Direct naar artikelinhoud
interview

Sociaal psycholoog Kees van den Bos: ‘Wantrouwende mensen worden te snel als complotdenker weggezet’

In alarmerende omstandigheden gaat onze behoefte aan rechtvaardigheid omhoog, weet hoogleraar Kees van den Bos. Hij onderzoekt al decennialang maatschappelijk conflict. In een nieuw boek legt hij uit hoe je wantrouwen, complotdenken en polarisatie voor kunt zijn.

Kees van den BosBeeld Pauline Niks voor de Volkskrant

Vraag Kees van den Bos wat er onder kiezers is veranderd en hij zegt: ‘Ik denk dat dit er allang was.’ Neem de avond van de moord op Pim Fortuyn in 2002, zegt hij. ‘Woedende mensen in Den Haag trokken op naar het Binnenhof, waar de regering op dat moment bij elkaar zat. En die is maar net op tijd ontzet.’

Een soort kleine bestorming van…

‘Van Capitol Hill, ja. Zulke onvrede is er dus allang. Maar nu is er de invloed van sociale media en kan het ineens snel gaan.’

Van den Bos, hoogleraar sociale psychologie en empirische rechtswetenschappen aan de Universiteit Utrecht, doet nu dertig jaar onderzoek naar maatschappelijk conflict. Geregeld adviseert hij gezagsdragers die dat voor de kiezen krijgen. Voorafgaand aan de demonstraties op de A12 vroeg de politie Haaglanden hem te komen uitleggen hoe klimaatactivisten denken, inmiddels ligt er een uitnodiging voor een heidag van Amsterdamse rechters.

Over de auteur
Margriet Oostveen schrijft voor de Volkskrant over sociale wetenschappen, geschiedenis en maatschappij. Eerder trok ze tien jaar als columnist door Nederland.

Sociologen of politicologen kunnen onder het motto ‘zonder wrijving geen glans’ weleens relativerend zijn over polarisatie. Voor Kees van den Bos geldt dit niet. Een samenleving is geen koperen deurknop die je een beetje op kunt poetsen, schrijft hij in zijn nieuwe boek Elkaar eerlijk behandelen. Ondertitel: ‘Wantrouwen, polarisatie en complotdenken voor zijn.’

Van den Bos weet hoe schadelijk de gevolgen van polarisatie kunnen zijn. Vier jaar geleden liet hij in zijn boek Waarom mensen radicaliseren al zien hoe radicalisering van extreem-links tot extreem-rechts wordt aangewakkerd door gevoelens van onrechtvaardigheid.

Hoe onrechtvaardig iets voelt, is daarbij even belangrijk als hoe onrechtvaardig iets daadwerkelijk is. Juist dat gevoel kan flink worden verhit door polarisatie.

Mensen dan voorhouden dat wat ze zeggen soms feitelijk niet helemaal (of helemaal niet) klopt, heeft geen zin, betoogt Van den Bos. Ook ervaren onrechtvaardigheid leidt tot boosheid, die net zo goed kan escaleren in gevaarlijk gedrag.

Hoe voorkom je dat mensen zich niet eerlijk behandeld voelen?

‘Om te beginnen door mensen niet onrechtvaardig te behandelen, vanzelfsprekend.’

U onderscheidt rechtvaardige en eerlijke behandeling. Wat is het verschil?

‘Een rechtvaardige behandeling gaat over een proces waarin mensen veel nadenken. Een eerlijke behandeling gaat daar ook over, maar ook over hoe je dat proces ervaart, inclusief eventuele onderbuikgevoelens of morele maatstaven. Want die beïnvloeden dat oordeel.’

Hoe?

‘Wij deden een leuk veldexperiment in de grootste winkelstraat van Amersfoort. We vroegen daar mensen vragenlijsten in te vullen over onrechtvaardige behandeling op hun werkplek.

‘Bij het onderzoek hoorde een zwaailicht zoals je op reddingsauto's ziet, dat een stukje verderop was gepositioneerd. Uit fMRI-onderzoek (onderzoek naar de plaats van een hersenactiviteit, red.) weten we namelijk dat dit het hersengebied activeert dat onder alarmerende omstandigheden aan het werk is. Dat licht stond bij een deel van de ondervraagden uit en bij een deel zetten we het aan – een soort alarmerende omstandigheid dus. Als het zwaailicht aanging, schoot de behoefte aan rechtvaardigheid van de respondenten omhoog.’

