwesii var. elwesii en Galanthus elwesii 

var. monostictus. Die twee ontlopen elkaar niet veel, 

het enige verschil is dat de laatste één vlek op de 

binnenste bloemblaadjes heeft en de eerste twee. 

Ze zijn niet in een groep ingedeeld omdat het 

soorten zijn en geen cultivars. 

Bestelnr. 729 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

100 st. 27.00 

!20 @2-4 #5 $6-8 %7 L-S 

139

Galanthus ‘Flore Pleno’ (Double Group) 

(Synoniem: G. nivalis var. hortensis flore semipleno) 

Het bekende dubbele sneeuwklokje dat al sinds 1731 

in cultuur is. De binnenste bloemblaadjes vormen 

een frivool rokje waarbij de blaadjes lang niet zo 

netjes gerangschikt zijn als bij de Greatorex doubles 

bijvoorbeeld. Het leuke van deze sneeuwklokjes is 

dat ze al uit de verte te herkennen zijn. De buitenste 

bloemblaadjes worden opgetild door de binnenste 

en daardoor zien ze er extra wit uit. Ze bloeien lang, 

zijn sterk en vermeerderen zich snel, voor je het weet 

heb je een veldje. 

Bestelnr. 750 10 st. 5.00 

25 st. 11.25 

!15-20 @2-3 #5 $5 %5 L-S 

Galanthus ‘Hippolyta’ (Double Group) 

Ook weer een van de Greatorex doubles. 

Een vermaarde serie dubbele sneeuwklokjes van 

Heyrick Greatorex die veel op elkaar lijken. 

De goede man kon niet kiezen en heeft er een aantal 

die erg op elkaar lijken een mooie naam gegeven. 

Deze sneeuwklokjes hebben ook weer keurige rokjes, 

maar de plantjes zijn minder hoog. 


5 st. 7.00 

!20-25 @2-3 #5 $5 %I. L-S 

Galanthus ‘Lady Elphinstone’ ! 

(Gold Group) 

Dit is een gevuldbloemige G. nivalis met gele 

markeringen, reeds in 1890 ontdekt in Cheshire. 

Iets wat heel bekend is over dit klokje is zijn 

wispelturig gedrag. Het ene jaar ontwaren we 

abrikoosgele markeringen in de dubbele bloemen, 

het andere jaar zijn die markeringen gewoon groen. 

Niemand weet waarom, er wordt gezegd dat hoe 

kouder het is, hoe geler de markeringen zijn. In ieder 

geval mooi. De bollen zijn afkomstig van een 

beroemde Engelse kwekerij. 


3 st. 42.00 

!20-25 @2-3 #5 $5 %I. L-S 

140

Galanthus ‘Magnet’ (Imperial Group) 

Een sierlijk sneeuwklokje dat al meer dan 100 jaar 

bestaat en door James Allen werd geselecteerd. 

Tegelijk met ‘Magnet’ selecteerde hij het 

sneeuwklokje ‘Galatea’. Volgens Matt Bishop 

(Snowdrops) kunnen deze twee uit elkaar gehouden 

worden door naar hun bloemsteeltje te kijken. Bij 

‘Galatea’ knikt het (lange, gebogen) bloemsteeltje 

net bij het vruchtbeginsel en bij ‘Magnet’ niet. Als je 

het helemaal zeker wilt weten kijk dan naar de 

tekening op de binnenste bloemblaadjes, de hoek 

van het V-tje is bij ‘Magnet’ 70º en bij ‘Galatea’ 90º. 


5 st. 7.50 

!20-25 @3 #5 $5 %I. L-S 

Galanthus nivalis 

Het gewone sneeuwklokje dat iedereen kent. 

Als sneeuwklokjes in sprookjes, gedichten en 

verhalen voorkomen dan is het dit sneeuwklokje. 

Deze soort komt oorspronkelijk uit West-, 

Midden- en Zuid-Europa, maar werd rond 1500 in 

Nederland geïmporteerd. De buitenste 

bloemblaadjes zijn wit en op de binnenste een kleine 

groene U-vormige tekening. Uitstekende tuinplant, 

geschikt voor verwildering. 

Bestelnr. 745 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

100 st. 27.00 

!15-20 @2-3 #5 $5 %5 L-S 

Galanthus ‘S. Arnott’ (Imperial Group) 

(Synoniemen: G. ‘Arnott’s Seedling’ en G. ‘Sam Arnott’) 

Als je maar één cultivar zou mogen kiezen dan moet 

je deze nemen. Dit is een super sneeuwklokje. 

De bloemstengels zijn meer dan 30 cm lang en de 

grote bloemen hebben mooie bolle buitenste 

bloembladen. De binnenste bloembladen hebben 

V-U-vormige groene tekening. Bijzonder is dat 

‘S. Arnott’ heel sterk naar honing geurt. 


5 st. 7.00 

!30 @2-3 #5 $5 %5 L-S 

141

Galanthus ‘Viridapice’ (Green Group) 

Deze sneeuwklokjes worden wel oneerbiedig 

‘groenpunten’ genoemd, maar je weet dan wel 

meteen waar je het over hebt. De buitenste blaadjes 

hebben groene punten alsof ze in een potje groene 

verf gedoopt zijn. J.C.M. de Hoog van kwekerij Van 

Tubergen vond dit sneeuwklokje rond 1900 bij een 

oude boerderij in Noord-Holland. 

De Engelsen denken nog wel eens dat dit 

sneeuwklokje van Engelse afkomst is en dat komt 

omdat het in 1922 door een Engelse bollenkweker 

op een RHS Show werd ingezonden. Maar ook toen 

al was er veel handel tussen Nederland en Engeland. 


10 st. 9.50 

!15-20 @2-3 #5 $5 %5 L-S 

Galanthus woronowii 

(Synoniemen: G. ikariae, G. ikariae subsp. latifolius, 

G. ikariae subsp. snogeruppi, G. latifolius en G. platyphyllus) 

Deze soort werd in 1935 gevonden door een 

Russische botanicus en vernoemd naar Woronow, 

een plantenverzamelaar uit Georgië. 

Dit sneeuwklokje is zo duidelijk afwijkend dat het 

goed te herkennen is. De bladeren zijn veel breder 

dan van andere sneeuwklokjes en glanzend groen 

van kleur. De buitenste bloemblaadjes zijn wit en 

veel langer dan de binnenste die een groene 

tekening hebben. 

Bestelnr. 758 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!20 @2-3 #5 $6-8 %7 L-S 

Bahco Bollenplanter 

Stevige stalen uitvoering 

met beukenhouten handvat. 

Gemakkelijk snijdend. 

142 



De Wit Bollenpoter 

Handig te gebruiken bij 

de aanplant van kleine bolgewasjes. 

Bestelnr. 4612 p.st. 16.95

galanthus VAN BEROEMDE ENGELSE KWEKERijEN 

Ook dit jaar biedt Colin Mason en een andere beroemde Engelse kwekerij de unieke gelegenheid om op 

het ‘vaste land’ hun schatten te verkrijgen. De partijen zijn niet groot, maar wel van uitzonderlijke 

Engelse kwaliteit. Om zeker te zijn van de beschikbaarheid en om niet achter het net te vissen, kunt u 

de Engelse sneeuwklokken het beste via de website bestellen. Met bestellen middels het 

bestelformulier loopt u het risico dat op het moment van verwerken van uw bestelling het één en ander 

al is uitverkocht. 

Galanthus ‘Ailwyn’ (Double Group) 

Eén van de schaarse, perfect dubbele vormen met 

dicht op elkaar zittende petalen. 


Galanthus ‘Anne of Geierstein’ (Imperial Group) 

Een tamelijk kleine plant, waarvan de buitenste 

bloemblaadjes opvallend dik van textuur zijn. 


Galanthus ‘Barbara’s Double’ (Double Group) 

Een compacte, chique, dubbele vorm met mooie ronde 

bloemblaadjes. Laat bloeiend. 


Galanthus ‘Diggory’ (Imperial Group) 

Zeer afwijkend. De buitenste bloemblaadjes vormen een 

pukkelige ballonvorm, met een koord langs de zoom. 


Galanthus ‘Dreycott Greentip’ (Green Group) 

Een sierlijk sneeuwklokje met op de buitenste 

bloemblaadjes groene markeringen. 


Galanthus ‘Fieldgate Prelude’ (Imperial Group) 

Zeer vroeg, vaak met Kerstmis bloeiend. De markering 

op de binnenste bloemblaadjes vervaagd naar de top. 


Galanthus ‘George Elwes’ (Imperial Group) 

Meestal twee bloemstelen met grote bloemen. 

Het groene x-merk is uitzonderlijk lang. 


143


144 

Galanthus ‘Godfrey Owen’ (Fancy Group) 

Waarschijnlijk het enige sneeuwklokje met zes buitenste 

bloemblaadjes en zes binnenste bloemblaadjes. 


Galanthus ‘Helen Tomlinson’ (Imperial Group) 

Grote, mooi gevormde bloemen, in 2000 door 

Revd R.J. Blakeway-Philips geïntroduceerd. 


Galanthus ‘Hobson’s Choice’ (Imperial Group) 

Een grootbloemige enkele sneeuwklok, gevonden op Anglesey Abbey 

en vernoemd naar de plaatselijke paardenhandelaar. 


Galanthus ‘Jessica’ (Imperial Group) 

De groene markering op de buitenste bloemblaadjes 

lijken er met de hand op geschilderd te zijn; not smugged. 


Galanthus ‘Lapwing’ (Imperial Group) 

Vroege, enkele sneeuwklok waarbij de buitenste 

bloemblaadjes een mooi driehoekje vormen. 


Galanthus ‘Little Ben’ (Imperial Group) 

Een echte grote bloem hetgeen overdreven wordt door de stevige, 

gebogen bloemsteel. De binnenste bloemblaadjes zijn mooi getekend. 


Galanthus ‘Mighty Atom’ (Imperial Group) 

Mooie ronde bloemvorm, de bloemblaadjes zijn 3x2 cm en 

worden door stevige stelen gedragen. 



Galanthus ‘Modern Art’ (Green Group) 

De stevige buitenste bloemblaadjes zijn aan de boven- en onderkant 

groen aangetipt. De binnenste bloemblaadjes tonen ook een groen merkje. 


Galanthus ‘Mrs. Thompson’ (Imperial Group) 

Een rariteit, meestal hebben de bloemen vijf bloemblaadjes 

in plaats van drie. Robuuste plant, veel gezocht. 


Galanthus ‘Percy Picton’ (Imperial Group) 

Het bloemetje bungelt aan een extra lang en gebogen bloemsteeltje. 

Veelal twee bloemstelen naast elkaar. Binnenste blaadjes hebben een 

groene x-markering. 


Galanthus ‘Pride o’the Mill’ (Imperial Group) 

Vroegbloeiend, een G. gracilis-hybride. De dikke buitenste 

bloemblaadjes omsluiten de binnenste die mooi donkergroen zijn. 

Het vruchtbeginsel is geelgroen. 


Galanthus ‘Primrose Warburg’ (Gold Group) 

Een ‘gouden’ sneeuwklok. Het vruchtbeginsel is geel 

en de binnenste bloembladjes zijn heldergeel gemarkeerd. 


Galanthus ‘Ransom’s Dwarf’ (Imperial Group) 

Een dwergje (7,5 cm) met grote langgepunte bloemen die 

bijna op het stevige blad rusten. Olijfgroen vruchtbeginsel. 


Galanthus ‘Rev. Hailstone’ (Imperial Group) 

Een grote hybride met grote bloemen, destijds gevonden 

op Anglesey Abbey. Robuust tot 30 cm hoog. 


145


146 

Galanthus ‘Richard Ayres’ (Double Group) 

Eén van de hoogste dubbelbloemige vormen, grote iets onregelmatige 

bloemen met soms meer dan drie buitenste bloemblaadjes. Krachtig. 


Galanthus ‘Sentinel’ (Twomark Group) 

Opvallend vanwege de sterk geribde buitenste bloemblaadjes 

waardoor het lijkt of er twee kleurtinten in de bloem zitten. 

Binnenste bloemblaadjes groen met in het midden wit. 


Galanthus ‘Sibbertoft White’ (Albino Group) 

Een charmante albinovorm. Zowel de binnenste- als de buitenste 

bloemblaadjes zijn geheel wit. Tenger postuur, maar krachtig groeiend. 


Galanthus ‘Sutton Court’ (Imperial Group) 

Een magnifieke sneeuwklok, 30 cm hoog die doet denken aan een 

verbeterde vorm van G. ‘S. Arnott’. Mooie ronde bloemen in een uitstekende 

verhouding tot de plantbouw. 


Galanthus ‘Three Ships’ (Imperial Group) 

Vaak al in november bloeiend, bijna altijd voor Kerstmis. 

De buitenste bloemblaadjes van de ronde bloemen zijn pukkelig. 


Galanthus ‘Wasp’ (Twomark Group) 

Het uiterlijk van de bloem doet denken aan een insect. Zeer slank 

en de buisvormige binnenste bloemblaadjes lijken groen gestreept. 


Galanthus ‘Wendy’s Gold’ (Gold Group) 

Het meest bekende ‘gouden’ sneeuwklokje met een lange uitgerekte 

gele markering op de binnenste bloemblaadjes, dat soms groen wordt. 

Geel vruchtbeginsel. 


Galanthus ‘X Files’ (Imperial Group) 

Zoals de naam doet vermoeden, op de binnenste 

bloemblaadjes staat een duidelijke groene x markering. 


geranium BEHOORT TOT DE FAMILIE DER GERANIACEAE 

Het geslacht Ooievaarsbek omvat vele honderden soorten waarvan ‘n enkele verdikte wortelstokken als 

onderaardse delen heeft. Het overgrote deel zijn vaste planten waarvan het aangeboden sortiment 

jaarlijks toeneemt en verbetert. Ze verlangen een plekje in de lichte schaduw en een normale, 

doorlatende grondsoort die liever te droog dan vochtig dient te zijn (vooral in de zomermaanden!). 

Geranium malviflorum 

Herkomst: Noord-Afrika en op een enkel plekje in 

Zuid-Spanje. De fijn ingesneden bladeren verschijnen 

vroeg in het voorjaar; wanneer ze enige jaren vast 

staan, komen ze al in het najaar boven de grond wat 

geen problemen oplevert bij een matig koude winter. 

De gehele plant verdwijnt in de zomermaanden. 

De ca. drie cm grote geaderde paarse bloemen 

bloeien vanaf april tot ver in juni. 

Bestelnr. 769 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!30-35 @4-6 #10 $6-8 %I. L-H 

Geranium transversale 

forma laciniata 

Herkomst: Oezbekistan, door Janis Ruksans 

aangetroffen in het Tschatkal-gebergte. 

Deze ongewone vorm van G. transversale met zeer 

smal loof dat dunnig en spichtig oogt, heeft een 

luchtige, exotische habitus. De purperlila bloemen 

verschijnen in april-mei. 


3 st. 9.75 

!20-30 @4-5 #10 $6-8 %I. Z-H 

147

Geranium tuberosum 

Intro: 1596. Herkomst: Zuid-Europa en Turkije. 

Nederlandse naam: knolooievaarsbek. (Tuberosus 

betekent: knolachtig verdikt). De bladeren zijn diep 

ingesneden. Op een behaarde 20-25 cm hoge en 

rechte bloemsteel ontwikkelen zich ca. twee cm 

grote bloemen die uit vijf gekerfde roze tot 

lichtpaarse bloemblaadjes bestaan; elk 

bloemblaadje heeft een donkere nerf. Na de bloei 

verkleurt het blad rood alvorens het afsterft. 

Bestelnr. 771 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!20-25 @4-6 #10 $6-8 %I. L-H 

gethYum BEHOORT TOT DE FAMILIE DER ALLIACEAE 

Gethyum atropurpureum ! 

(Synoniem: Solaria atropurpurea) 

Afkomstig uit de omgeving van Santiago, Chili, 

een gebied met milde winters en droge zomers. 

Hier winterhard op een beschutte standplaats. 

De langdurige bloei volgt in het voorjaar met 

zijdenzwarte, bruine stervormige bloemetjes op 

30 cm hoge steeltjes. De geur is wat minder 

aangenaam en enige vliegen zijn te verwachten. 

Prettig geprijsd. 


3 st. 22.50 

!30 @3-5 #10 $8-10 %I. Z 

gladiOlus BEHOORT TOT DE FAMILIE DER IRIDACEAE 

Gladiolus imbricatus ! 

Inheems in Zuidoost-Europa en Turkije, waar het in 

moerassen en vochtige weilanden groeit. De dichte 

aar draagt vier tot twaalf grote bloemen, in kleur 

variërend van diep paars tot karmijnrood. 

Karakteristiek voor de soort is dat het onderste blad 

niet scherp is maar rond, stomp. Winterhard op 

doorlatende grond waarbij de bodem vochtig moet 

zijn ten tijde van de groei. 


3 st. 15.00 

!40 @5-7 #10 $8-10 %I. Z 

148

hermOdactYlus BEHOORT TOT DE FAMILIE DER IRIDACEAE 

Hermodactylus tuberosa 

(Synoniem: iris tuberosa) 

Vingerknol. Intro: 1597. Herkomst: Zuid-Europa, 

Noord-Afrika, Israël en Turkije. De lange en vierkantige 

bladeren komen zeer vroeg tevoorschijn. 

De geurende bloemen zijn bijzonder: het opgaande 

gedeelte van de bloem (de staander) is geelachtig groen 

terwijl het afhangende deel (de lip) zeer donkerpaars is, 

voorzien van een crème streep. Verwildert goed op een 

warm plekje op een doorlatende zanderige grond. 

Bestelnr. 776 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!25-30 @5 #5 $5 %I. Z 

hYacinthOides BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

De eerste beschrijving van de boshyacint dateert van 1601. De brede bladeren zijn wat hangend en 

lintvormig. De ronde tot 40 cm hoge bloemstelen zijn voor ongeveer eenderde bezet met vele 

knikkende, breed klokvormige bloemen die de volle zon verdragen, maar hun bloemkleur optimaal 

tonen op een beschaduwde plek. Prima soortje voor verwildering. Herkomst: Noord-Afrika, Portugal en 

het westelijk deel van het Middellandse-Zeegebied. 

Hyacinthoides hispanica –blauw- 

(Synoniem: Scilla hispanica) 

Blauwe boshyacinten, fantastisch in combinatie met 

de beker- of struisvaren: 

Matteuccia struthiopteris. 

Bestelnr. 780 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!30-40 @5-6 #5 $10 %8 L-S 

149

Hyacinthoides hispanica ‘Dainty Maid’ 

(Synoniem: Scilla hispanica ‘Dainty Maid’) 

Roze met lila waas. Uit handen van J. Valkering. 

In 1944 beloond met een Award of Merrit en de 

K.A.V.B. loofde een Getuigschrift uit in 1946. 

Perfect voor verwildering in een bostuin. 

Bestelnr. 784 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!30-40 @5-6 #5 $10 %8 L-S 

Hyacinthoides hispanica ! 

‘Queen of the Pinks’ 

(Synoniem: Scilla hispanica ‘Queen of the Pinks’) 

Een oudje, ook uit handen van J. Valkering, ontving al 

in 1932 een Award of Merit en kreeg evenals 

‘Dainty Maid’ in 1946 een Getuigschrift van de 

K.A.V.B. Wat bij veel oude cultivars waarneembaar is, 

is een eigenschap van H. non-scripta, het omkrullen 

van de bloemblaadjes. Campanulaviolette bloemen. 

Verwildering. 

Bestelnr. 9697 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!30-40 @5-6 #5 $10 %8 L-S 

Hyacinthoides hispanica ! 

‘White City’ 

(Synoniem: Scilla hispanica’White City’) 

Zuiver sneeuwwitte boshyacinten. Misschien wel de 

mooiste kleur om in de schaduwtuin donkere 

plekken, bijvoorbeeld onder struikgewas, te laten 

oplichten. Perfect voor verwildering. 

Bestelnr. 9698 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!30-40 @5-6 #5 $10 %8 L-S 

150

Hyacinthoides hispanica 

-gemengde kleuren- 

Aanbod van een partijtje met daarin alle 

voornoemde kleuren. Perfect voor verwildering in 

een bostuin. 

Bestelnr. 788 10 st. 2.50 

25 st. 5.75 

!30-40 @5-6 #5 $10 %8 L-S 

Hyacinthoides non-scripta 

(Synoniemen: Scilla non-scripta en Scilla nutans) 

Hazenklokje en ook: ‘Bluebell’. Deze species was al in 

de middeleeuwen bekend. Hoewel de oorspronkelijke 

vindplaatsen zich in het noordwesten van Italië en het 

zuidoosten van Frankrijk bevinden, treffen we de 

hazenklokjes verwilderd aan in vrijwel geheel Europa. 

Het glanzend groene blad is vrij breed en lintvormig. 

De smalle klokvormige en zacht geurende blauwe 

bloemen zijn min of meer naar één zijde gericht. 

Perfect voor verwildering en onderbegroeiing. Het 

aanbod is afkomstig van een kwekerij uit Engeland. 

Bestelnr. 792 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

100 st. 30.00 

!20-40 @4-5 #5 $6-8 %5-8 L-S 

hYacinthus BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

Hyacinthus orientalis 

Intro: 1562. De aangeboden partij van deze wildvorm 

komt oorspronkelijk uit de Hortus Bulborum in 

Limmen. De hyacint is inheems in Klein-Azië, met 

name in Turkije, Syrië en Libanon. Ze groeien tussen 

rotsen op wel 2000 meter hoogte. 

Uit de H. orientalis zijn de tegenwoordig 

aangeboden hyacinten ontstaan. Welriekend. 


5 st. 12.00 

!25-30 @3-4 #10 $12-15 %I. Z-L 

151

drie eeuwen BlOemBOlglaZen 

Nederland mag dan bekend zijn geweest om zijn tulpengekte (1637), minder bekend 

maar daarom niet minder heftig was de hyacintengekte precies honderd jaar daarna 

(1734). In Nederland werden toen al volop hyacinten gekweekt en was het immens 

populair om hyacinten niet alleen in tuinen te planten maar ook om ze op daarvoor 

speciaal vervaardigden glazen vervroegd in bloei te trekken voor de huiskamer. 

Over deze zogenaamde bloembolglazen is een uniek boek verschenen genaamd 

THE CURIOUS HISTORY OF THE BULB VASE. Op sympathieke wijze wordt van alles uit de doeken gedaan 

zoals de geschiedenis van het bloembolglas, de fabrieken die ze vervaardigden, aanbevelingen van bekende 

tuinexperts toen en nu alsmede het gebruik van dit soort glazen voor een groot aantal verschillende 

bloembollen. Ook wordt er een oneindig aantal ideeën gegeven waar de glazen nog meer voor kunnen 

dienen, van slim tot ludiek tot bizar. Het boek is geschreven in het Engels, telt 300 pagina’s en bevat meer 

dan 750 prachtige kleurenfoto’s ter illustratie van de tekst. Wereldwijd wordt er opnieuw interesse getoond 

voor het trekken van bloembollen op glas en worden er zelfs verzamelaars clubs voor deze glazen opgericht. 


