Direct naar artikelinhoud
Interview

Immuuntherapie lichtpunt in strijd tegen kanker: ‘Nog niet bij alle vormen, maar dat zal over twintig jaar anders zijn’

Impressie van natuurlijke afweercellen die een kankercel aanvallen. Immuuntherapie richt zich niet direct tegen kankercellen maar activeert en stimuleert afweercellen (T-cellen) in het lichaam kankercellen aan te pakken.Beeld Science Photo Libra/Getty Images

Immuuntherapie is een veelbelovend wapen in de strijd tegen kanker, in het bijzonder tegen huidkanker. Christian Blank, internist-oncoloog van het Antoni van Leeuwenhoek, is hoopvol: ‘Er zullen nieuwe cellen worden ontwikkeld die de strijd met alle kankers aankunnen.’

Christian Blank is het prototype van een gedreven onderzoeker. Hij denkt het liefst twee stappen vooruit, is volhardend, ongeduldig en trots op wat hij heeft bereikt en nog zal bereiken. Blank geldt als een autoriteit op het gebied van immuuntherapie, een behandeling die ervoor zorgt dat het menselijk lichaam een zo optimaal mogelijk afweersysteem heeft om kankercellen te vernietigen.

“Immuuntherapie richt zich dus niet direct tegen kankercellen maar activeert en stimuleert afweercellen in het lichaam om kankercellen aan te pakken,” zegt de specialist, die in het Antoni van Leeuwenhoek (AvL) in Amsterdam een eigen onderzoeksgroep leidt. “Deze therapie heeft grote voordelen. De meeste patiënten zeggen dat zij immuuntherapie beter verdragen dan chemotherapie. Een belangrijk verschil met vroeger is dat aanvankelijk vooral uitbehandelde patiënten de immuuntherapie kregen. Nu wordt die ook in een vroeg stadium ingezet tegen kanker. Meestal nog voor een operatie.”

Met deze zogeheten neoadjuvante immuuntherapie, behandeling vóór een operatie, boek je volgens Blank betere resultaten. “Sommige patiënten hebben geen operatie meer nodig. Je kunt immuuntherapie ook geven in combinatie met chemotherapie, bijvoorbeeld bij long- of borstkanker. Bij blaaskanker laat die combi spectaculaire resultaten zien.”

Vroeg stadium

Over tien jaar hoopt Blank 95 procent van de patiënten met melanoom (huidkanker) in een vroeg stadium te genezen. Nu is dat tussen de 85 en 90 procent. Daarnaast wil hij zich richten op de manier waarop de patiënt de behandeling ondergaat. Hij hoopt de behandeling te beperken tot zes weken.

Immuuntherapie kan op vier manieren worden ingezet. Allereerst met zogeheten checkpointremmers die met een infuus worden toegediend, een vorm die het verst is ontwikkeld. “Groot voordeel daarbij is dat de afweercellen het hele verdere leven de kankercellen zullen herkennen en blijven aanvallen, als ze niet muteren. De praktijk wijst uit dat vooral patiënten met bijvoorbeeld huidkanker, niercelkanker en long- en blaaskanker er baat bij hebben.”

Immuuntherapie stimuleert afweercellen in het lichaam om kankercellen aan te pakken.Beeld Arie Kievit/ANP

Een andere vorm van immuuntherapie gebeurt met vaccins, aangemaakt in het laboratorium. De vaccins roepen een afweerreactie op tegen kankercellen. Deze behandeling vindt nog plaats binnen klinische trials, in een experimentele fase.

Dat geldt ook voor de zogeheten celtherapie, waarbij eigen afweercellen van de patiënt worden opgekweekt in een laboratorium. Er wordt in die cellen een gen ingebracht waardoor zij kankercellen beter herkennen en vernietigen. Deze therapie wordt toegepast bij patiënten met bijvoorbeeld een long- of niercelcarcinoom en bij patiënten met darmkanker.

En dan is er nog een therapie met klinische studies: de TIL-therapie, toegepast bij patiënten met uitgezaaid melanoom of longcarcinoom. Hierbij worden T-cellen, afweercellen, vanuit de tumor van de patiënt opgekweekt tot miljarden cellen en na een voorbereidende chemotherapie teruggegeven door middel van een eenmalig infuus.

Waar liggen de prioriteiten in uw onderzoek?

