Tijdschrift.nl logo
Mensen

‘Voor mijn eigen soort kom ik graag op’

Als jonge, blonde schrijfster werd Susan Smit (47) onderschat. Toen ze zich heks noemde, werd ze mikpunt van spot en kritiek. Inmiddels heeft ze achttien boeken op haar naam staan en kan niemand meer om haar heen. Dit jaar verscheen haar op feiten gebaseerde roman De heks van Limbricht, over een heldhaftige vrouw.

Tekst Tom Kellerhuis
Foto’s Paul Tolenaar
Visagie en styling Borka Florentinus

‘Vroeger was ik de prinses van het strand. Mijn vader was badmeester van een strandpaviljoen in Noordwijk. We waren er in mijn herinnering eeuwig en altijd, de zomers leken eindeloos. We aten vaak op het strand en sliepen ook weleens in dat paviljoen. Toen was het nog zo dat strandgasten om zes uur moesten ophoepelen. Nadat alle windschermen en stoelen waren binnengehaald, liep ik met een vriendinnetje of een tante langs de vloedlijn, en dan was het hele strand van ons. Ik voelde me vrij en één met de natuur en die immense zee, vooral in de vroege ochtend en avond. En toch ook veilig in die weidsheid.

Ik was een fladderig en dromerig kind, eeuwig aan het lezen. Ik heb de hele Noordwijkse bibliotheek uitgelezen. Na alle kinderboeken begon ik aan de volwassenenliteratuur. Ik kom niet uit een intellectueel nest, maar wij lazen veel thuis. Kranten, tijdschriften, boeken. Toen ik aan het puberen was en mijn moeder in de overgang, hielden we ons allebei bezig met levensvragen en lazen we bijvoorbeeld Het Tibetaanse dodenboek en Niet morgen maar nu. Literatuur liet me zien dat de wereld meer is dan alleen dat dorpje waar we woonden en waar ook best wel op elkaar gelet werd. Dat het ook anders kon, vond ik echt een ontdekking. Toen groeide het besef: ik ga hier niet blijven, ik vlieg uit.

In mijn vroege jeugd was het harmonieus, warm en veilig thuis, maar rond mijn puberteit begon mijn vader meer te drinken. Er was vaker ruzie thuis en ik kan me veel avonden herinneren waarop we op hem zaten te wachten. En hij was niet de enige; veel van die badmeesters waren eigenwijs en grenzeloos, ze zochten de vrijheid op tussen de elementen.

‘Een dromerig kind was ik, eeuwig aan het lezen’

Die vrijheidsdrang en zucht naar autonomie heb ik denk ik wel een beetje van hem. Er zat vaak een ‘roes’ tussen ons. Er was moeilijk contact met hem te krijgen, en dat heb ik daarom al vrij vroeg opgegeven. Uiteindelijk is mijn moeder van hem gescheiden. Ik was toen al het huis uit, maar ik heb dat van harte aangemoedigd. Gelukkig is zij een autonome, sterke vrouw. Ze was kapster en bouwde zelfstandig een nieuw leven op. Ook mijn vader is al jaren samen met een leuke vrouw.

Ik werd op mijn 16de door een fotograaf van het strand geplukt. Als jong modelletje werd me door mijn bureau aangepraat dat het slim was om na mijn eindexamen naar Parijs te gaan. Terwijl het modellenleven mijn droom niet was. Toen, op mijn 18de al, heb ik me gerealiseerd dat aanzien of geld geen vervulling oplevert. Dat was een waardevolle les. Ik was eenzaam in dat modellenappartement met steeds wisselende meiden, die helemaal niet bij mij pasten. Het werk op zich was vrij leeg. Dus ook daar zat ik altijd te lezen, zelfs op de set. Na een half jaar dacht ik: weet je wat, ik ga terug, Nederlands studeren in Amsterdam, en doe dat modellenwerk er een beetje bij. Zo heb ik het een jaar of tien volgehouden.