Hyacinthus orientalis ‘Blue Festival’ 

Heerlijk geurende hyacinten met een natuurlijke 

uitstraling. Er verschijnen meerdere bloemstelen per 

bol. Door de luchtige opbouw vallen deze niet snel 

om. Blauw. 

Bestelnr. 8581 5 st. 4.50 

10 st. 8.50 

!25 @4-5 #10 $12-15 %I. Z-L 

Hyacinthus orientalis ‘Pink Festival’ 

De ‘Festivalhyacinten’ zijn door hun fijne habitus een 

welkome aanvulling. Prima toepasbaar in de border, 

potten en manden zonder het idee te krijgen dat het 

kunstmatig is. Roze. 

Bestelnr. 8583 5 st. 4.50 

10 st. 8.50 

!25 @4-5 #10 $12-15 %I. Z-L 

152

Hyacinthus orientalis ‘White Festival’ 

Festivalhyacinten kunnen jaren in de grond blijven. 

Een (organische) bemesting direct na de bloei en in 

de herfst is dan wel van belang. 

Witte selectie. 

Bestelnr. 8585 5 st. 4.50 

10 st. 8.50 

!25 @4-5 #10 $12-15 %I. Z-L 

ipheiOn BEHOORT TOT DE FAMILIE DER ALLIACEAE 

Oude Wijfjes. i. uniflorum werd al in 1832 geïntroduceerd. Herkomst: Zuid-Brazilië, Uruguay, Argentinië 

en Peru waar ze in grote aantallen voorkomen in weide- en graslanden alsook op rotsachtige terreinen. 

Ze gedijen bij voorkeur in de volle zon. Het fijngewreven blad heeft een lichte uiengeur, de bloemen 

ruiken naar zeep. Vanwege deze uiengeur wordt ipheion ook gebruikt tussen rozenstruiken tegen het 

rozenaaltje. Zeer geschikt voor verwildering. 

Nothoscordum dialystemon 

(Synoniem: ipheion dialystemon) 

Intro: 1981. Verzameld door Dr. Rolf Fiedler als 

Beauverdia sellowiana in Patagonië, Argentinië. 

In 1984 bij de Royal Hortical Society in Londen 

gepresenteerd als: ipheion sellowiana. 

Mooie heldergele bloemen. Komt het best tot zijn 

recht in een pot. 


5 st. 9.50 

!20 @5-6 #5 $5 %I. Z 

153

Ipheion uniflorum ‘Charlotte Bishop’ 

Een selectie van recente oorsprong, 2003. De eerste 

rozebloeiende ipheion, afkomstig van Washfield 

Nurseries, gevonden in zaailingen van i. uniflorum 

‘Wisley Blue’. Zachtroze, geurende bloemen met een 

donkere nerf op elk bloemblaadje. Goed groeiend. 

Bestelnr. 806 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!20-25 @5-6 #5 $5 %4 Z-L 

Ipheion uniflorum ‘Jessie’ 

Een Ipheion met donkerblauwe bloemen 

geselecteerd uit ipheion uniflorum ‘Rolf Fiedler’. 

Werd in 2003 geregistreerd en heeft zich inmiddels 

bewezen als uitstekende rijk bloeiende potplant en 

is prima voor verwildering. 

Bestelnr. 814 25 st. 4.00 

100 st. 15.00 

!15-20 @5-6 #5 $5 %4 Z-L 

Ipheion uniflorum ‘Rolf Fiedler’ 

Grote hoeveelheden helderblauwe bloemen, met 

duidelijk contrasterende meeldraden en een zoete 

lichte geur. Opvallend is dat de vorm van de bloem 

onderling kan verschillen. Een goede selectie die ook 

prima verwildert. 

Bestelnr. 810 25 st. 4.00 

100 st. 15.00 

!15-20 @5-6 #5 $5 %4 Z-L 

154

Ipheion uniflorum ‘White Star’ 

Talrijke grote witte stervormige bloemen. 

Heerlijk geurend. Recentelijk geregistreerd; 

voorjaar 2009. Laat zich prima combineren met 

bodembedekkende vaste planten, bijvoorbeeld 

met Thymus praecox. 

Bestelnr. 8587 25 st. 4.00 

100 st. 15.00 

!15-20 @5-6 #5 $5 %4 Z-L 

Ipheion uniflorum ‘Wisley Blue’ 

Een oudere selectie, vernoemd naar de Royal 

Horticultural Society Gardens te Wisley, Engeland 

en door Van Tubergen in 1961 geregistreerd. 

Tamelijk grote lichtblauwe bloemen met een 

donkerblauwe middennerf. 

Prima voor verwildering. 

Bestelnr. 812 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!15-20 @5-6 #5 $5 %4 Z-L 

Vinasse-kali 

Een aanvullende bemesting met Vinasse-kali direct na de bloei van de bol- en 

knolgewassen geeft een betere ontwikkeling van het gewas in het volgende jaar. 

100% natuurlijk. 

Dosering : 50 gram per m 2 . 

Inhoud : 800 gram. 

Dit product wordt alleen binnen Nederland geleverd. 


155

iris BEHOORT TOT DE FAMILIE DER IRIDACEAE 

Iris betekent: regenboog, een goede benaming voor dit geslacht waarin we ook werkelijk alle kleuren 

van de regenboog aantreffen en ook combinaties hiervan. Dit geslacht bestaat uit wel 200 species, die 

uitsluitend op het Noordelijk-Halfrond voorkomen. Hieruit zijn duizenden cultivars voortgekomen. 

De ondergrondse delen bestaan uit bollen of (vaak verdikte) wortelstokken, zogenaamde: rhizomen. 

De bloem van een iris bestaat uit twee (hoofd)delen: het opgaande gedeelte wordt aangeduid met 

staander, vlag of kroonblad, het neergaande (hangende) gedeelte met lip of baard. 

Iris bakeriana ! 

(Synoniem: i. reticulata var. bakeriana) 

Intro: 1889 door M. Leichtlin. Herkomst: het 

zuidoosten van Turkije, Noord-Irak en West-Iran. 

Heerlijk geurende bloemen waarvan de vlag 

lichtblauw is en de lip violetblauw met een witte 

tekening. Deze soort wordt gekenmerkt door zijn 

blad dat acht ribben heeft en niet vier zoals bij 

i. reticulata. 

Zeer vroeg bloeiend. 


3 st. 13.50 

!10-15 @1-2 #5 $5 %I. Z 

Iris bucharica 

Intro: 1901. Een gemakkelijk te kweken species die 

voorkomt in het Pamir Alai-gebergte maar ook in 

Tadzjikistan en het noordoosten van Afghanistan. 

De glanzende in lagen geplaatste bladeren staan 

tegenover elkaar. De tot zeven heerlijk geurende 

bloemen komen uit de bovenste bladoksels te 

voorschijn. De aangeboden cultuurvorm heeft een 

crèmewitte vlag, de lip is van dezelfde kleur maar 

heeft een grote ovale goudgele vlek en donkere 

strepen. Houdt van zon en van een goed 

gedraineerde grondsoort. 


10 st. 6.50 

!40-45 @4 #10 $10 %I. Z-L 

156

Iris bucharica ‘Top Gold’ ! 

Er zijn meerdere selecties van iris bucharica. 

Het is een goed groeiende probleemloze iris met een 

grote hoeveelheid licht geurende bloemen. 

Top Gold is wel één van de beste met primulagele 

bloemen waarvan de lip diep goudgeel is, her en der 

besprenkeld met goudbruine spikkeltjes. Gewoonlijk 

zijn er drie of meer bloemen per bloemsteel geopend. 


3 st. 13.50 

!40-45 @4 #10 $10 %I. Z-L 

Iris cycloglossa 

(Synoniem: iris duclouxii) 

Intro: 1958. Herkomst: Zuid-Afghanistan. De vorm 

van de bloem is ongewoon voor een Juno-type. 

Ze bestaat namelijk uit brede vlakke buitenste 

bloembladen en horizontale binnenste bloembladen. 

Op de lavendelblauwe lip bevindt zich een grote 

witte vlek waarop weer een klein geel vlekje (het 

honingmerk) zit dat wordt omgeven door ragfijne 

donkere adertjes. De plant wordt 40 cm hoog en 

heeft zo’n zes smalle bladeren op het onderste deel 

van de stengel. Welriekend. 


5 st. 12.00 

!40 @5-6 #10 $10 %I. Z-L 

Iris danfordiae 

(Synoniemen: i. amasiana, i. bornmuelleri en i. crociformis) 

Geïntroduceerd in 1876 door Mrs. Danford. 

De plant heeft zeer smal blauwgrijs blad. 

De goudgele bloemen met groene spikkels op de lip 

verschijnen in februari. Herkomst: Turkije (Taurus 

gebergte). Zachtgeurend. De bol van iris danfordiae 

heeft de vreemde gewoonte om na de bloei in vele 

kleine kraaltjes uiteen te vallen. Dit kan voorkomen 

worden door deze dieper te planten en van een 

royale hand voeding te voorzien. 

Bestelnr. 828 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!10-15 @2-3 #5 $6-8 %5 Z-L 

157

Iris foetidissima ‘Citrina’ ! 

Nederlandse naam: Stinkende lis. De aangeboden 

vorm is een rijk bloeiende zachtgele lis die zelfs op 

droge grond in de schaduw gedijt. Ver na de bloei 

barsten de opgezwollen peulen open en ontluikt er 

een dikke tros rode bessen die decoratief blijft tot 

ver in de winter. 


3 st. 13.50 

!70 @7 #30 $10 %I. Z-S 

Iris histrioides ‘George’ ! 

Intro: 1973. Vernoemd naar George Rodionenko, 

hortulanus te Leningrad. Ontstaan uit een kruising 

van iris histrioides var. major x iris reticulata ‘j.S. Dijt’. 

Een grote bloem, waarvan de vlag paars is. De lip is 

ietsje donkerder van kleur met een zweem van 

donkerpaars, versierd met gele spikkels en paarse 

streepjes met een geel honingmerk op een witte 

achtergrond. Een iris die betrouwbaar terugkomt. 

Bestelnr. 840 25 st. 3.75 

100 st. 14.00 

!10 @2-3 #5 $6-8 %6 Z-L 

Iris histrioides ‘Lady Beatrix Stanley’ 

Intro: 1930. De bloemen zijn uniform morsblauw. 

Op de lippen witte veertjes en een geel honingmerk. 

De bloem verspreidt een heerlijke viooltjesgeur. 

Bestelnr. 842 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!15 @3 #5 $6-8 %6 Z-L 

158

Iris hoogiana 

In 1913 door Van Tubergen geïntroduceerd. Direct in 

die jaren daarna, zijn er vele onderscheidingen en 

getuigschriften verdiend. Herkomst: Turkestan. 

De twee, soms drie heerlijk geurende bloemen per 

steel, zijn zacht lavendelblauw met een gele baard. 

Het blad is donker blauwgroen. 


3 st. 12.75 

!60-70 @5 #15 $5 %I. Z-L 

Iris hyrcana 

Herkomst: ‘Zuid-Rusland’ (Kaspische Zeegebied) en 

Noord-Iran. Deze zeer vroegbloeiende species is 

nauw verwant aan iris reticulata, maar o.a. de 

bladeren zijn tijdens de bloei beter ontwikkeld. 

De bloemkleur is hemelsblauw met een geel 

honingmerk. 


5 st. 7.50 

!15 @2-3 #5 $5 %I. Z-L 

Iris ‘Katharine Hodgkin’ 

Werd in 1958 door E.B. Anderson geselecteerd en 

vernoemd naar de echtgenote van Eliot Hodgkin. 

Hij was een vermaard bollenverzamelaar en kweker. 

Ontstaan uit een kruising van i. histrioides var. major 

x i. winogradowii. De vlag is blauwachtig groen, de 

lip is groenachtig blauw met een zweem van geel en 

voorzien van blauwe adertjes. Het honingmerk is 

geel. De bloem is vrij groot. 

Bestelnr. 846 10 st. 2.75 

25 st. 6.50 

!15 @3 #5 $6-8 %6 Z-H 

159

Iris korolkowii 

Ongetwijfeld de fraaiste uit de Regelia-groep. 

Zeven cm grote krachtige bloemen, tot drie per 

bloemsteel, zijn crèmekleurig, soms zachtlila, 

voorzien van een netwerk van dieppaarse aders. 

Herkomst: Afghanistan. 


3 st. 27.00 

!60 @5-6 #15 $5 %I. Z 

Iris Regelio-cyclus groep ‘Dardanus’ 

Een waardevolle iris die is ontstaan uit een kruising 

van i. korolkowii ‘Concolor’ en i. iberica. De paarse vlag 

heeft zachtlila nerven met een lila waas. 

De baard is crèmekleurig, voorzien van donkerpaarse 

nerven en een honingmerk in dezelfde tint. 


10 st. 11.50 

!40-50 @6 #15 $5 %I. Z 

iris reticulata cultivars 

De meeste soortjes bloeien vanaf eind februari tot ver in maart en bereiken een hoogte van zo’n 15 cm. 

Ze vragen een zonnige plek en behoren in grotere aantallen te worden aangeplant. De grasachtige 

vierkantige bladeren ontwikkelen zich sterk na de bloei. Heerlijk geurende bloemen. Herkomst van de 

oorspronkelijke iris reticulata: Noord- en Zuid-Turkije, Noord-Irak, het noordwesten van Iran en het 

zuidelijke deel van de Kaukasus. Intro: 1808. 

160

Iris reticulata ‘Alida’ ! 

Uit i. reticulata ‘Harmony’ geselecteerd en in 

1990 geregistreerd. De lip is korenbloemblauw, 

licht bariumgeel gestreept, uitlopend in 

ivoorkleurig witte vlekjes. De staanders zijn 

Frans blauw. 

Bestelnr. 9703 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!15 @2-3 #5 $5 %6 Z-L 

Iris reticulata ‘Cantab’ 

Deze schoonheid werd in 1914 geïntroduceerd door 

E.A. Bowles. De gehele bloem heeft een 

vlasblauwe kleur, met op de lip een oranje 

honingmerk op een witte ondergrond. 

Bestelnr. 8159 25 st. 3.75 

100 st. 14.00 

!15 @2-3 #5 $5 %5 Z-L 

Iris reticulata ‘Gordon’ 

Intro: 1971. i. bakeriana x i. reticulata ‘Cantab’, 

vernoemd naar de Amerikaan Gordon Blackwell. 

De staanders zijn lichtblauw, de lippen violetblauw 

met een violette blos. Het honingmerk is oranje op 

een witte ondergrond vergezeld van piepkleine 

blauwe streepjes. 

Bestelnr. 850 25 st. 3.75 

100 st. 14.00 

!15 @2-3 #5 $5 %6 Z-L 

161

Iris reticulata ‘Halkis’ 

In maart 2007 geregistreerd. Dit soortje is gekweekt 

uit plantmateriaal dat oorspronkelijk is ontdekt door 

Norman Stevens op de berg Mount Halkis, Turkije in 

1990. De bloemen zijn donker violet, bijna zwart, de 

lippen zijn diep marineblauw waarop een levendig 

wit met gele tekening zit. 

Bestelnr. 836 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!15 @2-3 #5 $5 %5 Z-L 

Iris reticulata ‘Harmony’ 

i. reticulata x i. histrioides var. major. De vlag is 

korenbloemblauw. De lip is koninklijk donkerblauw 

met een geel honingmerk op een witte ondergrond. 

De bloem is tamelijk breed. 

Bestelnr. 852 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!15 @2-3 #5 $5 %6 Z-L 

Iris reticulata ‘Natascha’ 

Intro: 1973. Een hebbedingetje dat is ontstaan uit 

een kruisbestuiving van i. reticulata ‘Cantab’ x 

i. reticulata ‘Cantab’. Ivoorwit met een geraffineerd 

groen lijnenspel. Het honingmerk is goudgeel. 

Bestelnr. 858 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!15 @2-3 #5 $5 %I. Z-L 

162

Iris reticulata ‘Pauline’ 

(i. bakeriana x ?). 

Vernoemd naar één der dames Hoog. De vlag is 

violet, de lip donkerpurper met witte vlekken en een 

geel honingmerk. In 1953 en 1979 

onderscheiden met een Award of Merit. 

Bestelnr. 860 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!15 @2-3 #5 $5 %6 Z-L 

Iris reticulata ‘Spring Time’ 

Intro: 1950. Een nazaat van i. reticulata x 

i. bakeriana. De kroonblaadjes zijn lichtblauw, de lip 

is aan het uiteinde violet met witte stipjes, waarop 

een waarneembare gele middennerf en een geel 

honingmerk te zien zijn. 

Bestelnr. 864 25 st. 3.75 

100 st. 14.00 

!15 @2-3 #5 $5 %5 Z-L 

Iris reticulata ‘White Caucasus’ ! 

Een in 2003 geregistreerde nieuwe kristalwitte 

iris reticulata. Oorspronkelijk verzameld door 

Alan McMurtie nabij het meer Sevan in Armenië. 

In 2008 onderscheiden op de Lentetuin in Breezand 

als ‘Beste bijzonder bolgewas klein formaat’. 


3 st. 13.50 

!15 @2-3 #5 $6-8 %6 Z-L 

163

Iris ‘Sheila Ann Germany’ 

Ontstaan uit de kruisingsouders i. histrioides var. 

major en i. winogradowii. Evenals ‘Frank Elder’ en 

‘Katharine Hodgkin’ ontving dit mooie irisje een 

Award of Merit van de Royal Horticural Society. 

De staanders zijn wit met een blauwe waas. 

De lippen zijn wit met licht- en donkerblauwe 

veertjes, voorzien van een geel honingmerk. 

Bestelnr. 889 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!15 @2-3 #5 $6-8 %6 Z-L 

Iris stolonifera ! 

‘Zwanenburg Beauty’ 

Behoort tot de Regelia-groep. Deze in mei bloeiende 

schoonheid is een selectie van Van Tubergen. 

De staanders zijn blauwachtig wit met bronzen 

randen en adering. De lippen zijn lila overgaand 

naar wit in het hart, ook met bronzen adering. 

De baard zelf is crèmewit. 


3 st. 24.00 

!30-40 @5 #20 $5 %I. Z 

Iris winogradowii 

Intro: 1927. Herkomst: Trans-Kaukasus, waar ze 

werden verzameld door P.F. Winogradow. 

De bloemen zijn uniform lichtgeel met op het 

midden van de lippen een oranje lijn omgeven door 

groene vlekjes. Op de oorspronkelijke vindplaats zijn 

zij, nadat deze daar bijna waren verdwenen, door 

George Rodionenko teruggeplant. 

Het uitgezette materiaal was afkomstig van een 

goed groeiende partij van de Komarov Botanical 

Institute. i. winogradowii gedijt het best op een 

‘s zomers niet te droge grondsoort. 


5 st. 12.00 

!12-15 @2-3 #5 $6-8 %6 Z-S 

164

iXia BEHOORT TOT DE FAMILIE DER IRIDACEAE 

Ixia paniculata ‘Eos’ 

ixia paniculata is inheems op vochtige zandvlaktes in 

het noordwesten en zuidwesten van de Kaap. 

De cultivar ‘Eos’ is vernoemd naar de godin van de 

dageraad uit de Griekse mythologie. Elk steeltje 

produceert zeker 15 zacht abrikoosgele bloemen. 

De stervormige bloemen ontluiken uit een 

purperrood steeltje. De bollen kunnen in het najaar 

geplant worden en hebben deze winter bewezen 

goed winterhard te zijn. 

Bestelnr. 9486 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!20-25 @7-8 #5 $5 %5 Z 

iXiOliriOn BEHOORT TOT DE FAMILIE DER IxIOLIRIACEAE 

Ixiolirion tataricum 

(Synoniemen: i. ledebourii, i. montanum en i. pallasii) 

Blauwe sterlelie. Intro 1821. Herkomst: van de 

Kaspische-Zee via Klein-Azië tot aan Israël en 

Egypte. De ranke bloemstelen met donkerblauwe 

trechtervormige bloemen verschijnen vanaf eind 

mei. Het bloemscherm bevat tien tot vijftien 

los ogende bloemen. Ze gedijen op een droog en 

zonnig plekje, perfect voor verwildering. 

Bestelnr. 877 25 st. 2.50 

100 st. 9.00 

!40-50 @5-6 #5 $5 %4 Z 

Handcultivator 

3 gebogen tanden gelast en gehard. 

totale lengte : 240 mm 

breedte van de tanden : 65 mm 



Zevenbladvork 

2 tanden gezet, gelast en gehard. 

totale lengte : 315 mm 

lengte x breedte tanden : 180x35 mm 



Penwortelsteker 

Deze penwortelsteker is handgesmeed en 

gehard van hoogwaardige kwaliteit staal. 

Hij is niet om te buigen. 

handvat : essenhout Bestelnr. 4708 p.st. 23.95 

165

leucOJum BEHOORT TOT DE FAMILIE DER AMARYLLIDACEAE 

Ontleend aan het Griekse woord leucoeion wat zoveel betekent als: ’witte ogen’. Deze naam werd 

gebruikt door Hippocrates. Dit geslacht is nauw verwant aan galanthus. Het voornaamste verschil 

zit in de lengte van de kelkblaadjes. Bij leucojum zijn ze van gelijke lengte. 

Leucojum aestivum 

(Synoniemen: L. hernandezii en L. pulchellum) 

Intro: 1594. Herkomst: grote delen van Europa en het 

zuidwesten van Azië tot Noord-Iran, zeldzaam in 

België en Nederland (stinzenplant). Ze vragen om 

een vochtig standplaats. Het blad verschijnt tijdens 

de wintermaanden, dat bij vorst e.d. geen 

consequenties geeft. De 20-35 cm hoge 

bloemstelen zijn voorzien van drie tot vijf 

klokvormige witte bloempjes die op ieder 

kelkblaadje met een groen topje zijn versierd. 

Nederlands gekweekte bollen. 

Bestelnr. 895 10 st. 3.75 

25 st. 9.00 

!20-35 @4-5 #10 $12-15 %14 L-H 

Leucojum aestivum ‘Gravetye Giant’ 

De aangeboden partij Leucojum aestivum ‘Gravetye 

Giant’ is een grootbloemige kloon. De tot zes 

knikkende klokvormige en helderwitte bloemen 

hebben aan het uiteinde van de kelkblaadjes zeer 

opvallende zachtgroene punten. Dit in mei-juni 

bloeiende gewas houdt van een vochtige 

voedselrijke grond, bijvoorbeeld geplant rond vijvers. 

