Er is onlangs weer eens gevoetbald en een van de teams heeft weer verloren. Jou doet het niet veel, maar je partner/collega/vader zit er daags na de verliespot nog steeds beteuterd bij. 'Ach', roep je, 'het is maar een spelletje'. Dat had je beter niet kunnen doen.

Verliest je team? Dat doet pijn

Het is namelijk een pijnlijke trap na, want voor fanatieke sportfans is het veel meer dan een spelletje. Uit een onderzoek van de University of Princeton (VS) uit 2011, waar de hersens van honkbalfans werden bekeken, blijkt dat een verliesbeurt dezelfde hersendelen aanwakkert als bij fysieke pijn. Een nederlaag, of het nu om honkbal of voetbal gaat, komt dus keihard aan.

germany v netherland
Alex Grimm//Getty Images
Altijd lachen: de aartsrivaal verslaan

Het is lastig deze pijn te relativeren, want het supporterschap vertroebelt de realiteitszin. Psychologen van de University of York (Engeland) schoven in 2018 achttien fanatieke voetballiefhebbers in een hersenscanner. De helft was fan van de Londense voetbalclub Chelsea, de andere helft aanhanger van Manchester United. Zij kregen beelden te zien van wedstrijden tussen beide clubs. Op de scan van de hersenen was te zien dat de nucleus accumbens werd getriggerd. Dit deel van het brein speelt een essentiële rol in het beloningssysteem en geluksgevoel.

Daarnaast hadden beide groepen compleet verschillende belevingen bij sommige beelden. De ene groep vond een beslissing van de scheidsrechter bijvoorbeeld terecht, de ander helemaal niet. Bij voetbal neemt volgens de onderzoekers een primitief deel van de hersenen de boel over, waardoor alle objectiviteit overboord wordt gegooid.

Na een verloren pot overlijden meer fans

Een verliespot is dus maar wat lastig te relativeren. Dat ontdekten ook wetenschappers van de University of Southern California (VS), die de ziekenhuisopnames na de Super Bowl van 1980 onder de loep namen en vijftien procent meer sterfgevallen zagen ten gevolge van hartfalen. Bij oudere patiënten was dat zelfs 22 procent. Dikke kans, zo redeneren de onderzoekers, dat dit mede kwam door extra stress van de wedstrijd.

Voor bloedfanatieke supporters is het dus duidelijk meer dan slechts een spelletje, maar haast letterlijk een kwestie van leven en dood. Het is een essentieel onderdeel van hun identiteit en hun geluk hangt ermee samen. Menig voetbalsupporter noemt hun sport met reden de belangrijkste bijzaak in het leven.

Voetbal is religie

Het gros van de fans vergelijkt het zelfs met geloof. Sociologen noemen dit implicit religion. Volgens een onderzoek uit 2008 van Social Issues Research Center, een Britse denktank gespecialiseerd in maatschappelijke vraagstukken, ervaart zestig procent van alle Europeanen voetbal als religie. Meer dan 65 procent heeft weleens gehuild tijdens een wedstrijd.

Voetbal vervult ook steeds meer de maatschappelijke rol van het geloof. In plaats van naar de kerk, gaan we naar het stadion, maar er zijn genoeg parallellen. Beide zijn vervlochten met cultuur, tradities en het idee dat je ergens bij hoort.

En mocht je denken dat religie toch veel meer aanwezig is dan voetbal: volgens World Population Review, een verzamelbak van mensgerelateerde data, zijn 3,5 miljard mensen voetbalfan, meer dan het aantal christenen op de wereld.

Voetbal is van iedereen, voor iedereen

Net als religie is voetbal iets universeels en herkenbaars. Door de laagdrempeligheid (je hebt alleen een bal nodig) kan vrijwel iedereen het doen. En iedereen snapt wat er op het spel staat tijdens een toernooi als het WK. Voetbalresultaten zijn voor fans een stukje geschiedenis.

Niet verwonderlijk, want bijna de halve wereld kijkt naar het WK, volgens de voetbalbond FIFA. Naar de finale in 2018 keken meer dan een miljard mensen. Voetbal is dan ook een van de grootste entertainmentindustrieën ter wereld. De Europese voetbalmarkt heeft een jaarlijkse omzet van meer dan 25 miljard.

Ook in Nederland kent men het belang van voetbal en het WK. Negen miljoen Nederlanders keken in 2014 naar de wedstrijd tussen Oranje en Argentinië, tijdens de halve finale van het WK.

Elke Nederlandse voetbalfan kan opdreunen in welke drie jaren Oranje in de WK-finale stond en waar het mis ging en kunnen daar met andere liefhebbers urenlang over praten. In Nederland, maar ook in pak ’m beet Zuid-Amerika, als een taxichauffeur daar weer eens begint over Johan Cruyff, Ruud Gullit of Marco van Basten.

Daarbij bestaat de selectie van clubs vaak uit een greep nationale spelers, gecombineerd met voetballers van over de hele wereld. Geen enkele sport of activiteit is zo'n verenigende globale smeltkroes van culturen als voetbal, juist omdat het overal wordt gespeeld.

Voor een voetbalfan is de sport dus meer dan een spelletje

Kortom, voor een beetje voetbalfan is een goedbedoeld ‘Het is maar een spelletje’ vooral zout in de wonden. Mocht je willen strooien met platitudes na een verliespot, overweeg dan eens ‘Onverdiend, we waren toch veel beter!’ te roepen, of ‘Allemaal de schuld van de scheids!’ Genoeg keuze.