Klimaat, oorlog: alarmerende omstandigheden genoeg. Wordt het thema rechtvaardigheid daardoor nu weer belangrijker?

‘Ja. En door bestaansonzekerheid. Die activeert het menselijk alarmsysteem.’

Hoe kan een overheid rechtvaardig grote, noodzakelijke ingrepen doen, van bezuinigingen tot het vaststellen van stikstof- en klimaatdoelen, als die ook nadelig zijn voor een deel van de bevolking? Vanuit die vraag ontstond Elkaar eerlijk behandelen. ‘Hopelijk wordt het boek gelezen als de positieve tegenhanger van mijn radicaliseringsboek: hoe kunnen we ongewenste vormen van maatschappelijke onvrede vóór zijn?’

Met ongewenste vormen bedoelt Van de Bos radicale, gevaarlijke vormen, blijft hij benadrukken: ‘Een kritische houding op instituties blijft gepast en noodzakelijk. Wantrouwende mensen worden ook te snel als complotdenker weggezet.’

WIJ/ZIJ-MAATSCHAPPPIJ

Kunnen we nog samenwerken tegen klimaatverandering en oorlog? Wie denkt nog in termen van een algemeen belang? De Volkskrant onderzoekt wat de wetenschap zegt, waar struikelblokken liggen en wat we hiervan kunnen leren. Eerdere afleveringen: volkskrant.nl/WijZij

De titel Elkaar eerlijk behandelen is ontleend aan de vorige nationale ombudsman, wijlen Alex Brenninkmeijer, met wie Van den Bos bij het kranten lezen op zaterdagochtend ‘veel heen en weer mailde’.

Als voormalig bestuursrechter was Brenninkmeijer erg geïnteresseerd in procedurele rechtvaardigheid. ‘In de rechtszaal had hij meegemaakt hoe goed een zitting kon gaan als alle mensen hun zegje hadden kunnen doen. Hoe mensen dan soms, ook als zijn beslissing in hun nadeel uitviel, naar hem toe kwamen en dan zeiden ‘dank voor de eerlijke behandeling’. Dus daar komt de titel vandaan.’

Belangrijke instituties zoals overheid, recht en wetenschap kunnen veel ongenoegen voorkomen met meer van dat soort procedurele rechtvaardigheid, legt Van den Bos uit in zijn nieuwe boek.

U beschrijft dit ‘eerlijk-proces-effect’ als een stuk gereedschap om de onvrede mee aan te pakken.

‘Als mensen ervaren dat zij op een eerlijke en rechtvaardige manier worden behandeld, weten we inmiddels, reageren ze positiever op latere gebeurtenissen dan wanneer zij op een minder eerlijke en minder rechtvaardige manier worden behandeld. Dat is het eerlijk-proces-effect. Het is er zelfs als die gebeurtenissen voor hen minder gunstig uitpakken. Omdat eerlijkheid en rechtvaardigheid laten zien of je gewaardeerd wordt door belangrijke mensen uit je groep. Het is het punt waar het individu de groep ontmoet.’

Of het breekpunt.

‘Ja’.

Kees van den BosBeeld Pauline Niks voor de Volkskrant

Van den Bos geeft in zijn boek een reeks stellingen waarmee te meten is of mensen zich eerlijk behandeld voelen. Die variëren van ‘Ik kan mijn mening geven’ tot ‘Ik word met respect behandeld’. Van: ‘De mensen met wie ik omga zijn competent’ tot ‘Ik voel me behandeld als een persoon die ertoe doet’.

Eerlijk behandelen begint vooral met gemeend luisteren, schrijft u. Is dat het allerbelangrijkste?

‘Ja, want dat triggert echt de behoefte van mensen om met anderen samen te werken.’

Maar u waarschuwt ook: quasi-inspraak werkt contraproductief. Zijn Nederlanders te gemakkelijk door de overheid genegeerd?

‘Nou, dat denk ik wel. Dat het luisteren moet gebeuren door mensen die competent zijn is ook een belangrijke factor. Maar uit het overheidsbestuur is bijvoorbeeld veel vakinhoudelijke kennis verdwenen.’