‘Gravetye’ is de naam van de tuin van de 

plantenliefhebber William Robinson, Sussex, Engeland. 

Bestelnr. 897 10 st. 5.00 

25 st. 11.25 

!30-40 @5-6 #10 $12-15 %14 L-H 

166

Acis nicaeensis 

(Synoniemen: Leucojum nicaeense en L. hiemale) 

Het Franse lenteklokje. Herkomst: het zuidoosten 

van Frankrijk, de Côte d’Azur alwaar zij Nivéole de 

Nice genoemd worden. De witte knikkende 

bloempjes worden vergezeld door donkergroene 

bladeren. 


5 st. 8.00 

!20-25 @3-4 #5 $5 %I. Z-L 

Leucojum vernum 

(Synoniem: L. carpathicum) 

Intro: 1420. Herkomst: van België tot Polen en van de 

Pyreneeën tot voormalig Joegoslavië. Verwilderd in 

Nederland, Zuid-Engeland en Denemarken. 

De geurende bloemen zijn roomwit met groene 

puntjes aan de bloemtoppen voor zover de species 

afkomstig is uit westelijke gebieden. In de 

zuidelijke streken zijn ze voorzien van gele 

bloemtopjes. De donkergroene bladeren glanzen. 

Behoren geplant te worden in een vochtige grond. 

Na aanplant kunnen de bollen wel een jaar latent 

blijven! 

Bestelnr. 905 10 st. 5.00 

25 st. 11.25 

!15-25 @2-3 #10 $6-8 %I. L-S 

Bahco Bollenplanter 

Stevige stalen uitvoering 

met beukenhouten handvat. 

Gemakkelijk snijdend. 



De Wit Bollenpoter 

Handig te gebruiken bij 

de aanplant van kleine bolgewasjes. 


167

lilium BEHOORT TOT DE FAMILIE DER LILIACEAE 

Bij benadering zijn er honderd species van het geslacht Lelie bekend. Het aantal cultivars rijst de pan uit 

en loopt in de duizenden. De species worden aangetroffen in bosachtige streken van Europa, Centraal- 

en Zuid-Azië tot aan de Filippijnen en Noord-Amerika. Vele lelies geuren. Het zinnebeeld van reinheid en 

onschuld! Ze behoren tot de oudst bekende planten en worden terecht tot schoonheidskoninginnen van 

de tuinplanten verheven. 

Lilium canadense ! 

Grazieuze en elegante wildvorm van de oostkust 

van Canada en uit delen van de New England States, 

groeiend in natte bossen tussen de varens. 

De forse bloemstelen kunnen wel twintig bloemen 

per steel dragen. De puntige oranjegele 

bloemblaadjes, aan de binnekant vol met purperen 

spikkels, groeien belvormig uit naarmate de bloem 

rijpt. Gedijt op een humusrijke, niet te droge bodem. 


3 st. 13.50 

!120 @6-7 #20 $12-15 %I. Z-H 

Lilium candidum 

(Synoniemen: Lilium album en Lilium candidum 

subsp. candidum) 

Maria- of Madonnalelie. Ze worden aangetroffen in 

Libanon en Oost-Israël, hoewel ervan wordt uitgegaan 

dat ergens in de Balkan, de eerste exemplaren aangetroffen 

zijn. De Romeinen namen deze bloem mee als 

teken van overwinning, later de kruisvaarders. Zij zorgden 

ervoor dat Lilium candidum naar Midden- en West- 

Europa kwam. Aan de bloemsteel zitten verspreide 

lancetvormige bladeren en tot wel twintig geurende 

naar buiten gerichte breed trechtervormige witte 

bloemen. De eerste bladeren verschijnen vaak in de herfst. 


3 st. 12.75 

!100-150 @6-8 #20 $8 %24 Z-L 

168

Lilium cernuum 

Inheems in het noordoosten van China en Korea. 

De zachtgeurende lilaroze turksemuts-vormige 

bloemen verschijnen aan een 60 cm hoge steel. 

De vele bloemen bungelen losjes in de vertakte 

bloemstengel die bezet is met grasachtig loof. 

Bestelnr. 9241 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!60 @6-7 #15 $10-12 %12 Z-L 

Lilium henryi 

Intro: 1889. De Ierse botanicus en dendrograaf 

Augustine Henry (1857-1930) introduceerde deze 

zacht geurende species. Herkomst: Ichange gorge 

(West-Hubei) en Guihoe in Centraal-China. 

De in hun oorspronkelijke omgeving voorkomende 

planten worden vaak niet hoger dan 100 cm, terwijl 

de robuuste lelie in onze contreien wel twee keer zo 

hoog kan worden. De stevige bloemsteel is voorzien 

van purperen vlekken. De vele bloemen zijn oranje en 

verfraaid met bruine spikkels en papillen. 


5 st. 7.50 

!150-200 @7-8 #20 $12-15 %18 Z-H 

Lilium leichtlinii 

Vernoemd naar Max Leichtlin. Deze Japanse species 

heeft grote geurende citroengele bloemen met vele 

roodpurperen spikkels. Vanaf juli is dit moois te 

aanschouwen aan 90 cm hoge bloemstelen, vaak in 

luchtige trossen van meer dan twaalf bloemen. Voor 

een plekje in humusrijke grond in de halfschaduw. 

Bestelnr. 9247 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!90-120 @7 #20 $12-15 %18 H-S 

169

Lilium nepalense 

(Synoniemen: L. nepalense var. nepalense, 

L. nepalense var. typicum en L. ochroleucum) 

Herkomst: Nepal tot Noord-India (Himalaya). 

De bol vormt ondergrondse uitlopers die wel een meter 

lang kunnen worden. Aan deze stolonen worden de 

nieuwe bolletjes gevormd, zo kunnen ze binnen korte 

tijd een hele kolonie vormen. Het brede, lancetvormig 

blad zit verspreid langs de krachtige bloemstengel. 

De bloemtros bestaat uit tot vier knikkende, 

trechtervormige, groengele bloemen met een 

purperrode binnenzijde. De kelkbladeren staan wijd 

uiteen en zijn aan de top sterk achterwaarts gebogen. 


3 st. 13.50 

!90-120 @6-7 #15 $12-15 %I. L-H 

Lilium parryi ! 

De ‘Lemon Lily’. Inheems in de bergen van 

Zuid-Californië en Arizona langs bergstromen op 

2000-3000 meter hoogte. De trompetvormige 

bloemen hebben een ongewoon heldere kleur, 

limoengeel tot goudgeel, heel mooi. Een echte 

(half)schaduwplant op een grondsoort die niet 

mag uitdrogen. 


3 st. 13.50 

!120-150 @6 #20 $12-15 %I. H-S 

Lilium regale ! 

(Synoniem: L. myriophyllum) 

De koningslelie, één van de mooiste en tevens 

makkelijkst te kweken lelies. In 1903 werden ze door 

Ernest Henry Wilson voor het eerst aangetroffen in het 

westen van de Chinese provincie Szetschuan. De 

door hem verzamelde bollen waren eerst bekend als 

L. myriophyllum, in 1912 werd de naam L. regale voor 

het eerst gebruikt. Minstens vijf trechtervormige, 

ietsjes gebogen tot horizontaal op de bloemsteel 

staande bloemen, aan de binnenzijnde glanzend wit, 

de buitenzijde roze met een purperen gloed. 

Geurend. 

Bestelnr. 9707 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!100-120 @7-8 #20 $12-15 %24 Z-H 

170

Lilium speciosum var. album 

In 1873 werd deze Japanse wildvorm 

geïntroduceerd. De licht geurende, zuiver witte, 

engelachtige, iets knikkende bloemen tonen een 

groene nervatuur. De meeldraden zijn opvallend 

purperrood. Vaak bloeiend tot in de herfst op stevige 

tot wel twee meter hoge bloemstelen. 

Bestelnr. 9488 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!150-200 @8-9 #20 $12-15 %18 Z-H 

Lilium tsingtauense 

Bekend als de ‘Twilight Lily’, inheems in het oosten 

van China en Korea. De naam is afgeleid van de 

plaats: Tsingtao in China. De licht trompetvormige, 

oplichtend oranje bloemen (tot 15 in totaal) worden 

gedragen door een stevige stengel met kransgewijs 

geplaatst, glad, lancetvormig blad. 


3 st. 13.50 

!70-100 @7-8 #20 $10-12 %12 L-H 

Ergonomische snoeischaar Bahco PX 

minder spierpijn, minder vermoeiend en meer comfort. 

Gesmeed, Zweeds stalen mes voor een maximale snoeicapaciteit van 20 mm. De ergonomische snoeischaar 

verhoogt uw comfort, veiligheid en gezondheid. De neerwaartse en zijwaartse messtand houden uw hand 

en onderarm in een rechte lijn. Daardoor wordt pijn aan pezen en spieren tijdens het snoeien voorkomen. 

Het snoeimes is aan de binnenzijde hol geslepen, dat vermindert het risico op frictie en vastzitten van takken 

tijdens het snoeien. De bovengreep is voorzien van een elastomeer coating. 

Bestelnr. 4714 p.st. 49.00 Bestelnr. 4716 p.st. 49.00 

Bahco Px-S Geschikt voor maximale Bahco Px-L Geschikt voor maximale 

handlengte van 17 cm. handlengte groter dan 20 cm. 


Bahco Px-M Geschikt voor maximale Bahco Px-ML, linkshandig. Geschikt voor 

handlengte tussen 17 en 20 cm. maximale handlengte tussen 17 en 20 cm. 

171

hYBriden van lilium martagOn en martagOn-tYpe lelies 

De Turkse lelie komt voor in grote delen van Europa tot aan Azië. De lelies houden van een lichte 

humusrijke grond (kalk) met goede drainage. Probeer de wortelvoet in de schaduw (tussen beplanting 

in de border) te houden. Ten tijde van de bloei verspreiden de bloemen een heerlijke ‘wilde 

bloemengeur’, gonst het van de hommels en bijen en zelfs vlinders genieten van de schoonheid. 

Lilium martagon 

Intro: 1596. Nederlandse naam: Turkse lelie. 

De bladeren die lancetvormig tot ovaal zijn, zijn in 

kransen geplaatst langs de forse 120-150 cm hoge 

bloemstengels. De knikkende paarse bloemen zijn op 

de kroonbladeren gemerkt met donkere vlekjes. 

Stinzenplant, heerlijk geurend. Extra grote bolmaat. 


3 st. 13.50 

!120-150 @7-8 #15 $12-15 %16 Z-S 

Lilium martagon var. album 

De witte vorm wordt al sinds de 16e eeuw 

aangetroffen in tuinen en ontving in 1889 een 

First Class Certificate van de Royal Hortical Society 

en een AGM in 1933. De statige plant met de stevige 

stelen showt zijn geurende, ivoorwitte bloemen, tot 

wel twintig per steel, in mei-juni. 

Opvallend mooie oranje meeldraden. 

Extra grote bolmaat. 


3 st. 18.00 

!120-150 @5-6 #15 $12-15 %16 Z-S 

172

Lilium ‘Arabian Night’ 

(L. martagon ‘Arabian Night’) 

Schitterende nazaat, al in 1999 geregistreerd, uit 

kruisingswerk verricht met o.a. L. martagon. Heerlijk 

geurende, vele knikkende bloemen, bordeauxrood, 

vanuit het hart goud bespikkeld, in grote trossen. 

De stevige stelen bereiken een lengte van 100 cm. 


3 st. 13.50 

!100 @6-7 #15 $12-15 %12 Z-S 

Lilium’ Chameleon’ ! 

Een bijzondere hybride, wanneer de bloemen zich 

openen zijn zij zachtroze, enkele dagen later 

veranderen ze naar crèmekleurig. De mooi 

getekende bloemen zijn vijf cm groot en verschijnen, 

bij volle wasdom, met wel veertig stuks aan de 

stevige steel. 


3 st. 13.50 

!120-150 @6-7 #15 $12-15 %12 Z-S 

Lilium ‘Claude Shride’ 

Een krachtige cultivar met lange bloemtrossen. 

De typische martagon-bloemvorm is duidelijk 

herkenbaar. Diep maroonrode bloemen, aan de 

buitenzijde roze gekleurd. 


3 st. 13.50 

!120-150 @6-7 #15 $12-15 %12 Z-S 

173

Lilium ‘Gaybird’ ! 

Een vrolijke vogel enigszins vergelijkbaar met 

L. ‘Manitoba Morning’, echter de bloemen zijn iets 

kleiner. Daarentegen is de totale plantopbouw forser. 

De leverroze bloemen zijn besprenkeld met 

mahonierode spikkels omzoomd door goudgele 

markeringen. 


3 st. 13.50 

!120-150 @6-7 #15 $12-15 %12 Z-S 

Lilium ‘Guinea Gold’ ! 

De zachtroze bloemblaadjes zijn aan de binnenkant 

gesierd met een okergeel onregelmatig gevormd 

randje en bruine spikkels. 

Aan de buitenzijde is de bloem roze. Ook hier de 

karakteristieke bloemvorm van L. martagon waarbij 

de bloemen zes cm groot zijn en bij volle wasdom 

met dertig stuks aan één bloemsteel zitten. 


3 st. 13.50 

!120-150 @6-7 #15 $12-15 %12 Z-S 

Lilium ‘Mrs. R.O. Backhouse’ ! 

Eén van de oudste Martagon-hybriden: 

L. martagon x L. hansonii. Okergele bloemen met 

bruine spikkels. 

In het knopstadium is de zweem van magentaroze 

aan de buitenzijde van de bloem goed zichtbaar. 


3 st. 13.50 

!120-150 @6-7 #15 $12-15 %12 Z-S 

174

Lilium ‘Orange Marmalade’ 

Oorspronkelijk in 1972 door E. Robinson 

geïntroduceerd onder de naam ‘Tsinson’, 

samengesteld uit de Latijnse namen van de ouders 

(dalhansoni en tsingtauense). Deze naam is echter 

niet acceptabel volgens de internationale code van 

ICNCP 2004, omdat het Latijn was (of daaruit 

samengesteld). Vandaar de nieuwe naam ‘Orange 

Marmalade’, door Eugene Fox in 1994 gegeven. 

Luchtige, slanke bloem-trossen met zacht oranje 

bloemen. De donkere bloemstelen contrasteren 

mooi met de talrijke bloemen waarvan de 

bloemblaadjes minder ver naar achter gebogen zijn. 


3 st. 13.50 

!120 @6-7 #15 $12-15 %12 Z-S 

Lilium ‘Slate Select’ ! 

Krachtig groeiende hybride met roze bloemknoppen 

die zich openen in prachtige zes cm grote gespikkelde 

bloemen waarin meerder kleuren voorkomen, zoals 

oker, bruin en roze. Een volgroeide bloemtros draagt 

tot vijfentwintig bloemen. 


3 st. 13.50 

!120-150 @6-7 #15 $12-15 %12 Z-S 

Lilium ‘Sunny Morning’ 

Vele bezoekers van de Internationale Kwekerijdagen 

in Bingerden 2012 zullen genieten van een zonnige 

morgen, omdat zij de verleiding niet hebben kunnen 

weerstaan. Warmgele bloemen waarop aan de 

binnenkant van de bloemblaadjes, veel paarsrode 

spikkels zichtbaar zijn. Eveneens van oorsprong uit 

de V.S. 


3 st. 13.50 

!100 @6-7 #15 $12-15 %12 Z-S 

175

mOraea BEHOORT TOT DE FAMILIE DER IRIDACEAE 

Moraea mediterranea 

(Synoniem: Gynandriris monophylla) 

Inheems op o.a. Kreta, Cyprus en in Israël. 

De zacht blauwviolette, op iris gelijkende bloemen 

openen zich opeenvolgend, vanuit de slanke 

bloemtros. Per bol ontwikkelt zich slechts één 

lancetvormig, dun blad. Bijzonder is dat de bloemen 

zich ‘s avonds pas openen. 


3 st. 9.75 

!20-25 @7 #5 $5 %I. Z 

Moraea spathulata ! 

(Synoniem: M. spathacea) 

Een wintergroene plant die inheems is in 

Zuid-Afrika. De gele op iris lijkende bloemen 

verschijnen op stevige stelen die zich tussen het 

slanke opgaande blad ontwikkelen. 

Door de opeenvolgende bloei bloeit de plant weken 

achtereen. Met enige geduld, in de volle zon en in 

humusrijke grond vormt de Moraea een prachtige 

pol. Gedurende de groei voldoende water geven. 


3 st. 16.50 

!50-60 @7-8 #5 $5 %I. Z 

Vinasse-kali 

Een aanvullende bemesting met Vinasse-kali direct na de bloei van de bol- en 

knolgewassen geeft een betere ontwikkeling van het gewas in het volgende jaar. 

100% natuurlijk. 

Dosering : 50 gram per m 2 . 

Inhoud : 800 gram. 

Dit product wordt alleen binnen Nederland geleverd. 


176

muscari BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

Dit alom bekende geslacht kent gelukkig ook enige synoniemen: Botryanthus, muscarimia en 

pseudomuscari. Muscari komt van het Latijnse: muscus (muskusachtig). Sommige species zijn omgeven 

door deze muskusgeur. Het geslacht Muscari bestaat uit een dertigtal species afkomstig uit het 

Middellandse-Zeegebied, Turkije tot de Kaukasus. Bekend onder de verzamelnaam blauwe druifjes. 

Echter niet alleen de diverse tinten blauw of blauwpaars, maar ook witte, sporadisch gele en zelfs roze 

kleuren worden aangetroffen. 

Muscari armeniacum 

(Synoniemen: Muscari colchicum, M. concinnum, 

M. conicum, M. cyaneo-violaceum, M. micranthum, 

M. polyanthum, M. sosnovsky en M. saovitsianum) 

Het bekende blauwe druifje. Intro: 1877. 

Herkomst: Roemenië, Klein-Azië en de Kaukasus. 

Het bloemtrosje is zeer compact. 

De vele kobaltblauwe klokvormige bloempjes zijn 

voorzien van een wit randje. De smalle bladeren zijn 

vaak langer dan de bloeiwijze. 

Bestelnr. 937 25 st. 3.00 

100 st. 11.50 

250 st. 27.50 

!15-20 @4-5 #5 $8-10 %10 Z-H 

Muscari armeniacum ‘Blue Spike’ 

Blauwe wolken, de dubbele vorm van het blauwe 

druifje. Dikke dichte trossen blauwe bloemen, in het 

knopstadium groenig geel. Ook in uitgebloeide 

toestand vanwege de decoratieve zaaddozen voor 

lange tijd attractief. In 1963 werden aan deze lange 

bloeier al diverse prijzen toegekend. 

Bestelnr. 9259 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!15-20 @4-5 #5 $8-10 %10 Z-H 

177

Muscari armeniacum ! 

‘Siberian Tiger’ 

In het jaar van registratie, 2005 werd deze 

nieuwkomer direct gewaardeerd met een 

Getuigschrift Proeftuin van de K.A.V.B. Aanvankelijk 

zijn de bloemen spierwit maar langzaam verschijnt 

er ten tijde van de bloei een zweem van violetblauw 

over de bloemen waardoor op afstand lijkt alsof zij 

viltig grijs zijn. 

Bestelnr. 9712 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!10-15 @4-5 #5 $8-10 %8 Z-H 

Muscari aucheri ‘Mount Hood’ 

Een in eind 2003 geregistreerde Muscari. Violetblauw 

bloemtrosje waarvan de bovenste bloemetjes in het 

bloemtrosje wit zijn. 

Zeer opvallend voor zowel in de border als in potten. 

Bestelnr. 8175 10 st. 2.75 

25 st. 6.50 

!15-20 @4-5 #5 $5 %5 Z-H 

Muscari aucheri ‘Ocean Magic’ 

Een introductie van Kwekersvereniging 

Muscari Blue Magic in een mooie lichtblauwe kleur, 

waarvan de topjes van de bloemtrossen wit zijn. 

Met name voor de potcultuur is deze Muscari 

volgens de vaktijdschriften zeer geschikt. 

Bestelnr. 935 10 st. 2.75 

25 st. 6.50 

!15-20 @4-5 #5 $8-10 %9 Z-H 

178

Muscari aucheri ‘Sky Blue’ 

(Synoniem: M. species nova ‘Sky Blue’) 

In de jaren zeventig ontving Dr. Aldonis Verinsh in 

het wild verzamelde bollen van M. pallens. Er zat een 

enorme variatie in de bloei, in eerste instantie gezien 

als variëteiten van M. pallens. Dit bleek niet juist te 

zijn. Waarschijnlijk waren het hybriden ontstaan uit 

M. pallens en M. neglectum, die naast elkaar, wel 

onder verschillende groeiomstandigheden, in het 

wild voorkomen. Eén van deze selecties is de nu 

aangeboden M. aucheri ‘Sky Blue’. 

Licht hemelsblauwe bloemen met witte topjes. 

Bestelnr. 8599 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!15-20 @4-5 #5 $5 %5 Z-H 

Muscari aucheri ‘White Magic’ 

Ook een introductie van de eerder genoemde 

Kwekersvereniging Muscari Blue Magic. Maar nu 

munt de selectie uit in het bloeitijdstip, een vroege 

zuiver witte druif. Zeer geschikt voor potcultuur. 

Bestelnr. 960 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!15-20 @3-4 #5 $8-10 %9 Z-H 

Muscari azureum 

(Synoniemen: Bellevalia azurea, Hyacinthella azurea, 

Hyacinthus azureus en Pseudomuscari azureum) 

Intro: 1859. Herkomst: Oost-Turkije. De slechts twee 

tot drie grijsgroene bladeren omsluiten aan de voet 

het tot 15 cm hoge plantje. Het bloemtrosje kan wel 

tot 60, nauwelijks vijf millimeter grote klokvormige 

en dicht opéén zittende bloemetjes bevatten. 

De hemelsblauwe (azureus) bloempjes hebben een 

donker streepje op elk bloemblaadje. De uiteinden 

van de kelkblaadjes zijn niet samengetrokken. 

Prima soortje voor verwildering. 

Bestelnr. 940 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!15 @3-4 #5 $5 %6 Z-H 

179

Muscari azureum ‘Album’ 

(Synoniemen: Hyacinthella azurea ‘Alba’ en 

Hyacinthus azureus ‘Albus’) 

Intro: 1939 (J. Bijl van Duyvenbode). Een zuiver witte 

vorm uit M. azureum. Het is net alsof er een groene 

waas over de bloempjes ligt. Het leuke is, dat dit 

druifje een maand eerder bloeit dan de andere witte 

vormen. 

Bestelnr. 942 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!15 @3-4 #5 $5 %5 Z-H 

Muscari botryoides ‘Album’ 

Intro: 1596. Het is een witte mutant uit 

M. botryoides. De bladeren zijn opmerkelijk korter 

dan de nagenoeg rechthoekige bloeiwijze. 

Herkomst: Zuid-Europa en de Balkan, ook bekend 

als: ‘Pearls of Spain’. 

