Direct naar artikelinhoud
Harm Edens: ‘Ik was gealarmeerd door het verbranden van een regenboogvlag vorige zomer'.Beeld Martijn Gijsbertsen
InterviewHarm Edens

Harm Edens: ‘Acceptatie van queers in Nederland? Het is een dun laagje chroom’

Presentator Harm Edens is gay, maar geen activist. Toch maakte hij – uit bezorgdheid – een podcastserie over hoe de regenboogvlag er in Nederland bij hangt. Over de stand van lhbti+-land.

Haar ouders in Eindhoven dachten dat het ‘gewoon’ een warme vriendschap was. Maar Carline van Breugel (27) heeft echt een relatie met een trans man. En ze is dol op haar Sven. Van Breugel liet zich interviewen door presentator Harm Edens voor de podcastserie En ze leefden nog gay en gelukkig. Een vrolijk gesprek. “Ja, Anja”, sneert Edens even naar moeder Van Breugel, “wen er maar aan.”

Sven, dirigent en zanger, werd geboren als vrouw, maar voelt zich meer een man. Van Breugel, lobbyist en kandidaat-Kamerlid voor D66, is altijd licht bezorgd om hem. Niet verbazingwekkend als je bedenkt dat iemand hem op station Amsterdam CS laatst nog uitschold voor vuile flikker en van een roltrap af duwde.

Het is niet zo dat Edens volledig in beeld heeft gebracht hoe het staat met de lhbti+-gemeenschap in Nederland. Maar met de 18-delige podcastserie die hij samenstelde met Merel van den Meerendonk van het Instituut voor Beeld en Geluid, krijgen we wel een goede indruk. Edens had intieme gesprekken met zeventien queer mensen uit het hele land: zeventien mensen die niet hetero zijn en ook niet in een of ander hokje willen worden geplaatst. In de laatste aflevering wil Edens politici en beleidsmakers confronteren met uitspraken van de geïnterviewden.

‘En ze leefden nog gay en gelukkig’ geldt bepaald niet voor alle queers, zo blijkt uit de gesprekken. Zo’n sprookje is het leven van de meesten van hen niet. Toch was Edens verrast door de opgewektheid van de geïnterviewden, ondanks hun soms pittige leven van alledag. Hoe kwam hij op het idee voor de podcast?

Edens: “Vorig jaar bestond het COC 75 jaar, was het 50 jaar geleden dat homoseksualiteit uit het Wetboek van Strafrecht werd gehaald en 20 jaar geleden dat mensen van gelijk geslacht met elkaar konden trouwen. Ik dacht: hoe is de stand in lhbti+-land? Ik moet zeggen dat ik ook wel gealarmeerd was door het verbranden van een regenboogvlag vorige zomer, vlak bij waar ik een pied-à-terre heb in Amsterdam, in Bos en Lommer. Soms denk je: het is hopeloos. Om Henk Westbroek te citeren: het is hier en daar een dun laagje chroom. Dan ben ik wel heel gealarmeerd, al ben ik helemaal geen gaypride-activist. Je ziet mij niet gillend van geluk in een leren broek zonder achterkantje door de grachten racen.”

In de podcastserie spreek je ook met Mohan Verstegen, 42, arts bij Defensie, ooit geadopteerd, Indiase roots. Hij komt als gay op voor de niet-hetero’s in het leger.

“Ja, en hij loopt in zijn vrije tijd soms rond in een roze jurk, waar hij op Instagram ook in schittert. Heel moedig. Hij wordt soms zwartgemaakt, maar zijn baas verdedigt hem altijd. Die beoordeelt hem op zijn werk, zoals het hoort, niet op wat er voor franje aan zijn onderbroek zit. Verstegen vertelt ook over relatief hoge suïcidecijfers onder lhbti+’ers. Hij probeert de liberale wereld van gays te verbinden met de conservatieve, militaire wereld. Je kunt voorlopig nog niet op hoge hakken door de loopgraven rennen, los ervan dat het niet opschiet, maar hij brengt zeker wat teweeg.”

Wat waren de heftigste gesprekken?

“Onder meer dat met Geert de Vocht, een intersekse man. Hij werd geboren met vrouwelijke en mannelijke geslachtskenmerken, kreeg borsten en had een zeer kleine penis met een verkeerde urineuitgang. Een eindeloze serie operaties maakte hem niet gelukkiger, gecombineerd met de zwijgcultuur eind jaren zeventig in het zwaar katholieke Brabant. Een ramp. Hij zei: ‘We hebben nu wel een fijn gesprek, maar als ik zo de deur uit loop en ik val dood neer is dat ook prima’.

“En het verhaal van Nick vond ik heftig, een jongen van twintig, die op kamers woont in Haarlem. Toen hij uit de kast kwam als toen nog meisje, gooide zijn moeder hem uit huis. Hij heeft geen contact meer met zijn ouders. Nu is hij in transitie tot man, en is daar heel blij mee.”

