Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Racisme in ons taalgebruik: ‘Witte Nederlanders moeten elkaar corrigeren’

Ons taalgebruik zit vol sluimerend racisme. Woorden als ‘moorkop’ en ‘neger’ hebben we tamelijk succesvol uitgebannen, maar daarmee is het probleem nog niet opgelost. Hoe krijgen we onze taal vrij van vooroordelen? ‘Witte Nederlanders moeten elkaar gaan corrigeren.’

De Negerzoenen werden later omgedoopt tot Buys Zoenen.Beeld ANP XTRA

“In het Bakossi, de taal van mijn Kameroense vader, staan zwart, bruin en donker niet voor iets negatiefs. Terwijl in Nederland negatieve associaties aan donker en zwart er met de paplepel worden ingegoten. Ik werd al gepest om mijn huidskleur voordat ik zelf doorhad dat ik bruin was.” Aan het woord is Anousha Nzume, auteur van het boek Hallo, witte mensen. Daarin legt zij uit hoe personen hun witte privilege kunnen erkennen en herkennen en zo onbewust racisme kunnen tegengaan. “Taal is namelijk niet alleen taal. Het is ook context, geschiedenis, culturele aannames en politiek.” 

Ons taalgebruik is een afspiegeling van onze geschiedenis, beaamt antropoloog Markus Balkenhol, verbonden aan het Meertens Instituut. “En die geschiedenis kun je niet ongedaan maken. Via taal drukken wij uit hoe we de wereld zien. Maar hoe wij de wereld zien, bepaalt ook ons taalgebruik. Het is een wederzijdse beïnvloeding.”

‘Negerzoen’

Dat betekent niet dat taalgebruik niet verandert, vertelt taalkundige Vivien Waszink van het Instituut voor de Nederlandse Taal: “Zo werd het n-woord (neger) een paar jaar geleden nog redelijk vaak gebruikt. En nu zie je, na veel discussie, dat het in relatief korte tijd als kwetsend woord is aangemerkt door de Van Dale.”

Zo werd ook de ‘Negerzoen’ verbannen. Activist Roy Groenberg kreeg het als voorzitter van Stichting Eer en Herstel in 2006 voor elkaar om de benaming voor de schuimbol met chocoladelaag te laten wijzigen in Buys Zoenen, verwijzend naar de fabrikant. Groenberg is blij met de racismediscussie: “Ons land ondergaat een transitie. De discussie is lang gevoerd, al vierhonderd jaar, maar was te eenzijdig. Nu beginnen langzamerhand alle Nederlanders zich te mengen.”

De discussie, gevoed door de wereldwijde protesten na de dood van de zwarte Amerikaan George Floyd door een hardhandige arrestatie, betreft inmiddels vele facetten van de samenleving. Standbeelden van ‘koloniale helden’ worden beklad, het politiebestel ligt onder vuur en nu klinkt de roep om kritisch naar ons taalgebruik te kijken, steeds luider. 

Schrijver Nzume: “Het is tijd om een omslag te maken. Woorden verbannen van de werkvloer kan daar bijvoorbeeld bij helpen. Slet is toch ook geen geaccepteerd woord?” 

Onbewust

‘Negerzoen’, ‘neger’ en ‘moorkop’, bij die termen is duidelijk waarom ze niet meer worden gebruikt. Maar er zijn ook woorden die, vaak onbewust, een negatieve betekenis hebben en met een bepaalde groep worden geassocieerd. Denk aan zwartrijder, zwartmaken en zwarte lijst, om maar wat te noemen. 

“Racisme zit in onze hedendaagse taal ingebakken. We gebruiken woorden al heel lang en zijn gewend aan die betekenis,” aldus taalkundige Waszink. Ook antropoloog Balkenhol denk dat het sluimerende racisme in taalgebruik ‘onbewust in onze structuren voortleeft’. “Weinig mensen zeggen openlijk: ik ben racist. Maar dat betekent niet dat het er niet is.”

Hokjesdenken

Het besef dat bepaalde woorden groepen als minderwaardig wegzetten, lijkt maatschappelijk steeds meer door te dringen. De tegenstellingen allochtoon-autochtoon en westers-niet-westers zijn reeds geschrapt in de overheidscommunicatie. En door de jaren heen gebruikt een groeiend aantal nieuwsorganisaties ook niet meer blank als tegenstelling van zwart. “Dat is een goede ontwikkeling. De tegenstelling zwart-wit is duidelijker en gelijkwaardiger. Het is sowieso goed om mensen te wijzen op alternatieven. Dat kan taalgebruikers leren om anders naar taal te kijken.”

“Maar de etniciteit van een persoon wordt nu nog te vaak benoemd terwijl het helemaal niet relevant is,” zegt Waszink. “Soms is het inderdaad niet te vermijden, bijvoorbeeld bij een signalement van een verdachte.”