Bestelnr. 946 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!15-20 @4-5 #5 $5 %5 Z-H 

Muscari botryoides ‘Superstar’ 

Muscari botryoides is de enige echte blauwe 

druifhyacint die nog sporadisch, verwilderd, 

in Nederland voorkomt (stinzenplant). Helaas is onze 

partij te klein geworden om hieruit nog te kunnen 

verkopen. Als alternatief bieden we de selectie 

‘Superstar’ aan, een in 1997 geregistreerde cultivar 

met korenbloemblauwe bloemen. 

Elk bloemetje is afgebiesd met een ivoorkleurig wit 

randje. 

Bestelnr. 8601 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!15-20 @4-5 #5 $5 %5 Z-H 

180

Muscari comosum 

Intro: 1596. Herkomst: Noord-Afrika, Frankrijk, 

Midden-Europa, het zuiden van Rusland en 

zuidwesten van Azië. Nederlandse naam: 

kuifhyacint. Verspreid voorkomend in onze duinen. 

Het onderste gedeelte van de bloem bestaat uit 

olijfgroene bloempjes op korte steeltjes die fertiel 

(vruchtbaar) zijn en de bovenste steriele 

(onvruchtbare) langgesteelde lokbloemetjes zijn 

zacht violet. Het verhaal wil dat de plant in 

Nederland zou zijn ingevoerd met fazantenvoer. 

De bloeiwijze is curieus. 

Bestelnr. 948 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!10-30 @5-7 #5 $5 %6 Z-L 

Muscari latifolium 

Intro: 1858. Herkomst: West- en Zuid-Turkije. 

De sterk ontwikkelde topbloemen zijn lichtblauw, 

het onderste gedeelte van de bloeiwijze bestaat uit 

donkerblauwe steriele bloemetjes. Gewoonlijk heeft 

de plant slechts één breed blad (latifolius). 

Goed voor verwildering. 

Bestelnr. 954 25 st. 3.00 

100 st. 11.50 

!20-25 @4-5 #5 $5 %7 Z-H 

Muscari macrocarpum 

(Synoniemen: M. flavum, M. luteum en 

M. moschatum var. flavum) 

Herkomst: Griekenland, de Cycladen en West-Turkije. 

Een vrij zelden aangeboden gele druif. 

De vruchtbare bloempjes zijn eerst rossig violet 

maar verkleuren snel naar geel tot bruingeel. Steriele 

bloemen zijn sporadisch aanwezig. 

Zoet geurend. 


10 st. 6.50 

!15-25 @4-5 #5 $8-10 %9 Z-L 

181

Muscari muscarimi 

(Synoniemen: M. ambrosiacum, 

M. moschatum en Muscarimia muscari) 

Intro: 1554, al lang in cultuur vanwege de 

muskusgeur bij de Turken. Herkomst: het 

zuidwesten van Turkije. Het bovenste gedeelte 

bestaat uit slechts enkele paarse onvruchtbare 

bloemetjes. Het overige gedeelte is zachtgeel met 

een amberkleurig bloemrandje. 


10 st. 6.50 

!10-15 @4-5 #5 $8-10 %8 Z-L 

Muscari neglectum 

(Synoniemen: M. atlanticum, M. compactum, 

M. elwesii, M. leucostomum, M. mordoanum en 

M. racemosum) 

Intro: 1568. Herkomst: België (Maasvallei), Frankrijk, 

Noord-Afrika en het zuidwesten van Azië. De drie tot 

zes lichtgroene bladeren zijn smal en kunnen een 

lengte bereiken van 30 cm. De bloemkleur is bijna 

zwart (zeer donkerblauw) met aan het einde van de 

bloembuis een smal helderwit randje. De steriele 

bloemetjes aan de top van de bloemtros zijn blauw. 

Heel apart. 

Bestelnr. 964 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!20-25 @3-4 #5 $5 %5 Z-H 

Muscari ‘Peppermint’ 

Geselecteerd door M. Philippo. Behoort tot de 

M. armeniacum, gezien de uiterlijke kenmerken en 

groeiwijze. Smal langwerpig blad hetgeen vlak op de 

grond ligt. Zachtblauwe bloemen, waarvan het topje 

verbloeit naar zilverwit in 8 cm grote trossen. 

Verwildert goed en blijft jarenlang betrouwbaar 

bloeien. 

Bestelnr. 972 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!20 @4-5 #5 $6-8 %8 Z-H 

182

Muscari ‘Pink Sunrise’ 

Geregistreerd in 2011. Een zaailing van 

M. ‘White Rose Beauty’, door Augis Dambrauskas 

geselecteerd. 

Een prachtig zachtroze, langbloeiend en geurend 

druifje. De kleur is intenser wanneer het koeler weer 

is. De dichte cylindervormige bloemtros is tot drie 

cm lang. De vier tot zes bladeren, tot 16 cm lang, zijn 

midden grijsgroen. Ook prima voor verwildering en 

goed te combineren met andere voorjaarsbloeiende 

bolgewasjes. 

Bestelnr. 9494 5 st. 4.95 

10 st. 9.50 

!15-20 @4-5 #5 $5 %6 Z-H 

narcissus BEHOORT TOT DE FAMILIE DER AMARYLLIDACEAE 

Het verspreidingsgebied is groot, namelijk: Zuid-, Midden- en West-Europa, Noord-Afrika, China, Japan 

en pleksgewijs in het zuidwesten van Azië. Het overgrote deel echter treffen we aan in Spanje en 

Portugal. De naam ’Narcis’ is afgeleid van het Griekse werkwoord ’narkaoo’, dat verdoven betekent. 

De geur van narcissen werd vroeger namelijk als verdovend of slaapverwekkend beschouwd. 

Het aanbod is ontstaan uit een kleurig samenspel van wildvormen, moderne- en historische rassen. 

Met name de oude rassen geuren en verwilderen goed, dat hebben ze immers bewezen. Vooral bij de 

moderne rassen zijn de bloemen beter kleurvast en hebben zij een perfectere vorm. 

Narcissus ‘Albus Plenus Odoratus’ 

Intro: 1590. Division 4. Reeds in 1590 ontving Carolus 

Clusius de eerste bolletjes van deze zachtgeurende 

narcis. Door de jaren heen heeft ze nogal wat bijnamen 

gekregen, enkele voorbeelden zijn: ‘Double 

Border’, Double Pheasant’s Eye’, poeticus ‘Flore Pleno’, 

poeticus ‘Pattellaris Pleno Albo Cum Croceo’, poeticus 

‘Plenus’ en ‘The Large Gardenia Flowered Double 

White Daffodil’. De bloemkleur: gevuldbloemig wit, 

de gele meeldraden en helmknoppen worden zichtbaar 

als de bloemen rijpen. Ook voor verwildering. 

Bestelnr. 1490 5 st. 4.75 

10 st. 9.00 

!35-45 @5-6 #10 $12-15 %I. Z-S 

183

Narcissus ‘Bath’s Flame’ 

(Synoniem: N. ‘Flame’) 

Intro: voor 1913. Division 3. G.H. Engleheart. Award 

of Merit in 1915. Aan de los ogende bloem is direct 

te zien dat we met een historische cultivar van doen 

hebben. Het diepgele cupje heeft een oranje randje, 

de bloemblaadjes zijn geel. 

Bestelnr. 1560 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!40-45 @3-4 #10 $10-15 %I. Z-S 

Narcissus bulbocodium 

subsp. bulbocodium ‘Classic Gold’ 

Intro: 1629. Division 10. Nederlandse naam: 

hoepelroknarcisje. Herkomst: Algerije, Marokko, 

Spanje, Portugal en het zuidwesten van Frankrijk. 

‘Classic Gold’ is een fantastische rijk bloeiende, 

goudgele selectie waarbij er meerdere bloemstelen 

(tot wel 7) per bol verschijnen. Veel beter bloeiend 

dan de soort. Kegelvormige bijkronen en smalle 

puntige kroonslippen zijn de opvallendste 

kenmerken van dit narcisje. Graag een zonnig plekje 

en een niet te droge grond. 

Bestelnr. 9267 10 st. 4.50 

25 st. 10.50 

!10-15 @4 #5 $6-8 %9 Z-L 

Narcissus ‘Canary Bird’ ! 

Een Nederlandse introductie van voor 1913. 

Division 8. Meerbloemige Tazetta-narcis met ronde 

heerlijk geurende donker citroengele bloemen met 

een oranje cupje. 

Bestelnr. 9714 10 st. 4.50 

25 st. 10.50 

!30-40 @4-5 #10 $10-12 %12 Z-H 

184

Narcissus cantabricus 

Division 13. Een variabele species oorspronkelijk 

voorkomend in Zuid-Spanje, de Balearen en 

Noord-Afrika. De subspecies verschillen met name 

door het aantal grasachtige bladeren en de 

bladgrootte van elkaar. 

Op een hoepelrokje gelijkende glazig witte bloemen 

op korte steeltjes, 10-15 cm. 

Vaak al bloeiend in januari-februari. 

Bestelnr. 8181 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!10-15 @1-2 #5 $6-8 %I. Z 

Narcissus ‘Centannees’ 

Intro: 1984. Division 11. 

Heerlijk geurende opvallende spleetkronige narcis. 

De grote gespleten echt oranje kroon bedekt bijna in 

z’n geheel de goudgele kroonbladeren. 

Goed houdbare snijbloem. 

Bestelnr. 8183 5 st. 4.95 

10 st. 9.50 

!40 @3-4 #10 $12-15 %II. Z-S 

Narcissus ‘Cherry Spot’ 

Intro: 1975. Division 3. Grant E. Mitsch, ontstaan uit 

N. ‘Artillery’ x N. ‘Avenger’. Zeer opvallende levendig 

oranjerode cup, mooi contrasterend met de witte 

kroonbladeren die bij het ontluiken een crèmegele 

band rond de basis tonen. 

Bestelnr. 8605 5 st. 4.95 

10 st. 9.50 

!45-50 @4-5 #10 $12-15 %I. Z-S 

185

Narcissus ‘Croesus’ ! 

Division 2. Een historische narcis uit de kraam van 

Joséphine Dekker. Werd al voor 1912 geïntroduceerd 

en direct in de jaren erna meerdere malen 

onderscheiden met diverse awards. Croesus was 

een Griekse koning van Lydië van 560 v. Chr. tot 

546 v. Chr. Lichtgele bloemblaadjes met een 

diep-geribde zachtoranje cup. 

Bestelnr. 9715 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!40-45 @3-4 #10 $10-15 %I. Z-S 

Narcissus ‘Curlew’ ! 

Division 7. Uit de ‘vogeltjes-serie’ van G.E. Mitsch, 

met als ouderpaar: N. ‘Killaloe’ x N. jonquilla. 

Er verschijnen tot drie ivoorwitte bloemen per steel 

met een relatief lang uitgerekt cupje die gedurende 

de bloei ook naar ivoorwit kleurt. Geurend. 

Bestelnr. 9716 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!30 @4 #10 $10-15 %14 Z-S 

Narcissus ‘Daphne’ 

(Synoniem N. ‘Spalding Queenie’) 

Intro: voor 1914. Division 4. De dubbele 

dichters-narcis, een selectie uit zaailingen van uit 

N. poeticus ‘Ornatus’. Heerlijk geurende mooi 

gevormde dubbele witte bloemen. 

Bestelnr. 1620 3 st. 4.95 

5 st. 8.00 

!30-35 @4 #10 $10-12 %I. Z-H 

186

Narcissus ‘Derringer’ ! 

Division 7. Uit handen van Brent C. Heath, 2003. 

De heerlijke geur van Narcissus jonquilla, één der 

kruisingsouders, is zeer herkenbaar. De zachtoranje 

cup wordt omsloten door zachtgele bloemblaadjes 

die aan de rand lichter van kleur zijn. 

Bestelnr. 9717 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!25-30 @3-4 #10 $12-15 %14 Z-H 

Narcissus ‘Dutch Lemon Drops’ 

Intro: 2007. Division 5. Voorheen aangeboden als 

N. ‘Lemon Drops’. Degene die dit narcisje op de 

wereld gezet heeft, is tot op heden onbekend. 

Meerdere knikkende bloemen aan een 20-25 cm 

lange bloemsteel. De kroonblaadjes zijn wit en het 

cupje is citroengeel. 

Bestelnr. 1519 5 st. 3.75 

10 st. 7.00 

!20-25 @3-4 #10 $10-12 %12 Z-S 

Narcissus ‘Elka’ ! 

Division 1. Terecht in 2011 een Award of Garden 

Merit ontvangen. Een miniatuur trompetnarcis die in 

knopstadium een zachtgele trompet toont, maar bij 

volle wasdom van de bloem uiteindelijk zuiver wit is. 

In 1989 door Alec Gray, Engeland, geïntroduceerd. 

Mooi voor verwildering. 

Bestelnr. 9718 10 st. 3.75 

25 st. 9.00 

!25 @3-4 #10 $10-12 %8 Z-H 

187

Narcissus ‘Emcys’ 

Intro: 2002. Division 6. Door de heer Jan de Winter 

geselecteerd uit zaailingen van N. ‘jenny’. 

Een gezonde witte cyclamineus, de kroonbladeren 

wijzen strak naar achteren, het langwerpige cupje is 

wit. De naam is ontstaan uit: Een Mooie CYclamineus 

Selectie. Vroegbloeiend. Betoverend mooi in 

combinatie met bontbladige Brunnera. 

Bestelnr. 8191 5 st. 4.00 

10 st. 7.50 

!25-30 @3-4 #10 $10-12 %II. Z-S 

Narcissus ‘February Gold’ ! 

Division 6. Al een oudje, van voor 1923 maar nog 

steeds een heel betrouwbare gele cyclamineus die 

zeer geschikt is voor verwildering. Een Nederlandse 

hybride, van de Graaff Bros. De levendig gele 

bloemen kunnen al vanaf februari verschijnen. 

Bestelnr. 9719 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

100 st. 30.00 

!25 @2-3 #10 $12-15 %14 Z-H 

Narcissus ‘Firetail’ 

Intro: voor 1910. Division 3. Een late kleinkronige 

narcis met een briljante combinatie van 

crèmekleurige kroonbladeren en een dieporanje cup. 

Uit handen van E.M. Crosfield. 

Bestelnr. 9273 5 st. 3.75 

10 st. 7.00 

!35-40 @4-5 #10 $12-15 %14 Z-S 

188

Narcissus ‘Hawera’ 


Door Dr. William M. Thomson in Nieuw-Zeeland 

gewonnen met als kruisingsouders N. jonquilla en 

N. triandrus. Gewoonlijk meerdere, zes tot acht, 

knikkende citroengele bloemetjes aan een 25 cm 

hoog bloemsteeltje. Het blad is smal, enigszins 

grasachtig. Heerlijk geurend. Hawera heeft al vele 

prijzen gewonnen zoals een Award of Merit in 1938 

en een AGM, Award of Garden Merit in 1995. 

Bestelnr. 8193 25 st. 4.00 

100 st. 15.00 

!25-30 @4-5 #5 $10-12 %10 Z-L 

Narcissus ‘Idol’ ! 

Division 7. M. Kammerlander, Duitsland, 

selecteerde uit de wildvorm N. calcicola dit idooltje 

dat later, in Nederland, in 2004 geregistreerd werd. 

De drie bloemetjes per steel, 25 mm in doorsnede, 

zijn levendig geel. Een miniatuurtje. 

Bestelnr. 9720 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!15 @4 #5 $8-10 %I .Z-H 

Narcissus jonquilla 

Division 13, section Jonquilla. 

Herkomst: Zuid-Spanje. Heerlijk zoetgeurende 

wildvorm voor een zonnige standplaats. 

Elk 20 cm hoog stengeltje geeft twee tot zes helder 

diepgele bloemen met een klein cupje. 

Het cilindervormige blad is donkergroen van kleur. 

Bestelnr. 1576 25 st. 4.50 

100 st. 17.00 

!20 @5-6 #5 $8-10 %7 Z-L 

189

Narcissus jonquilla var. henriquesii 

Division 13, section Jonquilla. Een jonquille die 

veelvuldig werd gebruikt als kruisingsouder. 

Nu wat in de vergetelheid geraakt, maar het blijft 

één van de fraaiste wildvormen. Een aantekening 

van Sue Drew in Wisley Daffodil trials: “Lovely garden 

plant, scented and free flowering. Flowered for 87 

days with 62 flowering stems per 10 bulbs. Produced 

three to five scented flowers per stem”. 

Bestelnr. 1511 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!20-25 @3-4 #10 $8-10 %9 Z-L 

Narcissus ‘Julia Jane’ 

Intro: 1966. Division 10. Een goed groeiende vorm 

van N. romieuxii subsp. romieuxii met mooie 

zachtgele buitenwaarts bollende bloempjes. 

Geselecteerd door J.C. Archibald in 1966 uit een 

wildcollectie van Marokkaanse origine. 

Bestelnr. 1496 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!10-15 @2-3 #5 $6-8 %I. Z-L 

Narcissus ‘Larkwhistle’ ! 

Division 6. Een uit Engeland afkomstige hybride, in 

1960 geregistreerd. De gele bloemblaadjes wijzen 

licht naar achteren en overlappen elkaar alleen aan 

de basis. Het cylindervormige cupje is iets intenser 

van kleur. Mooie bloemvorm en rijkbloeiend. 

Bestelnr. 9721 10 st. 3.75 

25 st. 9.00 

!25-30 @2-3 #10 $12-15 %14 Z-H 

190

Narcissus ‘Laurens Koster’ 

Intro: voor 1906. Division 8. (A. Vis). Naar ‘onze’ 

Haarlemse uitvinder van de boekdrukkunst werd 

deze een eeuw geleden tot de groep tazetta 

behorende narcis genoemd. Een nakomeling van 

N. ‘Ornatus’ x N. tazetta. Een werkelijk heerlijk 

ruikende narcis met een botergeel cupje omsloten 

door witte bloemblaadjes. 

Bestelnr. 1600 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!30-35 @4-5 #10 $12-15 %14 Z-H 

Narcissus ‘Lemon Silk’ ! 

Division 6. Uit Amerika afkomstig, met als ouders 

N. ‘Nazareth’ x N. cyclamineus. Een schoonheid die 

zelden wordt aangeboden. De bloemblaadjes zijn 

zacht citroengeel, wit aan de basis, los staand en 

licht naar achter buigend. Het cilindervormige cupje 

is wit, licht geribbeld. 

Bestelnr. 9722 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!30 @3-4 #10 $12-15 %I. Z-H 

Narcissus ‘Lieke’ 

Intro: 2009. Division 7. Een heerlijk geurende nieuwe 

witte jonquilla, met meerdere bloemen per 

bloemsteel. Een zaailing van Brent and Becky Heath, 

vernoemd naar de dochter van de kweker Gerrit 

Preijde, die een deel van hun zaailingen test en teelt. 

Bestelnr. 9496 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!35-45 @4-5 #10 $12-15 %14 Z-L 

191

Narcissus ‘Lucifer’ 

Intro: voor 1890. Division 2. Een klassieker, in 1898 

bekroond met een Award of Merit en in 1901 een 

FCC. Losjes ogende crèmekleurige bloemblaadjes 

omvatten het slanke cupje dat naarmate de bloem 

rijpt, van oranje naar geel kleurt. Het verkleuren van 

de bloem ten tijde van de bloei is een kenmerk, 

eigenschap van oude narcissenrassen. 

Bestelnr. 9275 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!40 @4 #10 $12-15 %I. Z-S 

Narcissus ‘Mallee’ 

Intro: 2001. Division 11. Een charmante 

spleetkronige narcis in de zachte tinten wit en roze. 

Uit handen van B.S. Duncan, N. ‘Movie Star’ x 

N. ‘Last Chance’. In 2007 heeft ‘Mallee’ een AGM 

mogen winnen. 

Bestelnr. 9498 5 st. 4.95 

10 st. 9.50 

!35-40 @4 #10 $12-15 %14 Z-H 

Narcissus ‘Manly’ 

Intro: 1972. Division 4. J. Lionel Richardson. 

Een perfect gevormde dubbele groengele narcis 

met in het hart korte oranje bloemblaadjes. 

Award of Merit in 1986, AGM in 2002. 

Lang bloeiend. 

Bestelnr. 8609 5 st. 3.75 

10 st. 7.00 

!45-50 @4-5 #10 $12-15 %II. Z-H 

192

Narcissus ‘Mite’ 

Intro: 1965. Division 6. Een dreumes, een 

miniatuurtje dat zijn heerlijk geurende bloemen al 

vroeg showt. Ontstaan uit N. cyclamineus x 

N. obvallaris, waarbij de uiterlijke kenmerken van 

N. cyclamineus duidelijk zichtbaar zijn gebleven. 

De goudgele bloemblaadjes wijzen sterk naar 

achteren, het langwerpige gele cupje wijst vrolijk 

vooruit. Een goed verwilderend soort, tevens een 

mooi alternatief voor de o zo moeilijke 

N. cyclamineus. 

Bestelnr. 9500 5 st. 5.95 

10 st. 11.50 

!15 @2-3 #10 $6-8 %I. Z-H 

Narcissus ‘Mrs. Langtry’ 

Intro: voor 1869. Division 3. Vernoemd naar de 

actrice Lily Langtry en tevens geliefde van King 

Edward VII. Een historische narcis met ongekende 

schoonheid, melkwitte slanke, iets gedraaide 

kroonblaadjes omvatten het kanariegele cupje. 

De knikkende bloemen geven de narcis een 

natuurlijke uitstraling. 

Bestelnr. 9279 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!40 @4-5 #10 $12-15 %I. Z-S 

Narcissus obesus ! 

(Synoniem: N. bulbocodium subsp. obesus) 

Herkomst: Portugal op leemgronden. 

Verhoudingsgewijs grote horizontaal- of naar 

bovenkijkende diepgele hoepelrokvormige bloemen 

op korte, slechts 10 cm lange, stevige steeltjes. 

Het donkergroene kronkelige blad 

ontwikkelt zich tegelijk met de bloemen. 

Een opvallende en aantrekkelijke wildvorm, 

die niet zo moeilijk te houden is. 


3 st. 11.25 

!10 @4 #5 $6-8 %I. Z-L 

193

Narcissus x odorus 

Intro: 1601. Division 13. Een spontane in de natuur 

ontstane kruising tussen N. jonquilla en 

N. pseudonarcissus. Ze worden in grote delen in het 

westelijke gedeelte van Zuid-Europa aangetroffen. 

De 30-40 cm hoge bloemsteel draagt twee, soms 

drie of zelfs vier heerlijk geurende (odorus) 

heldergele bloemen. In de volksmond alsook bij 

oudere kwekers, worden deze narcissen ook wel 

campernellen genoemd. Bijzonder geschikt voor 

verwildering. 