‘Je hebt Turks-Nederlandse vrouwen die zeggen: Word je nu vrouw, leuk, hoe werkt dat?’Beeld Martijn Gijsbertsen

Die moeder die je tussendoor even toespreekt in het gesprek met Carline van Breugel, doet ook denken aan je eigen moeder, van wie je eerder zei dat zij niet bepaald een steun en toeverlaat was.

“Ik wist op mijn tiende al dat ik jongens leuker vond dan meisjes. Maar wist ik verder veel, ik kende alleen Albert Mol, van Wie van de drie. Ik deed vwo, ging studeren, op mij was niets aan te merken. Op mijn achttiende kwam ik uit de kast. Mijn moeder zei: ‘Dat verbaast me niets’. Was er dan eens over begonnen, dacht ik. Met mijn vader en zus heb ik het er veertig minuten over gehad, daarna nooit meer.

“Mijn vriend kwam later vaak met mij mee. We hadden thuis een eetkamertafel met vier stoelen, waar nooit stoelen bij zijn gekocht. Er was een krukje, en mijn zus of mijn moeder offerde zich dan wel op. Het was geen groot leed, maar toch. Toen moest aids nog komen. Ik bood mijn moeder een opening door haar uit te leggen dat er een ziekte aankwam, uit Amerika, het was nog onduidelijk. ‘Voel je niet beschroomd’, zei ik, ‘we kunnen het erover hebben.’ Ze zweeg.”

Jij zegt: als je goed bent in sport, een lage stem hebt en het lukt je een beetje te doen waar je goed in bent, dan heb je als homo in Nederland niet zoveel last.

“Ja, en toch kregen mijn vriend en ik in de jaren tachtig een baksteen door de winkelruit van ons pand in de Amsterdamse Mercatorbuurt. Ik zag jochies lachen achter de rug van agenten die langskwamen. We zijn er vertrokken en later in Zutphen beland. 

“Laatst zag ik de serie Pose op Netflix, over de queer gemeenschap in New York, nog voor aids. Over vrolijke danswedstrijden: wie danst het mooist, wie is het meest extravagant? Je ziet hoe kwetsbaar de mensen zijn als ze uit dat veilige wereldje naar huis moeten. Als ik als student in Groningen in de jaren tachtig uitging, belde ik aan bij een homokroeg, waarbij ze dan door een luikje met tralies keken of het goed volk was.  Als ik weer naar huis ging, moest ik er ook voor zorgen dat ik op straat stoer keek en breed liep.”

Kun je op basis van deze podcastserie tot een soort conclusie komen? Want aan hoe een lhbti+-gemeenschap ervoor staat, kun je zien hoe het gaat met de verdraagzaamheid in een land.

“Ik was heel blij dat verschillende allochtone buren van geïnterviewden goed op hen reageerden. Turks-Nederlandse vrouwen die zeiden: ‘Word je nu vrouw, leuk, hoe werkt dat?’ Maar ik moest er bij de research voor de serie soms ook van zuchten: er zijn zo veel letters voor zoveel verschillende soorten mensen. De regenboogvlag krijgt steeds meer hoekjes en kleuren.

“Binnen de gemeenschap is het niet altijd pais en vree. Oude lesbiennes zijn soms boos op jonge queer vrouwen, zo van: wij hebben gestreden voor onze plek en die willen jullie nu niet meer, omdat alles nu veel meer fluïde is. Maar ondanks alles wordt de samenleving meer waard door variaties op het thema. Anders kunnen we wel teruggaan naar de jaren vijftig, en onder een Philips Argenta superluxe-lamp gaan zitten met extra lichtvenster. Onverschrokkenheid en een lange adem zijn nodig.”

Je bent strijdbaarder dan voorheen.

“Ja, en kijk naar Oekraïne, de tranen prikken steeds achter mijn ogen door wat ik daar zie. Zo’n Russische patriarch Kirill die de invasie steunt die volgens hem ook een strijd is tegen de westerse cultuur die de ‘zonde’ van homoseksualiteit aan andere landen wil opdringen. Maar laat ik het bij Nederland houden. Als ik hoor dat twee jongens die in Arnhem hand in hand lopen met een betonschaar te lijf worden gegaan, dan sta ik niet voor mezelf in en moeten die betonscharen heel hard gaan rennen voor hun leven. Terwijl ik zo dapper niet ben.”

Vanaf donderdag 17 maart in elke podcastapp: En ze leefden nog gay en gelukkig. Het sprookje van de lhbti+-vrijheid in Nederland.

Lees ook: 

25 jaar ‘Dit was het nieuws’: Valt er nog wat te lachen? Ja!

Het satirische tv-programma Dit Was Het Nieuws bestaat 25 jaar. Hoe komen de makers aan grappen in deze prikkelloze tijd?