Direct naar artikelinhoud
Melkveehoudster Amber Laan moet gaan investeren in een nieuwe stal. Een landbouwakkoord zou helpen om de juiste keuze te maken.Beeld Jean-Pierre Jans
Toekomst boeren

Boerin Amber Laan heeft behoefte aan een duidelijke visie: waar moet ze haar geld in steken?

Melkveehoudster Amber Laan baalt dat de onderhandelingen over een landbouwakkoord zijn stukgelopen. Zij heeft behoefte aan een overheid die duidelijke keuzes maakt over de toekomst.

Ze heeft een melkveehouderij met 70 koeien op ongeveer 60 hectare grond. De mest van haar dieren kan ze daarmee ruimschoots kwijt op eigen terrein. Ze doet ook aan ‘agrarisch natuurbeheer’: ze laat het gras hoog staan om weidevogels te beschermen en zaait kruidenrijk grasland. “Zo ongeveer het bedrijf dat de overheid en samenleving graag zien”, concludeert melkveehoudster Amber Laan uit Warder, even ten noorden van Volendam.

En toch is er ook een weerbarstige realiteit. Voor dat agrarisch natuurbeheer krijgt ze weliswaar een kostencompensatie, maar geen echte beloning. Ze is bovendien niet alleen boerin; Laan werkt ook nog 32 uur per week als adviseur duurzame landbouw. Klagen daarover doet ze niet. Daarvoor heeft ze te veel lol in haar werk én boerenbestaan. Maar ergens wringt het natuurlijk wel: met de landbouw die de maatschappij graag wil is het nu moeilijk om een volwaardig salaris bij elkaar te boeren.

Heel erg jammer

Een landbouwakkoord is natuurlijk nooit een wondermiddel dat alle problemen en dilemma’s oplost. Maar het had voor jonge boeren wél een broodnodig zetje naar meer duidelijkheid over de toekomst kunnen zijn, denkt Laan. Zo was het beter belonen van boeren die de natuur ondersteunen een belangrijk punt in de onderhandelingen.

Boerenorganisatie LTO vreesde dat de overheid niet verder kwam dan intenties en voornemens, en trok de stekker uit de gesprekken. “Heel erg jammer”, vindt Laan, die als regiovoorzitter ook betrokken is bij jongeboerenorganisatie NAJK. De jonge boeren hadden wél graag door willen praten, maar niet zonder LTO. “Ik hoop dat we de goede dingen uit het akkoord alsnog wel gaan uitvoeren.”

Een visie op de toekomst van de landbouw is juist voor jonge boeren van groot belang. “Onze stallen zijn inmiddels verouderd”, geeft Laan als voorbeeld. “Ik kom binnen enkele jaren op het punt dat ik in een nieuw systeem moet gaan investeren.” Maar wat is dan wijsheid? Een technisch hoogwaardige stal die via nieuwe technieken stikstof reduceert? Of juist een wat meer traditionele strostal die past bij een boerderij die in harmonie met de natuur wil werken? “Je wil niet het risico lopen voor een stal te kiezen waarvan de overheid na een paar jaar zegt: we willen het toch anders, dit voldoet niet meer aan de eisen.”

Duidelijke keuzes nodig

Het is typisch zo’n vraag waar een veel breder dilemma achter zit. Kiest Nederland voor een landbouw die verweven is met de natuur? Waarin boeren mede de natuur beheren en de grenzen van de ecologie leidend laten zijn in hun bedrijfsvoering? Dan past daar het beste een strostal bij. Of gaat de voorkeur juist uit naar een scheiding tussen landbouw en natuur? Waarbij natuur wordt beschermd, en hoogproductieve landbouw vooral geïsoleerd van die natuur plaatsvindt? Dan is een dichte stal die efficiënt stikstofemissies terugbrengt effectiever.

De overheid neigt nu vooral naar het verweven van landbouw en natuur. De inspanningen van Amber Laan voor weidevogels worden doorgaans als wenselijk gezien. Tegelijk zijn er ook bedrijven die intensief voedsel produceren, en die hun milieu-impact vooral via technische maatregelen omlaag proberen te krijgen. Expliciete keuzes over wat waar kan – en in welke mate – heeft de overheid tot nu toe niet gemaakt.

Het is een van de zeven grote vraagstukken die een groep onderzoekers van de universiteit in Wageningen (WUR) onlangs op een rij heeft gezet. Mede naar aanleiding van het landbouwakkoord gingen zij op zoek naar de fundamentele vragen over de toekomst van de landbouw in Nederland. ‘Scheiden of verweven’ is één van die dilemma's.

