Direct naar artikelinhoud
Najima Khan.Beeld Boudewijn Bollmann
InterviewInclusiviteit

Met een hoofddoek op carrière maken: ‘Het wordt beter, maar er zijn nog onnodige drempels’

Vrouwen met hoofddoek zijn in bijna alle sectoren aan het werk, maar ze zijn niet in alle functies welkom. De nieuwe vacaturebank ‘Hijabis at work’ promoot moslima-vriendelijke werkgevers in België en Nederland.

Het nieuwe studiejaar ving aan en de mailbox van de Belgische onderneemster en voormalig docente Hanan Challouki (31) stroomde vol met de vraag die ze ieder jaar opnieuw krijgt: ‘Weet jij misschien waar ik stage mag lopen met een hoofddoek?’

Het vinden van het antwoord op die veelgestelde vraag kost werkzoekende moslima’s met hoofddoek veel tijd en energie, en de studentes op zoek naar stage dikwijls hun zelfvertrouwen, weet Challouki.

“Soms horen ze aan het eind van een lang sollicitatieproces dat ze toch niet welkom zijn in de functie of op de stageplek waar ze op hebben gereageerd, omdat de werkgever moeite heeft met een medewerker in hidjab. Dan blijkt bijvoorbeeld dat de recruiter zelf niet weet welke interne richtlijnen er eigenlijk zijn, omdat die nooit eerder een hidjabi heeft aangenomen.”

Hanan Challouki zette een vacaturedatabank op voor moslima's die een hoofddoek dragen.Beeld Hanan Challouki

Alleen achter de schermen

Om een einde te maken aan de onduidelijkheid en de bijbehorende frustraties, besloot Challouki een vacaturedatabank op te zetten waarop alleen ‘inclusieve werkgevers’ hun vacatures mogen plaatsen. Sinds de lancering van Hijabis at Work eind november, hebben zich 143 Belgische en 17 Nederlandse werkgevers geregistreerd.

Alleen werkgevers die alle functies openstellen voor hoofddoekdragende vrouwen, mogen zich registreren. In België is het zo dat veel werkgevers het “neutraliteitsprincipe” van de overheid volgen: een hoofddoek dragen mag alleen in functies achter de schermen, en niet in contact met klanten.

Ditzelfde beleid heeft de Nederlandse overheid in functies bij bijvoorbeeld de politie en de rechtspraak. Gemeenteambtenaren zijn afhankelijk van het lokale beleid. Zo hebben Arnhem, Utrecht, Den Haag en Tilburg het voornemen om het dragen van een keppeltje, tulband of hoofddoek toe te staan voor handhavers (boa’s). Maar de weerstand hiertegen vanuit de Tweede Kamer en kabinet maakt dat bijvoorbeeld de gemeente Utrecht het voornemen op de lange baan schuift.

‘Hoofddoekverbod is niet meer modern’

Voor Challouki bewijst de hoos van positieve reacties op haar initiatief dat er grote behoefte is aan duidelijkheid voor werkgevers, in een tijd waarin personeel schaars is. “Er zijn in zowel België als Nederland gigantisch veel open vacatures enerzijds en veel werkzoekenden die geen werk vinden aan de andere kant. Dit is een drempel die makkelijk weg te nemen is. Je kunt onmogelijk negatief reageren op het creëren van werk voor mensen die graag willen werken.”

De onderneemster, die eveneens bedrijven bijstaat als adviseur diversiteit & inclusie, hoopt dat Hijabis at Work werkgevers stimuleert om bewuster na te denken over hun inclusiebeleid. “Ik kreeg een telefoontje van een bedrijf dat zei: We merken dat het niet meer zo modern is om zo’n hoofddoekverbod te hebben. Welke stappen moeten we gaan zetten? Ik ben blij dat ons initiatief, dat vooral is bedoeld ter ondersteuning van ambitieuze vrouwen, dit soort gesprekken in het bedrijfsleven op gang kan helpen.”

