Direct naar artikelinhoud
Recensie

Charlotte van Pallandt bedacht nooit iets wat ze niet zag

Werk van Charlotte van Pallandt in museum De Fundatie in Zwolle.Beeld Peter Tijhuis

Om haar heen was abstractie in de mode, maar Charlotte van Pallandt (1898-1997) maakte haar leven lang figuratieve beelden. In Zwolle is nu een overzichtstentoonstelling van haar werk.

De burgemeester van Amersfoort vond het portret dat Charlotte van Pallandt in 1960 van hem had gemaakt maar niets. “U heeft mij zulke rare kraaloogjes gegeven”, zei hij tegen de beeldhouwer. Schilder Kees Verwey, ook bij de presentatie aanwezig, verdedigde zijn collega: “Maar u hééft kraaloogjes.”

Charlotte van Pallandt bedacht geen dingen die ze niet zag. Ze begon meest-al met een heel natuurgetrouwe weergave van haar onderwerp. Daarna, in een volgend model in klei, was of steen, vervaagde of vergrootte ze onderdelen. Abstract werden de beelden nooit, maar als bij een karikatuur waren typerende delen of houdingen wel wat uitvergroot of naar voren gebracht.

Directeur Edy de Wilde van het Stedelijk Museum in Amsterdam wilde volgende generaties ‘niet belasten met dergelijke kunst’

Haar werk was zelfs te figuratief voor haar tijd. Toen ze na de overzichtstentoonstelling van haar werk in 1981 in het Amsterdamse Stedelijk Museum een deel van haar werk probeerde te schenken, weigerde directeur Edy de Wilde. Hij wilde volgende generaties ‘niet belasten met dergelijke kunst’: voor figuratieve kunst zou later geen interesse meer zijn.

De overzichtstentoonstelling van haar werk in museum De Fundatie – overigens de eerste solo-expositie voor een vrouwelijke kunstenaar in het museum sinds Fiep Westendorp eind 2016 – bewijst het tegendeel. Over meerdere zalen volgt de bezoeker het leven en vooral werk van Van Pallandt, werk dat eenvoudig en vanzelfsprekend lijkt, maar dat niet is.

Familiekapitaal

Van Pallandt kwam uit een aristocratische familie, ze scheidde jong van haar man. In 1926 kwam ze terecht in Parijs, in de kunstenaarswijk Montparnasse, het centrum van de kunstwereld, want ze wilde kunstenaar worden. Ze stortte zich niet in het nachtleven, leefde teruggetrokken, ze was serieus aan het werk. Al hoefde ze er dankzij het familiekapitaal niet van te leven. Ze vond het heerlijk in ‘de enige stad ter wereld’. Haar kubistisch-modernistische schilderijen zijn aardig, niet heel bijzonder.

In 1927 stapte ze over op beeldhouwen, iets wat ze meteen ‘nog veel prettiger’ vond dan schilderen. Ze maakte haar leven lang portretten en torso’s, in hout, gips, klei, steen en brons. En kleine studies in alle materialen die ze maar kon vinden. Terug in Den Haag en later Amsterdam vond ze weinig aanmoediging in het conservatieve kunstwereldje – beeldhouwen was allesbehalve een vrouwenberoep. Toch werkte ze door, weer meer naturalistisch dan in het begin.

In de tentoonstelling imponeert model Truus Trompert in brons ten voeten uit, stoer en licht uitdagend haar linkerheup naar achter gedraaid

Op de expositie springen meerdere versies van een vrouwentorso in het oog. De eerste maakte ze in 1930, ze werkte er bijna een jaar aan. Verderop staat een teakhouten torso die ze tien jaar later maakte. Hoewel de vorm nog steeds duidelijk herkenbaar is, heeft de maker er duidelijk veel nieuwe inzichten in verwerkt: subtiele verdraaiingen in de heup en de nerven van het hout die met het lichaam meelopen maken het tot een heel bijzonder werk.

In de tentoonstelling staan veel beelden van Truus Trompert, een beroemd model met wie Van Pallandt meer dan twintig jaar zou werken. Van Pallandt maakte veel kleine portret- en figuurstudies van haar en voerde zo nu en dan een grotere uit. In de tentoonstelling imponeert Trompert in brons ten voeten uit, stoer en licht uitdagend haar linkerheup naar achter gedraaid.

Wilhelmina

Het beroemdste beeld van Van Pallandt – en het tweede hoogtepunt van de tentoonstelling – is de presentatie rond het Wilhelminabeeld. In Zwolle staan meerdere ontwerpschetsen voor dat beeld naast elkaar, Van Pallandt kreeg de opdracht in 1965 van een Rotterdamse bankier en het moest snel af zijn. Bij een eerste studie, gemaakt in was, zie je de koningin zittend, op een volgende, staat ze licht achteroverleunend.

Een houding die Van Pallandt had gezien op een foto waarop de koningin zélf kijkt naar een standbeeld, gemaakt bij de onthulling van een oorlogsmonument van Mari Andriessen in 1957. Het beeld van de kegelvormige vorstin in dikke winterjas werd uitgevoerd in steen en neergezet in het park bij de Euromast.

Imposant is de foto van Charlotte van Pallandt zelf, bij de deur van haar atelier in Noordwijk, in witte lange broek, rokend, bedachtzaam

Kunstverzamelaar Dirk Hannema zag het gipsen model van drie meter hoog even later bij Van Pallandt in de tuin liggen en kreeg het cadeau van de kunstenaar. In Den Haag was een commissie aangesteld om daar ook een monument voor Wilhelmina neer te zetten. Na 25 jaar vergaderen werd in 1984 besloten een bronzen versie van het beeld van Van Pallandt te laten maken. Daarvoor moest zij het gipsen model lenen van Hannema, die het als een hoogtepunt uit zijn verzameling zag. Als dank werden er twee exemplaren gegoten: een voor in Den Haag, voor Paleis Noordeinde, en eentje in de tuin van Kasteel het Nijenhuis, de buitenlocatie van museum De Fundatie. Daar staat het nog steeds. De stenen en bronzen Wilhelmina’s zijn vertegenwoordigd in grote foto’s, het gipsen model is wél naar Zwolle gehaald en weet nog steeds te imponeren. 

Minstens zo imposant is de foto van Charlotte van Pallandt zelf die ernaast hangt. Ze staat bij de deur van haar atelier in Noordwijk, in witte lange broek, rokend, bedachtzaam. Met de wetenschap dat haar werk goed is en gezien mag worden.

★★★★☆

‘Charlotte van Pallandt: kunst als levensdoel’, tot 1 september in Museum De Fundatie in Zwolle. www.museumdefundatie.nl. De catalogus kost 22,50 euro.

Lees ook:

Alle vijftig goed? Laat de discussie over deze ‘belangrijkste kunstwerken’ maar losbarsten

Hans den Hartog Jager moest streng selecteren voor zijn overzicht van de belangrijkste kunst uit de afgelopen halve eeuw. De tentoonstelling in Museum de Fundatie vliegt alle kanten uit: van slootje springen tot de zwarte vlag van Armando.