Terug naar de krant

Waarom hebben Nederlanders een auto? ‘Met het ov naar mijn werk is geen optie. Dat is veel duurder’

Leeslijst reportage
Portretten Er zijn in Nederland 9,6 miljoen auto’s op de weg. Wie rijden daarin? En waarom?
Leeslijst

Esmeralda Michiels (42)
leidinggevende bij een bedrijf in olijven en tapenades

„Mijn auto gebruik ik eigenlijk overal voor. Zo rijd ik elke dag naar mijn werk in Nieuwegein. Maar ik haal er ook de boodschappen mee. De ene keer bij de Lidl, de andere keer bij de Jumbo. Die laatste is vlakbij, maar ik pak echt niet de fiets. Ik haal alle boodschappen voor de hele week in één keer. Veel handiger. En ik ga geregeld naar mijn familie in Emmen. Dus nee, ik kan niet zonder auto. Naar mijn werk met het openbaar vervoer is geen optie; daarvoor is er in het verleden te veel gebeurd. Ik heb dingen meegemaakt die niet prettig waren. Soms zie je agressie of mensen die geen respect voor elkaar hebben. Zowel in de bus als de trein. Daar heb ik geen zin in, dus ga ik lekker met mijn autootje. Vorig jaar kocht ik deze wagen, het is een leuk autootje, met alles erop en eraan. Maar een bijzondere band heb ik er niet mee.”


Jan Gabe Boonstra (64)
oud-docent Nederlands en
Liesbeth Warnaar (62)
oud-docent tekenen

Jan: „Waarom wij een auto hebben? Nou, we wonen bijna in het bos, dus anders kom je nergens. Alle voorzieningen zijn ver weg en als je met het openbaar vervoer ergens naartoe zou willen, moet je eerst vijf kilometer fietsen. Onze directe buren wonen honderd meter verderop. Iedereen in de omgeving heeft een auto, vaak wel twee. En alle kinderen hebben een elektrische fiets.

Die auto is dus voor de boodschappen, vakantie, oppassen, zoals nu hier in Zeist waar ons kleinkind woont. We kochten deze auto zo’n tien jaar geleden, tweedehands, hij is oorspronkelijk uit 2005. Hij is lekker snel, het is een automaat, dat vond Liesbeth fijn, en hij is vanwege zijn lage instap achterin heel handig voor onze hond.”

Liesbeth: „Ik vind het ook een hele móóie auto. Of ik er een band mee heb? Nee. Of nou ja, misschien een beetje, want ik hou wel van hem. Het is gewoon een hele fijne auto. En hij heeft een grappig snoetje! Als ik hem zie staan vind ik hem altijd heel leuk. Hiervoor hadden we een Golfje, daar hadden we toch wat minder mee.”


Chris Overbeek (47)
mede-eigenaar recruitmentbureau

„Voor mijn werk heb ik echt een auto nodig, ik moet naar klanten en overal snel zijn. Dat lukt met het openbaar vervoer niet. We gebruiken de auto ook privé, voor boodschappen en vakanties, maar ik heb hem wel echt voor zakelijk gebruik aangeschaft. Ik ben ondernemer en ik moest best wat investeren in m’n bedrijf, zodoende kocht ik een tweedehands Skoda Octavia. Die was lekker betaalbaar. En reed ook fijn. Want zoals een vriend van mij eens zei: ‘Geen mens heeft meer nodig dan een Skoda Octavia’. Het was bovendien een ruime gezinswagen, we hebben twee kinderen.

Toen mijn bedrijf eenmaal liep en ik alle schulden had afbetaald, was er ruimte voor een iets leukere auto. In 2015 zag ik deze Volvo staan, ik vond hem gaaf: zo mooi hoog en groot. Dus zodra het kon heb ik deze aangeschaft. En nu stap ik met nóg meer plezier in de auto. Het is gewoon een mooie bak, met een goeie stereo, en hij rijdt nóg lekkerder dan die Skoda. Het is een hybride wagen en ik maak er een sport van om er zo zuinig mogelijk mee te rijden. Hij rijdt 1 op 20.

Mijn vrouw heeft ook een auto: een tweedehands Daihatsu Trevis, die wordt ook wel de Japanse mini genoemd. Maar mijn vrouw noemt hem ‘Pinkeltje’.”