Hoewel er nog altijd in veel beroepen moslima’s met een hoofddoek worden uitgesloten, ziet Challouki wel vooruitgang. “Bij veel bedrijven kon een jaar of acht geleden niet eens het gesprek gevoerd worden hierover. Nu vraagt niemand meer waarom diversiteit en inclusie belangrijk zijn. Ze willen weten hoe ze dit handen en voeten moeten geven. Het bewustzijn is veel groter.”

Hoe is het om als eerste of enige gesluierde vrouw de werkvloer op te gaan?

‘Nog steeds handelen veel partners van advocatenkantoren uit angst en onwetendheid.’

Advocate Najima Khan: 'Ik kreeg persoonlijke vragen die Henk en Ingrid niet hoeven te beantwoorden.'Beeld Boudewijn Bollmann

Bedrijfsadvocate Najima Khan (34) werkte voorheen bij een naar eigen zeggen wit advocatenkantoor. Als enige moslima met hoofddoek in een wereld met voornamelijk mannen betrok ze het kantoor bij onder andere een handelsmissie van Indonesiërs naar Nederland. “En ik gaf vaak lezingen bij organisaties die dat kantoor anders niet zo snel zou bereiken.”

Juist vanwege haar culturele en religieuze achtergrond heeft Khan behoorlijk wat nieuwe markten aangeboord, zegt de Rotterdamse advocate. Een moslima in hidjab die in hogere segmenten van de advocatuur werkt, zo wil ze maar zeggen, brengt ook voordelen.

Maar eerlijk is eerlijk, haar hoofddoek liet ook het licht schijnen op de blinde vlekken van de ‘overwegend conservatieve witte wereld van de advocatuur’. Zo kreeg ze tijdens meerdere sollicitatiegesprekken ongepaste vragen over haar religieuze beleving. “Waarom draag je een hoofddoek? Wat doe je nog meer aan jouw geloof? Persoonlijke vragen die Henk en Ingrid niet krijgen.”

Of neem de negatieve reacties die ze kreeg als ze niet met collega’s mee wilde naar een bierfeest. “Gelukkig had ik aan het begin van mijn carrière een begripvolle patroon (begeleider red.) die me steunde. Het was een witte, Hollandse man bij wie ik mij veilig voelde. Het contact is er nog steeds.”

Angst voor reactie van cliënten

Ze komt ook werkgevers tegen die wel de capabele professional achter de hidjab zien, maar uit angst voor de reactie van cliënten toch afhaken.

Ze heeft bijvoorbeeld meegemaakt dat ze in de laatste ronde van een lange sollicitatieprocedure bij een gerenommeerd kantoor op de Zuidas werd afgewezen. “De senior partner waar ik het gesprek mee voerde zei: ‘eigenlijk ben je de beste kandidaat, maar ik moet eerlijk zijn: ik twijfel over je hoofddoek. Dat heeft niets met jou te maken, maar met onze cliënten. Ik weet niet in hoeverre je door hen geaccepteerd zal worden’.

“Aan de ene kant waardeerde ik zijn eerlijkheid, maar het kwam toch hard aan. Ik werd bij voorbaat gediskwalificeerd omdat ik een hoofddoek draag, terwijl ze mij de beste kandidaat vonden!”

De advocate praat al jaren over het belang van diversiteit en inclusie in de advocatuur. “Bij sommige kantoren is het helemaal geen punt. En ik maak ook mee dat mensen hun beeld bijstellen zodra ze met mij werken. Een oud-collega vertelde me dat moslima’s met hoofddoek in zijn beleving altijd werden onderdrukt. Hij schaamde zich later voor die opvatting. Toch zijn er nog steeds veel partners van advocatenkantoren die vaak handelen uit angst en onwetendheid.”

Khan, die sinds drie jaar haar eigen advocatenkantoor runt, krijgt regelmatig mails van jonge afgestudeerden met de vraag hoe het haar gelukt is om zover te komen. “Tegen hen zeg ik dat ze de moed niet moeten opgeven. Er zijn ook genoeg werkgevers die jou beoordelen op je vaardigheden en eigenschappen.”

