Geschreven door Tijmen

Deel pagina

Alles over noren

In dit artikel brengen we je helemaal op de hoogte van alles wat met noren te maken heeft. En daarmee bedoelen we de schaatsen, niet de mensen uit Noorwegen. Het heeft iets met elkaar te maken (daarover lees je zo meer), maar we zullen ons enkel over de schaatsen gaan buigen. Ben je graag op het ijs en denk je er aan om noren te kopen, of wil je graag eens wat leren over deze schaatsen en hoe je er op schaatst? Lees dan snel verder!

Snel naar:

Wat zijn noren?

Noren zijn schaatsen die speciaal gemaakt zijn om langere afstanden op een hoge snelheid te kunnen afleggen. Er gaat een lange ontwikkeling aan schaatsen vooraf aan de tegenwoordig veelgebruikte schaats. We zullen je daar eerst even een kleine uitleg over geven, en vervolgens het verschil tussen noren en andere veelgebruikte schaatssoorten uitleggen.

Opkomst van noren

Schaatsen is in Nederland al ontzettend lang heel populair. Uit vondsten is zelfs gebleken dat in de 13e eeuw al geschaatst werd. Ook andere landen deden mee in de rage van het schaatsen. Er werd tegen het einde van de 19e eeuw geschaatst op Friese doorlopers. Dit waren houten schaatsen die onder de schoenen werden gebonden. In 1885 kwam toen in Noorwegen (vandaar de naam) een nieuwe schaats op de markt. Deze bestond uit één stuk, en de Noren bedachten dat voor de stabiliteit het mes (waar je op schaatst) het beste in een ronde buis kon worden gemonteerd. Dit wordt tegenwoordig nog steeds toegepast bij professionele noren. Toch duurde het nog lang voor de noren de bovenhand kregen. Pas bij een wedstrijd in 1954 was iedereen om, nadat ze er op hun Friese doorlopers allemaal werden uitgereden door twee schaatsers op noren.

Kenmerken van noren schaatsen

Het eerste dat opvalt aan de noren, is dat ze een lang mes hebben om op te schaatsen. Dat steekt aan zowel de voor- en de achterkant verder dan de schoen uit. Het mes is daarnaast vlak, en kromt pas bij de uiteinden naar boven af. Dit zorgt dus voor een ontzettend groot oppervlak waarop je kunt schaatsen. Door dat grote oppervlak kun je zo lang mogelijk contact hebben met het ijs, wat zorgt voor een hoge snelheid. Over het algemeen zijn noren vrij lastig om op te leren schaatsen, omdat ze instabiel zijn. Enkels knikken daardoor snel, wat niet erg prettig is. Voor je dus begint met het schaatsen op noren, wordt er vaak eerst geoefend op andere soorten. We hebben het hier dan wel over de traditionele hoge noren schaatsen. Tegenwoordig zijn ook noren er in verschillende soorten en maten, we bespreken ze later nog uitgebreid.

Het verschil tussen noren en kunstschaatsen

Het eerste dat opvalt als je de twee schaatssoorten naast elkaar zet, is dat de kunstschaats een kleiner mes heeft om op te schaatsen. Deze zit direct vast aan de schoen, dus zonder tussenstuk (dit worden bij noren de potten genoemd). Door die kleinere schaats is de kunstschaats een stuk wendbaarder en meer stabiel dan de noor. Voorop heeft de kunstschaats daarnaast een aantal tanden zitten. Deze tanden worden gebruikt om af te zetten voor een sprong, of om op rond te draaien. Voor een beginnende schaatser zijn die tanden af en toe nog een struikelblok. Het is door de stabiliteit toch erg gemakkelijk om te leren schaatsen op kunstschaatsen, in tegenstelling tot noren.
 

