Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Politiek

Een nieuwe keizer voor de EU

De crisis in de Europese Unie vertoont sterke parallellen met de nadagen van de Romeinse Republiek, zegt Rome-kenner David Engels. Straks schaft een nieuwe Augustus de democratie af.

Gaius Octavianus (63 V. Chr. – 14 A.D.) werd in het jaar 27 gekroond tot keizer Augustus, de eerste keizer van Rome.
Gaius Octavianus (63 V. Chr. – 14 A.D.) werd in het jaar 27 gekroond tot keizer Augustus, de eerste keizer van Rome.

Over een paar decennia, of misschien eerder, zal Europa geregeerd worden door een autocraat. Iemand die via verkiezingen aan de macht komt en dan, net als Vladimir Poetin in Rusland, vrij snel een soort dictatuur vestigt. Toch zullen veel Europeanen dan tevredener zijn dan nu. Hun leider is charismatisch. Velen identificeren zich met zijn persoon, met zijn ideeën en met wat hij doet. De Europeanen zullen het gevoel hebben dat Europa democratischer is geworden.

David Engels, hoogleraar Geschiedenis van de Romeinse republiek in Brussel, ziet de dingen langzaam die kant opgaan. Als hij de latere periode van de Romeinse republiek bestudeert, ziet hij constant parallellen met de Europese Unie van nu. In de laatste eeuw voor Christus was de republiek een staatsvorm op zijn eind. Democratisch, maar te log voor slagvaardige besluitvorming. Ze was té open voor immigranten uit verre provincies om nog identificatie te bieden voor Romeinen zelf, en propageerde waarden die zo universeel waren dat de gemiddelde Romein zich er niet door aangesproken voelde. Dit Rome werd ook gekenmerkt door vergrijzing, groeiende desinteresse van burgers in de politiek, sociale decadentie en langzame afkalving van de legitimiteit van de heersende elite. Toen Augustus na een roerige periode vol burgeroorlogen aan de macht kwam – in 27 voor Christus werd hij princeps – waren veel Romeinen meer dan bereid hem hun steun te geven.

Krijgt u ooit het verwijt dat u een doemdenker bent, en dat de geschiedenis zich nooit herhaalt?

„Jawel. Daar moeten we voor oppassen. Mensen vragen vaak: wat heeft het voor zin om een dode taal als Latijn te lezen, ons in de Romeinen te verdiepen? Dan antwoord ik: omdat je dan dingen herkent die nu gebeuren. Elementen uit de geschiedenis herhalen zich namelijk wél, of komen terug in andere gedaante. Als je ze herkent, begrijp je je eigen tijd beter.’’

Waar voert u de problemen van de Europese Unie op terug?

„In een poging om na twee gruwelijke wereldoorlogen definitief een bladzij om te slaan, is Europa doorgeslagen in het propageren van abstracte waarden waar veel mensen zich absoluut niet in herkennen. Het populisme met zijn simpele slogans, de afschuw van de politiek die veel mensen nu voelen, en het diskrediet van de elite zijn daar een reactie op. Europa probeert alles wat ‘des mensen’ is te verbannen, omdat dit tot oorlog kan leiden. Dat is begrijpelijk, nobel en prijzenswaardig. Maar het gevolg is dat wij er een moreel kunstmatig Europa van hebben gemaakt. Atheïstisch. Democratisch tot in het absurde. En zo inclusief voor alle mensen op aarde, dat wij nooit tegen anderen kunnen zeggen: u hoort er niet bij. Niemand weet waar Europa ophoudt en waar het voor staat.

„Ik begrijp: de stigma’s van de oorlog moesten worden vermeden. De Europeanen wilden alles nu eens góed aanpakken. Geen nationalisme, maar universele waarden als kompas. Geen Europa waarvan de geschiedenis deels door religie is gevormd, maar een thuis voor iedereen zónder verleden. Gevolg is dat Europa zich enorm druk kan maken over vrouwenemancipatie of homorechten in verre landen, maar zijn eigen problemen niet kan oplossen. Dit is potsierlijk en irriteert veel burgers steeds meer.”