Daisy Kruijswijk (31)
leerling-verpleegkundige

Daisy Kruijswijk (31), leerling-verpleegkundige Woont in: Huizen Auto: Fiat Punto Kosten: per maand zo’n 150 euro aan benzine, en zo’n 80 voor wegenbelasting en verzekering

„Ik gebruik mijn auto overal voor. Ik rij er mee naar mijn werk, in Blaricum, ik pak hem als ik boodschappen ga doen, als ik wil shoppen in Almere Buiten, lekker naar de Action. Ik heb de auto nodig om familie te bezoeken in Naarden en Almere. Bovendien gaan we veel naar hondenshows, ik heb een Tervuerense herder, die zit dan op de achterbank. Dan gaan we ver weg: naar Friesland, Groningen, Utrecht, binnenkort naar Antwerpen. Overigens ga ik niet met de auto op vakantie, nee dan gaan we vliegen.

Deze auto kocht ik in 2018 tweedehands, hij is nu zo’n tien jaar oud. Een echte band heb ik er niet mee, het is voor mij een gebruiksvoorwerp. Deze is donkerblauw, en ik hou eigenlijk meer van felle kleuren. Hij doet het, en dat is belangrijk. Hij rijdt 1 op 19.

Mijn partner heeft trouwens ook een auto, een werkauto; heel soms gebruikt hij mijn autootje ook, om even snel naar zijn familie te gaan.

Het openbaar vervoer is voor mij geen alternatief: waar ik woon komt om de 30 of 45 minuten een bus, dat werkt niet. En het ov is ook gewoon niet zo mijn ding.”


Ahmed el Malky (60)
rij-instructeur

„Ik heb deze Mercedes, maar ook een aantal oldtimers. De bedoeling was die op te knappen en door te verkopen. Maar door corona en alle gedoe eromheen kocht niemand ze. Het plan is ze alsnog te verkopen. Nee, ik ben niet zo aan de auto’s gehecht. Behalve aan mijn Mercedes 300, uit 1980 – een automaat. En aan deze Mercedes E200, uit 2017.

Ik handelde en handel in auto’s, was taxichauffeur en geef rijles. Ik probeer om te schakelen naar elektrisch: ik heb sinds kort een tweedehands e-Golf. Idee was die te nemen in plaats van de Mercedes uit 2017 – ik wil stoppen met diesel. Maar het opladen werkt niet goed, al staat-ie de hele nacht aan die paal. Nu rijdt mijn vrouw ermee. Aan ov doe ik niet, want ik heb mijn auto’s. Ik heb geen fiets, nee. Ik kan wel fietsen, maar ik ben er niet mee opgegroeid. Ik kom uit Egypte, op mijn 25ste kwam ik naar Nederland. De laatste keer dat ik fietste, was naar de sauna bij Driebergen, jaren geleden, het was toen tien graden onder nul. Ik had geen muts mee. Op de terugweg vroren m’n oren er bijna af. Ik deed toen maar mijn sauna-handdoek over mijn hoofd, maar die was nat, dat maakte het alleen maar erger. Het was een slechte ervaring. Daarna heb ik niet meer gefietst.”


Lilian van der Linden (55)
administratief medewerkster en
John (68)
gepensioneerd

Lilian: „Ik gebruik de auto voor mijn werk. Twee dagen per week rijd ik naar Amsterdam, ik vertrek nog vóór de file, om 6.30 uur, dan ben ik om 7.00 uur in Amsterdam. Als ik met het openbaar vervoer zou gaan, moet ik eerst met de bus of de fiets naar het station, dan met de trein, overstappen en dan nog een stuk lopen. Zonder auto is dus geen optie.

Boodschappen doe ik ook wel op de fiets, maar het hangt af van het weer, het is nog best een afstandje. Vaak gebruik ik dus ook de auto.”

John: „We kochten deze auto tweedehands, ergens in 2012, 2013, hij was toen zo’n twee jaar oud. Het is een hybride auto. Hiervoor reed ik deze auto al voor mijn werk, een lease-auto was dat, en die beviel me echt prima, en eigenlijk wilde ik er daarna precies zo een. Ik kocht dus precies dezelfde auto! En zelfs in precies dezelfde kleur.”