Het verschil tussen noren en ijshockeyschaatsen

IJshockeyschaatsen zijn speciaal gemaakt voor de sport ijshockey. Als je die sport al eens bekeken hebt, weet je dat dat er vrij hard en snel aan toe gaat. Deze schaatsen zijn daar dan ook op gemaakt. Ze zijn extra stevig, en hebben korte messen (deze noemen ijshockeyspelers ‘ijzers’). Door die korte messen zijn de schaatsen erg wendbaar, stabiel en snel op korte afstanden, net als kunstschaatsen. Hier zit ook het verschil in met noren, waar de snelheid vooral op langere afstanden moet worden behaald. Doordat iedere ijshockeyschaats stevig is, zitten je voeten en enkels ook goed vast. Je zult niet snel zwikken met deze schaatsen, waardoor het een ideale schaats is om op te leren schaatsen. Veel mensen leren eerst op kunstschaatsen of ijshockeyschaatsen de bewegingen onder de knie te krijgen, en stappen dan over op noren.

 

Welke verschillende typen noren zijn er?

Na 1954 kwam de ontwikkeling van noren in een stroomversnelling terecht. Er bestaan tegenwoordig grofweg drie soorten noren; de hoge en lage noren, en de combinoor. We zullen ze alle drie wat verder toelichten.

Hoge noren

Alles wat je tot nu toe hebt gelezen in dit artikel, ging over de hoge noren. Bij deze schaatsen sta je gemiddeld 3 cm hoger op het ijs dan bij lage noren. Hierdoor is het moeilijker om je evenwicht te bewaren, en kost het schaatsen meer kracht. Hoge noren worden voornamelijk gebruikt als je met hogere snelheden gaat schaatsen. Bij het maken van bochten komen lage noren dan namelijk tegen het ijs aan. De extra 3 cm die hoge noren hebben, zorgen er voor dat dat niet gebeurt. Hoge noren hebben bijna altijd een lage schoen, zodat de enkel vrij is om te bewegen. Mocht je zwakke enkels hebben, dan is de hoge noor door het snelle omklappen van de enkel niet aan te raden. De hoge noor is echt bedoeld voor gevorderde- en wedstrijdschaatsers.

Op professioneel niveau maken veel schaatsers tegenwoordig gebruik van de klapschaats. Dit is een hoge noor waarbij aan de voorste pot (het verbindingsstuk tussen de schoen en het mes) een scharnier zit dat open klapt. De achterste pot zit niet vast, waardoor de schaats als het ware achter je aan sleept als je afzet. Hierdoor heb je de schaats langer op het ijs, en kun je dus meer snelheid maken.

Lage noren

Bij lage noren sta je dus (logisch) lager op het ijs dan bij hoge noren. Dit zorgt voor wat meer stabiliteit, en je hoeft minder kracht te gebruiken om de schaatsbewegingen te maken. Hierdoor zijn lage noren uitermate geschikt voor langere tochten. Bij lage noren bestaan zowel halfhoge als lage schoenen. Mocht je wat zwakkere enkels hebben, dan raden we je aan om de halfhoge schoen te gebruiken. Het ‘diep zitten’ op de schaats gaat dan wel minder goed. Diep zitten is de houding die schaatsers maken als ze meer snelheid willen maken. We zullen deze techniek later nog uitgebreid uitleggen. Met lage schoenen gaat dit beter.

Combinoren

De combinoor is een steeds populairder wordende schoen onder recreatieve schaatsers. Deze schaats dankt zijn naam aan de combinatie van het mes van de noor en de schoen van een ijshockeyschaats of ski. Die schoenen staan bekend om hun stevigheid en comfort. Dat in combinatie met de langere tochten die je er op kunt maken, spreekt ontzettend veel mensen aan. Het leuke aan de combinoor is ook, dat je er op kunt leren schaatsen. Ze zijn namelijk een stuk stabieler dan de hoge en lage noren, waardoor je enkels niet zwikken. Zo kun je dus relatief snel langere schaatstochten maken. Hierbij geldt wel hetzelfde als bij de lage noren met halfhoge schoenen: Diep zitten gaat (bijna) niet en je zult niet de juiste schaatstechniek aanleren. Laatste voordeel: warme voeten!
 

Waar moet ik op letten bij het kopen van noren?

Ben je helemaal overtuigd en ga je schaatsen op noren? Dan zijn er een paar dingen waar je op moet letten en over moet nadenken als je ze gaat kopen. We zetten het allemaal even voor je op een rijtje.

