Direct naar artikelinhoud
Interview

Raemon Sluiter en Fatima Moreira de Melo: ‘Ben ik over de grens gegaan? Ik denk het wel’

Soms is grensoverschrijdend gedrag in de topsport helder: zwaar over de schreef. Maar vaak is het ook een gevoelskwestie, zeggen Raemon Sluiter en Fatima Moreira de Melo. ‘De definitie grensoverschrijdend is nog niet duidelijk gevormd.’

en
Raemon Sluiter en Fatima Moreira de Melo.Beeld Arie Kievit

Holy moly, wat vermoeiend, dacht Fatima Moreira de Melo meer dan eens over de coach Raemon Sluiter. Altijd was haar partner bezig om te kijken of hij Kiki Bertens iets beter kon maken. Zelfs een simpel spelletje na het avondeten kon zomaar ontaarden in bonje. Ook tussen het stel.

Sluiter: “Ik ben altijd aan het werk. Dus als Kiek vijfmaal zes gooit, daarna een keer niet en meteen begint te zeuren dat ze zo’n pech heeft, dan ga ik daar op inspelen. Omdat ik wil dat je beter met tegenslagen om kan gaan.”

Moreira de Melo: “En ik vormde dan een team met Kiki.”

Sluiter: “Ging zij haar dekken en beschermen. En als Faat een beetje gas geeft, heb je daar de handen vol aan. Dan zei ik ’s avonds op de hotelkamer: dit is dus niet de bedoeling, ik probeer haar iets duidelijk te maken. Ik denk dat als je het Kiki nu vraagt, ze zal zeggen: Rae was altijd bezig, mega intens en dat werd op een gegeven moment te veel voor mij.”

Schreeuwend op straat

Hij geeft nog een voorbeeld uit de periode dat hij Nederlands beste tennisster in tijden begeleidde. Op de terugweg van een toernooi zette hij haar af in Breda, negen dagen voor de ATP Finals in het dubbelspel, en vroeg wanneer ze weer gingen trainen. Even niet hoor, antwoordde Bertens. “What the fuck, dacht ik. We willen die Finals toch winnen? Dus ik tel tot tien en ik kom niet tot rust. Tel tot twintig en kom niet tot rust. Sta ik daar om half twee ’s nachts in die straat tegen haar te schreeuwen en vloeken: dat het toch godverdomme niet kan dat ze nu vakantie wil gaan vieren. Terwijl ik wist dat ze moe was aan het einde van een turbulent seizoen.”

Nu, reflecterend: “Als mensen dat hadden gezien, of dit nu lezen, denken ze: wat is dit voor een mafkees? Het raakte bij mij zo de kern. Ben ik over de grens gegaan en zal zij dit als vervelend hebben ervaren? Ik denk het wel. Maar als je haar nu vraagt: vind je dat je eigenlijk twee dagen later op de baan had moeten stappen voor de WTA Finals?, zal ze waarschijnlijk ook ja zeggen. De vraag is: hoe moet je iemand raken als alle zachte en rustige manieren niet meer werken?”

Moreira de Melo: “Bij ons was er niet eens discussie ontstaan. Wij kregen gewoon een schema gemaild, of het hing naast de lift. Succes ermee. Grappig hoe anders die dynamiek is. Bij een individuele sport kun je veel meer maatwerk leveren.”

Tekst gaat verder onder de foto

Raemon Sluiter en Kiki Bertens bij de Madrid Open in 2019.Beeld David S. Bustamante/Soccrates/Getty Images

Pijnlijke verhalen

We zitten aan de keukentafel bij Sluiter en Moreira de Melo in Hillegersberg, Rotterdam. Het stel, samen sinds 2007, bekijkt de sport vanuit verschillende perspectieven. Hij als de voormalig tennisser die later coach werd. Zij als de hockeyster met olympisch goud in 2008, die inmiddels al een poos niet meer in de sport werkzaam is. Hoe bezien zij de misstanden en pijnlijke verhalen uit de topsport die de laatste jaren bekend zijn geworden, over doorgeschoten prestatieculturen met zwaar ongelukkige sporters? Denk bijvoorbeeld aan turnen, roeien, triatlon, hockey en atletiek.

