Direct naar artikelinhoud

De taaie strijd tegen omstreden 'haatimam' Fawaz Jneid

Vrijdag hoort Fawaz Jneid of zijn gebiedsverbod, opgelegd voor twee wijken in Den Haag, van kracht blijft. Het is een noodgreep van de overheid om de omstreden haatprediker dwars te zitten. Want Fawaz is al vijftien jaar ongrijpbaar.

Fawaz JneidBeeld Freek van den Bergh

Gezien de ophef voorafgaand aan de conferentie ‘Martelaren van het vrije woord’, valt de opkomst zondagavond in Hilversum nogal tegen. Slechts dertig belangstellenden zijn naar een dansschool in de mediastad gekomen om de omstreden imam Fawaz Jneid te horen spreken. Zoals altijd als hij in het openbaar verschijnt, is hij goedlachs en de mildheid zelve.

Zijn uitspraken worden door de overheid en de media verkeerd geïnterpreteerd, legt hij uit. Volgens Fawaz is wat hij over de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb heeft gezegd voor geen enkele moslim een signaal om in actie te komen. ‘Daar hebben we justitie voor.’

Controversieel

Sinds De Telegraaf op 26 maart het nieuws bracht dat Fawaz in een Facebook-preek Aboutaleb een afvallige moslim en vijand van de islam heeft genoemd, wordt in de politiek en de media druk gespeculeerd over de consequenties van zijn uitspraken. Zijn ze gevaarlijk? Is de imam weer aan het haatzaaien? Heeft hij Aboutaleb nu wel of geen afvallige genoemd? Heeft hij hem met de dood bedreigd?

Als Fawaz in de bewuste preek niet direct oproept tot geweld, zoals hij zelf beweert en door verschillende arabisten wordt bevestigd doet hij dat dan op slinkse wijze? Moet hem het zwijgen worden opgelegd?

De discussies over de omstreden imam, die al jaren een Nederlands paspoort heeft, blijven maar in vicieuze cirkels ronddraaien. Twaalf jaar geleden haalde de Volkskrant de beruchte preek boven water, waarin Fawaz Allah smeekt Ayaan Hirsi Ali en filmmaker Theo van Gogh de vreselijkste ziekten te bezorgen. Dat deed hij in de maanden voor de moord op Van Gogh, in november 2004.

Moslimjongeren die zijn preken in de salafistische As Soennah-moskee bijwoonden, voelden zich opgehitst. Ze kregen het gevoel dat ze in actie moesten komen, vertelden ze destijds aan de Volkskrant. Het Openbaar Ministerie (OM) kon hem niet vervolgen, omdat hij niet rechtstreeks had aangezet tot het gebruik van geweld. Deskundigen aan wie de Volkskrant de preek voorlegde, reageerden verdeeld. Arabisten en islamologen van Marokkaanse komaf vonden de preek, geplaatst in de context van het salafisme, gevaarlijker dan arabisten met een Nederlandse achtergrond.

Fawaz zelf reageerde toen net als nu. Hij kanaliseert de woede van moslimjongeren door standvastig de islam te verdedigen. Hij is geen terrorist. Hij werpt juist een dam op tegen het gewelddadig jihadisme.

Fawaz in 2006: ‘Er is geen strijd tussen ons en het Nederlandse volk. Er is ook geen strijd tussen ons en de Nederlandse politieke partijen die geen vijandschap hebben getoond ten aanzien van de islam.’

Fawaz onlangs in actualiteitenprogramma Nieuwsuur: ‘Ik heb niets te maken met terroristisch extremisme.’ Hij vindt dat de overheid de vrijheid van godsdienst schendt. ‘Ze willen geen salafistische islam, maar een Nederlandse islam met beperkingen.’

Een ster in wording

Wie is toch die Fawaz, een wolf in schaapskleren of een buffer tegen de gewelddadige jihad? En waarom lukt het de Nederlandse overheid maar niet om greep op hem te krijgen?

Fawaz is gevormd door predikers die behoren tot een strenge tak van de Syrische Moslimbroeders, zegt arabist en islamoloog Halim el Madkouri. Hij heeft Syrische ouders en is in 1964 geboren in Tripoli, Libanon, waar het hoofdkwartier van de Syrische Moslimbroeders is gevestigd. In zijn jonge jaren was hij daar zeer actief. Later werkte hij als imam in de Verenigde Arabische Emiraten, waar hij na de eerste Golfoorlog (1990-’91) werd uitgezet. ‘Vanwege zijn fel anti-Amerikaanse houding’, zegt El Madkouri. ‘Hij fulmineerde tegen de westerse coalitie die Irak bevrijdde van Irakese troepen.’

In 1993 kwam hij naar Nederland, waar hij op uitnodiging van Marokkaanse gastarbeiders ging preken in de Haagse As Soennah-moskee. Hij bleef contacten onderhouden met zijn Syrische Moslimbroeders. ‘Zijn grootste inspirator is Adnan Arour’, zegt El Madkouri. ‘Een prediker die in Saoedi-Arabië heeft gewerkt, fel tegen het Syrische regime strijdt en na het uitbreken in 2011 van de burgeroorlog in Syrië betrokken is bij strijdgroepen als Ahrar Al Sham.’

