De afgelopen jaren hebben we allemaal zelf kunnen voelen dat onze winters flink zijn opgewarmd. De gemiddelde wintertemperatuur is nu ruim 4 graden, waar dat halverwege de vorige eeuw nog rond de 2 graden was.
Die opwarming is ook in de natuur niet onopgemerkt gebleven. "De eerste hazelaars bloeien tegenwoordig al rond de Kerst", zegt bioloog Arnold van Vliet van Wageningen University & Research. Dat gebeurde vroeger pas half februari. De gele kornoelje bloeide dit jaar al rond 10 februari, waar vroeger half maart gebruikelijk was.
Met de Natuurkalender verzamelt Van Vliet sinds 2001 gegevens over de bloeitijd van planten en bomen. Vanuit het hele land sturen mensen waarnemingen door om in kaart te brengen hoe de natuur zich ontwikkelt. Die gegevens vergelijkt de bioloog met data uit de periode 1940 tot 1968, toen het KNMI de bloeimomenten van tientallen soorten bijhield.
De recordwarmte in februari heeft ervoor gezorgd dat soorten als het maarts viooltje, speenkruid en bosanemoon al in bloei staan, ziet Van Vliet. "Een spectaculaire start van het jaar, kun je wel zeggen."
Voorlopig lijkt deze lente de vroegste ooit te worden. "Maar als het nu weer heel koud wordt, dan zakt die voorsprong weer terug", zegt Van Vliet. Pas aan het begin van de zomer weten we of 2024 inderdaad alle records heeft gebroken.
Kans op vorstschade groeit
Voor de natuur valt te hopen dat de komende maanden geen plotselinge vorst met zich meebrengen. "Je hebt maar één flinke nachtvorst nodig om veel schade op te laten treden", zegt Van Vliet. Voor een kiemplant kan het dan "einde oefening" zijn.
Maar ook in het bos of in de fruitteelt kan de vorstschade groot zijn. En het risico daarop neemt toe, ziet KNMI-klimaatexpert Peter Siegmund. "Het groeiseizoen is drie weken vervroegd in 120 jaar." Maar het risico op flinke vorst in april of mei is gebleven, waardoor er meer weken zijn waarin potentieel vorstschade kan ontstaan.
Gemiddeld begint het groeiseizoen nu op 5 april, waar dat een eeuw geleden nog eind april was. Als we veel broeikasgassen blijven uitstoten en de klimaatverandering versnelt, kan dat zelfs begin maart worden. In een gunstiger scenario blijft die datum steken op eind maart.
Volg ons klimaatnieuws
Vroege lente is een probleem voor insecten
De vroegere lente heeft niet alleen gevolgen voor de plant zelf. Ook insecten kunnen hard worden geraakt door plotselinge vorst als zij al uit hun winterrust zijn gekomen. En ook op andere manieren speelt de vroege lente hen parten.
Van Vliet zag dit jaar bijvoorbeeld weinig insecten rond de krokussen die vroeg in bloei stonden. "De temperaturen waren hoog, maar het was bewolkt. De meeste dagen was er geen zon, terwijl de insecten die wel nodig hebben om op te warmen. De krokus is in het vroege voorjaar een mooie nectarbron, maar ik denk dat een groot deel van het nectarpotentieel dit jaar niet is benut."
Sowieso denkt Van Vliet dat de warmere winters slecht zijn voor insecten. Bij hoge temperaturen gebruiken ze in hun winterrust namelijk meer energie, waardoor ze in het voorjaar zwakker zijn. "De hoge wintertemperatuur zou weleens een veel groter effect kunnen hebben op de achteruitgang van insecten dan we dachten."
NUjij: Uitgelichte reacties