In 2001, op mijn 27ste, debuteerde ik met een autobiografisch boek over hekserij. Uit de bezemkast ging ik. Ik had me behoorlijk verdiept in alle religieuze stromingen, maar niets paste me, totdat ik stuitte op de Europese voorchristelijke natuurreligie. Daarin vond ik het contact met de natuur, het goddelijke in alles wat leeft, met het innerlijke kompas als leidraad. Dat sprak me als strandmeisje aan. Sindsdien noem ik mezelf met veel overtuiging heks.

Nu doe ik dat nog steeds. En daarbij benadruk ik dat ik geen bijzondere gaven heb, maar wel waarde hecht aan mijn intuïtie. Ieder mens krijgt bovenzintuiglijke informatie, maar we overstemmen het vaak met ons denken. Veel intuïtieve ingevingen moffelen we weg, omdat we die niet vertrouwen. Bij mij voelt het als een innerlijk weten, als een helder nee of ja. De keren dat ik erop durfde te varen, heeft het me niet teleurgesteld. Er is iets wat je niet aan kunt raken, maar wel kunt voelen. Het mystieke, zou je kunnen zeggen. Ik heb altijd een behoefte gevoeld om de verbinding te maken tussen de tastbare en ontastbare wereld. Daar werk ik als romanschrijver natuurlijk ook mee. Ik gebruik mijn verbeelding en doe mijn research, maar ik krijg ook dingen uit het niets aangereikt. Zo voelt het. Die inspiratie, waar komt die vandaan?

Hekserij heeft niks met tovenarij of duivelsverering te maken, dat is een verzinsel van de kerk geweest; een manier om eigenzinnige vrouwen die dicht bij de natuur stonden het zwijgen op te leggen. Goed beschouwd waren de vrouwen die als heks werden aangeklaagd de eerste feministen. ‘Heksenvervolging was een bloedige uitwas van vrouwenhaat, niets minder dan een oorlog tegen vrouwen, uitgesmeerd over eeuwen’, schrijf ik in het nawoord van De heks van Limbricht. Er zijn wereldwijd tussen de 50.000 en 100.000 slachtoffers gevallen door de Inquisitie, die onder leiding van de paus stond. Al die heksenprocessen hadden één aantijging gemeen: de verdachten hadden een scherpe tong. Het waren mondige, zelfstandige, eigenzinnige vrouwen. Entgen Luijten, de hoofdpersoon uit mijn boek, was een vrouw die een opstand tegen de almachtige kasteelheer aanjaagde. Ze dachten haar eenvoudig uit de weg te kunnen ruimen, maar haar standvastigheid maakte dat lastig. Niet voor niets was zij de laatste vrouw die in Nederland een heksenproces onderging. Het proces verliep anders dan wie dan ook had kunnen voorspellen. Het verbaasde me dat een heldhaftige vrouw zoals zij niet uitgroeide tot een nationale heldin. Met het boek hoop ik dat ze, ruim 350 jaar later, alsnog de geschiedenis ingaat als het voorbeeld van vrouwelijke onverzettelijkheid.

Ik noem mijzelf een spiritueel feminist: ik kom graag op voor mijn eigen soort en de vrouwelijke waarden in de samenleving. Ik zie het gelukkig veranderen, vooral bij de jeugd. Mijn stoere dochter van 10 zit op voetbal en vroeg laatst aan mij: ‘Waarom zeggen ze meisje tegen mij, maar geen jongetje tegen de jongens?’ Heerlijk toch?

Mijn lijfspreuk is altijd geweest: assume-toi, neem je ware vorm aan. Forceer jezelf niet om ergens in te passen. In de liefde is dat inmiddels gelukt. Daarin heb ik rust en gelijkwaardigheid gevonden. We wonen samen in twee huizen; dat komt door mijn drang naar autonomie, en dat begrijpt hij. We komen ook thuis bij elkaar, en ik kan me helemaal in mijn huwelijk ontspannen. Ook de scheiding met de vader van mijn kinderen, nu vijf jaar geleden, is verwerkt. Dat was een schok, toen. Mijn zoon was 1, mijn dochter 4. Ik stond er plots alleen voor en moest mijn kinderen delen. Er was een ander in het spel, ik had niks voelen aankomen.

