Een beschadigd dorp: "Heibloem wordt nooit meer zoals het was."

© Franco Gori

Het dorp dat een geheim bewaart. Zo eindigt het liedje ‘Vlinder’ van Rowwen Hèze, opgedragen aan Nicky Verstappen uit Heibloem. Het drama heeft het dorp beschadigd en gespleten. "Heibloem wordt nooit meer zoals het was."

Redactie

"Moet dat allemaal weer worden opgerakeld?" Een klant bij brood- en banketbakker Christine Nijssen windt zich op over het gespreksonderwerp: de dood van Nicky en de daaruit voortvloeiende verdeeldheid in Heibloem. Volgens haar is er geen sprake van een gespleten gemeenschap: "Dat is een buitendorpse mening. Wij ervaren dat niet zo. Ik groet Berthie ook gewoon. Misschien dat ze dat in de roes van haar verdriet is vergeten. Maar het monument voor Nicky hoort niet hier, maar in Brunssum, waar het is gebeurd."

LiedjeDe verkoopsters in de bakkerij zeggen evenmin iets te merken van verdeeldheid in de hechte gemeenschap van hun dorp. In de winkel wordt eigenlijk nooit meer over de dood van Nicky gesproken, weten ze. Ook niet nu Rowwen Hèze er een liedje over heeft gemaakt. "Ik luister nooit muziek, dus ik wist het niet eens. Natuurlijk, het is verschrikkelijk wat er is gebeurd. Maar het is niet zo dat we Berthie niet meer aankijken, helemaal niet. Het is alleen zo moeilijk om iets tegen haar te zeggen." De klant vindt het onzin dat mensen in het dorp iets zouden verzwijgen, zoals in het liedje ‘Vlinder’ wordt gesuggereerd. "Ik hoop ook dat de zaak vandaag nog wordt opgelost. Voor de ouders. Dat wil iedereen. Maar ja, het is gebeurd, wat kun je er aan doen? Het leven gaat door."

Heibloem. Stil, netjes en aangeharkt. Op het saaie af. Een groen dorpje aan de rand van de Peel, met zo’n 870 inwoners. Met de bakker als enige winkel. Mensen van buiten worden met enige argwaan bekeken. En lang niet iedereen wil over de kwestie praten. Een plantsoen vormt het dorpshart. Vanaf een bankje zijn de kerk, de bakker en de basisschool te overzien. Bij de school stopt een brommer, de bestuurder doet zijn helm af. Een jaar of zestien is-ie. Net zo oud als Nicky nu zou zijn geweest. Het dorp is verrassend rijk aan verenigingen: zeker tien clubs, waaronder sportverenigingen, een dameskoor, een toneelvereniging en natuurlijk de Stichting Joos Barten Jeugdwerk Heibloem. Een plattelandsdorp als vele andere. Met één levensgroot verschil: het monument ter nagedachtenis aan een vermoorde elfjarige inwoner.

ArgwaanNicky Verstappen verdween op 10 augustus 1998 van een Jeugdwerk-zomerkamp in Brunssum en werd een dag later dood en vrijwel zeker seksueel misbruikt teruggevonden op de Brunssummerhei. Nooit is zijn dood opgehelderd. Voor het eerst sinds Nicky’s dood, die zo raadselachtig is dat niemand over moord durft te spreken, gaat het Jeugdwerk weer op kamp. Maar niet met míjn kinderen, zeggen twee vrouwen die als klaarover de jeugd helpen de drukke Meijelseweg over te steken naar school. "Daar ben ik niet gerust op. Er is te veel gebeurd", zegt Gerrie Nijssen. Zij is één van de mensen die argwanend naar het Jeugdwerk kijken. "Mensen durven niet voor de waarheid uit te komen. Als je niks te verbergen hebt dan zeg je toch gewoon: wij hebben er niks mee te maken, maar vinden het vreselijk wat er is gebeurd?"

Dat is precies waar Pastoor Nies van Lier al vierenhalf jaar op wijst. Veel Heibloemnaren zijn hardvochtig, zegt hij. "Mensen zeggen dat het gepraat over Nicky Verstappen en het zoeken naar antwoorden maar eens afgelopen moet zijn. Want het is al zo lang geleden. Hoe kun je zoiets zeggen?" Zijn uitspraken liegen er niet om. Onlangs nog had hij het over de leiders van het Jeugdwerk Heibloem, "die met een kind minder terugkwamen van kamp en deden alsof ze een onderbroek waren vergeten." De dood van Nicky heeft het zedenverleden van in ieder geval de voormalig kampoudste opnieuw blootgelegd, stelt Gerrie Nijssen. Haar vader is één van de slachtoffers, dus ze weet waar ze over praat, zegt ze. De man heeft meerdere slachtoffers gemaakt, maar er wordt niet over gesproken. Uit schaamte, denkt ze. Wie je ook aanspreekt, de dood van Nicky wordt in één adem genoemd met het zedenverleden van de kampoudste. Hoewel daarvoor nooit bewijzen zijn gevonden.

