Direct naar artikelinhoud
InterviewMarianne Timmer

Marianne Timmer: ‘Ik ben een koukleum, altijd al geweest’

Marianne Timmer.Beeld Frank Ruiter

Wat zijn dit voor vragen? Naar aanleiding van haar tv-programma De ijzersterkste, negen dilemma’s voor oud-schaatskampioen Marianne Timmer.

Sporten of tv maken?

‘Ik ben verslaafd aan sporten, ik kan niet zonder. Ik doe bijna elke dag iets: hardlopen, golfen, schaatsen, krachttraining, noem maar op. Als ik een dag niet sport, voel ik me anders; schuldig. Vandaag is dat toevallig zo, omdat we gisteravond tot laat opnamen hadden van de laatste aflevering van het Avrotros-programma De ijzersterkste, waarin ik bekende Nederlanders leer schaatsen. Wie in mijn team terechtkomen, zie je zaterdagavond op NPO 1, in de eerste aflevering. Er zijn twaalf deelnemers, onder wie Jan Smit en actrice Ortál Vriend.

‘Tv maken is leuk om te doen. Vorig jaar was ik verslaggever voor SBS 6 bij de Olympische Winterspelen en ik ben weleens analist geweest bij schaatswedstrijden. Als er iets leuks op mijn pad komt, ben ik zeker geïnteresseerd. De ijzersterkste sprak me aan omdat de kandidaten gemotiveerd zijn en het een kijkje in de keuken van de topsport is. Ik heb niets met lachen, gieren, brullen, zonder dat het uitmaakt wie er wint. In het programma zitten ook voedings- en trainingstips, zoals een hartslagmeter gebruiken.’

Koukleum of bikkel?

‘Ik ben een koukleum. Ik heb koude handen en koude voeten. Ook tijdens de opnamen van De ijzersterkste op de Jaap Edenbaan in Amsterdam had ik het koud, zelfs met tien lagen kleding aan. Vroeger had ik er al last van. Gelukkig schaatsten we vaak binnen, in Thialf. Soms werd ik erom uitgelachen, maar ik was echt niet de enige die last had van de kou.’

Jan Ykema of Yvonne van Gennip?

‘Als 13-jarig meisje zag ik Jan Ykema zilver winnen op de Olympische Winterspelen in Calgary, in 1988. Dat hij een medaille pakte op de sprint, de 500 meter, was bijzonder. Hij reed zo fel en explosief. Maar Yvonne van Gennip was de koningin van die Spelen. Zij was mijn jeugdheld. Ik zag haar drie gouden medailles winnen en dacht: dat wil ik ook. Ik schaatste al jaren en wist dat de Oost-Duitse vrouwen bijna alles wonnen. Wat zij deed was zo knap.

‘Elke keer als Yvonne kwam schaatsen op mijn thuisbaan in Groningen, meldde ik me aan als vrijwilliger. Dan ging ik bijvoorbeeld blokjes leggen op de ijsbaan. Ik wilde haar aanraken, met haar praten. Ik heb ooit een handtekening gevraagd, toen ze naar haar kleedkamer liep. Ze zei: ‘Ja, blijf hier maar even wachten.’ Drie uur later stond ik er nog. Yvonne was het natuurlijk vergeten. Later heb ik het haar vergeven. Yvonne is nu een van mijn beste vriendinnen. Als ze niet op reis is, spreken we een paar keer per week af om bij te kletsen.’

Stad of platteland (1)?

‘Ik ben opgegroeid in Sappemeer, iets ten oosten van de stad Groningen. Daar heb ik een fijne jeugd gehad. Het is een mooi dorpje, ons kent ons. Ik hou van het platteland, al is het stadsleven bruisender. Ik heb ook een optrekje in Amsterdam, maar ik denk niet dat ik zonder groen zou kunnen. Ik kies dus voor het platteland, maar niet te veel achteraf. Ik wil wel onder de mensen blijven.’

Anni Friesinger of Rintje Ritsma?

‘Eh, dat is lastig. Nu kies ik voor Rintje. We hebben met veel plezier De ijzersterkste gedaan, we coachten allebei zes bekende Nederlanders. Hij is een sterke persoonlijkheid maar gunt anderen ook iets. En hij durft door te pakken: Rintje was de eerste die in Nederland een commerciële schaatsploeg neerzette, in 1995. Ik heb daar nog geschaatst. En ik heb met Rintje een reclamespotje opgenomen voor die ploeg, waarin ik in bad zat met badschuim van sponsor Sanex.

‘Met Anni Friesinger heb ik twintig jaar lief en leed gedeeld. Ik leerde haar kennen toen ik 15  was. Het klikte meteen. Ook al waren we de grootste concurrenten, we gunden elkaar het beste. We hebben in 2010 samen een fotoboek uitgebracht. Helaas is ons contact verwaterd.’

Schaatscommentator Herbert Dijkstra of Frank Snoeks?

‘Herbert Dijkstra is een prima commentator, maar ik kies Frank Snoeks. Als ik op straat loop, roepen mensen nog steeds: ‘Timmertje, Timmertje, wat ga je doen?’ Dat zei Frank tijdens mijn 1.500 meter in 1998, op de Olympische Spelen in Nagano. Ik heb de beelden vaak teruggezien en vind dat hij mooi commentaar gaf. Frank heeft iets filosofisch: hij bouwt een heel verhaal om de beelden.’