Waarom komt dat er nu pas uit?

„Door de crisis. Veel burgers hebben problemen: werkloosheid, criminaliteit. Ze zijn angstig. En wat doet Europa? Het roept Sri Lanka op om schendingen van de mensenrechten te stoppen.”

Europa, dat zijn onze eigen regeringen?

„Natuurlijk. Regeringen beslissen alles, niet Brussel. Maar de politici verdoezelen dat en als mensen het al zien, kan het ze niets schelen. Resultaat is één grote verkettering van Europa.”

Moet de EU Europese waarden formuleren, geen universele?

„Ik denk het wel. Europa gedraagt zich, net als de Romeinse Republiek, als wereldstaat. Als Singapore aan onze criteria voldoet, wat is dan het verschil tussen ons en de Singaporezen? Iedereen weet dat dit verschil er is. Maar als je de logica van Europa volgt, is het er niet. Intussen slaagt de EU er niet in om dingen die mensen aan het hart gaan, in goede banen te leiden: de recessie, de eurocrisis! Er moeten snel besluiten worden genomen. Dat lukt niet. Landen steken constant spaken in het wiel. Iedereen vecht voor zijn eigen belang. Áls er eindelijk een besluit valt, is er vaak al veel verloren. Crisisbestrijding in Europa bestaat uit compromissen van compromissen. Daar is geen mens trots op. Burgers zien vooral falende politici en instellingen. Ze missen iets waar hun hart naar uitgaat. Waarvan ze deel willen zijn.

„Tijdens de overstromingen in Duitsland, in juni, hielpen veel Duitsers spontaan landgenoten. Ze doen dat voor elkaar, voor hun land. Zo’n mechanisme van diep gevoelde solidariteit kent Europa niet. De manier waarop wij met de Grieken omgaan, is treurig. Dat maakt de preken die wij tegen verre landen houden over universele waarden extra wrang en inhoudsloos.”

Gebeurde dit in Rome ook?

„Exact zo. Rome was net zo multicultureel als de EU. En even politiek correct. Griekse en andere immigranten stroomden de Republiek binnen, omdat er werk was en het leven er goed was. Senatoren spraken behalve Latijn ook Grieks. Syrië meldde zich spontaan aan om erbij te horen. Maar net als in Europa voedde dit ressentiment bij de autochtonen. De afkomst van mensen werd daardoor juist heel belangrijk. Solidariteit in de Republiek smolt weg. Er kwamen onderlinge gevechten, oorlogen.

„Uiteindelijk maakte één man daar een eind aan: Augustus. Hij was jong, vastberaden en immens populair. Hij transformeerde de Republiek in een monarchie met steeds meer autocratische trekken. Hij gooide de universele waarden één voor één overboord en herstructureerde als het ware de Romeinse identiteit. De mensen vonden het geweldig. Ik denk dat hetzelfde met Europa kan gebeuren. Veel Europeanen willen een sterke leider en een duidelijke politiek. Dit verlangen bestaat bij politiek links én rechts, en bij mensen die niet stemmen omdat links en rechts al voor hen hebben afgedaan.”

U denkt aan de grillini in Italië?

„Natuurlijk. In diverse landen zie je dit soort bewegingen ontstaan.”

Augustus ging niet als dictator de geschiedenis in. Was het niet zijn opvolger die korte metten maakte met de democratie?

„De perceptie is dat Augustus de democraat was en Tiberius, na hem, de dictator. Augustus had de steun van het volk, hij kwam niet aan de macht door een militaire putsch, een deel van de bureaucratische elite bleef gewoon zitten en op munten bleef ‘res publica romana’ staan. Maar in feite regeerde hij autocratisch. Alleen, mensen voelden dat niet zo. Ze waren de burgeroorlogen, chaos en besluiteloosheid zo beu dat ze Augustus zijn autoritaire gedrag vergaven. Zijn charisma legitimeerde zijn daden.

