Vilsterseweg 17, Vilsteren

Omschrijving onderdeel 3: Voormalig KOETSHUIS.

In 1886 werd dit gebouw neergezet door het echtpaar Wilhelmus Cremers en Johanna Helmich. Het gebouw waarin paardenstal, koetshuis, melkkelder, karnhuis, mangel- en knechtenkamer waren ondergebracht en aan de zuidkant een oranjerie, was een ontwerp van J. Grootter te Zwolle en J. Bijvang te Dalfsen.

Het gebouw van een bouwlaag en een kap is opgetrokken in rode machinale baksteen onder een afgeknot, met grijze Hollandse pannen gedekt schilddak. De enkele en samengestelde vensters hebben een roedeverdeling en worden afgesloten door een uitgemetselde korf- of liggende ellipsboog met aanzet- en sluitstenen en siermetselwerk in de boogtrommel. De noordgevel heeft een licht risalerende middenpartij, eindigend in een in- en uitzwenkende geveltop met siermetselwerk; in de geveltop een venster geflankeerd door rondboogvormige nissen. In de gevel zijn een deur met bovenlicht, een grote en een kleine vensterpartij geplaatst.

De oostelijke gevel met vensters, een deur met bovenlicht en een baander met ijzerbeslag, gietijzeren decoraties in de bovenlichten en de wapens Cremers en Helmich boven de deur in de sluitsteen. Op het dak staan houten dakkapellen onder rondbogen met houten luiken. Afgezien van de dakkapellen is de rechter zijgevel vrijwel identiek aan deze.

De indeling van de zuidgevel is identiek aan de voorgevel.

In het inwendige is de betegelde paardenstal met vijf stands en gietijzeren palen nog aanwezig. Klinkers op de vloer en pomp tegen de westgevel. Houten plafond van schroten. De ruimte voor de koetsen is herkenbaar maar verbouwd.

Waardering

Het voormalig KOETSHUIS behorend tot de historische buitenplaats Vilsteren is van algemeen architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang:

- vanwege de ouderdom;

- vanwege het type;

- als onderdeel van een buitenplaats met hoge ensemblewaarden;

- vanwege de architectuur in harmonie met het hoofdgebouw;

- vanwege de bewaard gebleven interieur-onderdelen.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
529476
Complexnaam
Vilsteren
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

Omschrijving van het complex

Het in structuur en grotendeels in detail goed bewaard gebleven complex HISTORISCHE BUITENPLAATS VILSTEREN bestaat uit de volgende onderdelen:

Het LANDHUIS Vilsteren (1), HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG (2), voormalig KOETSHUIS (3), voormalige KOESTAL (4), HOOISCHUUR (5), WAGENLOODS (6), MOESTUINMUUR met TUINMANSWERKPLAATS (7), BRUGGEN (8A en 8B), TOEGANGSHEK (9), IJSKELDER (10), HERMITAGE (11), KOEPEL (12), WINDKORENMOLEN (13), BOERDERIJ BORRINK (14), HUIS van de WERKBAAS (15), OUDE HUIS van de WERKBAAS (16), BOERDERIJ GROOTHOF (17).

