Vijf duurzame tips voor de luie tuinier

Wil jij een nieuwe workout proberen? Wat dacht je van tuinieren? Tuinieren is niet alleen heel effectief voor je lichaam, ook voor je geest doet het wonderen. Je kunt als je aan het tuinieren bent niet multitasken, dus voor je het weet heb je je hoofd helemaal leeg gemaakt.

Zit je graag in het groen, maar liever met een glas wijn en een goedgevulde borrelplank dan met een heggenschaar? Dan is dit duurzame handboek voor de luie tuinier iets voor jou. Schrijfster Loethe Olthuis heeft speciaal voor alle luie tuiniers onder ons een duurzaam handboek geschreven. Hierin legt ze in tien duidelijke stappen uit hoe je een prachtig stukje natuur creëert in je eigen tuin, balkon of dakterras. Je hoeft geen uren te ploeteren, maar je maakt de wereld wel gelijk een stuk duurzamer, schoner, mooier en groener. Loethe deelt met ons vijf tips die je gelijk kunt toepassen, ook als je nul ervaring hebt met tuinieren.

Tip 1: Wees niet te netjes

‘Dit is zó typisch Nederlands. De doorsnee Hollandse tuin met veel tegels en éénjarige plantjes uit het tuincentrum, netjes op een rijtje. Alles keurig gevoegd en meteen opgeruimd. Zo´n tuin lijkt handig, maar het is heel veel werk om het zo netjes te houden. Erg spannend is het ook niet. Op vakantie in Frankrijk of Italië vinden we de romantische en verwilderde tuinen met klimop, kamperfoelie en allerlei soorten bloemen en struiken juist zo leuk. Deze tuinen zijn alles behalve netjes en hebben heel veel voordelen. Ze zijn een paradijs voor vlinders en vogels, kosten veel minder tijd om te onderhouden, je planten blijven gezonder en je tuin warmt minder snel op. Deze voordelen helpen niet alleen jou, maar ook het klimaat. Met de steeds warmere zomers in Nederland voelt de betegelde achtertuin al snel als een oventje. Hoe meer begroeiing, hoe makkelijker je tuin afkoelt en hoe beter het vocht in de grond achterblijft. Zo hoef je ook gelijk minder te sproeien en draag je weer je steentje bij aan het milieu.’

Tip 2: Kijk met vlinderogen

‘Dol op vlinders? Maak van je tuin een vlinderparadijs. Dit betekent niet alles netjes in het gareel en op een rijtje. Vlinders zoeken bloemen met nectar en beschutte plekjes om te schuilen voor vogels, hitte of regen. Als je in je tuin met hoge en lage planten, struiken en bomen afwisselt, hebben vlinders allerlei herkenningspunten zodat ze zich beter kunnen oriënteren. Zonder rupsen geen vlinders. Rupsen zijn kieskeurige eters en eten maar een bepaald aantal planten. Brandnetel is voor veel vlindersoorten favoriet. Je hoeft natuurlijk geen hele bossen brandnetel te laten staan, maar als je op verschillende plekken een toefje brandnetels hebt, weten de vlinders jouw tuin onmiddellijk te vinden. Scheelt jou gelijk een hoop werk en je draagt bij aan de natuur. Je bent niet lui dat je het onkruid laat staan, je zorgt juist voor een prachtig onderkomen voor de vlinders.’

Tip 3: Geen verschil tussen onkruid en planten

‘Onkruid heeft in Nederland zo’n slechte naam, maar dit is nergens voor nodig. Onkruid is niets anders dan wilde planten met vaak prachtige bloemen. In het voorjaar geeft speenkruid bijvoorbeeld allemaal fel gele kleine bloemetjes die uit zichzelf weer afsterven. Je hoeft hier helemaal niets voor te doen, maar je hebt wel gelijk een zonnige lentetuin. In de zomer bloeien de koekoeksbloemen, ook deze zijn prachtig om te zien. Waarom zou je ze niet lekker laten staan? Zo zijn er nog veel meer voorbeelden van prachtige wilde bloeiers als witte dovenetel, barbarakruid en smeerwortel. We hebben geleerd dat het onkruid is en dat het eruit moet, maar kijk zelf wat je ervan vindt. Vind jij de bloemen mooi? Laat het dan lekker staan. Bovendien zijn een heleboel soorten onkruid ook heerlijk om op te eten. In het boek vind je allerlei recepten voor de allerlekkerste gerechten met onkruid. Onze favoriet is de brandnetel risotto met mascarpone en parmezaanse kaas.’

Tip 4: Moestuin of smulbalkon

'Als je niet wil beginnen aan een 'echte' moestuin kun je altijd groenteplanten in je tuin zetten. Zo heeft de snijbiet plant stengels in felle oranje, roze en gele kleuren. Prachtig om te zien en je kunt er de hele zomer van eten. Ook de ranken waar sperziebonen en peultjes aan groeien, hebben mooie bloemetjes. Als je voor het eerst je eigen groente gaat kweken kun je het beste bij tuincentra of bij kwekers kleine biologische plantjes halen. Het zaaien is best veel werk en als beginner niet heel makkelijk. Niet gezegend met een tuin, maar een fijn balkon? Je kunt dan een handige moestuinbak kopen waar je bijvoorbeeld sla, wortels en bietjes in kan zetten. Ligt je balkon op het zuiden? Bofkont! Niet alleen jij kunt de hele dag van de zon genieten, ook allerlei kruiden zijn hier dol op. Zet rozemarijn, basilicum, salie, oregano, tijm en munt in grote potten waar ze lekker de ruimte krijgen om in te groeien. Nooit meer stoeien om dat basilicumplantje van de supermarkt in leven te houden, maar lekker de hele zomer door verse kruiden van je eigen smulbalkon.'

Tip 5: SOS mijn plant heeft het loodje gelegd

‘Heel veel liefde gegeven aan je planten en kruiden, maar misschien even een weekje vergeten water te geven? Je bent niet de eerste die dit overkomt. Geen zorgen. Met de dompelmethode kun je de meeste planten weer tot leven wekken. Vul een emmer met lauw water en breng de uitgedroogde plant helemaal onder het wateroppervlak. Hou de pot onder water tot je geen belletjes meer ziet opstijgen. Dan is de potgrond helemaal verzadigd. Laat de plant weer even uitlekken en zet hem dan weer terug op zijn plek. Heel veel plantenlevens zijn hier al mee gered. Veel tuincentra verkopen tegenwoordig ook potten met een waterreservoir, die vul je elke week en dan wordt het water vanzelf door de plant opgezogen. De perfecte oplossing voor plantenliefhebbers die een uitstapje willen maken verder dan de veilige cactus.’