Bestelnr. 1521 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

100 st. 26.00 

!30-40 @4-5 #10 $10 %I. Z-S 

Narcissus x odorus ‘Plenus’ 

Intro: 1601. Division 4. De gevuldbloemige vorm van 

N. odorus. Dubbele Campernellen. De heerlijk 

geurende gele bloemen lijken net roosjes. 

Bijzonder geschikt voor verwildering. 

Bestelnr. 1523 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

100 st. 26.00 

!30-40 @4-5 #10 $10 %10 Z-S 

Narcissus ‘Petrel’ 

Intro: 1970. Division 5. Door G.E. Mitsch 1970 

(Grant Mitsch Novelty Daffodils, Canby, Oregon, 

U.S.A.). Een Triandrus-type, met gewoonlijk twee 

of meer hangende bloempjes per steel. 

De kroonblaadjes zijn teruggeslagen. 

Een roomwitte, meerbloemige en zeer rijk 

bloeiende beauty. Lange bloeitijd en heerlijk geurend. 

Bestelnr. 1590 10 st. 4.95 

25 st. 12.00 

!30 @4-5 #10 $10 %I. Z-H 

194

Narcissus poeticus var. recurvus 

(Synoniemen: N. ‘jean(n)ette Blanche’ en N. ‘Pheasant’s Eye’) 

Intro: voor 1600. Division 13. Bekend onder de 

namen: fazanten- of pauwenoog narcis. Als bijna alle 

narcissen zijn uitgebloeid, ontluiken de heerlijk 

geurende bloemen van deze schoonheid. 

De helderwitte licht achterwaarts gebogen 

bloemblaadjes omgeven een groen cupje met daar 

op een gele stip voorzien van een fel rood randje. 

Is gemakkelijk te kweken maar bloeit het ene jaar 

spontaner dan het andere jaar. Geeft een voorkeur 

aan een niet te droge standplaats. 

Bestelnr. 1525 10 st. 4.75 

25 st. 11.50 

100 st. 42.50 

!40-50 @5 #10 $12-15 %I. Z-H 

Narcissus ‘Poolster’ 

Intro: 2008. Division 4. Fantastische introductie. 

Meerdere ivoorwitte kroonbladeren omvatten het 

gevulde roomwitte cupje. Maar wat het 

allermooiste is, is wel de stand van de grote bloem, 

die kijkt je aan! Zoet geurend. 

Bestelnr. 9411 5 st. 4.50 

10 st. 8.50 

!35-40 @4 #10 $12-15 %II. Z-H 

Narcissus ‘Princeps’ 

(Synoniemen: N. ‘irish Princeps’, N. ‘Princeps Grand 

Trumpeter’, N. ‘Principe Umberto Primo’) 

Intro: voor 1830. Division 1. N. ‘Princeps’ is een wilde 

narcis die vroeger in Drenthe voorkwam. Het zaad is 

zeer vruchtbaar, na enige jaren groeien er rondom de 

narcis allemaal zaailingen. Ten tijde van de bloei is te 

zien hoe variabel die is, als de eerste bloemen zijn 

uitgebloeid, zijn er nog andere die moeten ontluiken. 

De crèmewitte kroonbladeren, die elkaar niet raken, 

omvatten een warmgele trompet. 

Bestelnr. 8201 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!35-40 @3-4 #10 $12-15 %I. Z-S 

195

Narcissus ‘Prom Dance’ ! 

Division 11. Een recente introductie, elk 

bloemsteeltje draagt vier tot vijf heerlijk geurende 

bloemen. Het gespleten goudgele cupje wordt 

omsloten door mooi contrasterende botergele 

bloemblaadjes. Een modern narcisje met een 

natuurlijke uitstraling die garant staat voor acht 

weken bloei. 

Bestelnr. 9723 10 st. 4.50 

25 st. 10.50 

!30 @3-4 #10 $12-15 %12 Z-H 

Narcissus pseudonarcissus subsp. lobularis 

Division 13, section pseudonarcissus. 

Een geografische vorm van N. pseudonarcissus, 

oorspronkelijk voorkomend in Zuid-België en 

Noord-Frankrijk. Het is één der vroegst bloeiende 

narcisjes (maart), waarvan de kelkblaadjes 

crèmegeel zijn en het cupje geel is. In veel 

botanische tuinen worden ze aangetroffen, niet 

alleen vanwege de magnifieke plantenbouw, maar 

nog meer daar juist dit soort zich uitstekend leent 

voor verwildering. 

Bestelnr. 1527 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

100 st. 30.00 

!20-25 @3-4 #10 $6-8 %6 Z-S 

Narcissus pseudonarcissus ! 

subsp. nobilis 

(Synoniemen: N. leonensis en N. gayi) 

Division 13, section pseudonarcissus. Inheems in 

Portugal en in het noorden van Spanje. Een lieflijk 

dwergje met grote horizontaal of iets naar boven 

wijzende tweekleurige bloemen. 

De trompet is 3-4 cm lang, diep goudgeel en de 

bloemblaadjes zijn zachtgeel. 


3 st. 12.75 

!15-20 @3-4 #10 $8-10 %I. Z-H 

196

Narcissus pseudonarcissus subsp. obvallaris 

(Synoniemen: o.a. N. bromfieldii, N. concolor, N. toscanus) 

Division 13, section pseudonarcissus. In Engeland 

wordt deze verwilderd voorkomende diep goudgele 

narcis de Tenby-Daffodil genoemd, de nationale 

narcis van Wales. Er zijn meerdere verhalen in 

omloop over hoe de narcis in Wales terecht gekomen 

is. Het volgende klinkt aannemelijk: In de 

middeleeuwen trokken Italiaanse monniken naar 

West-Engeland. Onderweg door de bergen namen 

zij deze narcissen mee voor medicinale doeleinden. 

Perfect soortje voor verwildering. 

Bestelnr. 1533 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

100 st. 30.00 

!30 @3 #10 $10 %10 Z-S 

Narcissus ‘Punchline’ ! 

Division 7. Een jonquille die op de wereld is 

gezet door Grant E. Mitsch, N. ‘Quick Step’ x 

N. ‘Silken Sails’, in 1982 geregistreerd. 

Geurende bloemen, meerdere per bloemsteel. 

De bloemblaadjes zijn ivoorwit, het bruingele cupje 

heeft een roze randje. 

Bestelnr. 9725 10 st. 4.95 

25 st. 12.00 

!30-35 @4-5 #10 $12-15 %12 Z-H 

Narcissus ‘Queen of Spain’ 

Intro: voor 1888. Division 5. Peter Barr maakte 

destijds deze selectie uit wild materiaal, dat 

verzameld was in Spanje, uit Narcissus x taitii, 

voorheen bekend als N. x johnsonii. 

Enige onzekerheid m.b.t. de naam blijft overigens 

wel bestaan. De knikkende zachtgele bloemen, 

meestal twee per steel, vallen op door de zijden 

textuur aan de buitenkant van de bloemblaadjes. 

Erg mooi. 

Bestelnr. 9501 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!15-20 @4-5 #10 $6-8 %I. Z-H 

197

Narcissus ‘Regeneration’ ! 

Intro: 1995. Division 7. Een Amerikaanse hybride met 

als ouders: N. ‘Hillstar’ x N. ‘Quick Step’. 

De geurende bloemen openen zich scherp 

citroengeel, de cup is crèmewit. Rondom het cupje 

zijn de bloemblaadjes aan de basis ook crèmewit. 

Drie tot vijf bloemen per steel. 

Bestelnr. 9726 10 st. 4.95 

25 st. 12.00 

!30-35 @4-5 #10 $12-15 %12 Z-H 

Narcissus ‘Rip van Winkle’ 

Intro: voor 1884. Division 4. 

Een uit Ierland afkomstige vorm. Zowel de 

kelkblaadjes als ook het trompetje van dit 

gevuldbloemige goudgele narcisje zijn verdeeld in 

smalle stukjes. Net een kaktusdahlia. 

Bestelnr. 1634 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!15-20 @4-5 #10 $10 %10 Z-S 

Narcissus ‘Rijnveld’s Early Sensation’ 


De allervroegste gele trompetnarcis voor 

verwildering. De laatste jaren gebeurt het wel dat de 

Zandvoortselaan, de verbindingsweg tussen 

Zandvoort en Heemstede, al vanaf december geel 

kleurt. De bloei houdt bijna de hele winter aan, 

alleen tijdens sneeuw of strenge vorst staat deze stil. 

Uiteindelijk volgt er in maart nog een toegift. Award 

of Merit in 1984 en een AGM in 1993. 

Bestelnr. 9281 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

100 st. 30.00 

!30-40 @12-3 #10 $12-15 %12 Z-S 

198

Narcissus ‘Segovia’ 

Intro: 1962. Division 3. De dekbladeren, die elkaar 

voor een derde overlappen zijn wit. De cup is aan het 

uiteinde ribbelig en voorzien van een groengele 

kleur. Uniek, een heel leuk dwergnarcisje. 

Bestelnr. 1545 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!15-20 @4-5 #10 $10 %I. Z-H 

Narcissus ‘Sinopel’ ! 

Division 3. Intro 1974, P. de Jager & Sons. Van de zes 

ivoorwitte bloemblaadjes zijn de binnenste drie wat 

gegolfd. Het platte cupje is bolvormig, geribbeld en 

groenig wit getint met een goudgeel randje. 

Bij bepaalde weersomstandigheden kan het cupje 

zelfs geheel groen kleuren. 

Bestelnr. 9727 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!30-35 @5 #10 $12-15 %14 Z-H 

Narcissus ‘ Sint Victor’ ! 

Division 1. Uit handen van wijlen Karel J. van der 

Veek, AGM in 2011. Vernoemd naar de kerk Sint 

Victor in Obdam. Pastoor Paul, een fervent 

narcissenverzamelaar, heeft deze narcis geschonken 

aan de Paus, elk voorjaar bloeien deze volop in 

Vaticaanstad. Een levendig gele tot oranjegele 

(‘Dark golden’ volgens Brent Heath) trompetnarcis 

met een mooie bloemvorm, prima voor aanplant in 

grote groepen en voor verwildering. 

Bestelnr. 9728 10 st. 3.95 

25 st. 9.50 

!40-45 @3-4 #10 $12-15 %12 Z-H 

199

Narcissus ‘Sophie’s Pride’ 

Deze historische narcis is door de heer Kees van der 

Salm uitgespit uit het Keukenhofbos. Vernoemd naar 

Joséphine Dekker. Qua bloemvorm lijkt deze sterk op 

N. ‘Mrs. Langtry’, maar het cupje is dubbel, soms veel, 

soms weinig, soms niet, maar dan komt dat dubbele 

weer het volgende jaar terug. 

De kleuren zijn een onbestemd geel en grijs in elkaar 

overlopend, niet eenvoudig te beschrijven. 

Bestelnr. 8205 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!35-40 @3-4 #10 $12-15 %I. Z-S 

Narcissus ‘Spoirot’ 

Intro: voor 1998. Division 10. Een ivoorwit 

hoepelroknarcisje. De vorm van de kleine bloemen 

lijkt op een hoepelrokje. Vernoemd naar Hercule 

Poirot. H. Poirot is een fictieve Belgische detective en 

speelde de hoofdrol in een boekenreeks van Agatha 

Christie. Het vroegbloeiende miniatuurtje heeft zijn 

oorsprong in Australië en is ontstaan uit 

N. bulbocodium subsp. bulbocodium var. conspicuus x 

N. cantabricus subsp. cantabricus var. foliosus. 

Bestelnr. 9503 5 st. 3.50 

10 st. 6.50 

!10-15 @2-3 #5 $6-8 %8 Z-L 

Narcissus ‘Stainless’ 

Intro: 1960. Division 2. De ultieme perfectie, 

smetteloos zuiver witte bloemen met een plat 

cupje. Fantastisch is het groene hartje. 

Wellicht de mooiste narcis in zijn klasse. 

Bestelnr. 9287 5 st. 4.95 

10 st. 9.50 

!40-45 @4-5 #10 $12-15 %16 Z-H 

200

Narcissus ‘Stint’ 

Intro: 1970. Division 5. Een mooie zacht limoengele 

meerbloemige, vaak twee tot drie bloemen per 

steel, narcis, waarvan het cupje iets donkerder is 

gekleurd. Door Matthew Fowld, Verenigde Staten, 

geïntroduceerd. De naam ‘Stint’, een klein 

strandlopertje, maakt deel uit de Vogelserie van 

Mr. Fowld. 

Bestelnr. 8207 10 st. 4.95 

25 st. 12.00 

!20-25 @4-5 #10 $12-15 %12 Z-H 

Narcissus ‘Thalia’ 

Intro: voor 1916. Division 5. 

De zuiver witte ietwat naar achter gebogen 

kelkblaadjes vormen een ster. De eveneens zuiver 

witte cup, aan het uiteinde gegolfd, heeft de vorm 

van een drinkbeker. Drie tot vier bloemen per steel is 

normaal. Bij tuinliefhebbers staat dit soort nog altijd 

hoog op het verlanglijstje. 

Bestelnr. 1553 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

100 st. 30.00 

!30 @4 #10 $12-15 %14 Z-S 

Narcissus ‘Topolino’ 

Intro: 1965. Division 1. Een leuke narcis voor 

verwildering. Lijkt enigszins op N. pseudonarcissus 

subsp. lobularis. Door J. Gerritsen & Zoon op de 

wereld gezet. De kroonbladeren zijn bij het 

ontluiken crèmekleurig en verbloeien naar bijna wit. 

Het cilindervormige trompetje is levendig geel. 

Prettig vroeg bloeiend, vanaf begin maart. 

Bestelnr. 8209 10 st. 2.75 

25 st. 6.50 

!15-20 @3 #10 $10 %10 Z-S 

201

Narcissus ‘Toto’ 

Intro: 1983. Division 12. Ook dit narcisje is afkomstig 

uit de handen van W.G. Pannill. Op slechts 20 cm 

hoge steeltjes staan één tot drie zuiverwitte 

bloemen met, bij het ontluiken een zachtgeel cupje, 

dat later verkleurt naar het crèmewit. In alle stadia 

een prachtige bloem. Een zachtgeurende elegante 

narcis, die ook zeer geschikt is voor verwildering. 

Bezit alle kwaliteiten van de bekende N. ‘Tête-à-Tête’, 

maar dan in het wit. 

Bestelnr. 1596 5 st. 3.00 

10 st. 5.50 

!20 @4-5 #10 $10 %10 Z-S 

Narcissus ‘Victoria’ 

(Synoniem: N. ‘Dutch Victoria’) 

Intro: voor 1897. Division 1. Een historische 

trompetnarcis in een klassieke kleurcombinatie: 

crèmewitte bloemblaadjes omvatten een gele 

trompet. Zoals het synoniem doet vermoeden, 

selectiewerk verricht door een Nederlander, M. Vos. 

Perfect voor verwildering. 

Bestelnr. 9507 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!30-40 @3-4 #10 $12-15 %I. Z-S 

Narcissus watieri 

(Synoniem: N. rupicola var. watieri) 

Intro: 1931. Division 13. Een prachtig wildvormpje 

uit Marokko, het Atlas-gebergte. 

Meestal voorkomend in bosrijk gebied op 1800 tot 

2600 meter hoogte. 

Zowel de zes kroonblaadjes als het platte cupje zijn 

wit. Het geheel wordt niet veel hoger dan 

10-12 cm. 


3 st. 12.75 

!10-12 @4-5 #5 $6-8 %I. Z-L 

202

Narcissus ‘White Lady’ 

Intro: voor 1897. Division 3. Ontving in 1898 een 

Award of Merit. Nog steeds verwilderd voorkomend 

in Noord-Ierland. De bloemkleur van deze 

oorspronkelijke Leedsii narcis werd in 1935 door de 

heer J.H. Hytunadi als volgt omschreven: roomgele 

kroon met citroengele rand en een dikbladig wit 

bloemdek. 

Bestelnr. 1606 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!40 @4 #10 $12-15 %I. Z-S 

nectarOscOrdum BEHOORT TOT DE FAMILIE DER ALLIACEAE 

Nectar was op de berg Olympus de drank der Goden (maar het is ook een zoet vocht dat de bijen uit de 

bloemen halen) en uit het Grieks/Latijn scordion wat zoveel betekent als: de plant geurt naar uien. 

Een klein geslacht van planten nauw verwant aan allium met als voornaamste verschillen: 

een vruchtbeginsel met talrijke zaaddozen en drie tot zeven nerven tekenen elk bloemblaadje, 

bij allium slechts één. Er zijn een viertal species bekend. De plant groeit op alle goed gedraineerde 

grondsoorten en verdraagt zowel de volle zon als een schaduwrijk plekje. 

Nectaroscordum siculum subsp. bulgaricum 

(Synoniemen: Allium bulgaricum, 

A. dioscoridis en A. siculum) 

Intro: 1873. Herkomst: Zuid-Frankrijk, Sicilië, Sardinië, 

Zuid-Italië, Noord-Irak, Zuidoost-Turkije en West-Iran. 

De wat ‘lossig’ ogende ca. vijftien cm brede bloeiwijze 

bestaat uit 20-30 zeer fraaie klokvormige en knikkende 

bloemen die op ca. tien cm lange en donkere steeltjes 

staan. De kleur van de bloemen, met overlappende 

bloemblaadjes is purper met een brede crèmewitte 

rand en een zweem van groen. Tijdens de uitbloei 

richten de bloemen zich omhoog. Het is een bijzonder 

waardevolle snij- en droogbloem. 

Bestelnr. 975 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!90 @5-6 #10 $10 %10 Z-S 

203

Nectaroscordum tripedale 

(Synoniem: Allium tripedale) 

Herkomst: Armenië. De 1,5-2 cm grote, klokvormige 

satijnroze bloemen vormen samen een compacte 

bloemtros op 100-130 cm. stevige bloemstelen. 

Deze Nectaroscordum is hoger dan N. meliophilum, 

afkomstig van de Krim, die nooit hoger wordt dan 

50 cm. In de bloeitijd worden de bloemen vanwege 

de overvloedige nectar intensief door onder andere 

hommels bezocht. 

Waardevolle snij- en droogbloem. 


3 st. 25.50 

!100-130 @5-6 #10 $10 %I. Z-H 

OrnithOgalum BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

Uit het Grieks: ornis (vogel) en gala (melk). De Nederlandse naam luidt aldus: vogelmelk. Het geslacht 

Ornithogalum bestaat uit een groep bolgewassen die zich lenen voor verwildering. De vele species, 

maar ook de cultivars zijn zonder meer geschikt als snijbloem. Ze zijn overwegend afkomstig uit de 

gematigde streken van Europa, Azië, en Afrika. De bollen zouden tamelijk voedselrijk en smakelijk zijn, 

uiteraard na te zijn gekookt. 

Ornithogalum balansae 

Intro: 1884. Herkomst: Noordoost-Turkije en het 

aangrenzende gebied van de voormalige 

Sovjet-Unie. Nederlandse naam: breedbladige 

vogelmelk. Bloeit in maart-april met kortgesteelde, 

enigszins kegelvormige bloemtrossen geflankeerd 

door twee à drie tot één centimeter brede 

heldergroene bladeren. De witte bloemen zijn aan 

de buitenkant voorzien van brede groene strepen. 

Bestelnr. 981 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!10-15 @3-4 #5 $6-8 %5 Z-L 

204

Ornithogalum magnum 

Intro: 1935. Herkomst: Noord-Kaukasus. 

De bloemstelen met tientallen knoppen komen 

in mei boven het blad en eind mei-begin juni vangt 

de bloei aan; de onderste knoppen komen tot bloei 

met zuiver witte stervormige bloemen met 

lichtgele meeldraden. De direct na de bloei 

gevormde zaaddozen beginnen vanaf half juli open 

te springen. Het smalle donkergroene blad is 

lijnvormig. 


10 st. 7.00 

!60-80 @5-6 #15 $10 %14 Z-L 

Ornithogalum narbonense 

Intro: 1613. Nederlandse naam: Franse vogelmelk. 

Herkomst: Middellandse-Zeegebied, maar vooral 

Turkije en Iran. Een piramidevormige bloeiwijze 

met wel tot 75 witte twee centimeter brede 

stervormige bloemen met aan de buitenzijde van 

de bloemblaadjes een brede groene middennerf. 

De 30-40 cm hoge stengel is bladloos. Een leuke 

snijbloem. 


10 st. 5.50 

!30-40 @6 #10 $10 %10 Z-L 

Ornithogalum nutans 

Intro: 1594. Nederlandse naam: knikkende vogelmelk. 

Oorspronkelijk voorkomend in Zuid-Europa en het 

zuidwesten van Azië. Nu ook in vele Europese landen 

verwilderd voorkomend. Prefereren een schaduwrijke 

en wat bosachtige omgeving. De bloemsteel is 

voorzien van een aarvormende bloeiwijze met tien 

tot twintig knikkende (nutans), klokvormige en twee 

tot drie cm lange witte bloemen met een groene 

buitenkant. De lange en smalle bladeren zijn 

zachtgroen met een opvallende witte middennerf. 

Prima voor verwildering. 

Bestelnr. 987 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!20-30 @3-5 #5 $6-8 %6 L-S 

205

Ornithogalum ponticum ‘Sochii’ ! 

Eind jaren tachtig verzameld in de bossen in Sochi, 

aan de Russische Zwarte Zee, inmiddels veruit de 

meest populaire badplaats van Rusland. De lange 

pyramidaal groeiende dichte bloemtros bestaat uit 

grote zuiver witte bloemen en is niet alleen perfect 

voor in de border, maar ook als snijbloem fantastisch. 

Bestelnr. 9729 3 st. 4.95 

5 st. 7.50 

!60 @6 #10 $10 %12 Z-L 

Ornithogalum reverchonii 

Inheems in het zuidwesten van Spanje en Marokko, 

waar deze vogelmelk groeit in spleten in de 

kalksteenrotsen. Een sierlijk soort met tot 20 zuiver 

witte, hangende, twee centimeter grote 

klokvormige bloemen. Sterke snijbloem. 


5 st. 12.00 

!50-60 @4-5 #15 $10 %12 Z-H 

Ornithogalum umbellatum 

Intro: 1594. Gewone vogelmelk, 

plaatselijk: snottebellen. Herkomst: grote delen van 

Europa, Noord-Afrika, Turkije, Syrië, Libanon en Israël. 

De lijnvormige gegroefde en half opgaande groene 

bladeren hebben een duidelijke witte middenstreep. 

Het bloemscherm bestaat uit zo’n twintig zuiver 

witte stervormige bloemetjes met op de achterzijde 

de groene strepen die vrijwel niet worden 

opgemerkt wanneer de bloemetjes wijd geopend 

zijn. Dit gebeurt in de namiddag; bij het invallen van 

de avond sluiten ze zich. 