Een andere: wat is nu eigenlijk de rol van landbouwdieren in Nederland? Houden we die in de toekomst om de wereld van hoogwaardige eiwitten te voorzien? Of zien we ze als onderdeel van een kringloop, waarbij koeien dienen om gras in eiwit om te zetten, en varkens om onze etensresten te verwerken? In dat laatste geval wordt de veestapel hoe dan ook fors kleiner.

Investeren in plantaardige eiwitten

Op dat soort grote vragen zijn duidelijke antwoorden nodig, vindt WUR-onderzoeker Bram Bos. Die antwoorden ontbreken nog in het beleid, en kwamen ook lang niet allemaal aan bod in gesprekken over het landbouwakkoord. “Als je kijkt naar klimaatdoelstellingen en de groeiende wereldbevolking, dan kunnen we geen 10 miljard mensen voeden met een westers dieet met veel vlees en zuivel. De overheid zou veel duidelijker uit kunnen dragen: als je nu moet investeren als jonge boer, doe dat dan bijvoorbeeld in plantaardige eiwitten.”

Nog zo’n vraag: wat moet überhaupt de Nederlandse bijdrage zijn aan het wereldvoedselvraagstuk? Alleen maar kleinschalig en lokaal produceren heeft ook nadelen, spiegelt Bos voor. “We zitten hier ook in een vruchtbare delta, waarin we een zekere verantwoordelijkheid hebben om voedsel te produceren. Maar welk voedsel produceren we dan?”

De antwoorden op deze vragen zijn urgent, benadrukken de WUR-onderzoekers. “Elke keuze heeft voordelen en nadelige consequenties. Maar uitstellen maakt de opgaven alleen maar groter.”

Investeren in plantaardige eiwitten

Simon Wilms (37), akkerbouwer, Anna Paulowna

“Ik hoorde natuurlijk aldoor al dat die gesprekken over het akkoord moeizaam gingen. Het is ook lastig als er wat minder gematigde partijen als Farmers Defence Force en Agractie aan tafel zitten. Ik ben zelf lid van LTO en ik ben altijd wel van de interactie, je moet er samen uit proberen te komen. Maar ze gooien nu wel heel veel over de schutting van de sector. Daarom vind ik het wel goed dat ze nu een streep trekken: tot hier en niet verder. Zeker als je kijkt naar het eisenpakket van de overheid. Prima, dat je eisen opgelegd krijgt, maar dan moet er financieel wel genoeg tegenover staan. Moreel vind ik de ideeën over verduurzaming ook doorslaan. Ik ben een praktijkman en geen onderzoeker, maar als ik dan in het veld aan het werk ben, dan denk ik weleens: jongens, is het nou zo erg? Het geloof in het beleid is er, bij mij althans, gewoon niet. Dat LTO nu niet meer meepraat, vind ik wel zorgelijk. Want als je niet met ze praat wordt er over je gepraat.” (Joost van Velzen)

Investeren in plantaardige eiwitten

Karin Meijer-Buist (33), melkveehouder, De Lutte

“Ik wilde de afgelopen tijd wel extra bewust het nieuws in de gaten houden. Maar dan zit je te kijken en denk je halverwege: laat maar, ze stoppen ermee, het is klaar. Er zit gewoon geen toekomst in een akkoord. Ik weet natuurlijk niet precies wat is besproken maar het moet toch mogelijk zijn dat er iets komt te liggen waarvan we met z’n allen zeggen: ja, dat willen we en dat kunnen we. De sector is echt niet bang voor een uitdaging. Als er koeien weg moeten, oké, dan gaan we dat doen. Ik denk dat het elastiekje geknapt is omdat LTO voor alle boeren moet opkomen en als dat niet lukt houdt het op. Je kunt het nooit voor iedereen goed doen, maar als een bepaalde groep boeren zwaar benadeeld wordt, dan moet daar wel iets tegenover staan. Nu ze zonder LTO verdergaan, vind ik het wel spannend. Als de overheid zegt, ‘we doen het zelf wel’, dan wordt het een hele hete zomer.” (Joost van Velzen)

Lees ook:

Landbouwakkoord geklapt, verschillen tussen kabinet en boeren bleken onoverbrugbaar

De moeizame onderhandelingen over een landbouwakkoord spatten dinsdagavond definitief uiteen. In feite wilde LTO-topman Sjaak van der Tak niets liever dan tekenen. Maar de verschillen waren vanaf het begin eigenlijk al onoverbrugbaar.