Van de nationale hockeyploeg die goud won in Tokio, maar waarvan een aanzienlijk deel achteraf gebukt zei te gaan onder het bewind van bondscoach Alyson Annan, staat Moreira de Melo ‘te ver af’. Maar zij en Sluiter hebben wel hun eigen ervaringen, en vaak vragen ze zich bij die anekdotes hardop af: waar ligt de scheidslijn, wat ging of gaat te ver, hoe prikkel je een sporter dan wél als coach of als teamgenoot?

Een echte klap in het gezicht

Kenmerkend voor de complexiteit van het thema: in de zoektocht naar de grenzen ontstaan ook ogenschijnlijke tegenstrijdigheden. Het ene moment toont Sluiter begrip voor een judocoach die met wederzijdse toestemming zijn judoka in het gezicht slaat voor een partij. Even later krijgt hij een brok in zijn keel en vochtige ogen, vol lof pratend over de zachtheid van een hockeycoach, wiens naam hij niet eens weet.

‘Ik denk dat ik als captain bij Rotterdam ook wel eens veel te hard ben geweest naar een paar meiden’
Fatima Moreira de Melo

En zoals Sluiter weet dat hij bij Bertens wel eens over de grens ging, zegt Moreira de Melo: “Ik denk dat ik als captain bij Rotterdam ook wel eens veel te hard ben geweest naar een paar meiden. Toen Rae en ik iets kregen, zei ik: ik zeg toch gewoon hoe het is? Maar dan zei hij: de manier waarop je het zegt is ook relevant. De één is gevoeliger dan de ander.”

Zo had Sluiter beter een teamspeler kunnen zijn en Moreira de Melo was juist beter tot haar recht gekomen in een individuele sport, concludeerden de twee al eerder. “Ik ben iets volgzamer,” zegt Sluiter. Moreira de Melo: “En ik ben best antiautoritair.”

Slachtoffers gemaakt

Wel zijn ze het erover eens dat het een lastige kwestie is voor topsportcoaches. “De definitie grensoverschrijdend is nog niet duidelijk gevormd,” zegt Moreira de Melo. “We moeten herijken wat wel en niet kan. Ik vind dat je altijd respect moet hebben. Van mens tot mens. En natuurlijk wil je als coach een bepaalde controle, maar als het te indringend wordt...”

Sluiter: “Die Amerikaanse arts in het turnen, Larry Nassar, wat die allemaal heeft gedaan... Daar zijn echt slachtoffers gemaakt en vraag ik mij af: hoe kon dat zo lang doorgaan? Dat zijn zieke geesten. Punt. Uitroepteken. Optyfen.”

Tegenover die excessen staan verhalen waarvan hij denkt: dit zou bij wederzijds goedkeuren kunnen om tot een optimale prestatie te komen. “Ik heb het gevoel dat alles gevoeliger ligt. Als ik vroeger moest nablijven op school, zei mijn vader: je zal het er wel naar gemaakt hebben. Wat ik van een leerkracht hier uit de buurt hoor, is dat nu wel veranderd.”

Veel trainen in de jeugd

Moreira de Melo: “Tegenwoordig trainen die meiden al vier keer in de week als ze een jaar of dertien zijn. Dat vind ik een gevaar, omdat je je als mens nog weinig hebt kunt ontwikkelen buiten de sport. Waardoor je steeds afhankelijker wordt van je sport en een coach. Dan ben je ook minder weerbaar en kunnen dingen die grensoverschrijdend zijn, langer doorgaan.”

Veel draait om communicatie, vinden ze. Sluiter haalt de in opspraak geraakte en ontslagen hockeybondscoach Annan aan. “Stel dat zij in de eerste bespreking voor de hele groep heeft gezegd: ik heb soms een onconventionele manier om je te raken, en dat kan hard overkomen. Dan is het alweer een iets ander verhaal, zeker als je dan iemand in de staf hebt bij wie je wél terechtkan.”

