Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Astronomie

Opwinding om een nieuwe komeet

De komeet ISON komt steeds dichterbij. Vandaag passeert hij Mars. In december is ISON misschien met het blote oog te zien aan de Nederlandse sterrenhemel.

De spanning onder sterrenkundigen – beroeps én amateurs – neemt toe. Er is een komeet op komst die eind november dicht langs de zon zal scheren. Niemand weet of het poreuze brok ijs en gesteente de helse tocht zal overleven. Maar er bestaat een kans dat het object, dat de naam ISON heeft gekregen, begin december met het blote oog aan de Nederlandse hemel te zien is.

Komeet ISON werd op 21 september 2012 ontdekt op digitale opnamen van een telescoop van het International Scientific Optical Network. Dat is een samenwerkingsverband van sterrenwachten in de voormalige Sovjet-Unie en Bolivia, waar ook veel amateursterrenkundigen bij betrokken zijn.

Uit de baan die komeet ISON volgt kan worden afgeleid dat hij – anders dan bijvoorbeeld de beroemde komeet Halley – nog niet eerder in het centrale deel van het zonnestelsel is geweest. Waarschijnlijk is hij rechtstreeks afkomstig uit de Oortwolk, het grote ‘reservoir’ van kometen op biljoenen kilometers van de zon dat ons zonnestelsel omhult.

Komeet van de eeuw

Op het moment van de ontdekking bevond de komeet zich nog op een miljard kilometer van de zon. Bij ‘nieuwe’ kometen beginnen vaak al op die grote afstand de eerste vluchtige bestanddelen – vooral moleculaire stikstof en koolstofmonoxide – te verdampen. En dat gaat gepaard met de uitstoot van stofdeeltjes, die bepalend is voor de hoeveelheid zonlicht die de komeet weerkaatst – zijn helderheid dus.

De vroege ontdekking leidde al snel tot de speculatie dat komeet ISON bij zijn nadering van de zon wel eens helderder zou kunnen worden dan de volle maan en een indrukwekkend lange staart zou ontwikkelen. Hij werd zelfs al de ‘komeet van de eeuw’ genoemd. Tot nu toe is ISON echter wat achtergebleven bij die hooggespannen verwachtingen.

Op dit moment is komeet ISON nog ver weg van de aarde: ruim 300 miljoen kilometer. Daardoor is hij alleen met grote telescopen te zien. Voor een plekje op de eerste rang moet je op de planeet Mars zijn. Daar vliegt de komeet vandaag op nog geen 11 miljoen kilometer voorbij – zes keer dichterbij dan dat hij de aarde eind december zal naderen.

Door die relatief kleine afstand is de komeet waarneembaar voor de orbiters die om Mars cirkelen, en misschien zelfs voor de digitale ‘ogen’ van de Marsvoertuigen Curiosity en Opportunity. Het Amerikaanse en Europese ruimteagentschappen NASA en ESA doen dezer dagen hun best om de eerste ‘close-ups’ van het hemellichaam te maken. De beste beelden worden verwacht van de Mars Reconnaissance Orbiter en de Mars Express, ook al is hun apparatuur niet ontwikkeld om naar iets heel anders dan het planeetoppervlak onder hen te kijken.

Kans op schade

Een bedreiging voor al dit ruimtematerieel vormt komeet ISON niet: hij blijft op veilige afstand. Maar over ruim een jaar zal een andere komeet, ‘Siding Spring’, de planeet Mars tot op slechts 130.000 kilometer naderen. Die afstand is zo gering dat de Marsorbiters vrijwel zeker door deeltjes van de komeet worden getroffen. NASA onderzoekt nog hoe de kans op schade kan worden geminimaliseerd.

De komende weken en maanden zal komeet ISON op de voet worden gevolgd – niet alleen met de camera’s van ruimtesondes, maar ook met telescopen op aarde. Speciaal voor dit doel is NASA een internationale waarnemingscampagne gestart: de Comet ISON Observing Campaign.

De vele waarnemingen die deze oplevert, moeten uitsluitsel geven over de helderheid die de komeet kan bereiken. Het enige wat echt vaststaat is dat ISON op 28 november op een afstand van iets meer dan een miljoen kilometer langs de zon scheert – een gebeurtenis die door een aantal ruimtesondes voor zonneonderzoek ‘live’ in beeld wordt gebracht.