De geschiedenis van het Hof te Vilsteren gaat terug tot in de Middeleeuwen. Vilsteren was het hoofdhof van het gelijknamige buurtschap. Uit 1381-1383 dateert de eerste vermelding van het Hof, wanneer het hof met toebehoren door de Utrechtse bisschop wordt beleend aan Herman van Vilsteren. Uit 1675 dateert de eerste vermelding van een "Spieker" op Vilsteren, in eigendom van de heer Van Vilsteren. In 1754 kwam het huis en hof van Vilsteren "met alle deszelfs getimmerten en onderhoorigen plantagien, opgaende bomen, akkermaalshout zo agter het huis als elders, weiden en hooilanden aen en over de Vegt" in eigendom van Alexander van Grootvelt, die in de decennia hiervoor al de buitenplaats in beheer had. Dit wordt vermeld in een reisverslag uit 1730, waarin "de plaats van den heer Grootveldt" wordt vermeld, "alwaar considerable nieuwe plantagien van eijkenboomen waren angelegt". Na de dood van Van Grootvelt in 1774 gaat zijn broer Willem van Grootvelt verder met de aanleg van plantagiën en met de vergroting van het landgoed. Voor 1790 waren de volgende nog bestaande elementen aanwezig: de rechthoekig ommuurde moestuin (muur uit 1783; oorspronkelijk werd het lange muurgedeelte door een koepel onderbroken, die in 1864 werd afgebroken), het monumentale toegangshek in Lodewijk XVI-stijl (1786), de rechte laan met laanbeplanting pal aan de noordzijde van het huis (Vilsterseweg), de hierop aansluitende rechte laan met laanbeplanting tussen de buitenplaats en het dorp Vilsteren (Vilsterse Allee), de rechte laan met laanbeplanting ter hoogte van de huisplaats in noordwestelijke richting van de Vecht, het vierkante sterrenbos aan de westzijde van de historische tuin- en parkaanleg, het ruime rechthoekige beboste terrein tussen het sterrenbos en de haaks op de Vilsterseweg staande Gravendijk (in de 18de eeuw eveneens voorzien van een sterpatroon), de tegen de oostzijde van de huisplaats gesitueerde noord-zuid verlopende laan met laanbeplanting (Borrinkdijk) en het ruime rechthoekige beboste perceel aansluitend en ten oosten van de Vilsterse Allee, de zogenaamde Gernerbelten. Laatstgenoemde geaccidenteerde bosaanleg werd doorsneden door een lanenstelsel in de vorm van een assenkruis met in het hart een heuvel waarop een solitaire boom (grove den). Alhoewel de in oorsprong in formele stijl aangelegde huisplaats in 1787 in landschapsstijl werd vergraven vonden grootscheepse wijzigingen en uitbreidingen van het park van Vilsteren in landschapsstijl vanaf het begin van de 19de eeuw plaats. Na de dood van Willem van Grootvelt in 1790 breidde zijn schoonzoon Michael Helmich de aanleg in formele trant uit, door de aanleg van de zogenaamde nog steeds in het veld herkenbare Zeven Alleeën in 1793, een stelsel van lanen, die aan de zuidzijde van het park vanuit een punt straalsgewijs in zeven richtingen uiteengaan: de middelste laan vormt de op de achtergevel van het huis gerichte zichtas vanuit het huis in zuidelijke richting. In 1803 werd in het vervolg op de rechte laan naar de Vecht rondom de zogenaamde Molenes ten noorden van het huis een geaccidenteerde wandeling in landschapsstijl aangelegd met uitzichtheuvel (Kurkentrekker) waarop koepel (afgebroken) met uitzicht naar de Vecht en een (nog bestaande) koepel met doorzicht naar de es. Oorspronkelijk was laatstgenoemde koepel van hout. In 1854 werd de houten koepel door een stenen koepel vervangen. De huidige koepel betreft een in de jaren twintig van de 20ste eeuw herbouwd exemplaar.

In de periode 1810-1815 werden onder leiding van de tuinarchitect Georg Anton Blum verschillende delen van het park verlandschappelijkt. De lanen in het sterrenbos aan de westzijde van de aanleg kregen een kronkelend verloop, het sterpatroon in het grote rechthoekige aan de oostzijde hierop aansluitende bosperceel verdween. Ervoor in de plaats kwam het huidige ruimschalige, in curven verlopende padenpatroon. De strook parkaanleg tussen huisplaats, moestuinmuur en Vilsterseweg werd eveneens in landschapsstijl heraangelegd en de omgrachting aan de zuidzijde van het huis werd in curven vergraven, waardoor het huidige eiland met parkbomen en heesters ontstond (oorspronkelijk beplant met fruitbomen).

In 1803 werd de oude spieker vervangen door een landhuis op rechthoekige grondslag. Toen kwam vermoedelijk ook de aanplant van eiken aan de voorzijde van het huis aan weerszijden van het gezicht vanuit het huis over de Molenes in de richting van de koepel tot stand.