„Zo waren overheidsinstanties van de Republiek vóór Augustus erg impopulair, net als in Europa nu. Mensen verachtten de politiek. Na zijn aantreden sloeg dat om. Augustus her-legitimeerde dezelfde elite en dezelfde instanties die eerder in diskrediet waren geraakt. Niemand had spijt van de omwenteling.”

Kan zoiets met de Europese instellingen gebeuren?

„Ik hoop het. Anders overleven ze de crisis misschien niet, zo gehaat zijn ze. Zonder instellingen is Europa kapot. Hoe kunnen individuele landen zonder Europa overleven in deze wereld? Zelfs Duitsland is te klein om een belangrijke machtsfactor te zijn. We hebben Europa nodig, leuk of niet.”

Een simpeler Europa?

„Dat is wat burgers willen. De ironie is dat ze nu vinden dat Europa niet democratisch is, terwijl het hun eigen regeringen zijn die alle beslissingen nemen in Brussel. Hun ministers en premiers leggen verantwoording af in nationale parlementen. Iedereen moet in Europa op iedereen wachten, op elk niveau is inspraak. Dit is enorm ingewikkeld, en wat ermee gebeurt is moeilijk te traceren – maar ondemocratisch is het niet. Een simpeler en overzichtelijker systeem, waarin je sneller besluiten neemt, is ondemocratischer. Maar waarschijnlijk zullen mensen, net als de oude Romeinen of veel Russen onder Poetin, denken dat het democratischer is. Alle draait om de perceptie.”

Bijt de democratie zichzelf in de staart?

„De les lijkt te zijn dat een democratie die zich te veel ontwikkelt, zichzelf kapotmaakt. Er zijn te veel niveaus, alles wordt te ingewikkeld, iedereen wil gehoord worden – op het laatst krijst iedereen door elkaar en wordt er geen besluit meer genomen. In Rome wilde de senaat eens ten strijde trekken. Er kwam een referendum. De opkomst was gering en het volk zei nee. Toen hielden ze een ander referendum. Het volk zei ja. Zo gaat het in de EU ook. Herinnert u zich het Ierse referendum over het Lissabonverdrag? Dat ging precies zo. Op deze manier stelt de democratie weinig voor.”

U beschrijft de EU als een soort ‘imperium’.

„Ze zeggen vaak dat Europa het enige rijk is waar landen zich vrijwillig bij aansluiten. Je hoeft niet te worden belegerd en overwonnen. Volgens mij verandert dat. Had Kroatië echt de keus om erbuiten te blijven? Officieel kunnen België of Nederland elke dag besluiten: we gaan eruit. In werkelijkheid is dat geen optie. Je ruïneert je land. Zwitserland, dat buiten de EU wil blijven, heeft zijn munt aan de euro vastgeklonken en neemt veel EU-wetten over. Op een negatieve manier staan wij allang met één been in een imperium. En er zijn meer negatieve aspecten: dat steeds meer mensen niet stemmen. Dat we steeds meer in een état sécuritaire leven: overal camera’s en pasjescontrole, overal politie als Europese leiders bijeenkomen.

„Maar de positieve aspecten van een imperium hebben we niet: een simpeler bestuurlijk systeem, de helderheid die voortvloeit uit centraal gezag, een sociaal en solidair Europa dat echt iets betekent voor mensen, het feit dat je in het buitenland met één stem spreekt. We moeten leren zeggen: ‘Europa eerst’, zoals de Chinezen of Amerikanen constant doen. We moeten een leider hebben die dat ook kan zeggen. Alleen zo kun je een Europese identiteit kweken. Als Europa wil overleven, heb je een wij-gevoel nodig. Anders haken mensen af.”

En u denkt dat dit wij-gevoel er komt?

„Ja, alleen een meer traditioneel ‘wij’ dan we lang voor mogelijk hadden gehouden. Meer conservatisme is het enige dat Europa van totale desintegratie kan redden. Een derde weg is er niet.’’