Toen de Estlandse fotograaf Karoliina Kase als rugzaktoerist in Australië arriveerde, dacht ze nog een paradijs vol wild dierenleven te betreden. Dat viel tegen: ‘Ik zag al snel hoe slecht wilde dieren, vooral kangoeroes, worden behandeld’, zegt ze nu. Niet alleen zag ze boeren kangoeroes en wombats (een buideldier) afschieten, ze was ook getuige van dierenmishandeling en zag welke bedreigingen de dieren moeten zien te overleven. Autoverkeer, afname van hun leefgebied, droogte en bosbranden zijn er maar enkele.
De nieuwsberichten geven Kase gelijk: omdat het nationale symbool de kangoeroe in Australië wordt gezien als plaag die het voer voor vee opvreet, worden er jaarlijks 1,6 miljoen afgeschoten. Daarmee behaalt Skippy de twijfelachtige status van ‘meest bejaagde op land levende zoogdier ter wereld’.
Tot overmaat van ramp dreigen de dieren dit jaar massaal om te komen door droogte, luidde het nieuws dit voorjaar. Omdat daardoor de hongerdood dreigt, riepen sommige ecologen op tot een onorthodoxe oplossing: afschieten om verder lijden te besparen.
Kase, die zich als fotograaf verdiept in ‘beschaving en de omgang van de mens met andere soorten in hun natuurlijke omgeving’, trok zich het lot van de dieren aan en ging werken in een wildreservaat. Om te leren over de zorg en opvang, maar ook om de redding en het herstel van de dieren te documenteren. ‘Ik wil laten zien hoeveel moeite verzorgers doen om dieren te redden en hoe moeilijk het is om wilde dieren te laten herstellen’, zegt ze. Door veel in te zoomen op individuele dieren hoopt ze hun pracht te laten zien, en tegelijkertijd ‘onze vijandige houding tegenover deze prachtige dieren aan te vechten.’