Terug naar de krant

Kunstenaar Jeroen Henneman brengt het leven der dingen in vijf standen

Leeslijst recensie Beeldende kunst

De gewoonheid der dingen In het werk van Jeroen Henneman overheerst de humorist die het leven wat kantelt. Ook als hij kiest voor rationele structuur, duikt lichtvoetigheid op.

Leeslijst

‘Een doos op tafel / Tafel waarop doos / Een doos op de tafel / Doos op tafel / Tafel met doos’, schreef de dichter K. Schippers in 1969 in een gedicht dat hij geestig genoeg ‘Doos in vijf verschillende standen op tafel’ noemde. In hetzelfde jaar kwam de kunstenaar Jeroen Henneman met een tafel waarop een dichte houten doos staat. ‘Reed Richards’ heet het, een knipoog naar de superheld uit de strips van Marvel Comics. Het werk en de titel zijn even geestig als die van Schippers. In Hennemans doos zit namelijk een elektromotor met een bal, waarbij de elektromotor soms even aangaat en je een metalen bal hoort rollen: een performance die je niet ziet, kortom.

Humor in de kunst: het is alsof dat in de jaren zestig en zeventig gemakkelijker was dan nu. Of, als dat wat al te stellig klinkt, het gaat wel op voor het werk van Henneman op de expositie Het leven der dingen in Museum Kranenburgh waarin het werk van Henneman vanaf de jaren zestig tot nu wordt getoond. De vroege assemblages, zoals deze doos op tafel, zijn fascinerend in hun humoristische blik op zeer alledaagse werkelijkheid. Een gloeilamp op een trappetje dat al brandt voordat het de kapotte lamp in het plafond vervangt, een radio die in elkaar geslagen is (‘Smashed Radio’) of een potlood waar een kluwen strepen uitkomen die Henneman prompt de titel ‘De beroemde kluwen potloodlijn’ meegeeft.

Stoffer en blik

De lichtheid in de onderwerpen gekoppeld aan een geestige beschrijving: ze geven de werkelijkheid net even een luchtigheid waar je niet genoeg van kunt krijgen. Neem een kokosmat waar een stoffer en blik op ligt met wat stukjes papier, geef het de titel ‘In gebruik zijnde huishoudelijke voorwerpen’ en de eerstvolgende keer dat je je afval opveegt met stoffer en blik, doe je iets kunstzinnigs. Naast die luchtigheid zit er ook iets surreëels in, juist doordat die werkelijkheid uit de context wordt gehaald. Het best komt dat naar voren uit een installatie in vier scènes dat de dezelfde titel heeft als de hele tentoonstelling. ‘Het leven der dingen’ (1971) laat een houten tafel op één poot zien, waarop een kop en schotel staan. Uit de muur komt in de tweede ‘scène’ de tuit van een koffiepot, in de derde is er een driekwart koffiepot en in de ‘slotscène’ dondert de deksel van de pot richting tafel. De schoonheid van het nutteloze noemde Henneman dat ooit in een interview.

Headlights, 2020 – Jeroen Henneman.
Foto Michel Claus

Humor maakte bij Henneman later plaats voor een architectonische blik op de werkelijkheid, voor rationele structuren die je terug ziet in de patronen van de stad. Op grote doeken worden skylines of patronen van bruggen zichtbaar. Niet alleen rationeel maar ook zakelijk – al hebben sommige nog wel de geestige titel ‘Wallpaper’ – waarbij het vooral om structuren gaat en minder om de absurditeit.

Theo van Gogh

Die strakke lijnen zie je eveneens terug op de metalen constructies en profielen van object of een gezicht (het bekendst is natuurlijk het herdenkingsmonument ‘De schreeuw’ waarmee hij het meerlaagse profiel van Theo van Gogh maakte waarbij de mond van het laatste profiel een schreeuw vormt). Enkele ervan zijn te zien in Kranenburgh, zoals die van koningin Beatrix (met de beroemde krul die uit haar kapsel is gevallen), en zijn er dozen die dankzij de lijnen in beweging lijken. „Ik ben een lijnenman”, zegt Henneman vaak over zijn werk, om daarna te verzuchten „De lijn is een fantastische uitvinding”. Daar is niets tegen in te brengen. Maar humor is toch een minstens even goede uitvinding.

Gelukkig vindt Henneman dat zelf ook, blijkt uit zijn latere assemblages. Ze verwijzen naar het vroege werk, en dan krijg je dus een glas water dat schuin op een tafel staat, terwijl het water in het glas de wetten van de zwaartekracht gehoorzaamt. Of keert dat kopje terug van de tafel (‘Voor Meret O.’ – verwijzend naar het werk van Meret Oppenheim die in de jaren zestig kwam met een kop, schotel en lepel van bont). Deze keer heeft het kopje niet te duchten van een deksel die valt, maar moet het zich zien te verhouden tot een lepel die erboven zweeft. Je zou er bijna een gedicht van maken, iets als ‘Kop en lepel in vijf verschillende standen’.

Jeroen Henneman: Het leven der dingen’ is t/m 10 april te zien in Museum Kranenburgh, Bergen. Info: www.kranenburgh.nl
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 28 november 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in