“Ik denk dat we een cruciaal punt bereiken: het personaliseren van de behandeling waardoor iedere patiënt zijn eigen, specifieke traject volgt om te genezen. Als we een tumor met immuuntechniek genetisch in kaart kunnen brengen, kunnen we bijvoorbeeld zeggen dat de ene patiënt een immuuntherapie van zes weken nodig heeft, een andere patiënt een combinatiebehandeling en een derde een behandeling van een jaar.”

Christian Blank.Beeld Marco Okhuizen

“Ik werk sinds 2014 aan neoadjuvante immuuntherapie, een behandeling vóór een operatie. De opgedane ervaring heeft nu geleid tot de opzet van de Nadinastudie, de allereerste fase 3-studie naar neoadjuvante immunotherapie bij melanoom. Fase 3 betekent dat er met patiënten op grote schaal en op langere termijn wordt getest. Daar ben ik wel trots op, want de Nadinastudie is uitverkoren tot een van de elf belangrijkste studies in de hele geneeskunde. Dat is overigens niet alleen mijn verdienste. In het AvL bedrijven we teamsport.”

“Aan de Nadinastudie doen patiënten met stadium 3-melanoom mee. De studie moet aantonen of de neoadjuvante behandeling de kans op terugkeer van het melanoom kan verminderen. Als dat gebeurt, kan deze techniek worden goedgekeurd als standaardbehandeling en krijgen patiënten een betere behandeling. Je gaat tienduizend extra levens redden en er kunnen veel kosten worden bespaard. In plaats van 68.000 euro kunnen we naar 16.000 euro. Als de hele wereld dit gaat gebruiken, kunnen we jaarlijks een miljard euro besparen.”

Uw onderzoek bestaat uit processen van de lange adem. Bent u een geduldig man?

“Nee. Anders had ik niet binnen tien jaar een onderzoek opgezet dat hopelijk volgend jaar de standaard wordt in de behandeling van melanoom. Daarvoor moet je ongeduldig zijn. En je moet natuurlijk een werkomgeving vinden waar je je thuis voelt. Het Antoni van Leeuwenhoek is zo’n plek. Het ziekenhuis heeft een hoge dichtheid van heel slimme mensen en combineert academisch denken met het behandelen van patiënten. Ik ben hier dus wetenschapper en arts.”

Onlangs wees onderzoek van het AvL ook uit dat stress van invloed is op immuuntherapie. Remt stress remt de effectiviteit?

“Die conclusie is vooral een verdienste van mijn collega-onderzoeker Lonneke van de Poll. Zij kwam met het idee om de invloed van stress te onderzoeken. Op basis van verzamelde informatie in de Prado-studie, een onderzoek bij patiënten met melanoom naar het effect van immuuntherapie voorafgaand aan een operatie, bleek dat stress inderdaad een rol speelt. Van de 88 patiënten gaven 28 aan dat ze voorafgaand aan de behandeling buitengewoon veel stress hadden ervaren. Zij reageerden ook minder goed op de therapie. De ziekte kwam in de twee jaar daarna vaker terug dan bij andere patiënten.”

“Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen welke rol stress hierin precies speelt. Onze bevindingen sluiten in elk geval aan bij een internationale studie die aantoont dat patiënten met een melanoom die voor hun hart bètablokkers gebruiken beter reageren op immuuntherapie. Bètablokkers remmen stress. Dat is prachtig nieuws, want het zijn immers bestaande, goedkope middelen.”

U glimt van trots bij alle onderzoeksresultaten.

“Ik heb nog meegemaakt dat we bij patiënten met melanoom eigenlijk vooral aan stervensbegeleiding deden. Zij kregen twee of drie keer chemotherapie en daarna pakte je hun handen vast, dan kon de patiënt sterven. Nu genezen we met immuuntherapie de helft van de patiënten. Als we er snel bij zijn zelfs 90 procent van alle gevallen. Dat gaat om vele honderden mensen. En dat hebben we bereikt in één leven. Geweldig. Er moeten nog veel vragen worden beantwoord, maar we moeten niet vergeten dat we in de laatste tien, vijftien jaar met immuuntherapie al veel hebben bereikt.”

“Bij melanoom hebben we de enorme winst ervan inmiddels kunnen aantonen. Ik denk dat er de komende tijd grote vooruitgang zal worden geboekt. Immuuntherapie werkt nu niet bij alle vormen van kanker, maar dat zal naar mijn overtuiging over tien, twintig jaar anders zijn. Er zullen nieuwe cellen worden ontwikkeld die de strijd met alle kankers aankunnen. Dat is iets om trots op te zijn.”