Lilian: „Een echte band heb ik er niet mee, het is meer een gebruiksvoorwerp. We hebben ook een camper, daar heb ik wél een band m ee! Daar gaan we lekker mee op vakantie. Maar deze dient puur om van A naar B te komen.” John: „Hij rijdt 1 op 22 en bij langzaam rijden is het puur elektrisch. Ik denk dat we in totaal zo’n 450 euro per maand eraan kwijt zijn. Alleen deze auto dus: de camper staat daar nog los van.”


Nico van den Berg (83)
voormalig vrachtwagenchauffeur

„Ik gebruik mijn auto voor boodschappen en om naar familie te gaan, die wonen ook allemaal in Almere. Meestal ga ik boodschappen doen bij de Lidl, dat is maar een paar kilometer verderop, maar ik moet er wel echt even de snelweg voor op.

Deze auto heb ik nog maar net: vier weken geleden kocht ik hem van mijn kleinzoon. Hij is 32 en wilde een grotere auto, ik dacht: dan wil ik die van jou wel kopen. Deze auto is nu zo’n tien jaar oud. Hiervoor had ik een grote Mazda, maar die verbruikte veel meer brandstof. Plus nog de wegenbelasting erbij, de verzekering; ik betaalde toen het dubbele van wat ik nu aan deze auto kwijt ben.

Ik heb geen band met de auto, het is een gebruiksvoorwerp om van A naar B te komen, meer niet. Mijn vrouw Betty is 81, we rijden allebei nog. We doen wel alles met de auto, en eigenlijk is alles in Almere. Ik ga dus niet met het ov, dat vind ik een verschrikking. Of nou ja, ik heb er gewoon helemaal geen ervaring mee, het is mij onbekend. Mijn leven lang rijd ik al, ik ben het gewend, en het gaat nog prima. Ik denk dat ik wel een paar miljoen kilometer heb gereden, haha. Hoe lang ik dit nog blijf doen? Ik hoop natuurlijk dat ik nog een poosje meega, haha. Ik denk dat ik het nog een tijdlang prima kan blijven autorijden.”


Sandra Baloe (40)
financieel medewerker

„Een hybride auto is dit inderdaad, dat scheelt benzine, het is goed voor het milieu en hij rijdt lekker stil. Ik heb ’m sinds 2019. Ik vind ’m vooral handig voor het halen en brengen van mijn kinderen naar sport. Mijn dochter van dertien deed theater en mijn jongens, tien en zes, zitten op voetbal. Dan is een auto wel handig. Voor de uitwedstrijden ja, maar ik breng ze ook naar de trainingen op de eigen vereniging want met de fiets kost het een half uur. En ik gebruik ’m voor m’n werk. Met het openbaar vervoer kan ik niet makkelijk in Amsterdam komen. Ik zie de auto vooral als een middel, maar ik ben er wel verknocht aan – hij rijdt heel fijn en van en naar m’n werk heb ik even een moment voor mezelf. ’s Ochtends luister ik naar de radio en op de terugweg zet ik m’n eigen muziek op, old school jarennegentigmuziek. Vroeger ging ik wel met het openbaar vervoer, maar nu niet meer. Hartstikke duur is het.”


Demi Tiggelman (23)
kapster, wil niet op de foto

„Ik gebruik de auto om naar mijn werk in Amsterdam te gaan, in Oost, vier dagen per week. Ik parkeer de auto in Amsterdam-Noord, dat is veel goedkoper. En dan pak ik het pontje naar Oost en dan ben ik er zo. Ik kocht deze auto februari vorig jaar via mijn vader, die heeft een autogarage, dus dat was financieel wel gunstig. Hij was natuurlijk tweedehands en is uit 2007. Ik heb er geen band mee, het is puur een vervoermiddel voor werk, vakantie, familiebezoek. Met mijn allereerste autootje had ik wel een band, omdat het mijn eerste was; dat was een Kia Rio.

Met het ov naar mijn werk is geen optie: dat is veel duurder. Een retourtje is al 23 euro, en dan de tram er nog bij: dan zit je zo op 30 euro per dag. En er valt zoveel uit, dat vind ik niks. Met mijn auto kan ik lekker gaan en staan waar ik wil. Van files heb ik niet zoveel last: ik vertrek rond 7.45 uur naar Amsterdam, en dan gaat het goed. Als ik om 8.00 uur vertrek sta ik wel in de file. En altijd pas na 18.00 uur weer terug, dan gaat het prima.”