Ook een As Soennah-ingewijde, die jarenlang actief was in de moskee, zegt dat Fawaz en Al Arour ‘twee handen zijn op een buik’. ‘Die religieuze politieke activisten belden elkaar geregeld. Vanaf het begin heeft Fawaz de Midden-Oostenpolitiek op de preekstoel van As Soennah gebracht en kwetsbare moslimjongeren gedrogeerd met het intolerante salafisme’, aldus de ingewijde, die om veiligheidsredenen anoniem wil blijven.

In 2002 bracht het televisieprogramma Nova voor het eerst met een verborgen camera opgenomen radicale preekfragmenten van Fawaz naar buiten. Ongehoorzame vrouwen mogen worden gestenigd, zei hij. Hij zegende Afghaanse moedjahedien (jihadstrijders) en smeekte Allah om de Amerikaanse president Bush en de Israëlische premier Sharon te vernietigen.

In zijn verweer wees Fawaz op zijn morele plicht om de islamitische regels uit te leggen aan onwetende jongeren. Hen dwingen die regels in Nederland tot uitvoer te brengen, kan hij en wil hij niet, benadrukte hij.

Fawaz is sluw, weet zich steeds te omringen met jongeren die veel voor hem kunnen betekenen, zegt de ingewijde. In zijn As Soennah-tijd waren dat een jonge ict’er, een Haagse marktkoopman, een docent. Ze tolken voor hem hij spreekt bij voorkeur Arabisch en verspreidden zijn faam in het hele land. Van ver buiten Den Haag kwamen jongeren naar hem luisteren.

De tegenreactie

Fawaz’ ster rees, niet alleen onder sala-fisten. In een in 2006 door de website Wijblijvenhier.nl georganiseerde verkiezing ‘Moslim van het jaar’, werd hij tweede, achter topvoetballer Ibrahim Afellay.

Maar de omstreden imam bracht ook veel bestuurlijk ongemak mee. De moskee werd geïnfiltreerd en gemonitord door de AIVD. Dat hinderlijk volgen had succes. In 2012 ontsloeg het bestuur Fawaz, omdat hij illegale religieuze huwelijken had gesloten.

Sindsdien probeert Fawaz, die zelf in Leidschendam woont, vergeefs elders in Den Haag voet aan de grond te krijgen. Hij wordt opgejaagd, zijn activiteiten worden zo mogelijk verstoord. Vergunningen worden hem geweigerd. Op grond van de op 1maart 2017 ingevoerde Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding werd hem vorig jaar zomer een gebiedsverbod opgelegd voor twee Haagse wijken, waar veel kwetsbare moslimjongeren wonen. De rechter billijkte eind november dat verbod. Fawaz ging in hoger beroep. Dat dient vandaag bij de Raad van State.

Fawaz zal geen gas terugnemen. Hij koestert zijn imago van standvastig prediker die hartstochtelijk opkomt voor de islam. Die houding voedt zijn populariteit. Tijdens de ramadan huurt hij grote zalen die moeiteloos vollopen. Met zijn preek waarin hij Aboutaleb en de PvdA neerzet als vijanden van de islam, scoort hij bij veel moslimjongeren. Hij speelt in op hun overtuiging dat moslims worden uitgesloten in Nederland, dat ze tweede-rangsburgers zijn. Het gevoel dat politieke partij Denk electoraal ook zo goed weet te exploiteren, zegt El Madkouri. Niet voor niets riep Fawaz bij de raadsverkiezingen op Denk te stemmen.

De vier rollen die Fawaz in Nederland speelt

Imam Fawaz Jneid staat symbool voor het oprukkend salafisme in Nederland. Maar hoe belangrijk is hij? En waarom krijgt de overheid geen grip op hem?

1. Fawaz als bliksemafleider: de overheid kijkt de verkeerde kant op

‘We kijken met z’n allen de verkeerde kant op. Alle ogen zijn gericht op Fawaz. Hij is een lawaaimaker, een bliksemafleider’, zegt arabist Halim el Madkouri. ‘Veel belangrijker is grip te krijgen op wat er zich onder moslimjongeren in Nederland afspeelt. Alle energie moet worden gericht op de strijd tegen het salafisme. Dat is de snelst groeiende religieuze stroming in de wereld. Ook in Nederland.’ Met deze constatering staat El Madkouri niet alleen. Ook andere deskundigen wijzen de Volkskrant op het belang een halt toe te roepen aan het salafisme, door de AIVD in 2014 getypeerd als een ‘kweekvijver voor het jihadisme’. Salafistische predikers vergiftigen de geesten van moslimjongeren met een intolerante en anti-democratische boodschap. Dat draagt bij aan het radicaliseringsproces in de richting van het jihadisme, waarschuwt ook de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid herhaaldelijk.

