Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

De moskee die twintig jaar moest wachten

Na een lang traject van intriges, malversaties en onbegrip opent volgend jaar in de Amsterdamse buurt De Baarsjes een moskee van de omstreden Milli Görüs-beweging. Een minutieuze reconstructie.

De Westermoskee in De Baarsjes (stadsdeel Amsterdam-West)
De Westermoskee in De Baarsjes (stadsdeel Amsterdam-West) Foto Dijkstra bv/Cor Salverius

De Westermoskee is bijna klaar. Het grote gebouw met koepel en vrijstaande minaret van 42 meter staat fier in het stadsdeel Amsterdam-West. De officiële opening is ergens begin volgend jaar. Het boek De Westermoskee van journalist en historicus Kemal Rijken is dus op tijd.

De Westermoskee is een Turkse moskee. Bedacht, bevochten en (deels) betaald door aanhangers van de conservatief-religieuze Milli Görüs-beweging. Rijken beschrijft hoe de moskee tot stand kwam. Door een eindeloze rij ontwikkelingen en intriges duurde dat twintig jaar.

Het boek is een verhaal over de Westermoskee waardoorheen Rijken het verhaal van de godsdienstvrijheid weeft, die hij laat beginnen bij de Beeldenstorm in 1566. De bouw van deze moskee ging met erg veel malversaties gepaard, en toont tegelijkertijd hoe de immigratie, emancipatie en integratie van Turken in Nederland zich voltrok. Althans van de Milli-Görüs aanhangers, een grote groep binnen de Nederlandse Turken.

Het is ook het verhaal van een religieuze minderheid die zijn ideaal – een moskee – wil en kan verwezenlijken. Veel Nederlanders zullen de stroming niet precies kunnen duiden. Dat onbegrip speelde ook bij de autochtone Nederlanders die met de plannen voor de Westermoskee te maken kregen – (stadsdeel)bestuurders, mensen van de woningbouwvereniging, stadsplanners en omwonenden. De een ziet Milli-Görüs als toffe gasten die met behoud van eigen cultuur en religie hier zullen integreren. Die Nederlanders stimuleerden de bouw van de moskee. De ander ziet hen als wolven in schaapskleren – naar buiten toe geïntegreerd, maar ondertussen streeft de stichting stiekem een grote islamitische staat na. Zij probeerden de bouw te frustreren, zo beschrijft Rijken.

Turkse ‘clubs’

Die ambivalentie typeert bestuurders en politici nog steeds (een tweede reden voor de goede timing van Rijkens boek). PvdA-minister Asscher van Sociale Zaken kondigde vorige maand aan vier Turkse religieuze organisaties, waaronder Milli Görüs, vijf jaar lang in de gaten te houden. Deze Turkse ‘clubs’ zouden ‘parallelle samenlevingen’ vormen. In stadsdeel West waren het twintig jaar geleden Milli Görüs-Turken die het terrein van voormalig garagebedrijf Riva kochten, om er een moskee te bouwen. Het moest een multifunctioneel moskeecomplex van vijfduizend vierkante meter worden, met gebedsruimte, sportschool en badhuis. Het verzet van het stadsdeel was groot. Het zou moskeegangers uit de hele regio aantrekken met alle overlast van dien. Maar de Turken, onder leiding van de charismatische en liberale Üzeyir Kabaktebe, hielden vast. Ze dreigden, demonstreerden, baden ostentatief tijdens de ramadan op het Riva-terrein. Ze voerden rechtszaken tegen de gemeente. In 2000 lijkt een oplossing nabij met een ontwerp van de Parijse architecten Marc en Nada Breitman. Rondom de moskee komt een plein dat wordt omsloten door een groot appartementencomplex. De Turken zeggen: ‘We willen de Nederlandse samenleving iets schenken, iets teruggeven, omdat deze ons lief is. Ons geschenk zal deze moskee zijn.’ Een jaar later zijn zulke woorden al weer ondenkbaar. 9/11 drukt een immens negatief stempel op alle moslims, ook de Turkse. Buurtbewoners keren zich tegen de moskee met tal van argumenten. Een ervan: de minaret zou te hoog zijn.

Het zijn niet de enige perikelen. In 2006, als oud-minister Donner van Justitie de eerste (symbolische) steen voor de moskee legt, wordt het bestuur van Milli Görüs vervangen door conservatievere Turken onder leiding van Fatih Üçler Dag. De Duitse Milli Görüs-tak zit daarachter. Nadat premier Necmettin Erbakan eind jaren negentig wordt afgezet omdat hij een anti-Europese, islamitische staat in Turkije zou voorstaan, zijn de buitenlandse Milli Görüs-afdelingen belangrijker, vooral in Duitsland en Nederland. Die grotere macht leidt tot spanningen en ruzies. Het stadsdeel en de woningbouwvereniging staan er bij en kijken er naar.

Er volgen affaires met illegale piramidefondsen waarbij Milli Görüs betrokken zou zijn en waardoor vele Amsterdamse Turken hun spaargeld kwijtraakten. Oud-directeur Kabaktepe zou gesjoemeld hebben met geld van de moskee om eigen bedrijven te redden. Het stadsdeel en de woningbouwvereniging trekken zich terug.

Behalve het wat gekunstelde trucje om de hoofdstukken over de Westermoskee af te wisselen met de geschiedenis van de godsdienstvrijheid bijna 500 jaar geleden, zijn de hoofdstukken over de moskee zelf wijdlopig en blijft geen detail de lezer bespaard. Het is daardoor lastig om de lijn van het verhaal vast te houden. Al is aan het eind wel duidelijk dat er in 2013 ein-de-lijk begonnen is met de bouw van de moskee die nu dus bijna is voltooid. Het is een godswonder.