Tot 44 jaar geleden konden dierenparken via handelaren vrij eenvoudig aan wilde dieren uit de natuur komen. "Maar dat doen we nu niet meer", zegt directeur Lisette de Ruigh van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen.
In 1975 ging het CITES-verdrag van kracht, een verdrag dat de handel in beschermde diersoorten reguleert. Het verdrag dat in 210 landen geldt, waaronder Nederland, verbiedt de handel op ernstig met uitsterven bedreigde soorten, zoals de grijze roodstaartpapegaai, en staat handel op beschermde diersoorten alleen met een vergunning toe.
Door de verscherpte regels werd het voor parken aantrekkelijker om hun eigen dierenpopulaties zo goed mogelijk te onderhouden dan om de bureaucratische molen in te gaan voor een uit het wild gevangen dier. Dat verklaart Burgers' Zoo op haar website.
Daarom startten dierentuinen eigen Europese fokprogramma's. "Dat moet je heel goed coördineren", zegt De Ruigh. "Je moet ervoor zorgen dat er geen inteelt plaatsvindt en dat je zuivere populaties houdt. Van bijvoorbeeld de gibbon heb je heel veel ondersoorten die je niet met elkaar wil kruisen."
Diergaarde Blijdorp coördineert onder meer het fokprogramma voor Aziatische olifanten. (Foto: Diergaarde Blijdorp)
Dieren fokken mag alleen als er plek is
Nederland telt dertien grote dierentuinen die samen in de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD) zitten. De NVD is op haar beurt weer aangesloten bij de European Association of Zoos and Aquaria (EAZA). EAZA bestaat uit zo'n 345 dierentuinen in 41 landen.
Parken mogen niet zeggen: nu gaan we even leuk gorilla's fokken
Binnen deze dierentuinen bestaan er zo'n driehonderd fokprogramma's, met elk een eigen coördinator. Zo coördineert Diergaarde Blijdorp in Rotterdam het fokprogramma voor Aziatische olifanten, rode panda's, kuifherten en Egyptische landschildpadden, en overziet Dierenpark Amersfoort het programma voor de papegaaiensoort groenwangamazone.
Voorafgaand aan het fokken van nieuwe dieren moet al worden nagedacht over waar die dieren in de toekomst terechtkunnen. "Dierenparken mogen niet zeggen: nu gaan we even leuk gorilla's fokken. Je moet kijken welke capaciteit er is in andere dierentuinen en er wordt ook gekeken naar de status van bedreiging. Ernstig bedreigde dieren staan hoger op de lijst."
Dierentuinen mogen niet zomaar op eigen houtje fokken. (Foto: Beekse Bergen)
Overschot aan mannetjes
De dierenparken geven in een grote gemeenschappelijke database aan wat voor dieren ze nodig hebben en wat voor dieren ze aanbieden. Bij een aantal diersoorten, zoals de Indische antilope, is er meer behoefte aan vrouwtjes dan aan mannetjes. Dat is omdat deze dieren in groepen met zo'n tien vrouwtjes en één mannelijke leider leven.
Soms worden de antilopebokken gevoerd aan onze roofdieren
Bij Aziatische olifanten hoeft zo'n mannenoverschot geen problemen op te leveren: in een dierentuin in het Spaanse Sevilla leeft een volledig mannelijke olifantenkudde. Bij de Indische antilope is dit een stuk lastiger. "Die kunnen elkaar de tent uit vechten", aldus Diergaarde Blijdorp op haar website.
Daarom komt het weleens voor dat boventallige dieren worden afgemaakt. "Soms worden ze gevoerd aan onze roofdieren. Voor onze leeuwen en tijgers een heus feest. Zo vinden gedode dieren toch nog een nuttig einde", zegt Diergaarde Blijdorp.
Van de Indische antilopebok zijn er vaak te veel mannetjes. (Foto: 123RF)
Toch nog een paar dieren uit het wild
Ondanks de fokprogramma's houden dierenparken soms toch nog een aantal dieren uit het wild, zoals exotische vogels, reptielen en amfibieën die door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in beslag zijn genomen van smokkelaars. Die komen terecht bij opvangcentra, zoals reptielenzoo Iguana of Stichting AAP. Na rehabilitatie worden ze in een natuurreservaat of dierenpark geplaatst.
"We vangen nu veel berberapen op", zegt woordvoerder Petra Timmers van Stichting AAP. "Die is ernstig met uitsterven bedreigd en er bestaan ook geen rare ondersoorten van. Dat maakt ze interessant voor fokprogramma's", zegt ze. Overigens worden dieren bij Stichting AAP gesteriliseerd, tenzij het een zeer zeldzame soort is.
Andere soorten, zoals chimpansees, moeten langer wachten op een nieuwe plek. "Het is heel moeilijk een plek te vinden die alle benodigde ruimte, zorg en middelen kan bieden", zegt Timmers.
Soms heeft een dier bovendien een dusdanig traumatisch verleden, dat het nooit in groepsverband in een dierenpark kan leven. Dit is het geval bij chimpansee Mojo, die tientallen jaren in een vervuilde garage in België leefde, waar hij bier en patat voorgeschoteld kreeg. "De kans dat we hem nog kunnen herplaatsen is heel klein", zegt Timmers. "We zijn allang blij dat hij nu goed samenleeft met een soortgenoot. Veel meer zit er niet in."
De Picasso doktersvis wordt vaak uit het wild gevangen. (Foto: 123RF)
Aquariumvissen en koralen
Ook bepaalde zoutwateraquariumvissen kunnen alleen in het wild gevangen worden omdat ze zich in gevangenschap domweg niet voortplanten. De Picasso doktersvis, ofwel Dory uit Finding Nemo, is daar een voorbeeld van. Onder meer Burgers' Zoo heeft deze vis in haar collectie.
"Binnen de dierentuinwereld is er op dit moment een discussie gaande over wildvangst. Er wordt heel veel nagedacht over hoe je dat kan voorkomen", vertelt Ruigh. Zo bestaan er intussen ook kweekprogramma's voor haaien- en roggesoorten zodat deze niet meer uit het wild gehaald hoeven te worden. Eind vorig jaar slaagde Burgers' Zoo erin anticonceptie toe te passen op vissen, waardoor er in de toekomst gerichter gekweekt kan worden.
"Vroeger moest je handmatig uitzoeken welke dieren geschikt waren om mee te fokken", aldus Ruigh. "Maar tegenwoordig is de populatiegenetica zo ver ontwikkeld: we kunnen met allerlei technieken zien hoe dieren genetisch aan elkaar verwant zijn. In de ideale situatie kunnen we in de toekomst dieren uit de fokprogramma's terugzetten in het wild. Dat gebeurt nu nog maar mondjesmaat."