Ook antropoloog Balkenhol noemt het positief dat de vanzelfsprekendheid verdwijnt om bepaalde groepen te labelen, in hokjes te stoppen. “Dat wil je zo veel mogelijk vermijden, maar soms is dat nog lastig. Denk aan discriminatie op de arbeidsmarkt. Om die problemen in kaart te brengen moet je mensen wel labelen om te zien welke groepen worden achtergesteld, terwijl je ze eigenlijk niet over één kam wil scheren.”

Vooroordelen

Krijgen we onze taal dan ooit vrij van vooroordelen? “Het is tijd dat witte Nederlanders elkaar gaan corrigeren, zij zijn aan zet. Het gaat om een stukje fatsoen en beschaafdheid,” aldus activist Groenberg.

Racisme compleet uitbannen is een utopie, meent antropoloog Balkenhol. “Ons koloniaal verleden gaat nooit meer weg. Het belangrijkste is om de discussie te blijven voeren. We moeten constant voor racisme waken, net als antisemitisme.”

Taalkundige Waszink: “We zijn er pas als we geen onderscheid meer hoeven te maken tussen zwart en wit.”

Welke woorden liggen gevoelig?

De vier musea aangesloten bij het Nationaal Museum van Wereldculturen hebben een (incomplete) gids voor woordkeuze binnen de culturele sector gepubliceerd. In die woordenlijst staan woorden die gevoelig liggen en met voorzichtigheid moeten worden gebruikt. Daarmee willen de musea niet gebruik van woorden voorschrijven, maar het bewustzijn aanmoedigen om de onderliggende betekenis te begrijpen en daardoor meer doordachte keuzes mogelijk te maken.

Voor veel woorden geldt dat het beter is om termen te gebruiken die mensen zelf gebruiken en respectvol vinden. Daarnaast vinden de musea dat je mensen en dingen zo specifiek mogelijk moet benoemen. 

Hieronder een selectie van de woordenlijst:

- ‘Blank’, volgens Van Dale onder andere gedefinieerd als ‘niet bevlekt’, zou een te positieve associatie hebben als tegenstelling van ‘zwart’. 

- ‘Etniciteit’, wordt vaak gebruikt om iets aan te duiden dat afwijkt van de norm, zoals ‘etnische’ muziek. De term wordt vaak ten onrechte gebruikt om minderheden aan te duiden, terwijl iedereen een etniciteit heeft. 

- ‘Exotisch’, de term wordt betwist omdat het aangeeft dat iets afwijkt van de norm. Geschikt om te gebruiken bij het beschrijven van plant- en diersoorten. 

- ‘Gekleurd’, wordt volgens de musea over het algemeen als beledigend beschouwd. Er bestaan verschillende aan elkaar verbonden varianten op de term, zoals ‘gekleurd’, ‘met een kleurtje’ of ‘met een donkerdere huidskleur’. Het gebruik hiervan grijpt terug op het raciale idee van witheid als norm. Zij stellen voor om ‘iemand van kleur’ of ‘mensen van kleur’ te gebruiken.

- ‘Inlander’, een ouderwetse term die door de Nederlandse overheid vroeger als juridische categorie werd gebruikt. Hiermee maakte men een onderscheid tussen de mensen in de kolonie en richtte de samenleving in volgens een op ras gebaseerd systeem.

- ‘Halfbloed’, ontstaan in de 18de en 19de eeuw met het idee dat bloed de drager was van hiërarchische eigenschappen en dat de ene soort bloed superieur was aan de andere soort bloed. Voor die term zijn geschiktere alternatieven als ‘gemengd’ of ‘van gemengde afkomst’. 

- ‘Kaukasisch’, vooral in de VS komt deze term voor in het dagelijks taalgebruik als benaming voor witte mensen. De nazi’s gebruikten deze term in de 20ste eeuw om hun superioriteit te verklaren.

- ‘Ontdekken’, wanneer het gebruikt wordt om te suggereren dat een plaats niet bestond, niet bekend was bij Europeanen of niet bewoond werd voorafgaand aan de aanwezigheid van Europeanen, is het allesbehalve neutraal. Zo heeft Columbus Amerika niet ‘ontdekt’, maar was hij de eerste Europeaan op het continent.

- ‘Oriëntaals’, een term die nog veel wordt gebruikt. Het wordt betwist om het stereotyperende beeld van Aziatische mensen als mysterieus, exotisch en buitenlands. ‘Aziatisch’ is beter. Nog beter is het gebruik van specifieke termen van de desbetreffende landen, talen en culturen.

- ‘Ras’, een veelbesproken term die verwijst naar de indeling van mensen op basis van fysieke kenmerken als huidskleur. Hoewel ras geen biologisch feit is, heeft het sociale gevolgen, zoals discriminatie, vooroordelen en ongelijkheid. Er is geen alternatief voor deze term.

- ‘Slaaf’, de term wordt steeds meer betwist omdat ‘slaven’ geen vrije keuze hadden. Als alternatief noemen de musea ‘tot slaaf gemaakt’ of ‘mensen in de slavernij’.