Een peilloos verdriet, de totale bodem heb ik toen bereikt. Maar die emoties waarvan je vreest dat ze je zullen vellen, blijk je toch aan te kunnen. Dat was een bevrijding; ik ben sindsdien nooit meer op de vlucht geslagen voor mijn emoties. Het heeft me ook dichter bij mezelf gebracht. Het was het ergste, maar ook het belangrijkste jaar van mijn leven.

Ik heb zoals iedereen mijn ondeugden en kwetsuren. Mijn manbeeld is bijvoorbeeld niet al te rooskleurig, maar de liefde voor mijzelf is er altijd geweest. Waarschijnlijk komt dat door de liefde van mijn moeder. Daardoor kan ik met mildheid naar mijn eigen tekortkomingen kijken. Het was bijvoorbeeld best moeilijk om een balans te vinden tussen het moederen en het schrijven. Het schrijverschap is naar binnen gericht, het moederen naar buiten. In de eerste jaren stapte ik na uren schrijven met een droomhoofd op de fiets om mijn kinderen van de crèche te halen en moest ik mezelf inprenten: wacht even, deze auto die nu op me afkomt is wel echt. Maar ik ben door mijn kinderen meer met beide benen op de grond komen te staan. Ik zal altijd een dromer blijven, maar ik heb meer waardering gekregen voor de realiteit van alledag. Ik heb goed leren koken, geniet van alle kletspraatjes en knutselprojecten. Ik werd als blonde, jonge schrijfster vaak onderschat en dan dacht ik altijd: wacht maar, ik heb een lange adem. Ik merk nu, zo richting de 50 en achttien boeken later, dat het verandert. Ik ben een gerijpte schrijver die weet welke verhalen ze wil vertellen, en zo wordt dat ook gezien. En wat betreft mijn spirituele kant is er ook meer welwillendheid. Het is veilig om ideeën over spiritualiteit te delen; in de tijd van Entgen Luijten kwam dat je duur te staan. Daarom voelt de verschijning van mijn laatste roman als een enorme bevrijding.

Vind je dit interessant?

Ontdek nu alle Nederlandse top titels in één app!

Bestel nu

Straks hoop ik nog meer behaagzucht af te leggen, voordat ik die drempel overga naar 50-plus. Ik kijk uit naar het moment dat ik alle lagen heb afgepeld; lagen van aanpassing, van zelfbescherming, van bemind willen worden. Ik durf dwarser te zijn. Vroeger durfde ik vaak niet tegen dingen in te gaan, terwijl het eigenlijk niet goed voelde. Nu pak ik door. Mijn ambitie is het om een pittig en kleurrijk oud wijf te worden, een crone, zoals dat in de heksenwereld genoemd wordt. Dat gaat in fasen, net zoals de wassende, volle en afnemende maan. Eerst de maagdfase waarin je avonturen beleeft, dan de moederfase, waarin je je plek in de wereld vindt, en tot slot de cronefase, waarin je je wijsheid met de wereld deelt. Over die laatste fase schreef ik ooit een boek, Wijze vrouwen. Het woord ‘crone’ komt van ‘crown’, de gekroonde. De crone was een vrouw die lang genoeg had geleefd om haar leven te overdenken en haar wijsheid over te brengen aan anderen. Als oude, wijze vrouw genoot ze aanzien en respect. Nu lijkt het soms wel of je bij de eerste grijze haar respect verliest in plaats van wint.

‘Ik wil een pittig en kleurrijk oud wijf worden’

Ik sta nu voor de poort van die levensfase. Ik merk al dat ik ernaartoe loop, maar ik sta er nog wel voor. Gelukkig ben je niet klaar tot je dood, het mooie is dat je je altijd kunt blijven ontwikkelen. Denken aan de dood is voor mij een wezenlijk onderdeel van het leven. Ik zie de dood als het ondergaan van de zon, waarna de dag weer aanbreekt. Voor mij is het een doorlopend verhaal. Ik zou later graag herinnerd willen worden als iemand die je aan het denken heeft gezet. Zo zijn mijn boeken ook geschreven. Ik hoop dat ik daarin voortleef.”