LaksNijssen stoort zich, net als pastoor aan de "lakse houding" van veel Heibloemnaren. "De meeste mensen gaan verder alsof er nooit iets is gebeurd. Onbegrijpelijk. Waarom staat niet het hele dorp als één man achter de ouders? Berthie en Peter komen om in verdriet. Als we hen met z’n allen hadden gesteund, hoefden ze niet weg hier."

Berthie en Peter Verstappen verhuizen komende zomer met hun twaalfjarige dochter Femke naar Meijel. Ze zijn zwaar teleurgesteld in Heibloem. In het Jeugdwerk, dat nooit samen met hen Nicky’s laatste dagen is komen evalueren en dat nooit fatsoenlijk zijn medeleven heeft betoond. Maar ook in sommige vrienden, deels lid van het Jeugdwerk. Na Nicky’s verdwijning hielp half Heibloem hen zoeken op de hei. "Dat deed góed, in al je verdriet. Maar van die steun is niets meer over. Waarom? Het is net alsof er meer wordt meegeleefd met het Jeugdwerk dan met ons. Ik snáp het niet. Mensen zijn zo onverschillig."

Mede-oprichter van het monument Johan Hoenink houdt het op "verregaande lompheid". "Ik mag tenminste hopen dat het dat is. Mensen hier hebben geen inlevingsvermogen." Hij houdt duim en wijsvinger een centimeter van elkaar en zegt: "Ze proberen zich nog niet zó’n klein beetje voor te stellen hoe het moet zijn voor de ouders. Een deel van het dorp verwijt hen dat ze ermee bezig blijven. Want het is nu toch al zo lang geleden. Maar de ouders hebben vragen. Zolang antwoorden uitblijven, blijven zij zoeken. Ik hoop in elk geval dat het geheim van Heibloem wordt ontrafeld dan wel ontzenuwd."

DaderHij woont naast de oma. Heeft het verdriet van dichtbij gezien. "Zo ben ik betrokken geraakt." Dat was de reden dat hij zich ging bemoeien met de oprichting van het omstreden monument. Verbazingwekkend blijft dat een monument ter nagedachtenis aan een overleden voetballertje uit het dorp weerstand kan oproepen. Hoe kan een mens daar op tegen zijn? Dát het kan, bewijst Heibloem. Diverse inwoners, vooral zij met een link naar het Jeugdwerk, zien het als een ‘monument van beschuldiging’. Voor Vester Scheepers, waarnemend voorzitter van het Jeugdwerk, is het monument een regelrechte aanklacht tegen zijn club. Het had er van hem niet hoeven komen; hij heeft er ook geen cent aan bijgedragen. Het zou te zeer verwijzen naar een eventuele dader, die zich zou schuilhouden in het Heibloemse Jeugdwerk. Zo is het nooit gezegd en evenmin bedoeld door de initiatiefnemers. Maar het is wel zo opgevat door leden van het Jeugdwerk en sympathisanten ervan.

Kort na de begrafenis van Nicky kwam de geruchtenmachine op gang. Omdat het politie-onderzoek zich nadrukkelijk op het Jeugdwerk richtte. En omdat misdaadverslaggever Peter R. de Vries wroette in het zedenverleden van kampleiders en dat in verband bracht met Nicky’s dood. De onderzoeksleider liet op een bijeenkomst in het dorp per ongeluk de naam van de kampoudste en oprichter van het Jeugdwerk vallen. Ook hield hij de ouders Verstappen voor dat de dader binnen het Jeugdwerk gezocht moest worden en dat diens aanhouding slechts een kwestie van tijd zou zijn. Daar begon het gesmoes onderling. Ouders reageerden verbijsterd: hoe is het mogelijk dat de man (destijds onderwijzer) die in de jaren vijftig werd veroordeeld wegens ontucht met jongens, zo’n vooraanstaande plaats heeft in Jeugdwerk, voetbalclub en dorp? De verhalen over mogelijk ongewenste intimiteiten van volwassenen met kinderen in het dorp waren talrijk.

