Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Is dat nou makkelijk, spieken met je telefoon?

Vandaag beginnen de eindexamens. Fraudebestrijding heeft hoge prioriteit.

Foto thinkstock

Een 17-jarige havo-leerling uit Den Haag zit in de bibliotheek voor zijn eindexamens te leren en wil wel vertellen hoe je het beste kunt spieken. Maar alleen anoniem. Hij vertelt: maak op WhatsApp een groeps-chat aan, voeg klasgenoten toe en wissel onderling antwoorden uit. Ook een „goeie”: maak een foto van je proefwerk en stuur die naar andere leerlingen.

Een 14-jarige havo-leerling uit dezelfde stad kent nog andere trucs. Haar klasgenoten maken spiekbriefjes op hun telefoon en stellen deze in als achtergrondscherm. Meisjes met een hoofddoek op haar school doen wel eens een headset in en luisteren zo zelf ingesproken lesstof af.

Vandaag begint het centraal eindexamen, en middelbare scholen zijn gebrand op streng toezicht. Leerlingen verzinnen continu nieuwe spiekmethodes, waarbij ze handig gebruik maken van hun smartphone. Die valt in een grote examenzaal niet altijd op; leerlingen leggen het apparaat op schoot of schuiven de mobiel in het hoesje van hun rekenmachine. Maar meestal verdwijnen scholieren naar het toilet om daar te WhatsAppen, te internetten of te bellen.

Dan eis je toch dat leerlingen hun telefoon inleveren als het examen begint? „Ja, dat doen we ook”, zegt conrector Bertie Moons van het Stedelijk Gymnasium in Breda. „Bij ons op school geldt zelfs de regel: een telefoon binnen handbereik is fraude. Je kan er maar beter streng en duidelijk over zijn.” En toch wordt er nog wel eens gesjoemeld, weet hij. „Neem jongeren die hun telefoon inleveren, maar er nog eentje in hun broekzak hebben en dan tijdens een examen naar het toilet moeten.” Zo was er een leerling die plots wel een heel hoog cijfer had gehaald voor een van de klassieke talen. Wat bleek: hij had op de wc op zijn telefoon een paar steekwoorden ingevoerd en zo de hele vertaling kant en klaar op internet gevonden.

Dus ging Moons op zoek naar een oplossing. Hij kwam uit bij een zogenoemde jammer, een apparaat dat het mobiele telecomverkeer in de omgeving verstoort – online te koop. „Fantastisch! Maar verboden, helaas.”

Het Agentschap Telecom stuurde alle middelbare scholen en mbo’s er onlangs een brief over. Jammers blokkeren niet alleen draadloos telecomverkeer in het examenlokaal, aldus de woordvoerder, maar ook ver buiten het schoolgebouw. Gebruik van jammers kan ertoe leiden dat mensen in nood 112 niet meer kunnen bellen en dat alarmsystemen, afstandsbedieningen en medische apparatuur niet meer werken. Levensgevaarlijk, en daarom niet toegestaan.

Het agentschap, dat onder het ministerie van Economische Zaken valt, gaat scholen deze weken dan ook controleren op gebruik van de apparaten. Onderwijsinstellingen die een jammer inzetten, riskeren een boete tot 1.800 euro. Op wat voor schaal scholen jammers gebruiken, weet de woordvoerder van het agentschap niet. „We horen schoolleiders in de media zeggen dat ze het aparaat graag willen aanschaffen. En we kregen een tip over een Amsterdamse school die er eentje gebruikte. Dus vandaar de actie.”

In zijn brief adviseert het agentschap scholen die tegen mobiele telefoons willen optreden, een gsm-detector te kopen. Die waarschuwt als een mobiele telefoon aanstaat. „We zeggen ook: zet de wifiverbinding uit. Want veel jongeren hebben namelijk geen data-abonnement.”

Dat is volgens conrector Moons niet waar. Bovendien is het probleem met de gsm-detector niet opgelost. Een telefoon die uitstaat en in een hoge laars zit, vind je er niet mee. Volgens Moons zouden er jammers moeten komen die gewoon minder sterk zijn en niet alle apparaten in de wijdere omgeving beïnvloeden. „Straks hebben leerlingen een smartwatch of Google Glass. Ik zag ook dat er horlogebandjes komen waarop je kunt internetten. We moeten echt mee met de tijd.”

Spieken is niet het enige gesjoemel tijdens de examenperiode. Denk aan fraudezaken, zoals die twee jaar geleden bij de islamitische school Ibn Ghaldoun in Rotterdam. Leerlingen braken er in en stalen eindexamenopgaven. En neem het ROC Amsterdam, dat vorig jaar 825 schoolexamens van de opleiding Juridische Dienstverlening ongeldig verklaarde omdat iemand de examens per sms en WhatsApp aanbood.

Scholen die vermoeden dat leerlingen hebben gefraudeerd, schakelen soms recherchebureaus in. Richard Franken, directeur van Hoffmann Bedrijfsrecherche in Almere, zag de afgelopen jaren „heel wat zaken” voorbij komen. Details geeft hij om privacyredenen niet, maar in zijn algemeenheid kan hij wel vertellen waar de lekken zitten.

Begin bij het begin, zegt Franken. Als examens worden gedrukt, kunnen mensen al informatie doorspelen. Daarna blijkt het traject van transport, levering en opslag niet altijd waterdicht. Een bezorger hoeft maar even ergens een pallet met examens te laten staan. Of een kluis op school wordt niet goed op slot gedraaid. De sleutel ligt bovenop de kluis. Docenten die de stapels examens een paar minuten onbeheerd in de docenten kamer achterlaten – waar studenten met hun mobiel snel wat foto’s van schieten. Surveillanten die niet goed naar een identiteitskaart kijken – en dus toestaan dat de ene leerling voor de ander het examen maakt.

En er is echt niet altijd opzet in het spel, zegt Franken. „Het is vaak naïviteit of gemakzucht van mensen. Met alle gevolgen van dien.”

En dan is er nóg een gevoelig onderdeel waar Franken aandacht voor wil: hacken. Leerlingen – „en het gebeurt echt” – die een schoolnetwerk met een cyberaanval zo frustreren dat online examens niet door kunnen gaan. Of leerlingen die inbreken op computers en zo examenstof achterhalen. Sterker: leerlingen die mails tussen docenten onderscheppen en zo weten waar proefwerken over zullen gaan.

Dat het onderwerp leeft, bleek toen Hoffmann Bedrijfsrecherche vorige maand met het College voor Toetsen en Examens een ‘kennissessie Examenfraude en Digitale Gevaren’ organiseerde. Meer dan tweehonderd onderwijsinstellingen kwamen er op af, vertelt Franken. „Eigenlijk was het congres enkel voor middelbare scholen, maar bijna alle hogescholen en universiteiten wilden er ook bij zijn.”

Scholen zijn toch wat lichtgelovig op het vlak van examenfraude, zegt Franken. Gesjoemel is natuurlijk van alle tijden. Maar de huidige communicatiemiddelen maken het allemaal veel makkelijker. Bovendien zijn leerlingen vernuftiger. „Daar moeten scholen toch beter op inspelen.”

In de Haagse bibliotheek zit ook een groepje jongens van Marokkaanse komaf. Ze leren ook voor hun havo-eindexamen. Spieken? „Dat is écht kinderachtig.”