Spieken zinloos bij praktijkexamen
Amersfoort
‘Meneer, moeten we een bril op?’ vraagt vmbo-leerling Jari de Graaf (16). Hij heeft een plastic veiligheidsbril in zijn hand. ‘Dat is een inhoudelijke vraag’, antwoordt zijn docent Henrik Jager (29). En die mogen nu niet, want Jari is bezig aan zijn praktijkexamen houtbewerking. En dan kun je punten aftrek krijgen voor het stellen van inhoudelijke vragen. Hij kijkt bedenkelijk. ‘Doe wat jij denkt dat goed is. Hoe heb je het eerder in de les gedaan?’, is het enige wat Jager erover zegt.
Vandaag is de laatste dag van de praktijkexamens voor vmbo-leerlingen. Door heel Nederland doen ongeveer 60.000 leerlingen examen in vakken als administratie, uiterlijke verzorging, horeca, bloembinden en installatietechniek. De praktijkexamens begonnen op 4 april.
houtbewerking
Op het Guido de Brès in Amersfoort leggen dit jaar 47 leerlingen van de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg het examen houtbewerking af. In het technieklokaal op de locatie Arnhemseweg werken donderdagochtend vijf leerlingen aan hun eindexamenopdracht: de Tissuebot. Hun docent houdt in de gaten of alle veiligheidsvoorschriften worden gevolgd, of ze hun werkplek netjes houden en de plankjes eerst lijmen, voor ze ze aan elkaar schroeven.
Jari draait de knop van de bankklem stevig aan, voor hij zijn decoupeerzaag in het hout zet. ‘Zo klemt het hout aan de bank en hoef ik mijn vingers niet in de buurt van de zaag te houden. En ik heb een extra hand om te sturen’, legt hij uit. Voor de zekerheid heeft hij zijn veiligheidsbril maar opgezet. Maar het hoefde niet. In principe geeft hij geen antwoord op inhoudelijke vragen, hij grijpt alleen in als de veiligheid in het geding is. ‘Het gesprek van net is wel een twijfelgeval’, zegt Jager. Hij heeft niets inhoudelijks gezegd, maar zat op het randje. ‘Hier maak ik dan een aantekening van en dat bespreek ik later met collega’s.’
vaardigheden
De sfeer bij het praktijkexamen is ontspannen. Geen rijen vol leerlingen die in stilte en met het zweet op hun voorhoofd over hun papier gebogen zitten. De vijf examenkandidaten kletsen met elkaar en lopen regelmatig achter hun werkbank weg om gereedschap te halen of een machine te gebruiken. Bang dat ze elkaar aanwijzingen geven of bij elkaar afkijken, is Jager niet.
‘Al zouden ze elkaar woordelijk vertellen wat ze moeten doen, als ze niet geoefend hebben, hebben ze de vaardigheden niet. Dus dan gaat het hun sowieso niet lukken.’
De leerlingen moeten niet alleen weten welke schroeven ze moeten gebruiken voor een bepaalde verbinding, maar ook hoe ze de tekening moeten lezen. En dat ze de tekening met het zijaanzicht niet uit hoeven te zagen.
Goed lezen blijft een belangrijk element. ‘Hier staat bijvoorbeeld dat ze een gat moeten voorboren. Maar dat moeten ze dan wel lezen’, wijst Jager. ‘Als ze dat niet doen, heb je kans dat het materiaal splijt, bijvoorbeeld.’ Daarnaast moeten de leerlingen ook laten zien dat ze weten waar ze mee bezig zijn. ‘Als ze bij me komen en zeggen: “Meneer, ik heb zo’n boor-ding-geval nodig”, dan zeg ik: wat is dat? Ze moeten kunnen uitleggen dat ze een accuboor nodig hebben.’
Jager vindt het erg leuk om zijn leerlingen zo geconcentreerd aan het werk te zien. ‘Normaal heb ik mijn handen vol aan hem’, zegt hij, wijzend op een van de leerlingen.
‘Maar nu kan ik gewoon kijken en genieten. Ze zijn doodserieus, ze weten heel goed dat dit hun examen is en dat ze niet kunnen keten.’ Marije van Panhuis (17) heeft op haar bank een stuk hout liggen waar ze een papier met een getekende mal overheen heeft gelegd. Ze zet een priem op een punt van de mal en slaat hem met een hamer een stukje het hout in. Het examen is wel wat moeilijker dan de gewone lessen. ‘Je raakt sneller in de war met al die verschillende tekeningen’, zegt ze. Ze heeft geen haast. ‘Bij ons gaat het om kwaliteit’, ze knikt lachend naar het meisje achter haar. ‘De jongens willen gewoon snel naar huis.’
precisiewerk
‘Nee, we doen geen wedstrijdje hoor’, zegt Dennis Nap (16), die op de bank schuin achter Marije aan het werk is. ‘Het is gewoon gezellig. Als we nou punten kregen voor de snelheid, was het anders.’ Ook hij vindt de opdracht wel wat lastig. ‘Het is veel tekst en veel precisiewerk. Maar het gaat wel goed hoor.’ De opdracht dit jaar is pittig, erkent Jager. ‘Wij krijgen de opgaven ongeveer anderhalve maand voor het examen binnen en dan bekijken we alvast welke bewerkingen de leerlingen moeten doen’, zegt hij. Dit jaar moeten de leerlingen onder andere pvc afronden, een elektrische schakeling maken, dun materiaal bewerken met een decoupeerzaag en metalen popnagels in pvc zetten. De docenten bereiden de leerlingen voor door die bewerkingen zo veel mogelijk te oefenen. Jager: ‘Dat doen we eigenlijk stiekem, ze hebben niet door dat ze dit straks op hun examen moeten doen. Zie het als een soort examentraining.’
De praktijkexamens zitten er bijna op, maar dat betekent niet dat de vmbo-leerlingen nu vakantie hebben. Voor vakken als Nederlands, wiskunde, biologie en economie moeten ook zij straks ‘gewoon’ in de schoolbank schuiven. <