Na de dood van Michael Helmich in 1835 nam zijn zoon Piet Helmich het beheer van de buitenplaats over. Door aankoop en grondruil omstreeks 1840 was Piet Helmich in staat de wandeling rondom de Molenes door te zetten rondom de ten oosten hiervan gelegen Grote es, waardoor de huidige rondwandeling om beide essen is ontstaan, die aan de oostzijde aansluit bij de eveneens door Piet Helmich van slingerpaden voorziene bosaanleg Gernerbelten. Evenals de wandeling rondom de Molenes werd deze wandeling van een sterke accidentatie voorzien, (deze accidentatie heeft een natuurlijke oorsprong), met name het bosgedeelte aan de noordwestrand van de Grote es, waar op een beboste heuvelpartij naast een Rododendronvallei de nog bestaande rustieke Hermitage (voor 1846) werd gebouwd.

Ook het westelijke gedeelte van de bosaanleg, Gernerbelten, werd in deze periode op een vergelijkbare grillige wijze vergraven.

In 1858 werd in de zichtas vanuit het huis op de Molenes en op strategische plaatsen vanaf de wandeling rondom deze es zichtbaar de huidige hoog opgetrokken korenmolen gebouwd.

Deze door Michael en Piet Helmich gerealiseerde wandeling rondom de molenes en Grote es vormt een in Nederland uniek voorbeeld van een parkaanleg in landschapsstijl die een dorp en open percelen bouw- en weilanden omsluit, en waarbij het dorp met omringende bouw- en weilanden gedurende de wandeling een grote belevingswaarde vertegenwoordigen.

Na de dood van Piet Helmich in 1860 werd door diens zoon Henricus Helmich in 1865 even ten westen van de oprit en ten noorden van de moestuinmuur de huidige kleine ijskelder gebouwd. Na diens dood in 1884 vererfde de buitenplaats naar zijn zuster Johanna, gehuwd met Wilhelmus Cremers.

Onder leiding van Cremers werden het koetshuis (1886), de koestal, en het huis voor de werkbaas (1904) gebouwd. Voorts werd in deze tijd de noordelijke moestuinmuur verlengd en kwam een kleine tweede moestuin tot stand met in de noordoosthoek de bewaard gebleven tuinmanswerkplaats. In 1897 werd door Cremers de bouw van de huidige door architect J.W. Boerbooms in neo-gotische stijl gebouwde St. Wilibrordus kerk bekostigd, die vanaf de wandeling rondom de Molenes in de doorzichten op de es tesamen met de molen en de hier gelegen boerderij sindsdien een beeldbepalende rol vervult.

Een jaar na de dood van Cremers in 1906, laat zijn erfgenaam Gellius Pathuis Cremers, gehuwd met Hermance Maria Vos de Wael door Eduard Cuypers het huidige hoofdgebouw optrekken, dat op dezelfde plaats als de spieker en het vroeg 19de-eeuwse landhuis werd gebouwd. In samenwerking met Cuypers werden onder leiding van de tuinarchitect Dirk F. Tersteeg enkele wijzigingen in de parkaanleg doorgevoerd. Voor het huis werd een druppelvormige oprit (gazon) aan gelegd, met aan de westzijde een ruimmazig patroon van zeer smalle slingerpaden, die in het westen aansluiten bij het door Blum aangelegde padenpatroon. In deze periode werden ook aan de Vilsterseweg en de Vilsterse Allee de huidige twee deels betonnen en ijzeren kleine toegangsbruggen gerealiseerd.

Wat er over is van de aanleg van Tersteeg ligt direct achter het huis. Het nu nog aanwezige pinetum op het eiland is ook van Tersteeg.

Waardering van het complex

De HISTORISCH BUITENPLAATS VILSTEREN met landhuis, bijgebouwen en tuin- en parkaanleg is van bijzonder cultuur-, architectuurhistorisch en stedenbouwkundig belang:

- als beeldbepalend middelpunt van het gelijknamige dorp;

- als hoogtepunt in het oeuvre van de architect E. Cuypers;

- als monumentaal ensemble met hoge ensemblewaarden;

- vanwege de neorenaissance bouwstijl van het huis en het Koetshuis;

- vanwege de fraaie situering;

- vanwege de gaafheid van de onderdelen.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Koetshuis(L) Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz. oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Vilsterseweg 17 7734 PD Vilsteren Ja
Vilsterseweg 18 7734 PD Vilsteren
Types
Hoofdcategorie Subcategorie Beschrijving Notitie
Kastelen, landhuizen en parken Bijgebouwen kastelen enz.
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
H 7405 Ambt-Ommen
Naar boven