Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

De laatste adem van Augustus

2.000 jaar geleden overleed de Romeinse keizer Augustus. Zijn laatste dagen zijn goed gedocumenteerd.

Augustus van Primaporta, beeld gevonden in de Villa Livia in Prima Porta, bij Rome.
Augustus van Primaporta, beeld gevonden in de Villa Livia in Prima Porta, bij Rome.

Gisteren, dinsdag 19 augustus 2014, is het 2.000 jaar geleden dat Octavianus Augustus, de eerste keizer van het Romeinse Rijk, de laatste adem uitblies. Niet in Rome, maar in een klein stadje in de omgeving van Napels. Hij werd geboren in 63 voor Christus en stierf in de maand, die de senaat en het volk van Rome als eerbewijs naar hem hadden vernoemd.

Er wordt wel gezegd, dat de famous last words van beroemde mensen licht kunnen werpen op hun diepste, innerlijke gevoelens. Vandaar dat nogal wat ‘laatste woorden’ gefabriceerd zijn door nabestaanden, en dus met een korrel zout genomen moeten worden. Hoe zit dat met keizer Augustus?

Over zijn leven, tot en met zijn laatste dag, heeft de Romeinse auteur Suetonius interessante gegevens te melden. Zijn dood werd in 14 n.Chr. door de goden al aangekondigd: bij een officieel optreden op het Marsveld in Rome kwam plots een adelaar uit de hemel dalen. Hij vloog een paar keer om de keizer heen, fladderde weer omhoog en ging zitten op de daklijst van het Pantheon. Precies bij de letter A van de naam Agrippa, de stichter van de tempel. Maar dat was ook de letter A van de eretitel Augustus, ‘de Verhevene’. De adelaar was de vogel van de oppergod Jupiter. De keizer was dus gewaarschuwd.

Jupiter gaf nog een teken. De bliksem sloeg daarna in bij een beeld van Augustus. Bij de eretitel CAESAR werd de C weggeslagen. Voorspellers zeiden dat de keizer nog honderd dagen te leven had, naar de numerieke waarde van de Latijnse letter C.

Augustus werd gek van alle voortekenen, geruchten en beslommeringen van het keizerschap. Hij verliet Rome, „ook al probeerde de hele wereld hem tegen te houden”. Onderweg naar het zuiden werd hij ziek: buikloop en krampen. Op Capri beleefde hij mooie momenten van rust. Uitstapjes in de baai van Napels waren vol verrassingen: er kwam een schip uit Alexandrië voorbij en de opvarenden riepen hem toe dat hij het was die hun het goede leven had geschonken: ze konden veilig de zee bevaren, genieten van vrijheid en van een goed inkomen.

Maar met Augustus’ gezondheid ging het bergafwaarts. In Napels kon hij nog naar sport kijken, maar in een villa bij Nola moest hij met maagpijn het bed houden. Hij riep zijn vrienden bij zich. Zijn afkeer van het publieke imago dat de staatsman altijd maar moet ophouden, kwam heel duidelijk naar voren. Hij vroeg „of zij vonden dat hij zijn rol in de komedie, die leven heet, bevredigend had gespeeld”. Ook in de Oudheid werd een theaterstuk afgesloten met applaus. Augustus kreeg het. Maar zijn laatste woorden waren niet voor de bühne, maar voor zijn vrouw Livia. Ze namen afscheid. Augustus met de woorden: „Livia, leef verder, maar blijf wel denken aan ons huwelijk. Vaarwel!”