Bestelnr. 993 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!10-20 @3-5 #5 $6-8 %6 Z-H 

206

paris BEHOORT TOT DE FAMILIE DER TRILLIACEAE 

De naam Paris komen we tegen in een van de vele Griekse sagen. Het symboliseert de Trojaanse prins 

Paris en de drie godinnen Hera, Athene en Aphrodite tijdens een schoonheidswedstrijd rond een 

overwinningsfeest. Het geslacht Paris bestaat uit een tiental species. De planten houden van een 

schaduwrijk plekje in een grondsoort die rijk is aan humus. Herkomst: Europa, Afghanistan, Himalaya 

van Kasjmir tot Midden-China en Taiwan en van Manipur tot Noord-Thailand, waar ze vaak massaal in 

bossen voorkomen op een hoogte van drieëneenhalve kilometer. 

Paris incompleta ! 

Te vinden in de bossen van Noordoost-Turkije, vanaf 

Ordu naar het oosten en in de Kaukasus. Verwant 

aan onze inheemse P. quadrifolia, maar is groter en 

groeikrachtiger. Het blad bestaat uit zeven tot elf 

bladdelen, de groene tot gelige bloemen zijn 

samengesteld uit een prachtige compositie van 

bloemblaadjes, kelkblaadjes en meeldraden. 

Niet moeilijk op bosgrond in de (half)schaduw. 


3 st. 25.50 

!40 @5-6 #10 $15 %I. H-S 

Paris polyphylla 

In de vroege zomer verschijnen aan de toppen van 

de dunne stengels wonderbaarlijke bloemen, die 

bestaan uit een kraag van smalle groenachtig gele 

kroonbladeren met karmijnrode vlekjes aan de 

bovenkant en gekroond door een purperen stengel. 

Wanneer in het najaar de tot vrucht uitgegroeide 

stempel opensplijt, ontwaren we een spectaculaire 

massa vuurrode bessen. Het komt voor dat de knol 

een langere periode latent blijft. Geduld dus. 

Volkomen winterhard. 


3 st. 13.50 

!40 @4-5 #10 $15 %I. H-S 

207

puschKinia BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

Vernoemd naar de Russische graaf Apollos Apollosvich Mussin-Pushkin, een in 1805 overleden 

botanicus die veel planten in de Kaukasus verzamelde. Een zeer klein geslacht nauw verwant aan scilla 

en chionodoxa, maar het verschilt van deze doordat de kroon samengesteld is uit meel- en helmdraden. 

Puschkinia scilloides var. libanotica 

(Synoniem: Puschkinia libanotica) 

Intro: 1808. Herkomst: West-Azië en de Kaukasus. 

Het bloemtrosje wordt gevormd door ongeveer 

tien ster- en klokvormige licht porseleinblauwe 

bloemetjes met een blauwgroene middennerf. 

Goed toepasbaar bijvoorbeeld als onderbeplanting 

en prima voor verwildering. 

Bestelnr. 1001 25 st. 2.75 

100 st. 10.00 

!15 @3-4 #5 $5 %6 Z-S 

Puschkinia scilloides var. libanotica ‘Alba’ 

De zuiver witte vorm van Puschkinia scilloides var. 

libanotica. Herkomst: Turkije, Hakkari, bij Yuksekova 

op 2000 meter hoogte. Zeer aantrekkelijk wanneer 

ze massaal worden aangeplant evenals zij in het 

wild voorkomen. 

Bestelnr. 1003 25 st. 3.50 

100 st. 13.00 

!15 @3-4 #5 $5 %6 Z-S 

208

Omulea BEHOORT TOT DE FAMILIE DER IRIDACEAE 

Het geslacht romulea is vernoemd naar Romulus (en Remus), stichters van de stad Rome. In het Engels 

heet het ‘sand crocus’. De bloem lijkt wat op een crocus, echter blad en bol zijn heel anders. Groeit op 

zanderige, goed drainerende bodem en kan niet tegen teveel nattigheid. Aan te raden voor pot of 

rotstuin. Matig winterhard, afhankelijk van hoeveelheid vocht in de grond. 

Romulea bulbocodium ! 

var. leichtliniana 

Door A. Hoog verzameld op de Peloponnesus in 2001. 

Witte bloemen met een gele keel. Voor op een 

zonnige standplaats op doorlatende bodem. 

Enige bescherming tijdens de wintermaanden wordt 

aanbevolen. 


3 st. 8.25 

!15-20 @2-3 #5 $5 %I. Z 

Romulea linaresii subsp. graeca ! 

Een kleinbloemige vorm, inheems in Griekenland 

en Kreta. Intens paarse bloemen waarbij de gele 

meeldraden mooi contrasteren. Het aanbod komt 

van materiaal dat A. Hoog op de Peloponnesus 

verzameld heeft in 2001. Voor op een zonnige 

standplaats op doorlatende bodem. 

Enige bescherming tijdens de wintermaanden 

wordt aanbevolen. 


3 st. 8.25 

!15-20 @2-3 #5 $5 %I. Z 

209

Romulea tempskyana ! 

Inheems op Cyprus en Turkije. Een miniatuurtje met 

glanzende diep violette bloemen, vanuit het hartje 

van donker naar lichter violet. Contrasterende 

uitstekende gele meeldraden. 

In Duitsland ‘schijnkrokus’ genoemd. De bloempjes 

zitten aan korte stelen vlak boven de grond. 

Voor op een zonnige standplaats op doorlatende 

bodem. Enige bescherming tijdens de 

wintermaanden wordt aanbevolen. 


3 st. 8.25 

!15-20 @2-3 #5 $5 %I. Z 

sanguinaria BEHOORT TOT DE FAMILIE DER PAPAVERACEAE 

Sanguinaria canadensis 

Herkomst: het oosten van Noord-Amerika. 

De hartvormige en gelobde bladeren zijn aan de 

bovenzijde grijsgroen, aan de onderzijde blauwgroen 

en verschijnen vaak tijdens of direct na de bloei. 

De helderwitte bloempjes bloeien in april-mei. De 

vlezige wortelstokken bevatten een rood melksap, 

vandaar de Nederlandse benaming: bloedwortel. 

Voor een licht beschaduwd plekje in een humusrijke, 

vochtige maar goed doorlatende grondsoort. 

Bestelnr. 1007 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!15 @4-5 #10 $6-8 %I. L-H 

Sanguinaria canadensis ‘Multiplex’ 

(Synoniem: S. canadensis ‘Flore Pleno’) 

Een gevuldbloemige vorm. Elke award die te winnen 

is, is door deze gevuldbloemige bloedwortel 

gewonnen. Tussen het blauwgroene loof ontluiken 

de witte pompons. De bloemen houden langer aan 

dan de enkelbloemige. Schitterend voor iedere 

schaduwtuin. 


3 st. 27.00 

!10-12 @4-5 #10 $6-8 %I. L-H 

210

scilla BEHOORT TOT DE FAMILIE DER HYACINTHACEAE 

Scilla (krenken, benadelen) was het woord dat door Hippocrates gebruikt werd met betrekking tot de 

wortels die een gewelddadig gif bevatten. De scilla die gewoonlijk werd gebruikt door de Romeinen en 

de Grieken is de plant die we nu kennen als urginea maritima (Zee-ui). Het geslacht scilla omvat 

ongeveer 100 species, maar daarvan zijn er de laatste jaren nogal wat opgegaan in andere geslachten 

(bijv. scilla non-scripta heet nu hyacinthoides non-scripta). Ze komen voor in zowel tropische- als 

gematigde streken van Zuid-Afrika tot aan het gebied langs de Middellandse-Zee en overige delen van 

Europa en Azië. De sterhyacint hoort thuis op kalkhoudende en humusarme zandgrond die niet al te 

droog mag zijn. Verwildering! 

Scilla bifolia 

(Synoniemen: S. dubia, S. minor, S. nivalis, 

S. uluensis en S. xanthandra) 

Intro: 1568, in Nederland sinds 1594. 

Herkomst: Midden- en Zuid-Europa en Klein-Azië. 

Een vroegbloeiend (maart) en welriekend soortje. 

Het blad, vaak twee in getal (bifolia), is 

schedevormend en aan één zijde van de bloemsteel 

geplaatst. Het bloemtrosje omvat zo’n tien 

opvallend grote gentiaanblauwe stervormige 

bloemetjes. Verwildering. 

Bestelnr. 1017 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!10 @3 #5 $5 %5 Z-S 

Scilla bifolia ’Rosea’ 

(Synoniem: S. bifolia var. carnea) 

Een fraaie zachtroze vorm. In cultuur sinds 1601. 

Prima geschikt voor verwildering. 

Bestelnr. 1021 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!10 @3 #5 $5 %5 Z-S 

211

Scilla bifolia var. taurica 

(Synoniem: S. taurica) 

Een krachtig groeiend en rijk bloeiend soort. 

De aangeboden partij is ooit van één bol geteeld. 

Deze scilla is gevonden door Reinhardt Suckov van 

de toenmalige Oostduitse Academie van 

Wetenschappen op het schiereiland Krim in 

Flaumeichenwald. 

Er komen tien tot twintig bloemen aan een steeltje 

van 20 cm hoog. 


3 st. 8.25 

!20 @3 #5 $6-8 %I. Z-H 

Scilla hohenackeri ! 

Verzameld door Bowles Scholarship British 

Expedition (BSBE) in Noordwest-Iran, Talish-gebergte, 

in hazelaar struikgewas op 24 maart 1963. 

De licht indigoblauwe hangende bloemen, met 

teruggeslagen bloemblaadjes zitten luchtig 

verspreid aan een stevig bloemsteeltje. 

Deze charmante Scilla heeft minder, maar mooier 

blad ten tijde van de bloei dan bijvoorbeeld 

S. greilhuberi. 


3 st. 13.50 

!10-15 @2-3 #5 $6-8 %I. H-S 

Scilla litardierei 

(Synoniemen: S. albanica, S. amethystina, 

S. italica en S. pratensis) 

Intro: 1827. Herkomst: Dalmatië, voormalig 

Joegoslavië en het westen van de Balkan. 

Het slechts 15 cm hoge bloemsteeltje, omgeven 

door donkergroene smalle bladeren, torst 15 tot wel 

70 stervormige zachtlila tot lavendelblauwe 

bloemetjes die dicht bijéén geplaatst staan en een 

tros vormen. Na de bloei buigen de bloemblaadjes 

zich over de stampers. 

Bestelnr. 1023 10 st. 2.75 

25 st. 6.50 

!15 @5-6 #5 $6-8 %6 Z-L 

212

Scilla mesopotamica ! 

Een zeer vroegbloeiende scilla, oorspronkelijk 

voorkomend in de bergen van Noordwest-Turkije, 

boven het meer Van. De lichtblauwe klokvormige tot 

2 cm grote bloemen bungelen aan de steeltjes boven 

het riemvormige 1 cm brede, relatief korte blad. 


3 st. 9.75 

!25 @2-3 #5 $6-8 %I. Z-H 

Scilla mischtschenkoana ‘Tubergeniana’ 

(Synoniemen: S. diziensis en S. tubergeniana) 

Intro: 1931. Herkomst: het noordwesten van Iran 

(Tabris) en de Kaukasus. De weinige bladeren zijn smal 

en lijn- tot gootvormig. De bloemtrosjes, waarvan het 

lijkt dat ze direct uit de grond komen, bestaan uit 

stervormige wat knikkende zeer lichtblauwe geurende 

bloemetjes met op ieder bloemblaadje een lichtblauw 

nerfje. Deze zeer vroegbloeiende Scilla doet denken aan 

een verfijnde uitgave van Puschkinia. Uit ieder bolletje 

komen drie tot vier bloemsteeltjes met een hoogte van 

10 cm. Verwildering. Ondanks de toevoeging aan de 

naam, nog steeds hetzelfde bolletje. 

Bestelnr. 1025 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!10 @2-3 #5 $6-8 %8 Z-S 

Scilla rosenii ! 

Intro: 1849. Herkomst: Noordoost-Turkije 

(de provincie Artvin) en het aangrenzende zuiden 

van voormalig Rusland. De klokvormige bloempjes 

met sterk achterwaarts gebogen bloemblaadjes, 

zijn licht azuurblauw met een wit hartje. 

Het bloempje doet een beetje denken aan een bloem 

van de hondstand. Voor een koel en 

beschaduwd plekje. 


3 st. 13.50 

!10-12 @3-4 #5 $8-10 %I H-S 

213

Scilla siberica 

(Synoniem: S. cernua) 

Intro: 1796. Herkomst: Zuidoost-Europa, 

de Kaukasus, Klein-Azië en het zuidoosten van Azië. 

De helderblauwe, knikkende, ster- tot klokvormige 

bloempjes worden op ieder bloemblaadje 

gemarkeerd door een donkerblauwe middennerf. 

De meest bekende Scilla, zeer geschikt voor 

verwildering. 

Bestelnr. 1031 25 st. 3.50 

100 st. 12.50 

!15-20 @3-4 #5 $6-8 %8 Z-S 

Scilla siberica ‘Alba’ 

Een witbloeiend sterhyacintje met overigens 

dezelfde eigenschappen als S. siberica. Inheems in 

de bossen en de weiden in de Kaukasus, de Krim en 

Noord-Iran. 

Bestelnr. 1033 10 st. 2.75 

25 st. 6.50 

!15-20 @3-4 #5 $6-8 %8 Z-S 

214 

Ergonomische snoeischaar Bahco PX 

minder spierpijn, minder vermoeiend en meer comfort. 

Gesmeed, Zweeds stalen mes voor een maximale snoeicapaciteit van 20 mm. De ergonomische snoeischaar 

verhoogt uw comfort, veiligheid en gezondheid. De neerwaartse en zijwaartse messtand houden uw hand 

en onderarm in een rechte lijn. Daardoor wordt pijn aan pezen en spieren tijdens het snoeien voorkomen. 

Het snoeimes is aan de binnenzijde hol geslepen, dat vermindert het risico op frictie en vastzitten van takken 

tijdens het snoeien. De bovengreep is voorzien van een elastomeer coating. 


Bahco Px-S Geschikt voor maximale Bahco Px-L Geschikt voor maximale 

handlengte van 17 cm. handlengte groter dan 20 cm. 


Bahco Px-M Geschikt voor maximale Bahco Px-ML, linkshandig. Geschikt voor 

handlengte tussen 17 en 20 cm. maximale handlengte tussen 17 en 20 cm.

tecOphilaea BEHOORT TOT DE FAMILIE DER TECOPHILAEACEAE 

Nederlandse naam: Chileense krokus, ook wel: gentiaan krokus. De naam van dit super fraaie geslacht 

danken we aan de dochter van de Italiaanse plantkundige Luigi Colla (1766-1848) uit Turijn, die de 

buitenissige naam “Tecofila” bij haar geboorte kreeg toebedacht. Er is ook sprake van een vernoeming 

naar de Italiaanse botanisch kunstenaar Tecophila Billottii. 

Tecophilaea cyanocrocus 

Intro: 1872. (Haage & Schmidt). 

Een geurende ca. tien cm hoge voorjaarsbloeier. De 

bloemkleur is zo donkerblauw als dat van een 

gentiaan. 

Herkomst: Chili, voornamelijk nabij de hoofdstad 

Santiago, waar ze door ‘liefhebbers’ bijna zijn 

uitgeroeid. Redelijk winterhard. 


3 st. 13.50 

!15 @3-4 #5 $6-8 %6 Z 

Tecophilaea cyanocrocus ‘Leichtlinii’ 

Intro: 1881. (Max Leichtlin). Uit zaad gekweekte 

selectie met zachtblauwe bloemen, met een wit 

hart. 


3 st. 19.50 

!15 @3-4 #5 $6-8 %I. Z 

215

Tecophilaea cyanocrocus ‘Violacea’ 

Eveneens door Max Leichtlin in 1881 geïntroduceerd. 

Geselecteerde planten met een violetpaarse kleur. 


3 st. 13.50 

!15 @3-4 #5 $6-8 %I. Z 

trillium BEHOORT TOT DE FAMILIE DER LILIACEAE 

trillium is afgeleid van het Latijnse woord tri (drie). Dit omdat zowel het blad als ook de bloem uit drie 

delen bestaat. Herkomst: Siberië, Korea, Japan en China. Een enkele species wordt aangetroffen in het 

westelijk deel van de Himalaya, maar het merendeel komt voor in grote delen van Noordoost-Amerika. 

trillium is herkenbaar aan de kale bloemstelen, drie bladeren die een krans vormen, drie opvallende 

bloembladeren en drie schutbladeren. Het ondergrondse gedeelte bestaat uit een verdikte wortelstok 

met zijdelings geplaatste ogen (nieuwe uitlopers). De wortelstokken variëren behoorlijk in grootte, 

afhankelijk van de species. Het is mogelijk dat deze het eerste jaar na aanplant latent blijft. 

De standplaats dient vochtig en koel te zijn, een beschaduwd plekje, bijvoorbeeld als onderbegroeiing. 

Trillium cuneatum 

Nederlandse naam: Padden-trillium. 

Herkomst: het zuidoosten van de Verenigde Staten. 

Het is een wat forsere plant met aantrekkelijk 

gevlekt blad. De vijf tot tien cm grote 

maroenkleurige bloem wordt omgeven door 

enigszins gespreide groene kroonbladeren met een 

purperen waas. Behoort tot de subgenus 

Phyllantherum, waarbij de bloemen opgaand en 

stengelloos zijn. 


3 st. 9.75 

!30-35 @4-5 #10 $6-8 %I. H-S 

216

Trillium erectum ! 

(Synoniemen: T. foetidum, T. obovatum en T. rhomboidum) 

Intro: 1759. Herkomst: oostelijk Noord-Amerika. 

De groene, steelloze bladeren zijn omgekeerd eirond 

van vorm. De licht knikkende donker kastanjebruine 

bloem staat tot tien cm boven het blad en heeft een 

doorsnede van zo’n acht cm. 

Behoort tot de trilliums waarbij de bloemen aan 

een bloemstengel boven het blad zitten. 


3 st. 9.75 

!25-35 @4-5 #10 $6-8 %I. H-S 

Trillium flexipes 

(Synoniemen: T. declinatum, T. gleasonii) 

De ‘Bent Trillium’ of Drooping Trillium’ komt 

voornamelijk voor in het middenwesten van de 

Verenigde Staten. De enigszins variabele species met 

knikkende witte bloemen wordt aangetroffen op een 

vochtige kalkstenen bodem. Karakteristiek voor dit, 

in de tuin makkelijk te houden soort, is de rozengeur 

die de plant tijdens de bloei verspreidt. 




3 st. 15.00 

!35 @4-5 #10 $6-8 %I. H-S 

Trillium grandiflorum 

Intro: 1799. Herkomst: oostelijk Noord-Amerika 

waar ze massaal worden aangetroffen in bossen 

tussen kreupelhout op een kalkzandstenen bodem. 

De groene bladeren zijn veelal omgekeerd eirond, 

soms omgekeerd lancetvormig. De grote zuiver 

witte bloemen verbloeien naar zachtroze. 

De bekendste trillium. 

Behoort tot de trilliums waarbij de bloemen aan een 

bloemstengel boven het blad zitten. 


3 st. 9.75 

!25-30 @4-5 #10 $6-8 %I. H-S 

217

Trillium grandiflorum ‘Snowbunting’ 

(Synoniem: T. grandiflorum forma flore pleno) 

Een zeldzame gevuldbloemige vorm van 

T. grandiflorum. Langzaam groeiend, helaas duur. 

Er zijn meerdere klonen in omloop, de één nog 

mooier dan de ander. Dit is wel een hele mooie! 




3 st. 90.00 

!25-30 @4-5 #10 $6-8 %I. H-S 

Trillium luteum 

Herkomst: Kentucky, Missouri, Alabama en Arkanas. 

De lichtbruin gevlekte bladeren zijn breed en lopen 

spits toe. De lichtgele, soms groengele naar citroen 

geurende bloemen bereiken een doorsnede tot 

negen cm, de groene schutbladeren zijn iets korter. 

Behoort tot de subgenus Phyllantherum, waarbij de 

bloemen opgaand en stengelloos zijn. 


3 st. 9.75 

!15-20 @4-5 #10 $6-8 %I. H-S 

Trillium vaseyi 

Herkomst: het zuidoosten van de Verenigde Staten. 

Een robuuste plant met de grootste bloemen van 

alle trilliums, tot 10 cm in doorsnede. 

De kastanjebruine bloem en het grote blad worden 

gedragen door een forse stengel van 50 cm hoog. 




3 st. 27.00 

!50 @4-5 #10 $6-8 %I. H-S 

218

triteleia BEHOORT TOT DE FAMILIE DER ALLIACEAE 

Een geslacht nauw verwant aan Brodiaea en dichelostemma. Vernoemd naar James Brodie (1744-1824) 

een Schotse tuinbouwkundige. Het geslacht bestaat uit meer dan dertig species en wordt veelal 

aangeboden als Brodiaea. triteleia verdraagt de volle zon, maar ook lichte schaduw. De grond 

soort mag variëren van zand tot leem, maar dient wel goed vochtdoorlatend en rijk aan voeding te zijn. 

Perfecte planten voor verwildering. Prachtige, langdurig houdbare snijbloemen waarvan we komende 

jaren leuke kleuren in kunnen verwachten. 

Triteleia hyacinthina 

(Synoniemen: Brodiaea hyacinthina en B. lactea) 

Intro: 1835. Herkomst: Brits-Columbia, Idaho en 

Californië (U.S.A.). De bloemschermen zijn gevuld 

met tientallen melkwitte trechtervormige en 

opgaande bloemen. De sterke doch soepele 

bloemstelen worden zo’n 50 cm hoog. 

Bloeit langdurig in juni-juli. 

Bestelnr. 1045 25 st. 2.75 

100 st. 10.00 

!50 @6-7 #10 $5 %5 Z-L 

Triteleia ixioides ‘Starlight’ 

Begin jaren negentig is deze Triteleia geselecteerd 

uit T. ixioides var. scabra, die van oorsprong in 

Californië (U.S.A.) voorkomt. Een groot 

bloemscherm bestaande uit tientallen crèmegele 

bloemen met ‘n donkergele streep in het midden 

van elk bloemblaadje. 

Prachtig in combinatie met roodbladige Heuchera. 

Een lange bloeiperiode, van mei tot in juni. 

Snijbloem. 

Bestelnr. 1047 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!40 @5-6 #10 $5 %5 Z-L 

219

Triteleia ‘Rudy’ 

Het is een rijk bloeiende vorm, tot wel vijfentwintig 

bloemen per bloemscherm, met decoratieve 

crèmewitte bloemen die voorzien zijn van een 

opvallende, paarsviolette streep vanuit het midden 

uitvloeiend over de bloemblaadjes. Prima snijbloem. 

