Afrikaanse mode verovert wereld
Amsterdam
De Ghanese ontwerper Oheneba Yaw Boamah showde vorige week tijdens de Africa Fashion Week Amsterdam zijn collectie aan Nederlandse klanten. Zijn label Abrantie TheGentleman is een mengeling van klassieke herenmode met Afrikaanse prints. Hij draagt een strak zwart jasje met zijn eigen embleem op de borstzak, een knipoog naar de kleding op Engelse kostscholen. Zo’n blazer is goed te combineren met de fleurige hemden van Afrikaanse stoffen en de handgemaakte schoenen die hij ook verkoopt, zegt hij. Ze kunnen op bestelling worden gemaakt en opgestuurd.
In de Ghanese hoofdstad Accra heeft hij een naaiatelier met twintig werknemers en een winkel. Zijn grootste bron van inkomsten is het ontwerpen van bedrijfskleding, maar mode is zijn passie. ‘Niet alles wat ik maak is kleurig, een Afrikaanse outfit.’ Juist de hybride mode is in trek bij jongeren in Ghana. Die zijn op zoek naar nieuwe en opvallende kleding. In Amsterdam moet hij de jongeren toch ook warm kunnen maken voor zijn label, zegt hij.
De mode van ontwerpers uit Afrikaanse landen verspreidt zich over de wereld. De migratie en het opgroeien van een nieuwe generatie Afrikanen in het Westen draagt daaraan bij. Daar komt bij dat in Afrika een koopkrachtige bevolkingslaag groeit die bewust kiest voor Afrikaanse ontwerpen en producten. Sinds kort komen er ook steeds meer industrieën voor massamode, deels overgeplaatst uit Azië. Het statistische onderzoeksbureau Euromonitor schatte de omzet van de kleding- en schoeiselsector in de landen ten zuiden van de Sahara onlangs op bijna 28 miljard euro.
Aan aandacht van beroemdheden geen gebrek. Koningin Máxima verscheen in juni in een rok van Lady Africa, het label van ontwerpster Irene Hin, geboren in Ghana; ze heeft een winkel in Den Haag. Michelle Obama en Beyoncé droegen mode van het Nigeriaanse merk Maki Oh van ontwerper Amaka Osakwe in Lagos. Beyoncé is ook klant bij Kisua, een pan-Afrikaans modehuis annex website opgericht door de Ghanees Sam Mensah.
kleurige kleren
Het helpt dat Máxima Afrikaanse mode draagt, zegt Diana Tambe, de drijvende kracht achter de Africa Fashion Week Amsterdam (AFWA) en het modelabel Black Pearl. ‘Je ziet steeds vaker Nederlanders die kleurige kleren dragen.’ Sinds de eerste editie van het evenement in 2014 is het aantal aanvragen om te mogen showen sterk toegenomen, zowel uit Afrika als van Afrikaanse modeontwerpers en producenten in Europa.
Tambe en haar medewerkers moeten scherp selecteren (180 gegadigden, 18 plaatsen te vergeven, 7 ontwerpers uit Afrika). Er zijn drie categorieën: gevestigde namen, opkomend talent en studenten. ‘Het gaat ons niet alleen om het entertainment, maar vooral ook om een zakelijk model vorm te geven, vraag te scheppen en een marktpositie te verwerven.’
Enkele grote namen uit de internationale haute couture brachten op Afrikaanse dessins geïnspireerde mode. Zo kwam Jean Paul Gaultier dit jaar met een collectie sieraden geïnspireerd op de Maasai in Kenia, onder het motto ‘neo-ethnic-chic’. Er is kritiek dat de superrijken pronken met andermans veren, maar Tambe ziet elke verschijning van Afrikaanse toetsen, ook bijvoorbeeld in een Zaracollectie, als een stap op weg naar meer erkenning voor ontwerpers uit Afrika.
In Afrika bloeit een cultuur op van eigengereide modeontwerpers en een stedelijke klantenkring. De Eritrees-Britse journaliste Hannah Azieb Pool schreef onlangs een boek over modecentra in Johannesburg, Nairobi, Lagos en Casablanca: Fashion Cities Africa. Ze wil breken met clichés over Afrikaanse mode, omdat het continent zoveel landen en nog veel meer culturen heeft.
Het afgelopen modeseizoen stonden de collecties van ’s werelds topontwerpers bol van de referenties aan Afrika, schreef ze in The Guardian. Ze noemt ontwerpen van Valentino, Junya Watanabe, Isabel Marant, Alberta Ferretti, Chloe, Louis Vuitton, Missoni en Issey Miyake. Bijna allemaal met witte modellen. ‘Ontwerpers in het Westen hebben een missionarissenpassie voor Out of Africa-clichés.’ Het alternatief zijn de ontwerpen uit de bruisende modecentra in Afrika. In Londen is voor hen vruchtbare grond onder de migranten ‘met hun voorliefde voor alles wat afrocentrisch is’. De cool people noemt ze die jongeren in Afrika en Europa.
De African Fashion Weeks spelen daarbij een belangrijke rol. Ze worden sinds 2011 georganiseerd in
New York, Londen, Amsterdam en Lagos. Uiteindelijk is het doel dat de ontwerpers een vaste plaats krijgen op de reguliere mode-evenementen. Het voordeel van de African Fashion Week Amsterdam is dat gevestigde en beginnende couturiers elkaar kunnen ontmoeten en stimuleren.
kledinglijn
Diane Tambe stuurt daar ook bewust op aan. Zo nodigde ze het Rotterdamse collectief Krachtvrouwen Oude Westen uit voor een presentatie. De van oorsprong Somalische Amina Hussen zette er een naaiatelier op met een eigen kledinglijn. De stichting (die inkomen genererende activiteiten organiseert ‘voor 400 vrouwen in de wijk, 80 nationaliteiten’) heeft acht naaidocenten in dienst. Hussen en Mary Tataw uit Kameroen maken eigen ontwerpen.
AFWA wil ook de vleugels uitslaan, er zijn gesprekken in Nigeria (Abuja) en voor een versie in Brussel, zegt zakelijk leider Aydin Acik. Istanbul, waar zijn familie vandaan komt, staat voor 2017 op het programma. Daar kunnen ze wel wat kleur gebruiken, vindt hij, en er bestaat een grote groep jongeren die op zoek is naar nieuwe, coole kleding. De Afrikaanse migranten in Istanbul hebben al hun kleurrijke stoffen in het straatbeeld gebracht. Nu er nog nieuwe mode van maken; cool people heb je ook in Istanbul volop. <