In wat vandaag de dag Nationaal Park De Sallandse Heuvelrug is werd door de Almelose textielfabrikant Anton Albert Willem van Wulfften Palthe een landgoed gesticht en een jachtkoepel gebouwd. De koepel groeide in de loop der tijd uit tot een huis dat wat weg heeft van een Engels dorpje.

Landgoed De Sprengenberg ligt aan de westkant van het Nationaal Park Sallandse Heuvelrug en ten zuiden van het dorpje Haarle. Het hart van het landgoed wordt gevormd door het huis, dat boven op De Sprengenberg is gebouwd, en de omliggende tuin. Het landgoed, met een omvang van 740 hectare, is vandaag de dag in beheer bij Natuurmonumenten. Het huis en de tuin zijn eigendom van Stichting Huis Bergh.

Bijzonderheden

Het huis was zelfvoorzienend. Er was, en is nog steeds, een 30 meter diepe put voor de watervoorziening. Door middel van een paardenmolen werd het water in een reservoir van 10.000 liter op de toren gepompt. Tegenwoordig wordt het water elektrisch vanuit de put opgepompt. Voor de verlichting werd er in het begin gebruik gemaakt met gasverlichting op acetyleen. Later werd de elektriciteit opgewekt met een windmolen. Weer later werd er gebruik gemaakt van een generator. Voor zijn tijd was het huis erg modern. Zo bevat de toren een lift en was er centrale stoomverwarming die tot wel 200 ton kolen per seizoen verbruikte.

Geschiedenis

Bij de veiling van gronden van de marke Haarle in 1898 kocht Anton Albert Willem van Wulfften Palthe, textielfabrikant te Almelo, 740 hectare aan heidegronden op en rond De Sprengenberg. Deze 'berg' ontleent haar naam aan de sprengen (bronnen) die aan de zuidzijde gelegen zijn. Op de 35 meter hoge Sprengenberg liet Palthe een achthoekige jachtkoepel bouwen. Later gaf hij architect Karel Joan Muller de opdracht om een bijzonder ontwerp te maken. Muller ontwierp een huis met een 30 meter hoge woontoren met bijgebouwen in vakwerkstijl. Na goedkeuring werd met de bouw begonnen, het geheel werd tussen 1898 en 1910 gerealiseerd. De bouwmaterialen werden met ossen naar boven getrokken langs de Ossenweg, een pad naast de huidige oprijlaan. Voor het plaatsen van de dekplaat op de schoorsteen werd een katrol gebruikt. Men bevestigde het uiteinde van het touw aan een auto die vervolgens heuvelafwaarts reed. Aanvankelijk werd het huis als jacht- en vakantiehuis en sterrenwacht gebouwd. Later ging Palthe er permanent met zijn echtgenote wonen. Zij leed aan reuma en had baat bij de droge lucht op de berg.

Karel Muller werkte veel samen met tuin- en landschapsarchitect Leonard Springer, zo ook bij het Palthehuis. Van Springer zijn hand is het eerste, conceptuele, ontwerp voor de tuin. Pieter Watttez vervolmaakte het ontwerp en voerde het uit. De tuin bestaat uit taxushagen die de contouren van het huis volgen, een stelsel van gebogen paden, een rozentuin, een border langs de noordelijke zichtas, een rhododendrontuin, een croquetveld en een tennisbaan.

Vanaf 1907 werd het landgoed ontgonnen door de Heidemaatschappij. Er werden bossen aangeplant met voornamelijk grove den. Hiervoor diende de grond bewerkt te worden. Aanvankelijk gebeurde dit met dierlijke kracht door zes ossen voor een ploeg te spannen. Later werd de stoomploeg toegepast. Na het ploegen werden er bossen en lanen aangeplant waaronder een beukenlaan met een lengte van 1,5 km.
Anton Albert Willem van Wulfften Palthe overleed in 1929. Zijn kinderen erfden zijn bezittingen. Na de crisisjaren was het voor hen niet mogelijk om de exploitatie van het landgoed rond te krijgen. Na de Tweede Wereldoorlog werden het landgoed en het huis verkocht. Het huis en de tuin, met een oppervlakte van 7 hectare, zijn in eigendom van de Stiching Huis Bergh wordt door hen in erfpacht uitgegeven aan de afstammelingen van Palthe, verenigd in Vereniging De Sprengenberg. Natuurmomenten beheert de omliggende gronden.