Bestelnr. 8235 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!50 @6-7 #10 $5 %5 Z-L 

tulBaghia BEHOORT TOT DE FAMILIE DER ALLIACEAE 

tulbaghia is vernoemd naar de vroegere Nederlandse Gouverneur in Kaap de Goede Hoop: Ryk Tulbach 

(overleden 1771). tulbaghia is nauw verwant aan allium. Het is een klein geslacht bestaande uit zo’n 

twintig species met als thuishaven: Zuid-Afrika. De inheemse bevolking gebruikt de wortelstok van 

deze plant als smeersel tegen rheumatiek, of als aftreksel dat op het voorhoofd wordt gewreven en 

verlichting bij hoofdpijn zou geven. Goed gedraineerde grond is vereist, anders goed te houden als 

potplant. 

Tulbaghia acutiloba ! 

Een in graslanden voorkomende wildvorm. 

Per bloemsteel verschijnen er twaalf hangende 

stervormige bloemen. De crèmekleurige bloemen 

hebben een groene tekening en drie van de zes 

bloemblaadjes zijn purper getint. De buitenkant 

van de bloemblaadjes is afwisselend crèmegroen 

en purpergroen gekleurd. Het blad komt tot 

halverwege van de lengte van de bloemstelen. 

Perfecte kuipplant. 


3 st. 21.00 

!50-60 @7-10 #5 $6-8 %I. Z 

220

Tulbaghia capensis 

Inheems in Zuid-Afrika, West-Kaap. Al sind 1774 in 

cultuur. Een rustig groeiende wildvorm voorkomend 

op stenige bodem. De bloem bestaat uit groene 

bloemblaadjes met een oranje corolla en heeft een 

sterk zoete en geurige kaneelgeur. 

Bestelnr. 1055 3 st. 6.00 

5 st. 9.00 

!50-60 @6-11 #5 $6-8 %I. Z 

Tulbaghia leucantha ! 

Een zeer variabele wildvorm. De selectie die hier 

aangeboden wordt is niet de meest rijkbloeiende, 

maar wel een intensief geurende. De bloemen zijn 

groen met een oranje corolla, waarvan bij de 

uitbloei de bloemblaadjes zich geheel terugklappen 

en het vruchtbeginsel zich omhoog richt. 

Smal blad. 


3 st. 15.00 

!45 @6-10 #5 $6-8 %I. Z 

Tulbaghia natalensis 

Voorkomend in Natal, één van de vier voormalige 

Zuid-Afrikaanse provincies, op vochtige, drassige 

graslanden. Het bloemscherm bestaat uit zes tot 

zeven bloemen met brede witte bloemblaadjes en 

groen naar oranje kleurend hartje. Geurend naar 

kruidnagel. Gedurende het voorjaar tot in de herfst 

ontwikkelt de plant wel tot drie keer aan toe een 

bloeiperiode. Het niet wintergroene loof loopt in 

het voorjaar frisgroen uit. Vrij zeldzaam. 


3 st. 12.00 

!25 @5-9 #5 $6-8 %I. Z 

221

Tulbaghia violacea 

(Synoniem: T. cepacea) 

Intro: 1838. Massaal voorkomend in het 

Tsitsikamma oerwoud, gelegen aan de oostkant 

van de Kaapprovincie. De donkergroene en smalle 

bladeren vormen een rozet. Aan de top van de 

bloemsteel vormen zich meerdere trossen met 

stervormige lilaroze bloempjes. Ze vragen een 

zonnige standplaats en bloeien langdurig vanaf 

eind mei. 

Redelijk winterhard. Een prima snijbloem. 

Bestelnr. 1062 5 st. 3.00 

10 st. 5.50 

!60-70 @5-9 #5 $6-8 %I. Z 

Tulbaghia violacea ‘Alba’ 

Een witte vorm van T. violacea. Met dezelfde 

eigenschappen als voornoemde, echter minder 

groeikrachtig. Langdurige bloei vanaf eind mei. 

Redelijk winterhard. Een prima snijbloem. 

Het blad van Tulbaghia versnipperd over een salade 

geeft een heerlijke, pittige smaak. 

Bestelnr. 1064 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!40-50 @5-9 #5 $6-8 %I. Z 

Tulbaghia violacea var. maritima 

Een ondersoort met breder blad. Mauve-roze 

bloemen bestaande uit korte brede bloemblaadjes 

die elkaar enigszins overlappen, waardoor een mooie 

ronde bloemvorm ontstaat. 

Bloeiend gedurende de hele zomer. 

Bestelnr. 1066 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!40-50 @5-9 #5 $6-8 %I. Z 

222

Tulbaghia ‘Sandra’ ! 

Het derde aanbod uit de serie van de Otterlo 

hybriden (T. capensis x T. violacea). Tulbaghia ‘Sandra’ 

is een goed groeiende en rijk doorbloeiende Tulbaghia. 

De corolla begint bruin en is daarna snel oranje. De 

kleur van de bloemblaadjes is zacht roze. De bloemen 

geven ‘s avonds en ‘s nachts een aangename 

kaneelachtige geur. In 2011 heeft Mrs. Powney 

(National Collection holder) de planten en bloemen 

van deze Tulbaghia beoordeeld. Op www.pcnijssen.nl 

worden de vorige introducties aangeboden. Eerst 

werden zij onder nummer aangeboden, 927 en 929, 

die heten nu respectievelijk: Moya en Enya. 


3 st. 13.50 

!50-60 @6-10 #5 $6-8 %I. Z 

tulipa BEHOORT TOT DE FAMILIE DER LILIACEAE 

In 1451 wordt er al een tulp gekweekt in de tuin van sultan Mehmed gelegen in Istanbul. In 1520 

tijdens het bewind van Suleyman de Prachtlievende wordt de tulp een onlosmakelijk onderdeel van de 

Ottomaanse cultuur. “In 1554 zag Augerius Gislenius Busbequis (Ogier Ghiselin de Busbecq) tussen het 

toenmalige Adrianopel en Constantinopel voor het eerst tulpen bloeien en Conrad Gessner bracht in 

1559 tulpen van Constantinopel naar Augsburg. Carolus Clusius, de beroemde botanicus, zond 

tulpenbollen die hij van Busbequis in Wenen had gekregen naar West-Europa en legde zich met grote 

ijver op de cultuur toe. Weldra kweekte hij meerdere verscheidenheden, in welke hij handel dreef. 

In 1601 beschreef hij in ’Rariorum Plantarum Historica’ negentien verschillende tulpen en gaf van vijf 

een afbeelding. De eerste tulp in Nederland kwam in het bezit van de Amsterdamse apotheker Wallich 

Ziewiertz, vermoedelijk omstreeks 1570, doch geheel zeker is dat niet.” Dit is het begin van ’Iets over de 

geschiedenis van tulpen’, wat u aantreft in het boek: ’Bloembollen in huis en tuin’ geschreven door de 

op 107-jarige leeftijd in Heemstede overleden nestor van het Bloembollenvak, de heer J.F.Ch. Dix. 

De tulpen werden in Turkije ’ontdekt’, maar de bakermat van vele species ligt in West- en Midden-Azië, 

Noord-Afrika maar ook in Europa. Er zijn vele boeken verschenen over de tulp. 

Tulipa acuminata 

(Synoniemen: T. turcica, T. cornuta en T. stenopetala) 

Intro: 16e eeuw. In 1813 voor het eerst beschreven 

toen M. Vahl deze opnam in een plantenlijst van de 

Botanische tuin in Copenhagen. Eigenlijk is het een 

hybride die een species-naam draagt. Ook bekend als 

de ‘gehoornde tulp’. 

De lange en curieus gevormde bloemblaadjes zijn 

rood met geel, vaak met een groene gloed aan de 

buitenzijde. De helmknoppen zijn bruin. 

Bestelnr. 1100 3 st. 4.50 

5 st. 7.00 

!40 @4-5 #10 $6-8 %I. Z-L 

223

Tulipa aucheriana ! 

Geïntroduceerd door H. Elwes in 1880, maar al in 

1838 ontdekt door Pierre Aucher-Eloy. Herkomst: 

Iran en Syrië. De twee tot vijf grijsgroene bladeren 

zijn ca. 15 cm lang en gegolfd. Eén tot drie roze 

bloemen met gepunte bloemblaadjes en een 

geelbruin hart. De buitenzijde van de bloemblaadjes 

hebben een geelbruine blos. Wanneer de bloemen 

geopend zijn, tonen zij een duidelijke stervorm. 

Heerlijk geurend. 


3 st. 7.50 

!10-15 @4-5 #10 $6-8 %I. Z-L 

Tulipa bakeri ‘Lilac Wonder’ ! 

Intro: 1971. De oorspronkelijke T. bakeri is inheems 

op Kreta. De krachtige cultivar heeft ronde 

bloemblaadjes, rozelila met een groot rond geel 

hart aan de binnenzijde. De buitenste blaadjes zijn 

pastelkleurig mauve. Ongecompliceerd, een prima 

tuintulpje. 

Bestelnr. 9733 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!20 @4 #10 $6-8 %6 Z 

Tulipa batalinii 

(Synoniem: T. linifolia (Batalinii Group)) 

Intro: 1889. Herkomst: Centraal-Azië, het 

Pamir-Alai gebergte. Er zou sprake zijn dat dit een 

T. montana is, maar tot op heden is her nog geen 

bewijs voor. Wat betreft de naamgeving, de indeling 

is nu weer volgens de ideeën van de K.A.V.B. 

De bloemkleur is zacht citroengeel met een bruin 

hart. Naarmate de bloei vordert, wordt het tulpje 

bijna wit. 

Het is een nog sporadisch aangeboden rariteit. 

Bestelnr. 1104 3 st. 4.50 

5 st. 7.00 

!15 @4-5 #5 $5 %I. Z 

224

Tulipa batalinii ‘Bright Gem’ ! 

(Synoniem: T. linifolia (Batalinii Group) ‘Bright Gem’) 

Intro: 1952. Zwavelgele charmante bloemen met 

aan de buitenzijde een oranje blos. Zodra het 

zonnetje schijnt, vouwen de bloemen geheel open. 

Grijsgroen gegolf blad. Heel leuk voor in potten. 

Bestelnr. 8635 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!15 @4-5 #5 $5 %6 Z 

Tulipa batalinii ‘Red Gem’ 

(Synoniem: T. linifolia (Batalinii Group) ‘Red Gem’) 

Intro: 1985. De buitenzijde van de bloemen is 

vermiljoenrood met een roze glans. De binnenzijde 

is scharlaken met een zwart hart en een gele gloed. 

De meeldraden zijn chroomgeel. 

Bestelnr. 8637 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!15 @4-5 #5 $5 %6 Z 

Tulipa batalinii ‘Salmon Gem’ ! 

(Synoniem: T. linifolia (Batalinii Group) ‘Salmon Gem’) 

Een zalmkleurige trots uit handen van J. de Winter, 

in 1999 geregistreerd. In dat zelfde jaar een 

Getuigschrift van de Proeftuin K.A.V.B. ontvangen. 

Zalmoranje bloemen met een warmoranje blos. 

Bestelnr. 9734 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!15 @4 #10 $6-8 %6 Z 

225

Tulipa batalinii -zaaimengsel- 

Een schitterende partij, uit zaad gekweekt, 

(vermoedelijk T. montana x T. linifolia) waarin de 

mooiste tinten uit de Batalinii-groep voorkomen. 

Van zachtgeel tot diep oranje, met tussenliggende 

nuances zoals abrikoos en perzik. Om te smullen. 

Uiteindelijk verkleuren alle tinten in de uitbloei naar 

roomwit. 

Bestelnr. 1172 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!20 @4-5 #5 $5 %5 Z 

Tulipa biflora 

Intro: 1776. Herkomst: van Zuidoost Europa tot aan 

het gebied rond de Kaspische Zee en de Kaukasus. 

Een variabele species. De twee, in verhouding tot de 

totale plantenbouw, vrij grote bladeren zijn verfraaid 

met een rood randje. Het slechts twaalf cm hoge 

bloemsteeltje draagt een drietal heerlijk geurende 

bloempjes, wit met een groot geel hart. Het zou wel 

eens de kleinere uitgave van Tulipa turkestanica 

kunnen zijn. 

Bestelnr. 1106 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!15 @4 #5 $5 %5 Z-L 

Tulipa bifloriformis 

Voor het eerst beschreven in 1935. 

Herkomst: Centraal-Azië, met name het 

Tien Shan-gebergte, op kalkhellingen op 1900 

meter hoogte. Een variabele species, nauw verwant 

aan T. turkestanica. De roomwitte bloemen geuren 

licht naar honing. De buitenzijde heeft een waas van 

violet, de basis is roomgeel. Ook in de helmknoppen 

zit variatie, meestal violet, soms geel. 

Bestelnr. 8639 5 st. 4.50 

10 st. 8.50 

!25 @3 #5 $5 %I. Z-L 

226

Tulipa clusiana 

Intro: 1802. Lady Tulip, Candy Tulip of 

Snoepgoedtulp. Herkomst: Noordoost-Afghanistan 

en de Kashmir, op sommige plaatsen verwilderd, 

Zuid-Frankrijk en Griekse eilanden. In Europa zijn zij 

verspreid door in de kluiten van geïmporteerde 

druivenstruiken mee te liften. De drie tot vijf 

bladeren zijn grijsgroen en duidelijk gegolfd. 

De gepunte bloemblaadjes zijn aan de buitenkant 

rood en aan de binnenzijde wit. De basis is donker 

karmijnrood en de meeldraden paars. Bij zonnig 

weer zijn de geopende bloemen stervormig; dan valt 

de ongelooflijke kleurencombinatie extra op. 

Bestelnr. 1162 5 st. 4.50 

10 st. 8.50 

!25 @4 #5 $5 %I. Z-L 

Tulipa clusiana ‘Cynthia’ 

In 1959 door Van Tubergen geïntroduceerd, ontstaan 

de het kruizen van de gele vormen van 

T. clusiana. 

De roomgele bloemen hebben aan de buitenkant 

van de bloemblaadjes een rode waas met een groen 

randje. Ook de helmknoppen zijn groen. Award of 

Garden Merit in 1999. Een hele nieuwe toepassing 

voor de Tulipa is aanplanten in het gras. Hier zijn 

inmiddels goede resultaten mee behaald. 

Bestelnr. 8251 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!25 @4-5 #5 $5 %5 Z-L 

Tulipa clusiana var. chrysantha 

‘Tubergen’s Gem’ 

Intro: 1969. Deze hogere selectie behaalde vele 

getuigschriften o.a. op de Floriade Amsterdam 1972. 

De buitenste drie bloemblaadjes zijn 

karmijnrood, de binnenste drie bloemblaadjes zijn 

zwavelgeel gekleurd. De binnenzijde van de bloem is 

goudgeel met gele helmknoppen. Ook deze Tulipa is 

geschikt voor verwildering in het gras. 

Bestelnr. 8253 10 st. 2.75 

25 st. 6.50 

!30 @4-5 #5 $5 %6 Z-L 

227

Tulipa clusiana var. stellata 

Intro: 1827. Herkomst: o.a. het noorden van 

Afghanistan en Pakistan. De bloemen missen de 

karakteristieke zwarte keel zoals de soort dat wel 

heeft. De witte bloemen tonen aan de buitenzijde 

een rozerode blos en over het geheel zit een roze 

gloed. De bloemstengel is langer, 30-35 cm. 

Bestelnr. 9308 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!30-35 @4-5 #5 $6-8 %6 Z-L 

Tulipa dasystemon 

In 1877 door Eduard Regel geïntroduceerd. 

Voorkomend in de bergen van Tien Shan, Pamir Alai 

en verder in het noordwesten van China. 

De kleine, geelbloeiende species is nauw verwant 

aan Tulipa tarda, echter het heeft minder blad, de 

bloemen staan solitair en er komt geen wit voor in 

de bloem. 

Bestelnr. 9520 10 st. 2.75 

25 st. 6.50 

!10-15 @4-5 #5 $5 %I. Z-L 

Tulipa didieri ! 

Een sierlijke tulp die ontluikt uit een smalle puntige 

knop. Voorkomend in Zuid-Europa, met name in de 

Savoyen. Voor het eerst beschreven in 1846 door 

Alexis Jordan, één van de eerste Neo-tulpen die als 

species beschreven is. De bloemen zijn meestal 

donker rozerood, hoewel er sprake is van een 

veranderlijkheid van deze soort. De lange gepunte 

bloembladen kunnen iets naar buiten zijn gebogen. 

Aan de voet in het hart zit een zwarte vlek met een 

witte omlijning. 

Bestelnr. 1178 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!40-50 @5 #5 $6-8 %I. Z 

228

Tulipa hageri 

(Synoniem: T. doerfleri) 

Intro: 1874. Herkomst: Griekenland, Kreta en de 

omgeving van Izmir (Turkije). Vernoemd naar 

Friedrich Hager door Theodor von Heldreich, die 

beiden het tulpje introduceerden. De klokvormige 

bloemen hebben een kleur die het midden houdt 

tussen koperkleurig en scharlaken met op de 

buitenste bloemblaadjes een duidelijk zichtbare 

olijfgroene gloed. Het hart is zwart met een geel 

randje. 

Bestelnr. 1116 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!20 @4 #5 $5 %5 Z-L 

Tulipa hageri ‘Splendens’ 

Intro: 1945. De bloemkleur is koperbrons met een 

scharlaken gloed aan de buitenzijde, weinig of geen 

groen in de bloem. 

Dit schaarse, meerbloemige tulpje heeft drie tot vijf 

klokvormige bloemen op een 20-25 cm hoog steeltje. 

De bloem opent zich al enkele centimeters boven de 

grond. 

Bestelnr. 1180 5 st. 4.00 

10 st. 7.50 

!20-25 @4 #5 $6-8 %6 Z 

Tulipa heweri 

Inheems in Noord-Afghanistan, verzameld door 

Professor Tom Hewer en Grey Wilson in 1969. 

Via Wageningen, L.W.D. van Raamsdonk, in de 

handel gekomen. Een zeer verleidelijk tulpje met 

glimmende gele bloemen die voorzien zijn van een 

rode vlam op de buitenste bloemblaadjes. In het 

wild variabel voorkomend. Meestal twee tot drie 

bloemen per steeltje. 

Bestelnr. 1184 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!15 @4-5 #10 $6-8 %I. Z 

229

Tulipa humilis 

Herkomst: Noord- en Noordwest-Iran 

(Elburz gebergte) en Kurdistan. Intro: 1844. 

Slechts 10-12 cm hoog met een variabele 

bloemkleur van mauve tot violet en een grote gele 

basis. De bloemen zijn bekervormig, maar openen 

zich tot een ster in de zon. 

Bestelnr. 1166 10 st. 2.75 

25 st. 6.50 

!10-12 @4 #5 $5 %5 Z-L 

Tulipa humilis ‘Eastern Star’ ! 

In 1975 door Visser Czn. geïntroduceerd. 

Magentaroze bloemen met een bronsgroene vlam 

op de buitenste bloemblaadjes. Het hartje is 

kanariegeel. In het jaar van introductie ontving het 

oosterse sterretje direct een Getuigschrift van de 

Proeftuin K.A.V.B. 

Bestelnr. 9735 10 st. 2.50 

25 st. 6.00 

!10-12 @4 #5 $5 %5 Z 

Tulipa humilis ‘Magenta Queen’ 

Intro: 1975, uit handen van W. Kooiman. 

De buitenste bloemblaadjes zijn lilapaars met een 

varengroene vlam, de binnenste bloemblaadjes zijn 

lilapaars. De binnenkant van de bloem is lilapaars 

met een gele basis en groengele meeldraden. 

Het langwerpige, ietwat brede blad is grijsgroen. 

Bestelnr. 8257 3 st. 4.50 

5 st. 7.00 

!15 @3-4 #5 $5 %6 Z-L 

230

Tulipa humilis ‘Pegasus’ 

Intro: 1987, uit Zuidoost-Turkije. Een meerbloemig 

tulpje met rozepaarse bloempjes. 

De buitenste bloemblaadjes tonen een purperen 

vlam, de fuchsiaroze binnenste bloemblaadjes 

hebben een donkere streep. ‘Gekleed in allerlei tinten 

purper’ is de mooiste omschrijving die ik voor deze 

Tulipa tegenkwam. 


3 st. 8.25 

!10-12 @4 #5 $5 %I. Z-L 

Tulipa humilis ‘Persian Pearl’ 

Geïntroduceerd in 1975 door Grullemans en 

via W. Lemmers bij Visser Czn. terechtgekomen die 

zorg draagde voor de opname stelling. 

De kelkblaadjes zijn aan de buitenkant 

magentaroze met een groene gloed, aan de 

binnenzijde cyclamenpurper. Het hart is 

boterbloemgeel. 

Bestelnr. 8641 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!10-12 @4 #5 $5 %6 Z-L 

Tulipa humilis var. pulchella 

‘Alba Caerulea Oculata’ 

(Synoniem T. violacea var. pallida) 

Intro: ca. 1989, verzameld in het noordwesten van 

Iran. Dit bijzonder fraaie tulpje zal vanaf begin april 

zonder meer een eyecatcher zijn. Zodra de elegante, 

witte bloemen zich openen, tonen zij een staalblauw 

hart. Award of Merit in 1989 van de R.H.S. 

Bestelnr. 1120 3 st. 4.50 

5 st. 7.00 

!10-12 @4 #5 $5 %5 Z-L 

231

Tulipa hungarica ! 

In 1882 voor het eerst beschreven. Verwilderd in 

Oost-Europa. Op de kalkstenen rotsen langs de 

Donau, langs de grens van Roemenië en het 

voormalig Joegoslavië en in het zuidelijk puntje van 

de Zuidelijke Karpaten. Een geel tot oranje bloem, 

waarvan de buitenste bloemblaadjes puntig van 

vorm zijn en iets terugbuigen en de binnenste 

bloemblaadjes iets ronder van vorm zijn en vaak een 

klein rood puntje tonen. Twee brede grijsgroene tot 

30 cm lange bladeren en het derde blad zit langs de 

bloemsteel. 

Bestelnr. 9736 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!25 @4-5 #10 $6-8 %I. Z 

Tulipa iliensis 

(Synoniemen: T. dykesiana en T. hoeltzeri) 

Intro: 1879. Herkomst: Tien Shan (Centraal-Azië) 

en China waar ze voorkomen in het 

Dzungaria-Kashgar gebied op rotsen grashellingen. 

Nauw verwant aan T. altaica. De bloemkleur is 

citroengeel met op de buitenste bloemblaadjes 

violette tinten. De helmknoppen zijn geel. 

Bestelnr. 1122 5 st. 4.00 

10 st. 7.50 

!20 @4-5 #5 $6-8 %I. Z 

Tulipa ingens 

Herkomst: Centraal-Azië (Pamir-Alai, Zeravshan). 

Verzameld door Paul Graeber in 1901. Opmerkelijk 

is de ca. 40 cm hoge roodachtig gekleurde 

bloemsteel. De komvormige en zeer grote 

scharlaken bloemen glanzen. ‘Ingens’ betekend: 

enorm. Aan de binnenzijde, nabij de basis, 

treffen we lange zwarte vlekken aan; overigens is dit 

ook aan de buitenkant duidelijk waarneembaar. 