De inhoudelijke topambtenaren van vroeger zijn nu roulerende overheidsmanagers.

‘Ja, daar is veel kennis weggeschoven. Je zag dat duidelijk toen leden van het kabinet naar het Groninger aardgaswingebied gingen om ‘in gesprek’ te gaan. ‘Die mensen in pak’, reageerden de Groningers, ‘die zijn wel hier geweest, maar echt luisteren, dat zie je niet.’

En ex-minister Henk Kamp, die voor de enquêtecommissie Fraudebeleid vertelde hoe hij de deskundigheid terzijde schoof, omdat hij het ‘gewoon logisch’ vond dat de hoge boetes uit de toeslagenaffaire zouden werken?

‘Procedurele rechtvaardigheid gaat er dus om dat je je echt verdiept in wat er speelt.’

Wat is het eerste dat de overheid in contact met burgers moet leren?

‘Dat je voorbij de eerste uitingen moet kijken.’

De woede?

‘Precies. Of zoals een korpschef een keer zei: de persoon die een eloquent juridisch bezwaarschrift indient, is misschien niet zo anders dan die jongen die een steen naar ons gooit. Alleen heeft die eerste geleerd zich binnen het systeem te gedragen.’

Veel studies laten zien dat 60 tot 70 procent van de mensen liever wil samenwerken dan voor zichzelf te kiezen, schrijft u.

‘Ja, en de ongeveer 20 procent die wat individualistischer van aard is, die mensen willen dat eigenlijk ook wel. Zij willen vooral niet worden afgeremd. De mensen die echt niet willen en daar misschien ook belang bij hebben, dat is maar zo’n 10 procent.’

En nu opeens die roep om een nieuwe bestuurscultuur. Terwijl dit dus al ruim twintig jaar speelt.

‘Omdat er concrete problemen zijn. En doordat we uit die coronatijd komen, een speciale tijd: de meeste mensen hebben toen ondanks alles ervaren dat het belang van de groep vaak ook je eigen belang is. Bovendien denk ik dat we geleerd hebben van de Verenigde Staten en de bestorming van Capitol Hill. Dat willen we niet.’

Onrechtvaardigheid is niet volledig uit te bannen.

‘Bij het Amerikaanse elitekorps Navy Seals maakt daarom het ‘zandkoekje’ deel uit van de militaire training. Zij worden er tijdens uniforminspectie soms om iets onbenulligs uitgepikt, moeten voor straf de oceaan in rennen, door het zand rollen, en in die kleding de rest van de dag afwerken. Zo leren ze onrechtvaardigheid te verdragen.’

Kent u zo’n voorbeeld in Nederland?

‘Bobby Haarms, de legendarische hulptrainer van Ajax. Die liet zijn spelers een partijtje spelen en ging dan partijdig fluiten. Zo wapende hij hen tegen onrechtvaardigheid op het veld. Zodat ze daar niet zouden exploderen.’

Wees soms zelf een zandkoekje, schrijft u. Maar net zo belangrijk: ook het eerlijk-proces-effect bereidt mensen voor op momenten dat ze onherroepelijk tegen een gevoel van onrechtvaardigheid zullen aanlopen.

‘Zeker. Het gaat erom dat je momenten voor reflectie inbouwt. Dat kan zelfs achteraf. Soms moet je nu eenmaal onder tijdsdruk een beslissing nemen: dan is het belangrijk dat je daar dan later op terugkomt. Dat je zegt: ik weet dat ik je geen inspraak heb kunnen geven, daarom wil ik je graag uitleggen waarom dit gebeurde. Dan heb je een eerlijk proces-effect, omdat mensen weten dat ze zijn gezien.’

Zagen we dat genoeg na de coronamaatregelen?

‘Ik denk dat er meer zou kunnen gebeuren. Er zijn onderzoeken en rapportages, maar je zou willen dat bestuurders wat meer bereid zouden zijn daar ook van te leren. Wat moeilijk is, omdat er een soort verantwoordingscultuur is ontstaan, waar we volgens bestuurskundigen als Paul ’t Hart dan ook vanaf moeten. We moeten weer een lerende samenleving proberen te zijn. En we moeten echt hoognodig aan de bak.’