‘Ik heb als volksvertegenwoordiger niet mijn werk kunnen doen zoals anderen dat wel konden’

Esma Kendir (25) was het eerste raadslid met hoofddoek in Utrecht.Beeld Boudewijn Bollmann

Als jongste fractievoorzitter van een lokale partij onderhandelde studente Esma Kendir op haar 23ste mee over een coalitieakkoord van de gemeente Utrecht. Ze viel in de gemeenteraad niet alleen op vanwege haar leeftijd, Kendir was ook de eerste moslima met hoofddoek die als Utrechtse volksvertegenwoordiger plaats nam in de raadszaal.

“En dat in een super diverse stad als Utrecht, waar heel veel meisjes en vrouwen een hoofddoek dragen”, zegt de nu 25-jarige Kendir, die ‘Digital Business and Innovation’ studeert. Na haar termijn van twee jaar nam ze eind vorig jaar afscheid, zoals de afspraak is binnen haar lokale partij ‘Student & Starter’.

Systeem van uitsluiting

Haar hoofddoek bracht een golf aan haatberichten op sociale media, soms kreeg ze zelfs dreigende berichtjes via whatsapp. ‘Vrouw met provocerend kopvodje’ of ‘Laat ze toch oprotten met hun slachtoffer geneuzel. Eerst maar eens die sluier van hun kop afhalen, dan pas het woord hebben.’ Ze moest zich verantwoorden in een radio-interview, of het wel kan dat een volksvertegenwoordiger een hoofddoek draagt.

“Wie politiek bedrijft moet een dikke huid hebben”, zegt Kendir nu. “Dat je kritiek krijgt hoort erbij. Maar dit soort haat is heel naar. Veel erger vind ik dat ik als volksvertegenwoordiger niet mijn werk heb kunnen doen zoals mijn collega’s dat wel konden. Dat heeft me diep geraakt. Het getuigt van een hardnekkig systeem van uitsluiting.”

Kendir doelt op het werkbezoek van de Utrechtse raadsleden bij de boa’s van de afdeling handhaving. Hoewel de Utrechtse gemeenteraad twee jaar geleden besloot dat Utrechtse boa’s religieuze kleding als een keppeltje, tulband of hoofddoek mogen dragen, is die beslissing nog steeds niet doorgevoerd in de praktijk. Het college van burgemeester en wethouders wil eerst juridisch advies hierover inwinnen.

“Dat is nu het officiële standpunt. Tegen mij werd in eerste instantie gezegd dat ik wel op werkbezoek kon in boa-uniform. Maar kort voor het werkbezoek plaats zou vinden, werd dit toch geannuleerd vanwege mijn hidjab. Dit is twee keer gebeurd. Ik vermoed dat dit te maken heeft met de verkiezingsuitslag. ‘We moeten denken aan jouw veiligheid en die van onze medewerkers’, werd er gezegd. Andere raadsleden hebben dat werkbezoek wel in uniform kunnen doen.”

Ze wil niemand beschuldigen, maar een onrechtvaardig systeem aankaarten, zegt de voormalig fractievoorzitter. “Het raakt mijn rechtvaardigheidsgevoel, en de toegankelijkheid van onze democratie. Ik ben niet minder volksvertegenwoordiger dan anderen, enkel omdat ik een hidjab draag.”

Rolmodel

Ondanks de haat en de uitsluiting heeft ze ook genoten van haar politieke werk. Ze vindt het een eer om namens 360.000 inwoners van de stad te mogen werken.

“Collega-raadsleden vertelden me na werkbezoeken op basisscholen dat sommige kinderen met migratieachtergrond een fonkeling in hun ogen kregen bij het zien van mijn foto in de presentatie. Ze stelden allerlei vragen over mij en waren nieuwsgierig.

“Als kind had ik geen rolmodellen waar ik me in herkende. Ik hoop dat de kleine Esma’s van vandaag zich wel gerepresenteerd zien. Dit idee geeft me veel voldoening.”

Lees ook: Sollicitant met hoofddoek wordt twee keer zo vaak afgewezen Moslima’s met hoofddoek worden twee keer zo vaak afgewezen bij een sollicitatie. Bij klantgerichte banen is dat zelfs ruim drie keer zo vaak.