De bladeren zijn ‘plat’ en lintvormig. 

Bestelnr. 1124 10 st. 3.95 

25 st. 9.50 

!40 @4 #10 $10 %11 Z-L 

232

Tulipa kaufmanniana ‘Ice Stick’ 

De wildvorm komt voor in het Tien Shan-gebergte 

op gras- en rotshellingen. ‘Ice Stick’ is door de 

Botanische Tuin in Tashkent geselecteerd uit het 

wild. Via Janis Ruksans en J.S. Pennings in Nederland 

geïntroduceerd en in 2002 geregistreerd. Valt op 

door zijn vroege bloei. 

De witte bloemen hebben aan de buitenzijde 

van de bloemblaadjes een purperrode blos. 

Bestelnr. 9519 10 st. 3.75 

25 st. 8.75 

!30 @3 #10 $10 %12 Z-H 

Tulipa kolpakowskiana 

Herkomst: In de heuvels tegen het Tien Shangebergte 

aan, Kazachstan in het Altai-gebergte en 

over de grens in het noordwesten van China. 

De één, soms drie gele bloempjes met spits 

toelopende bloemblaadjes zijn aan de buitenkant 

voorzien van rozerode vlekjes, het geheel is 

omgeven door een waas van groen. 

De helmknopjes zijn geel. De bladeren zijn 

gegolfd en aan het einde gepunt. 

Bestelnr. 1126 10 st. 2.75 

25 st. 6.50 

!15-20 @4 #5 $5 %7 Z 

Tulipa linifolia 

Herkomst: Tadzjikistan hoog in de bergen, zeer 

variabel maar wel alleen rood. De smalle, gegolfde, 

grijsgroene bladeren hebben rode randjes en 

vormen een rozet. Het schitterende scharlakenrode 

bloempje, met spitse bloemblaadjes, verkleurt iets 

lichter naar de rand en is voorzien van een 

paarszwart hart met grijsgroene helmknoppen. 

Wanneer de bloemen geopend zijn, lijken ze op een 

omgeslagen paraplu. 

Bestelnr. 1192 25 st. 4.00 

100 st. 15.00 

!15 @4-5 #5 $5 %5 Z 

233

Tulipa marjolettii 

Intro: 1894. Herkomst: Oost-Frankrijk (Savoyen), 

een Neo-tulp. Bij het opengaan is de bloemkleur 

zacht primulageel, de randen en de basis zijn 

rozerood en naarmate de uitbloei vordert, verkleurt 

de bloem naar rozerood. De helmknoppen van deze 

laatbloeiende tulp zijn geel. 

Bestelnr. 1130 10 st. 4.95 

25 st. 12.00 

!40-50 @5-6 #10 $6-8 %7 Z 

Tulipa montana 

T. wilsoniana door Hoog genoemd. T. montana was 

toen ten onrechte gegeven aan een vorm van 

T. oculus-solis, T. stapfii of T. systola. T. montana kent 

vele verschillende kleuren en vormen en komt voor 

in de Kopet-Dag, Turkmenistan en in het Elbrus en 

Zagros-gebergte in Iran. Het aanbod is een perfecte 

rode tulp. Door John Lindley in 1827 geïntroduceerd. 

De bloemkleur is donker vermiljoen. 

De buitenste bloemblaadjes zijn omhuld met 

‘n paarse gloed. Het hartje is zwart. 

Bestelnr. 1148 10 st. 3.75 

25 st. 9.00 

!12 @5 #5 $5 %6 Z 

Tulipa montana -yellow form- 

Tulipa montana kent vele gele varianten, dit 

zuivergele aanbod is afkomstig uit het Elbrus en 

Zagros-gebergte in Iran. Aanvankelijk door 

Edmund Boisser in 1882 T. chrysantha genoemd. 

Per Wendelbo maakte er T. montana var. chrysantha 

van, maar dit geeft verwarring met T. clusiana var. 

chrysantha en dat geeft weer aanleiding tot 

substitutie. 

Bestelnr. 1150 5 st. 3.50 

10 st. 7.00 

!12-15 @4-5 #5 $5 %5 Z 

234

Tulipa orphanidea ‘Flava’ 

Dit meerbloemige tulpje heeft gele bloemen en 

rode topjes met op de buitenste bloemblaadjes een 

zweem van groen en oranje. Het hart is 

bronskleurig evenals de helmknoppen. 

Vindplaats van de variabele species is met name 

West-Turkije, Griekenland en Bulgarije. ‘Flava’ is 

een cultuurvorm die in 1970 een Award of Merit 

ontving. 

Bestelnr. 1134 5 st. 3.00 

10 st. 5.75 

!15-25 @4-5 #5 $5 %5 Z-L 

Tulipa polychroma 

(Synoniem: T. biflora var. grandiflora) 

Intro: 1885. Herkomst: Noord-Iran en het 

noordwesten van Afghanistan. Een meerbloemig 

slechts 10-15 cm hoog tulpje. Wanneer het 

zonnetje erop schijnt, is het net een bos ‘sterretjes’. 

De bloemkleur is wit met wat violet op de 

buitenste bloemblaadjes. Zowel de basis als de 

helmknoppen zijn geel en al dit fraais is te 

bewonderen vanaf maart-april. 

Bestelnr. 1138 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!10-15 @3-4 #5 $5 %6 Z-H 

Tulipa praecox 

De aan T. agenensis verwante species komt voor in 

Zuid-Europa en West-Turkije, meestal in 

gecultiveerd gebied, soms op berghellingen. 

In 1811 maakt Michele Tenore melding van deze 

makkelijk groeiende tulp, die hij in de omgeving 

van Napels aantrof. 

De oranjerode bloemen worden gedragen door een 

stevige stengel omgeven door drie tot vijf 

langwerpige bladeren. 

Bestelnr. 9521 3 st. 7.50 

5 st. 12.00 

!30-40 @4-5 #10 $10 %I. Z 

235

Tulipa sarracenica 

Een Neo-tulp. Herkomst: Frankrijk, met name in de 

buurt van St.-André, de Savoyen. Een zeer zeldzame 

species met grote bloedrode ronde bloemblaadjes, 

het hart is geel en verfraaid met olijfgroene vlekjes. 

Laat bloeiend, mei-juni. 


3 st. 13.50 

!40-50 @5-6 #10 $10 %I. Z 

Tulipa saxatilis 

Al in het begin van de 17e eeuw was er sprake van 

T. saxatilis. Destijds onder de naam ‘The Tulip of 

Candie’. (Candie of Candia is de oude naam voor 

Kreta). Herintroduceerd in 1870 door George Maw. 

Herkomst: Kreta. Zes tot twaalf groene bladeren 

vormen een rozet. De tot drie komvormige en 

geurende zacht lilaroze bloemen met een geel hart 

en paarse meeldraden bloeien in april. 

Bestelnr. 1152 25 st. 4.00 

100 st. 15.00 

!20-30 @4 #10 $6-8 %7 Z-L 

Tulipa schrenkii 

(Synoniem: T. suaveolens?) 

Intro: 1881. Herkomst: Midden- en westen van 

Rusland, in gebieden langs de rivieren de Don en de 

Wolga. Aldaar voorkomend in alle denkbare tinten. 

Bijzonder is dat de in cultuur genomen kloon nauw 

verwant is aan de bekende tulp: ‘Duc van Tol Red 

and Yellow’, die als kruisingouder zelf ook voor vele 

nazaten zorgde. De hoogte is miniem, zo’n 

15-20 cm. De spits toelopende bloemblaadjes 

vormen een vrij grote bloem, rood met een fraaie 

oranjegele rand. Geurend. 

Bestelnr. 1140 5 st. 4.95 

10 st. 9.50 

!15-20 @4 #10 $6-8 %7 Z-L 

236

Tulipa sogdiana ! 

(Synoniem: T. bucharica) 

Geïntroduceerd door de Russische botanicus 

Alexander Bunge in 1851. Herkomst: Centraal-Azië, 

voornamelijk in Karakum, Amurdar’Ya en Kyzylkum, 

groeiend op zanderige, stenige bodem. 

Nauw verwant aan Tulipa turkestanica. De één of 

twee witte bloempjes zijn niet al te groot en hebben 

een geel hartje. 

Bestelnr. 1142 10 st. 4.95 

25 st. 11.50 

!15 @4 #5 $5 %I. Z-L 

Tulipa sprengeri 

Intro: 1894. Vindplaats het Pontisch-gebergte in de 

buurt van Amasya in Turkije. 

Dit is de laatstbloeiende van alle Tulipa species, 

eind mei, begin juni. 

De slanke, helder roodoranje bloem steekt een stuk 

uit boven het lange smalle glanzend groene blad. 

De achterkant van de buitenste bloemblaadjes is 

geelbruin met olijfbruin en groen. Moeilijk te telen 

omdat de bollen zichzelf diep de grond in trekken. 


3 st. 19.50 

!30-40 @5-6 #5 $5 %I. Z-H 

Tulipa stapfii 

Herkomst: West-Iran en Noord-Irak. Vernoemd 

naar Otto O. Stapf (1857-1933), een botanicus die 

zijn leven lang het geslacht Tulipa bestudeerde. 

Donker karmozijnscharlaken, bekervormige 

bloemen met een donkerviolette vlek in het hart. 

Die vlek is soms voorzien van een gele bies. 

Het blad is wasachtig met een gegolfde rand. 

Nauw verwant aan T. systola, soms ook als 

synoniem gezien. 

Bestelnr. 1197 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!25 @4-5 #10 $6-8 %I. Z-L 

237

Tulipa subbiflora ! 

Een vrij zeldzame species waarover in de literatuur 

nog niet veel te vinden is. Inheems in de bergen in 

Tadzjikistan, nauw verwant aan T. orythioides. 

De grote witte stervormige bloemen hebben een 

geel hart tot halverwege de bloemblaadjes en 

worden door korte steeltjes gedragen. Slechts 

twee bladeren. 

Bestelnr. 9737 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!25 @4-5 #5 $6-8 %6 Z 

Tulipa sylvestris 

(Synoniemen: T. florentina, T. repens, 

T. tchitounyi en T. thirkeana) 

Nederlandse naam: bostulp. Door Carl Linnaeus in 

1753 voor het eerst beschreven. Herkomst: Iran, 

Noord-Afrika en Europa, ook in Nederland, maar 

waarschijnlijk verwilderd, stinzenplant. Eén, soms 

twee geurende heldergele zes tot acht cm lange 

bloem(en) met op de buitenste bloemblaadjes een 

groene gloed. De meeldraden van dit 30-40 cm 

hoge tulpje zijn geel. AGM in 2008. 

Bestelnr. 1144 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!30-40 @5 #5 $5 %5 Z-S 

Tulipa tarda 

Intro: 1933 daarvoor jaren lang met de naam 

T. dasystemon door het leven gegaan. 

Herkomst: Tien Shan. De vier tot zeven kronkelige 

en glanzende bladeren vormen een rozet. 

De tot zes -gemiddeld twee à drie-, stervormige 

bloempjes staan zo dicht opeen, dat het lijkt alsof 

ze een trosje vormen. De bloemkleur is wit met een 

groot geel hart, terwijl de basis aan de buitenzijde 

bruinachtig paars is. AGM in 1993. 

Bestelnr. 1156 25 st. 3.00 

100 st. 11.50 

!10-12 @5 #10 $6-8 %8 Z-L 

238

Tulipa tetraphylla 

Herkomst: Oost-Tien Shan en China (Dzungaria). 

Dit 15-20 cm hoge tulpje is nauw verwant aan 

T. kolpakowskiana, maar de bloemen zijn enigszins 

kleiner, geel van kleur met aan de buitenzijde 

purperen vlekjes. In 1875 beschreven door Eduard 

Regel. De naam doet vermoeden dat de Tulipa 

slechts vier blaadjes heeft, maar het kunnen er 

ook zeven zijn. Dit schaars aan te bieden tulpje 

bloeit in mei. 

Bestelnr. 1158 5 st. 4.00 

10 st. 7.50 

!15-20 @5 #5 $5 %I. Z-L 

Tulipa ‘Tiny Timo’ 

Een aantal jaar geleden werden kruisingen van 

T. hageri x T. aucheriana verricht door het Centrum 

voor Plantveredeling en Reproductie Onderzoek. 

Daaruit is onder andere dit vrolijke tulpje ontstaan, 

vernoemd naar Timo, onze bijna vier jaar oude zoon. 

Een schitterend laag rood tulpje, waarvan het 

blauwe hart met een witte zweem verweven is. 

Bestelnr. 1182 10 st. 3.50 

25 st. 8.00 

!10 @4 #5 $5 %I. Z-L 

Tulipa turkestanica 

Intro: 1875. Herkomst: Centraal-Azië, Turkestan 

en Noordwest-China. Eén der vroegstbloeiende 

species. De bladeren zijn grijsgroen van kleur en het 

20 cm hoge bloemsteeltje is behaard. De wel twaalf 

spits toelopende witte bloempjes met ovale 

kroonbladeren zijn voorzien van een schitterend 

oranjegeel hart. Op de buitenste bloemblaadjes 

ligt een grijszwarte glans. Na de bloei verschijnen 

de prachtige zaaddozen. AGM 1993. 

Bestelnr. 1160 25 st. 3.00 

100 st. 11.50 

!20 @2-3 #10 $6-8 %7 Z-H 

239

Tulipa ‘Velvet Lily’ 

T. eichleri x T. acuminata (?). Een spectaculaire vondst 

met een robuuste groeiwijze, terwijl het grillige van 

T. acuminata duidelijk aanwezig is. Helderrode 

bloemen met een zwart hart en gele vlekken op een 

30 cm hoge bloemsteel. 

Bestelnr. 8261 3 st. 3.75 

5 st. 6.00 

!30 @4 #10 $6-8 %I. Z 

Tulipa vvedenskyi 

Vernoemd naar de Russische botanicus en taxonoom 

A.I. Vvedensky. Herkomst: Kuramin-gebergte, 

Zuidelijke Tien Shan, tussen Oezbekistan en 

Noord-Tadjikistan. Tulpen die nog niet bloeien 

smaken zoet. Lokaal worden de tulpen door 

kinderen opgesnoept. Het blad is opvallend zeegroen 

gekleurd. De grote licht scharlaken tot oranje 

bloemen, die eind mei hun pracht tonen, 

hebben een geelbruin hart en paarse helmknoppen. 

Bestelnr. 1110 10 st. 4.50 

25 st. 10.50 

!25 @5 #10 $10 %11 Z-L 

Tulipa whittallii 

(Synoniem: T. orphanidea var. whittallii) 

Intro: 1929. Herkomst: West-Turkije. Vernoemd naar 

Edward Whittall die een kwekerij exploiteerde in de 

buurt van Izmir. De naam werd al in 1920 gebruikt, 

maar is pas gepubliceerd in 1940. Van dit in april 

bloeiende tulpje zijn de binnenste bloemblaadjes 

helder oranje met naar de basis een donkere gloed, 

de buitenste bloemblaadjes zijn bruingeel met ‘n 

groene gloed; de helmknoppen zijn bijna zwart. 

AGM in 1999. 

Bestelnr. 1146 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!25-30 @4 #5 $5 %6 Z-L 

240

Overige tulpen $10 #10 Z-H 

‘Greenstar’ 

Leliebloemig 2009 

Bestelnr. 9740 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!45 cm @ 5 %12 

’Flaming Purissima’ 

Fosteriana 1999 

Bestelnr. 9346 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!35-40 cm @4 %12 

‘Cartouche’ 

DLT 2007 

Bestelnr. 9745 10 st. 4.50 

25 st. 10.75 

!35 cm @ 5 %12 

‘Nightrider’ 

Viridiflora 2002 

Bestelnr. 9742 10 st. 4.50 

25 st. 10.75 

!50 cm @ 5 %12 

241

’Black Parrot’ 

Parrot 1937 

Bestelnr. 1361 10 st. 4.75 

25 st. 11.25 

!45 cm @ 5 %12 

242 

’China Town’ 


Bestelnr. 8303 10 st. 4.75 

25 st. 11.25 

!30 cm @5 %12 

’Angel’s Wish’ 

ELT 2007 

Bestelnr. 9527 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!50 cm @ 5 %12 

‘Ballade’ 


Bestelnr. 8649 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!50 cm @ 5 %12

’Angélique’ 

DLT 1959 

Bestelnr. 1351 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!45 cm @5 %12 

‘Dynasty’ 

Triumphtulp 2000 

Bestelnr. 9744 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!55 cm @ 5 %12 

‘Negrita’ 


Bestelnr. 9741 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!45 cm @ 5 %12 

‘Fly Away’ 


Bestelnr. 9738 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!50 cm @ 5 %12 

243

’Carnaval de Nice’ 

DLT 1953 

Bestelnr. 1921 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!50 cm @ 5 %12 

244 

’Black Hero’ 

DLT 1984 

Bestelnr. 8301 10 st. 4.75 

25 st. 11.25 

!40 cm @5 %12 

‘Ballerina’ 


Bestelnr. 8309 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!50 cm @ 5 %12 

’Purissima’ 

Fosteriana 1943 

Bestelnr. 9348 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!35-40 cm @ 4 %12

’White Triumphator’ 


Bestelnr. 1373 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!50 cm @ 5 %12 

‘Salmon Dynasty’ 


Bestelnr. 9743 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!50 cm @ 5 %12 

’Mount Tacoma’ 

DLT

’Queen of Night’ 

ELT 1944 

Bestelnr. 1917 10 st. 3.00 

25 st. 7.00 

!40 cm @ 5 %12 

246 

’Rem’s Favourite’ 


Bestelnr. 8305 10 st. 4.50 

25 st. 10.75 

!55 cm @ 5 %11 

‘Prinses Irene’ 


Bestelnr. 9356 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!35 cm @4-5 %12 

‘Green Jay’ 

Fringed 

Bestelnr. 9739 10 st. 4.75 

25 st. 11.25 

!40 cm @ 5 %12

‘Moonlight Girl’ 


Bestelnr. 8901 10 st. 4.00 

25 st. 9.50 

!40 cm @ 5 %12 

’Spring Green’ 


Bestelnr. 1363 10 st. 3.50 

25 st. 8.25 

!45-50 cm @5 %12 

’Orange Princess’ 

DLT 1983 

Bestelnr. 9530 10 st. 4.50 

25 st. 10.75 

!35 cm @ 5 %12 

’Flaming Springgreen’ 


Bestelnr. 9528 10 st. 5.95 

25 st. 14.50 

!50 cm @ 5 %12 

247

leverings- en BetalingsvOOrwaarden 

1. Leveringen geschieden uitsluitend binnen de Europese 

Unie. 

2. Op alle leveringen is het Nederlandse recht van 

toepassing. 

3. De prijzen, in euro’s, zijn inclusief BTW en gelden tot 

30-11-2012. 

4. Verzending geschiedt via PostNL of een andere 

pakketdienst. Voor vrachtkosten en verpakking 

brengen wij per bestelling kosten in rekening. 

Bij bestellingen boven de 5 125.00 met een afleveradres 

in Nederland nemen wij deze kosten voor onze 

rekening. Voor een actueel overzicht van de verzendkosten 

kunt u onze website raadplegen. Verzending 

geschiedt op eigen risico koper, hetgeen u kunt ondervangen 

door een transportverzekering af te sluiten. 

5. De ordergrootte bedraagt minimaal 5 35.00, exclusief 

verzendkosten. Nabestellingen worden als een nieuwe 

order beschouwd. 

6. In ons assortiment bevinden zich enige soorten 

die schaars zijn, hetgeen in de tekst(en) wordt aangegeven. 

Daarom worden bestellingen in volgorde van 

binnenkomst verwerkt. Indien er een artikel mocht 

zijn uitverkocht, geldt het overige door u bestelde als 

zijnde de definitieve bestelling. 

7. Bol- en knolgrootte: wij leveren uitsluitend eerste 

grootte, tenzij anders in deze catalogus wordt 

aangegeven. 

8. Bij iedere bestelling treft u een cultuurbeschrijving 

per species, cultivar of hybride aan. We verzoeken u 

de aanwijzingen op te volgen. 

9. Er worden geen soorten geremplaceerd. 

10. Overmacht kan ons van een gedane bestelling 

ontheffen. 

11. Eventuele klachten, voor wat betreft gebreken en 

tekorten, moeten binnen vijf dagen na ontvangst van 

het pakket (de pakketten) schriftelijk worden gemeld. 

Uw email kunt u richten aan: service@pcnijssen.nl of 

een briefje per post aan ons correspondentieadres 

248 

vermeld op pagina 1. Klachten over vermeende 

soortonechtheid, tijdens de aanvang van de bloei 

waargenomen, dienen onverwijld schriftelijk te 

worden gemeld. Een vergoeding zal nooit meer 

bedragen dan de factuurwaarde. Voor hergroei kunnen 

wij niet instaan. 

12. Betaling dient te geschieden binnen acht dagen na 

ontvangst van het pakket (de pakketten), dan wel 

uiterlijk binnen elf dagen na verzending daarvan, op 

één van de op de factuur vermelde bankrekeningnummers. 

Degenen, die ons eenmalig machtigen het 

factuurbedrag automatisch te incasseren, kunnen de 

afschrijving binnen acht dagen na factuurdatum 

verwachten. Bij overschrijding van de vermelde 

termijn is de koper vanaf de datum van verzending 

een half procent rente per maand verschuldigd over 

de koopprijs, waarbij een gedeelte van de maand 

geldt als zijnde een hele maand. 

13. Al onze op de invordering vallende gerechtelijke en 

buitengerechtelijke kosten komen voor rekening van 

de koper. De buitengerechtelijke kosten zullen 

vijftien procent van de hoofdsom bedragen, zulks 

met een minimum van 5 40.00. Bij een herinnering 

wordt 5 2.50 en bij een aanmaning wordt 5 5.00 

administratiekosten in rekening gebracht. 

14. Alle geschillen, voortvloeiende uit onze leveranties, 

dan wel voortvloeiende uit de toepasselijkheid van 

onze leveringsvoorwaarden, zullen worden berecht 

door de bevoegde rechter in het Arrondissement 

Haarlem en in beroep de in dat Arrondissement 

bevoegde beroepsrechter. 

15. Zonder opgave van redenen kunnen wij een order 

weigeren, dan wel weigeren uit te voeren. Wanneer 

aan de financiële gegoedheid wordt getwijfeld, 

kunnen wij een vooruitbetaling eisen. 

16. Bij het plaatsen van uw bestelling wordt aange- 

nomen, dat u volledig met voornoemde voorwaarden 

akkoord gaat.

Peter C. Nijssen Bol- en Knolgewassen Catalogus 2012 - (NL) PDF

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?