Moreira de Melo: “Wij hadden dat heel sterk, menselijke managers.”

Hoezeer Sluiter Bertens ook op de huid kon zitten, uiteindelijk was hij ook degene die tegen haar zei: misschien is stoppen beter. “Omdat ik zag dat ze door het tennis al lange tijd niet gelukkig was.”

Menselijkheid

Veel is niet in regels te vatten, zeggen ze. Vaak gaat het om gezond verstand. Empathisch vermogen. Menselijkheid. Aanvoelen bij wie je iets in een bepaalde situatie kunt zeggen, nadenken over hoe je dat zegt en hoe de sporter dat vervolgens incasseert. Aan de ene kant moet je de grenzen oprekken om het maximale te bereiken, zegt Sluiter, maar het mag nooit de grens van gevaarlijk overgaan. Die balans vinden is best moeilijk.

Hij wijst op de ophef bij de judoka die op de Spelen voor haar partij door de coach in haar gezicht werd geslagen. “Die werd geschorst, terwijl zij wílde dat hij haar sloeg. Je kunt zeggen: schandalig gedrag. Ik vind: wij hebben daar niks mee te maken. Als jij samen afspreekt dat je daar allebei achter staat, dat jij anders niet bij je diepste vuur kan, wie zijn wij dan om te zeggen dat dat niet kan?”

Moreira de Melo: “Het gevaar schuilt erin dat de buitenwereld gaat opleggen wat wel en niet kan binnen een bepaalde tak van sport. Topsport heeft eigen normen en waarden.”

Medaillespiegel

Maar, zegt ze: “Als je niet meer in de topsport zit, denk je: jongens, het is allemaal zo betrekkelijk. Ik vind het belangrijk dat je je ook als mens ontwikkelt. Ik heb ook niet zoveel met rankings ten opzichte van de rest van de wereld. Ik sta tijdens de Spelen elke dag bij RTL Boulevard en dan gaat het elke keer over de medaillespiegel. Interesseert mij echt niets. Het gaat mij om wat die sporters uit zichzelf hebben gehaald.”

Onder Maurits Hendriks werd het een speerpunt voor NOC*NSF: bij de mondiale top 10 op de Olympische Spelen horen. Sluiter heeft een interessante vraag voor André Cats, Hendriks’ opvolger. “Word je liever tiende in het medailleklassement met een ploeg waarvan sommige atleten zeggen dat ze heel veel dingen liever anders hadden willen doen, en daar nog last van hebben, of word je liever 13de met sporters die zeggen: ‘Goh, ik heb echt een waanzinnige tijd gehad’?”

‘Er moeten toch in iedere sport goede mensen te vinden zijn die én goede intenties hebben én er veel verstand van hebben?’
Raemon Sluiter

“Zet het menselijke op één, maar heel dicht daartegen de ontwikkeling, en het presteren wat daar een gevolg van is.” De sportwereld heeft behoefte aan onafhankelijke coaches met zuivere intenties, zegt Sluiter, waarna hij plots volschiet. “Ik heb totaal geen verstand van hockey, maar als ik die interim-bondscoach bij de dames (Jamilon Mülders) zie, wil ik hem knuffelen. Daar voel je de zachtheid.”

Moreira de Melo: “Grappig, waarom schiet je daarbij vol?”

Sluiter: “Omdat het puur is. Er moeten toch in iedere sport goede mensen te vinden zijn die én goede intenties hebben én er veel verstand van hebben?”

Moreira de Melo: “Als sporter moet je ook een bepaalde bereidheid hebben. Tegen bepaalde zaken bestand zijn. Topsport is soms oncomfortabel, pijnlijk of verdrietig. Maar het is ook mooi, leerzaam en verrijkend. Het is niet altijd leuk, maar moet ook geen crime worden.”

Fatima Moreira de Melo tegenover Taryn Hosking van Zuid-Afrika op de Olympische Spelen van Peking in 2008.Beeld Jewel Samad/ANP/AFP