Kijk, een Nederlander! Op een verre vakantie herken je je landgenoten vaak meteen. Komt dat misschien door hun Nederlandse neus, dat Hollands mondje, de laaglandse ogen of is het een combinatie van alles? Ook de kleding zal helpen en de toeristenblik. Een blonde reus die door Bangkok sjokt, valt ook wel op. Vaak genoeg blijkt dat alsnog een Duitser te zijn, of een Deen.

Nederlanders herken je meteen

Misschien kun je de gemiddelde Nederlander direct herkennen, overal en altijd. Maar waar herken je ze dan aan? Quest ging op zoek naar dé Nederlandse man en vrouw, een beeld dat bijna negen miljoen exemplaren van beide seksen tot twee personen mengt. Is er een karakteristiek Nederlands lichaam?

Je denkt intuïtief misschien aan een lang, blond, blauwogig persoon. Klopt dat? Hoe ziet de gemiddelde Nederlander er echt uit? En kun je wel bepalen wat de gemiddelde neus of wenkbrauwkleur is?

Scanner verslaat meetlint

Het lijkt een hels karwei om vast te stellen wat de gemiddelde mens is. De gemiddelde lengte is wel bekend. Wil je meer weten, dan moet alles opgemeten worden, van voetbreedte tot oorlel. En laat dat nu al een tijd lang inderdaad gebeuren, vertelt computerwetenschapper Toon Huysmans van de TU Delft. Op zijn afdeling draait het allemaal om antropometrie: het meten van mensen. De ene dag worden voeten opgemeten, de 0 andere zijn gehoorgangen of handen aan de beurt. Tot een jaar of tien geleden ging dat veelal klassiek, zegt Huysmans: ‘Dat gebeurde nog in één dimensie, met een meetlint.’

Nu hoeft dat niet meer, want alle menselijke maten zijn met dank aan 3D-scans in drie dimensies te achterhalen. Daarvoor hoeft een persoon alleen maar even in de scanner te gaan staan, een zaaltje met camera’s in tien hoeken. Bij het scannen projecteren lampen een spikkelpatroon over het hele lichaam. De camera’s zien vanuit verschillende kanten hoe dat patroon vervormt op het lichaam. Op basis daarvan is een driedimensionale weergave te berekenen. Binnen een minuut verandert iemand in een 3D-model, waarna het lichaam van alle kanten terug is te zien.

De computer zocht de perfecte tussenmaat

Op de werktafel van Huysmans liggen drie hoofden. Van plastic, welteverstaan. Die zijn het resultaat van de scans en door een 3D-printer weer tot materiaal gewekt. Maar het zijn geen hoofden van één specifiek persoon. Huysmans heeft verschillende 3D-modellen gecombineerd tot één model. De computer vergeleek telkens twintig hoofden met elkaar en zocht naar de perfecte tussenmaat.

Ook van de oorschelp is een doorsneevariant bepaald, door een model te maken dat het minst afwijkt van alle proefpersonen. Zo’n tussenmaatje is interessanter dan de afmetingen van een enkeling, legt Huysmans uit. ‘Dan maakt een individueel kenmerk zoals een uitgesproken kaaklijn niet langer het verschil.’ De drie combinatiehoofden op zijn bureau zijn een mengsel van twintig grote, twintig gewone en twintig kleine mensenhoofden.

Maten zijn nuttig

Dat combineren kan ook op een veel grotere schaal, als je de computer maar lekker lang laat doorrekenen. Dan eindig je met een gemiddeld mens. Op basis van honderden lichaamsscans heeft Huysmans samen met collega’s ook het figuur van de gemiddelde Nederlandse man en vrouw berekend. Dat is handig, want een meetlint is nu definitief overbodig. Op de 3D-modellen kan iedere mogelijke lichaamsmaat gemeten worden.

Niet alleen van teen tot kruin, maar ook het volume van een oor, de lengte van de neusvleugels of de breedte van de mond.

Bedrijven gebruiken onze informatie

Fascinerend is het wel, dat de gemiddelde mannenmond 5,6 centimeter breed is. Maar wat hebben we aan die informatie? Gedetailleerde maten kunnen van pas komen voor allerlei producten, legt Huysmans uit. ‘Onze informatie wordt heel veel gebruikt door bedrijven. Een stevige veiligheidshelm moet bijvoorbeeld goed op een hoofd aansluiten.'

Hij vervolgt: 'En een bril zit beter als de fabrikant weet hoe groot een oorschelp is en hoe ver die van de ogen afstaat. Voor oordoppen is het dan weer handig te weten hoe een oor eruitziet. Vandaar dat ook gehoorgangen heel precies bij honderden proefpersonen zijn gescand. En die gemiddelde mondbreedte kan van pas komen bij het ontwikkelen van maskers. Niet alleen voor duikers, maar ook voor het gebruik in ziekenhuizen.

Gemiddeld bestaat niet

Dankzij de metingen kan een helm dus exact op het hoofd van de gemiddelde mens passen. Maar juist dat is niet de bedoeling, vertelt Huysmans’ collega, associate professor antropometrie Johan Molenbroek telefonisch. ‘Je kunt het gemiddelde wel wiskundig bepalen. Maar bij het ontwerpen zeggen we altijd: als je voor het gemiddelde ontwerpt, dan stoot de helft zijn kop.’

Bijna de helft van alle mensen is langer dan gemiddeld, de andere helft is juist korter dan dat. Echt gemiddeld, dat is niemand, vertelt Molenbroek. ‘Iemand kan wel gemiddeld zijn voor één eigenschap, zoals lichaamslengte. Maar als je dan naar de gemiddelde heupbreedte kijkt, voldoen daar al veel minder mensen aan. En kijk je naar meerdere eigenschappen, dan is niemand exact gemiddeld.’

Houd rekening met afwijkingen

Producenten moeten juist rekening houden met zulke afwijkingen. Gelukkig kan Huysmans de gemiddelde mens ook vervormen tot een kleiner type of juist een reusachtige Nederlander. Als fabrikanten daar rekening mee houden, zullen niet alleen gemiddelde mensen op een picknickbankje passen.

De gemiddelde mens bestaat dus niet, zoveel is wel duidelijk. Maar bij Questzijn we niet voor één gat te vangen. Met hulp van de TU Delft dachten we uit hoe de gemiddelde man en vrouw eruit zouden zien.

Verder lezen

Lees het hele artikel op Blendle

Zo ziet de gemiddelde man eruit
Quest