SpelletjesDe vaste kern van het Jeugdwerk bestond uit vrijgezelle veertigers, die veelal nog bij hun ouders woonden. Dit werd gezien als verdacht. Dat de voetballertjes hun nieuwe tenues één voor één bij de kampoudste thuis moesten gaan passen evenzeer. En dan al die kindertekeningen bij de oude heer op zolder, plus ‘verdachte’ spelletjes op het kamp. De recherche had het gevoel dat er iets niet deugde binnen die club, maar vond daarvoor geen bewijzen. De zweem van kindermisbruik die boven Heibloem kwam te hangen, kreeg de kampleiding door hardnekkig zwijgen niet uitgewist.

Zo ontstonden er als het ware twee kampen: aan de ene kant het Jeugdwerk en zijn sympathisanten en aan de andere kant degenen die kritisch naar het jeugdwerk keken. De gemeente wilde geen partij trekken en hield de handen af van een monument op gemeentegrond. Sjef Peeters, al twintig jaar burgemeester van Roggel en Neer legt "voor de 37ste keer, met plezier" uit waarom in 2000 werd besloten geen medewerking ("maar ook geen tegenwerking") te verlenen aan de komst van zo’n gedenkteken. Zou de gemeente een strookje grond in het plantsoen hebben afgestaan -nota bene tegenover de woning van de kampoudste - dan leek ze daarmee "actief partij te kiezen, voor die groep die het er over eens was dat enkele mensen van de Heibloem, van het Jeugdwerk, iets fout hebben gedaan. Destijds zagen wij grote gevaren voor de hechtheid van de gemeenschap. Een schisma dreigde."

ExcusesAlle publiciteit over het Jeugdwerk, als zou het een losgeslagen bende zijn - inclusief vingerwijzingen naar ongewenste intimiteiten - daar herkent de burgemeester het Jeugdwerk niet in. "Het beeld van een zuipende en feestende bende zonder verantwoordelijkheidsgevoel is buiten proporties. Ik ken die mensen, ook in andere hoedanigheden, als lid van de voetbalclub bijvoorbeeld. De echtgenote van één van de leiders werkt in het gemeentehuis." Na de dood van Nicky heeft het Jeugdwerk een tijd stil gelegen. Maar op verzoek van ouders is het toch weer opgestart, zegt waarnemend voorzitter Vester Scheepers. Voor het eerst heeft zijn Jeugdwerk, twee weken geleden, in een open brief aan alle inwoners van Heibloem de verantwoordelijkheid genomen voor ‘het verschrikkelijk gebeuren met Nicky’. "We zijn verantwoordelijk, maar niet schuldig." Vandaar geen excuses in de brief: "Een excuus impliceert schuld. Dat doen we dus niet."

Scheepers vertelt dat het bestuur van het Jeugdwerk, na Nicky’s dood, drie keer op bezoek is geweest bij Berthie en Peter Verstappen, waarbij wel degelijk medeleven zou zijn betoond. "Ik bestrijd echt dat we nooit iets hebben gedaan richting ouders, dat is gewoon niet waar. Het is het ergste wat je kan overkomen. Ook voor het Jeugdwerk, het is het allerergste als je van een kamp terugmoet met een kind minder. Ik vind net als de ouders dat de onderste steen boven moet, ik heb ook kinderen." Het Jeugdwerk is gebrouilleerd geraakt met de Verstappens nadat deze "beschuldigingen begonnen te uiten aan ons adres", zegt Scheepers. "Een oude zedenkwestie werd opgerakeld." Ook hij verwijst naar de voormalige kampoudste. "In vijftig jaar is er geen enkel signaal gekomen dat-ie in zijn oude fout vervallen zou zijn. Het was in kleine kring bekend dat hij was veroordeeld, maar er was voor ons op dat moment geen enkele aanleiding om ’m niet mee te laten gaan."

GeheimDe Verstappens - en met hen meer dorpelingen - vragen zich nog steeds openlijk af of de waarheid wel is gesproken. Er wordt gesuggereerd dat binnen het Jeugdwerk een geheim wordt bewaard. De laatste zin van het liedje over Nicky van Rowwen Hèze luidt: ‘’n durp dat ’n geheim bewaart’. Scheepers: "Het zou toch te gek zijn als wij dingen zouden verzwijgen? De politie heeft niks gevonden. Het lijkt mij dat je dan op een dag moet stoppen met de beschuldigende vinger te wijzen. Wij hebben niks te verbergen. Waarschijnlijk ligt de oplossing niet in Heibloem. Het zou schitterend zijn als-ie buiten het dorp ligt. Maar Heibloem zal nooit meer worden wat het is geweest."