2. Fawaz als ontregelaar: de driedubbele boodschap

De boodschap van de inlichtingendiensten is helder, maar de overheid praat niet met één mond. En dat schept verwarring. Naar wie moeten de moslimjongeren luisteren? Naar Aboutaleb, die zegt dat elke moslim een beetje salafist is? Naar burgemeester Ahmed Marcouch van Arnhem, die als PvdA-Kamerlid opriep tot een verbod op salafistische organisaties? Naar waarnemend burgemeester Jozias van Aartsen van Amsterdam, die vindt dat salafisten de hand moet worden gereikt en die in zijn Haagse tijd nauw met de As Soennah-moskee heeft samengewerkt?

Ex-extremist Jason W., die net zijn masterscriptie over radicalisering heeft afgerond, schrijft de verwarring toe aan het onvermogen van veel seculiere bestuurders en westerse arabisten zich in de leefwereld van salafisten te verplaatsen. ‘Je kunt geen compromissen sluiten met salafisten. Die schikken zich tijdelijk. Die gebruiken democratische rechten om de democratie te ondermijnen’, zegt hij. Volgens de ervaringsdeskundige is de salafist 24/7 bezig met de zuivere islam. Met het vormgeven van zijn leven naar het voorbeeld van de vrome moslims uit de eerste eeuwen van de islam, de as-Salaf as-Salih.

‘Je valt helemaal samen met die wereld. Bent continu bezig met tasfiyah, tarbiyah en tazkiyah, Arabische begrippen voor zuivering, opvoeding en reiniging. Je neemt afstand van seculieren, andersgelovigen.’ Een beetje salafist bestaat niet, spreekt hij Aboutaleb tegen.

Voor bekeerlingen is de zuivere islam aantrekkelijk, zegt hij. Maar ook voor jongeren met een migrantenachtergrond die de ‘met culturele gebruiken vervuilde volksislam’ van hun ouders verwerpen. Jason W.: ‘Opgaan in het salafisme geeft je een soort revolutionair elan, je bent bezig met radicale vernieuwing van je identiteit.’

Aan moslimjongeren in het Westen wordt aan alle kanten getrokken, zegt El Madkouri. ‘Door de lange arm van Marokko, van Turkije, door Nederland, door transnationale religieuze netwerken. De zuivere islam is dan een aantrekkelijke optie.’

3. Fawaz als anti-held: het preekverbod als pr-middel

El Madkouri, Jason W. en de As Soennah-ingewijde zeggen dat een eenduidige strategie om het salafisme (en de Moslimbroeders) in te dammen, broodnodig is. Die moet erop gericht zijn de salafistische patronen bloot te leggen en moslims nadrukkelijker uit te nodigen de democratie onvoorwaardelijk te omarmen. Dat doe je niet met het willekeurig afkondigen van gebieds- of preekverboden. Of met speculaties over een verruiming van wetten. Die spelen de salafisten slechts in de kaart. Alle politieke ophef is pure reclame voor Fawaz en zijn achterban, zeggen ze eensgezind.

4. Fawaz als verdachte

‘Haatpredikers’ als Fawaz ongemoeid laten, is volgens El Madkouri, Jason W. en de As Soennah-ingewijde geen optie. Ze moeten worden vervolgd. Dat kan al zonder de huidige wetten te verruimen, weet rechtsgeleerde Afshin Ellian uit eigen ervaring. Hij heeft met lede ogen het optreden gadegeslagen van minister Grapperhaus van Justitie, die zonder overleg met de top van het OM stelde dat het strafrecht tekortschiet.

‘Machteloos politiek gekakel’, vindt Ellian. De Leidse rechtsgeleerde wordt geregeld bedreigd uit salafistische hoek en doet dan aangifte. Onder anderen tegen Shabir Burhani, op sociale media bekend als Maiwand al-Afghani. Die had op Facebook over Ellian, Ayaan Hirsi Ali en (ex-moslim) Eshan Jami geschreven: ‘Moge Allah ze bestraffen en laten lijden.’ De rechter veroordeelde Burhani eind 2016 tot een taakstraf van 240uur wegens het aanzetten tot haat, discriminatie en opruiing. Omdat voor volgers van Burhani duidelijk is dat met afvalligen moslims worden bedoeld die het islamitische geloof verlaten, had hij kunnen weten dat zijn oproep tot geweld had kunnen leiden. ‘Bekend is dat binnen bepaalde kringen in de islamitische geloofsgemeenschap geweld tegen deze groep gelegitimeerd wordt geacht’, motiveerde de rechter het vonnis.

Ontmaskeren en vervolgen is noodzakelijk, ook voor moslims zelf, zegt Ellian. Die zijn vooral de dupe van salafistische praktijken. Na de aanslag op het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo gaf Ellian door het hele land lezingen. Bij een van die bijeenkomsten kwam een Marokkaanse vader naar hem toe. Zijn zoon was salafist. De vader was bang dat hij naar Syrië zou afreizen. ‘Meneer Ellian, ik ben het helemaal met u eens’, zei hij. De vader betreurde het dat het salafisme in Nederland net zo legaal is als een gram hasj en dat de salafisten vrijwel ongehinderd hun gif kunnen verspreiden.’