Er zijn tijden geweest dat ik Nederland als één van de beste landen ter wereld beschouwde. Inmiddels weet ik dat er veel betere landen bestaan. Het schiet me even niet te binnen welk land dan precies maar afijn, ter zake nu. Ik wil het met u hebben over de manier waarop de accountantsorganisaties hun werk doen, of liever gezegd, hun werk verzaken, hun taken veronachtzamen en de boel-de-boel laten. Ook gelezen? Vorige week legde de Autoriteit Financiële Markten (AFM) aan vier accountantsorganisaties gigantische boetes op. Omdat ze hun werk niet goed hebben gedaan, omdat ze deden alsof hun neus bloedde. De accountants lieten na de jaarrekeningen zorgvuldig te controleren. Eén van hen gaf zelfs zijn zegen, terwijl de hij de stukken niet eens heeft kúnnen controleren. Om welke accountants het gaat? Vast en zeker om een eenpittertje uit Stadskanaal, hoor ik u denken? Nee, het gaat om de vier grootste jongens van ons land, the Big Four: KPMG, Deloitte, Ey en PwC. De boetes bedragen in totaal €6 miljoen.

Treurig, maar niet verbazingwekkend. Al in 2005 kon bedrijfsonderzoeker Pieter Lakeman een boek samenstellen met het verzameld werk van tientallen accountants die het zo bont hadden gemaakt dat ze voor de tuchtrechter moesten verschijnen. Accountants in de fout, heet het. De auteur zou moeiteloos een vervolg kunnen publiceren. De kranten maken haast wekelijks melding van een blunderende accountant. Wat wil je ook? De accountant krijgt zijn centjes van het bedrijf dat hij geacht wordt te controleren. Hij moet wel uit uitzonderlijk stoutmoedig hout zijn gesneden om een verklaring af te geven die de ondernemer niet zint. In de meeste gevallen knijpt hij een oogje toe: als de ondernemer wil dat ‘zijn’ accountant een positieve verklaring afgeeft, dan doet hij dat. Want, als hij het niet doet, loopt hij een forse omzet mis en verliest hij een klant. Zolang de wet niet wordt aangepast en de ondernemer de pen van de accountant kan vasthouden, kan Pieter Lakeman boeken blijven schrijven over de bedenkelijke praktijken van deze beroepsgroep.

In Frankrijk en Duitsland gaat het wel even iets anders. Als de accountant bij zijn controles vaststelt dat er met de cijfers wordt gegoocheld, is hij verplicht om daarvan melding te maken bij de rechtbank. De rechter bekijkt vervolgens of het bedrijf in aanmerking komt voor faillissement. In Nederland hoeft dat niet. Bij ons gaat de accountant een kopje koffie drinken met de ondernemer. In alle rust bespreken ze hoe ze de boekhouding een dragelijker aanzien kunnen geven. Ze herwaarderen het vastgoed, schrijven een paar spookfacturen, stoppen een side-letter in een kluis en passen nog een paar trucjes toe zodat een positieve verklaring kan worden afgegeven. De AFM zegt dat er de afgelopen jaren belangrijke stappen zijn gezet ter verbeteringen van de kwaliteit van de controles. Neemt u me niet kwalijk, maar ik kon een schamper lachje niet onderdrukken toen ik dit hoorde. Het enige effect dat de maatregelen hebben gesorteerd zijn boetes voor gedrag dat as such allerminst is veranderd.

Als accountants hun controletaak serieus zouden nemen, worden belabberd presterende bedrijven veel eerder ontmaskerd en failliet verklaard met als gevolg dat de schuldenlast aanzienlijk lager uitpakt. De enige manier om accountants te dwingen hun aandacht te verleggen van hun BMW naar de boekhouding is door hen mede aansprakelijk te stellen voor de faillissementsschulden. De arrogantie van deze bezadigde, incestueuze kliek moet nu eindelijk eens worden doorbroken. Nieuwe wetgeving is dringend noodzakelijk.

Robert Jan Blom is vaste columnist bij faillissementsdossier.nl. Deze column verscheen eerder opfaillissementsdossier.nl.