‘Toen ik over de streep kwam in Nagano, wist ik niet wat ik zag. Ik was bijna drie seconden sneller dan ik ooit was geweest en had zelfs het wereldrecord verbeterd. Gunda Niemann (uit Duitsland, red.) was in die tijd onverslaanbaar, maar in Nagano won ik. Alles viel samen: ik was in vorm, ik zat in een flow. Ik was zo gefocust dat ik niets meer hoorde en zag, behalve de baan natuurlijk. Na die race heb ik bijna de hele dag gehuild, zo overdonderd was ik. Ik dacht: dit kan niet waar zijn.’

Olympisch goud in 1998 of in 2006?

‘Toen ik in 1998 tweemaal goud won, was ik pas 23. Ik was onbevangen, had niets te verliezen. Daarna is mijn leven compleet veranderd. Ik kreeg te maken met verwachtingen, van de media, mezelf, mijn familie. Het is lastig zo’n prestatie te herhalen. Daarom ben ik het trotst op mijn derde gouden medaille, die ik in 2006 won op de 1.000 meter.’

‘Er is veel gebeurd in de acht jaar tussen die overwinningen. Ik probeerde in 2001 een commerciële schaatsploeg op te richten en dat ging helemaal mis. Ik heb te veel mensen geloofd op hun woord. Er is tegen me gezegd dat er een hoofdsponsor zou komen, maar uiteindelijk is nooit een handtekening gezet. Toen het niet doorging, werd ik voor de rechter gedaagd. Onder andere door mijn toenmalige trainer, die geld eiste omdat ik hem een contract zou hebben toegezegd. Dat was niet zo maar hij heeft me er jaren mee achtervolgd, ook in de media. Uiteindelijk heb ik hem betaald, om er vanaf te zijn. Destijds vond ik het verschrikkelijk, achteraf denk ik: het was ook heel leerzaam. Al die hoogte- en dieptepunten gebruik ik in toespraken die ik houd voor bedrijven.’

Schilderen of golfen?

‘Golfen. Schilderen doe ik niet meer. In die tijd met die rechtszaken had ik er veel aan. Toen durfde ik niet goed naar buiten, omdat ik me schaamde voor wat er werd gezegd. Ik zou een keiharde zakenvrouw zijn. Dat was onzin, ik wilde gewoon rondjes schaatsen. Maar ik dacht: als ik reageer op zulke beschuldigingen, roept dat weer reacties op en wordt het nog erger. In schilderen kon ik mijn energie kwijt, het leidde me af. Ik schilderde liever mensen dan stillevens en gebruikte veel kleuren. Er hangt een schilderij van mij bij mijn moeder.’

‘Tweeënhalf jaar geleden ben ik begonnen met golf. Ik had nooit verwacht dat ik het zo leuk zou vinden. Het is sociaal, je bent buiten en gaat constant de strijd met jezelf aan, om de bal goed weg te krijgen. Mijn handicap (speelsterkte, red.) is 18, maar ik streef naar nul tot vijf. Iedereen begint op 54, dus ik ben al aardig op weg.’

Schaatser of coach?

‘Als schaatser heb ik genoten. Ik weet hoe gaaf het is om te winnen. Maar het is ook mooi je ervaring over te brengen op een volgende generatie. Dus nu zeg ik: coach. Dat ben ik vijf jaar geweest, tot 2016. Een van mijn schaatsers was Nao Kodaira. Zij sprak geen Engels en Nederlands, ik sprak geen Japans. Toch begrepen we elkaar goed. Ze vond het grappig dat ik haar leerde schaatsen als een ‘boze kat’: meer zijwaarts afzetten, met een bolle rug. Als een concurrent voor haar reed, op de kruising, moest ze die zien als een muis. Dan zei ik: ‘De boze kat heeft honger, opvreten!’ Haha. Ik vond het fantastisch toen Kodaira Olympisch kampioen werd op de 500 meter, vorig jaar.’

Stad of platteland (2)

‘Mijn vader was schapenfokker. Ik moest helpen op onze boerderij. Voordat ik naar school ging, gaf ik lammetjes de fles. Dat kostte veel tijd. Ook als ik me niet lekker voelde, moest ik opstaan en voor ze zorgen. Ik was verantwoordelijk voor de ziekenboeg, waarin ook gehandicapte schapen waren ondergebracht. 

‘Als ik ergens schapen zie, kijk ik altijd of er een op z’n rug ligt. Zo'n schaap kan zelf niet meer omhoog komen en gaat uiteindelijk dood. Wol en darmen gaan elk één kant op en dan kunnen ze niet meer draaien. Ik heb er al een paar gered. Soms zijn ze duizelig als je ze rechtop zet, maar dat komt weer goed.’

De ijzersterkste (Avrotros), vanaf 30 /11 op NPO 1, van 20.30 tot 21.30 uur.

Maria Aaltje Timmer

1974 Geboren op 3 oktober in Sappemeer

1997 Goud 1.000 meter, brons 1.500 meter, WK afstanden

1998 Goud 1.000 en 1.500 meter, Olympische Spelen Nagano

1999 Goud 1.000 meter, brons 500 meter, WK afstanden

2000  Zilver 1.000 meter op WK afstanden, brons eindklassement WK sprint

2004  Wereldkampioen sprint

2006  Goud 1.000 meter, Olympische Spelen Turijn

2011 Coach schaatsteam Liga (later: Team Continu)

2018 Verslaggever SBS 6, Olympische Winterspelen Pyeongchang

2019 Benoemd tot chef de mission van Jeugd Olympische Winterspelen in Lausanne (2020)

Marianne Timmer was tien keer Nederlands kampioen sprint, dat is een record.