Maan Bashir (36)
werkt in de beveiliging op Schiphol

„Ik ging altijd met de trein naar m’n werk, ik werk fulltime op Schiphol. Ik had via m’n werk een NS Business Card. Maar in 2016 verhuisde ik van Almere Centrum naar Almere Buiten, en toen nam de reistijd enorm toe. Ik deed er altijd een half uur tot 35 minuten over, maar nu ineens een uur. Want ik moest met een sprinter naar Almere Centrum, en er gingen sowieso minder intercity’s rijden per uur. Op Almere Centrum moest ik ook nog eens twintig minuten wachten op m’n overstap. En dan viel er weer een trein uit of er was een storing. Altijd wel wat. Ik was het zat.

Dus ik dacht: ik koop een auto. Ik had op dat moment geen auto nee, de laatste had ik in 2015. Ik ben lang op zoek geweest want ik wilde het goed doen, en echt, ik ben verliefd op deze auto, ik vind ‘m heerlijk. Ik kan lekker naar muziek luisteren, hij rijdt zuinig… Het is een tweedehands, ik ben de tweede eigenaar. Van files heb ik geen last nee: ik heb een middagdienst, van half één tot negen.”


Tobias Otten (29)
toezichthouder energiebesparing

„Dit is mijn eerste eigen auto, ik heb ’m sinds vorig jaar. Ik wilde een auto die lang meeging. Elektrisch heb ik overwogen, maar dat is echt heel duur. Circulair is een tweedehands auto uitrijden ook goed, en deze auto staat bekend om z’n goede motoren. Voor mijn werk moet ik veel naar bedrijven op allerlei plekken, van Leusden tot Eemnes, en daar kom ik veel beter met de auto. Maar het liefst zou ik met het openbaar vervoer gaan. Het ov kan echt beter: meer verbindingen, betere verbindingen, zowel trein als bus. Ga maar na: van mijn woonplaats Harderwijk naar kantoor in Utrecht kost van deur tot deur 40 minuten met de auto, en 1 uur en 40 minuten met het ov. Twee uur extra reistijd op een dag. En aan het ov zou ik ook nog eens net zoveel geld kwijt zijn als aan de auto. Dat gaat er bij mij niet in. Kijk naar de ruimte die een auto inneemt ten opzichte van een bus! Neem mijn eigen auto: op ditzelfde stukje grond kunnen in een bus gewoon twintig mensen staan! Dat doet ertoe, zeker in een klein land. En daarnaast: het gaat in Nederland tegenwoordig toch veel over het grote verschil tussen arm en rijk? Dan helpt een goed betaalbaar ov. Dat is een vorm van eerlijke infrastructuur. In Japan is het ov het standaardvervoer, het kan gewoon. Maar in Nederland zeggen we stug: ‘Nee, dat kan hier niet, want het is het ov.’ Nee, schuldig voel ik me niet, dat ik rijd. Ik heb gewoon geen gelijkwaardige optie.”


Cynthia Cleve (54)
WIA-uitkering

„Nee sorry, ik kan u niet helpen! Ik heb geen auto! En ik heb ook geen rijbewijs! Ik zou het wel willen! Bid voor me, dan kunt u me over een jaar interviewen! Jazeker, ik zou het zéker willen, een auto. Een elektrische, denk ik. Ik heb niet een bepaald merk voor ogen. Of wacht… ja: een Tesla: een milieuvriendelijke auto, en ik vertrouw de prijs van benzine niet. De prijs van olie kan zomaar door het plafond gaan, dat heb ik ook genoeg gezien in mijn geboorteland. Ik kom uit Suriname.

Ik heb ooit wel rijlessen gehad, in België, daar woonde ik toen, maar dat liep nergens op uit. Ik zou het wel weer willen doen, lessen – nu is de tijd eigenlijk! Ik heb niks tegen het openbaar vervoer, dat niet. Ik neem dagelijks de bus, lijn 2 of lijn 7, van Almere Buiten naar Almere Stad. En ik houd ook van lopen. Maar met een auto zou ik me gewoon beter kunnen verplaatsen, ook met m’n kleinkinderen. Dan zou ik naar vakantieplekken toe kunnen gaan, ook in Nederland zelf. En het lijkt me ook fijn om de tijd niet in de gaten te hoeven houden. Tijdens familiebezoek dat je dan per se om 21.00 uur weg moet. Ik zou dan ook weleens om 21.30 uur weg willen zeg maar, of gewoon niet zo op de tijd hoeven letten.”

Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 27 januari 2024.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in