Direct naar artikelinhoud

Zo verliep het laatste levensjaar van Anne Frank

Hoe verliep het laatste levensjaar van Anne Frank en de andere onderduikers van het Achterhuis na hun arrestatie op 4 augustus 1944? Het boek Na het Achterhuis vertelt na een diepgravende reconstructie een ontluisterend verhaal.

De familie Frank op het Merwedeplein in Amsterdam in mei 1941. Voor zover bekend de laatste foto van het gezin.

De laatste weken van het leven van Anne Frank (15) en haar zusje Margot (18) in kamp Bergen-Belsen zijn schrijnend en confronterend. De meisjes maakten een lijdensweg door, waren vernederd, geknakt en doodziek. “Het contrast tussen de sterke, hoopvolle Anne, zoals mensen haar uit haar dagboek kennen, en de totaal gebroken Anne in het concentratiekamp is levensgroot,” zegt Bas von Benda-Beckmann (44), ­auteur van het boek Na het Achterhuis en onderzoeker bij de Anne Frank Stichting.

Anne was ‘kapotgemaakt’ en verworden tot een ernstig verzwakt en vertwijfeld meisje. Kort na de dood van haar zus overleed zij ook. “Ze had door wanhoop en ziekte geen kracht meer om te overleven,” aldus Von Benda-Beckmann, die het verhaal beschrijft van de vernederingen, mishandelingen, honger, kou, ziekte en andere verschrikkingen die de acht onderduikers uit het Achterhuis meemaakten in Auschwitz, Bergen-Belsen, Mauthausen en Neuengamme.

Getuigenissen en transportlijsten

Otto Frank, de enige overlevende van het Achterhuis, ging na de oorlog vergeefs op zoek naar zijn vrouw Edith, zijn dochters Anne en Margot en de andere vier mensen met wie hij twee jaar lang ondergedoken had gezeten op de Prinsengracht. ­Later gaf hij Annes dagboek uit, dat bewaard was gebleven.

De Anne Frank Stichting deed tussen 2014 en 2016 grondig onderzoek naar de acht levens. Aan de hand van de door de onderzoekers gevonden getuigenissen van medegevangenen, transportlijsten en administratieve bronnen heeft Von Benda-Beckmann een reconstructie gemaakt van de laatste levensfase van de acht onderduikers na hun arrestatie op 4 augustus 1944.

“De nazi’s probeerden uit te wissen wat het lijden in het kamp inhield. ‘Niemand zal geloven wat we jullie hebben aangedaan,’ zei een Duitse soldaat tegen een vriend van Otto Frank,” zegt Von Benda-Beckmann. “Dat maakt het belangrijk om hun levens in het kamp te laten zien. Het overstijgt de acht individuele levensgeschiedenissen en laat zien hoe de Holocaust eruitzag.”

Overleden aan vlektyfus

Met het geschetste beeld komt de lijdensweg van Anne en haar zusje heel dichtbij. Getuigenissen: ‘Anne liep naakt en graatmager in alleen een deken rond.’ ‘Anne was helemaal verzwakt.’ ‘Margot was te ziek om op haar benen te staan’. ‘Ze waren geraamtes.’ ‘Helemaal verteerd’ en: ‘Je zag ze werkelijk doodgaan, beiden.’

Margot overleed als eerste aan volledige uitputting en vlektyfus. Anne, die ook vlektyfus had, gaf daarna de strijd op. Haar wilskracht verder te leven was gebroken.

Ze zijn, zo bleek uit recent onderzoek van de Anne Frank Stichting, eerder gestorven dan jarenlang werd aangenomen. Vrijwel alle gevangenen die leden aan vlektyfus, stierven binnen twee weken na de eerste verschijnselen: ernstige hoofdpijnen, koorts en spierpijnen.

De door het Rode Kruis gekozen overlijdensdatum op 31 maart 1945 zit er een maand naast. De sterfdatum moet begin februari 1945 zijn geweest, schrijft Von Benda-Beckmann: “Uit de getuigenissen blijkt dat Anne in januari al doodziek was. Margot kon toen ook niet meer op haar benen staan vanwege hevige spierpijn, vertellen getuigen. Zij heeft waarschijnlijk haar negentiende verjaardag op 16 februari 1945 niet meer meegemaakt.”

Peter van Pels, 1942.

Peter redde Otto met eten

Dat Otto Frank Auschwitz heeft overleefd, dankte hij aan de 18-jarige Peter van Pels, een van de acht onderduikers, die in het kamp een baantje bij de postdienst wist te bemachtigen. “Uit de getuigenissen bleek dat Van Pels van­wege zijn baantje meer privileges had en aan eten en kleding kon komen. Tussen november 1944 en januari 1945 bracht hij Otto Frank bijna elke dag eten. Zo hielp hij Otto het kamp te overleven.”

Toen het Russische leger Auschwitz midden januari 1945 naderde, moest Van Pels mee op dodenmars naar het concentratiekamp Maut­hausen. Aan het dringende advies van Otto Frank om onder te duiken in de ziekenbarak, gaf hij geen gehoor. Van Pels stierf enkele dagen na de bevrijding van Mauthausen.

Von Benda-Beckmann: “Het was een van de onmogelijke keuzes van de Holocaust waarmee iedere gevangene werd geconfronteerd.”

Na het AchterhuisBeeld -

Bas von Benda-Beckmann: Na het Achterhuis, Uitgeverij Querido (22,99 euro). Verschijnt op 24 november.