Susan Smit

(Leiden, 1974) groeide op in Noordwijk. Op haar 18de vertrok ze als model naar Parijs, maar ze keerde na een half jaar terug om Nederlands te gaan studeren in Amsterdam. Na haar studie werkte ze als journalist voor diverse titels. Met haar debuut Heks in 2001 brak ze meteen door. Sindsdien schreef ze tientallen boeken en romans, waaronder de vorig jaar verschenen bestseller Tropenbruid. Eind mei verscheen haar zesde roman, De heks van Limbricht, naar het op feiten gebaseerde verhaal van Entgen Luijten. In 2019 trad Susan in het huwelijk met journalist Onno Aerden. Ze woont apart van hem in de Amsterdamse Jordaan, met twee jonge kinderen uit een eerdere relatie.

Susan als peutertje.

Win De heks van Limbrigt Plus Magazine mag vijf exemplaren van Susan Smits laatste roman weggeven. Stuur voor 27 september een kaartje naar Plus Magazine, Postbus 44, 3740 AA Baarn, onder vermelding van ‘De heks van Limbrigt’ (en uw naam en adres). De boeken worden onder de inzenders verloot.

Lees meer

Alle artikelen
Heb jij recht op vergeten geld?
Margriet Extra

Heb jij recht op vergeten geld?

Het lijkt iets uit een film: een erfenis krijgen van een onbekend familielid. Maar het kan zomaar gebeuren. Staan er slapende tegoeden op jouw naam?

Lees meer
The goodfather of hardcore
JFK

The goodfather of hardcore

Paul Elstak is zonder twijfel de godfather van de hardcore. Na meer dan dertig jaar in het vak draait hij nog altijd even enthousiast en zetten hits ‘Rainbow In The Sky’ en ‘Luv U More’ nog altijd hele generaties aan het dansen. Nu verovert zijn sound opnieuw Europa door zijn bijdrage aan de Eurovisie-inzending ‘Europapa’ van Joost Klein.

Lees meer
Seksisme in de tweede kamer
Flair

Seksisme in de tweede kamer

Voor de koffiejuffrouw worden aangezien, onderbroken worden of de credits voor je goede idee voor de zoveelste keer naar een man zien gaan. Vrouwen op het Binnenhof kennen dit soort seksisme allemaal. En dat verandert maar héél langzaam, vertellen (oud)-Haagse politici aan Flair. Mona Keijzer: “Ik ben er wel klaar mee dat vrouwen niet de credits krijgen die ze verdienen.”

Lees meer
GORDON “Ik ben altijd op zoek geweest naar het PERFECTE PLAATJE”
Libelle

GORDON “Ik ben altijd op zoek geweest naar het PERFECTE PLAATJE”

Het afgelopen jaar ervoer zanger Gordon Heuckeroth (55) als het zwartste uit zijn leven. Zijn hart werd gebroken en hij werd in de media door het slijk gehaald. Inmiddels is er meer licht. “De hunkering naar liefde is weg, dat geeft rust.”

Lees meer
VIJFTIEN JAAR GELEDEN REED KARST T. MET ZIJN AUTO IN OP HET FEESTVIERENDE PUBLIEK Senna overleefde als enige de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn
Story

VIJFTIEN JAAR GELEDEN REED KARST T. MET ZIJN AUTO IN OP HET FEESTVIERENDE PUBLIEK Senna overleefde als enige de aanslag op Koninginnedag in Apeldoorn

Deze maand is het precies vijftien jaar geleden dat Karst T. op Koninginnedag met zijn auto inreed op de feestvierende mensenmassa in Apeldoorn. De toen achtjarige Senna Claassens werd door de auto geschept. ‘Het is een wonder dat ik nog leef.’

Lees meer