Doel van de schaatsen

We beginnen met het allerbelangrijkste: "Waar ga je de noren voor gebruiken?" Ben je van plan om te gaan leren schaatsen, of wil je wedstrijden gaan rijden? Er zit nogal wat verschil tussen. Bedenk jezelf voor je tot kopen overgaat vooral wat het doel is. Bij het leren schaatsen op noren zijn combinoren de perfecte kandidaat. Ook voor toertochten kun je deze prima gebruiken, maar een lage noor is dan toch de betere optie. En voor het rijden op écht hoge snelheid kun je kijken voor hoge noren. Ben je een winnaar en van plan om je voor wedstrijden in te schrijven, dan zijn klapschaatsen de oplossing voor jou. Het lijkt wat voor de hand liggend, maar zo voorkom je in ieder geval dat je op de verkeerde noren het ijs op gaat.

Noren zijn ideale schaatsen om toertochten mee te rijden.

Maat

Voor een comfortabele rit op het ijs is de maat van je noren van cruciaal belang (dit geldt overigens voor alle schaatsen). Jarenlang is aanbevolen om noren een maat te klein te kopen. De reden hiervoor was dat je voeten een beetje klem moeten zitten in de schaats, maar je tenen moeten nog wel kunnen bewegen. We gaan je toch vertellen om dat niet te doen. Het knelt je voeten namelijk af, en dat is niet comfortabel. Tegenwoordig zijn schaatsen steeds meer gemaakt op comfort, waardoor je vaak je gewone schoenmaat kunt kopen. Het gebruik van dikke sokken of meerdere paren sokken raden we af. Je hebt minder gevoel voor de schaatsen waardoor je de techniek niet goed kunt uitvoeren. Meerdere sokken gaan daarnaast over elkaar schuiven en zorgen voor blaren. Dunne sportsokken zijn eigenlijk altijd de beste optie!

Koop je schaatsen nooit te groot of op de groei. Hierdoor bewegen je voeten heen en weer in de schoen. Dat zorgt niet alleen voor blaren, het leidt ook tot minder stabiliteit op de schaats. Voor kinderen bestaan er noren die in maat verstelbaar zijn. Zo kunnen ze toch een tijd mee, en zitten ze altijd goed. De wat duurdere noren vormen zich naarmate je op ze schaatst naar je voeten door de warmte die vrij komt. Houd daar dus rekening mee als je een duurder paar noren gaat kopen, ze zullen in het begin niet perfect zitten.

Geslepen of niet?

Veel schaatsen worden voorgeslepen geleverd, dus je zult eerst moeten bepalen of je dit wilt. Het heeft als voordeel dat je met deze schaatsen direct het ijs op kunt, en je ze niet eerst hoeft te (laten) slijpen. Ben je echter een doorgewinterde schaatser die precies weet wat hij of zij wil? Dan wil je waarschijnlijk schaatsen hebben die op jou zijn afgesteld. Daar hoort een precieze slijpwijze bij. Je kunt dan dus beter kiezen voor noren met ongeslepen messen, zodat je ze zelf op maat kunt (laten) maken. Bij de meeste recreatieve schaatsers zal dat echter niet het geval zijn, en kun je dus prima voor voorgeslepen messen kiezen.

Bekijk onze noren schaatsen:

Roces V- Ice 4.0 verstelbare noren zwart/rood

96,50 69,95

Bekijk >

Leren schaatsen op noren

We gaan hier geen volledige instructie geven om te leren schaatsen, dat hebben we namelijk al gedaan in het artikel Schaatsen voor beginners. Hier vind je wel een kleine instructie voor de techniek bij het schaatsen op noren.

Houding

Voor we de slagen gaan uitleggen, is het allereerst belangrijk dat je houding in orde is. Bij schaatsen op noren wordt dit ook wel het diep zitten genoemd. Op deze manier kun je op een efficiënte manier kracht zetten, en de weerstand is doordat je je klein maakt laag. Om de houding aan te nemen doe je het volgende:

• Je buigt je bovenlichaam naar voren, waardoor je borst richting het ijs wijst. Hierdoor beweeg je dus kromgebogen, maar je kijkt wel vooruit en je schouders zijn ontspannen.
• Krom je onderrug. Dit klinkt een beetje moeilijk als je al kromgebogen staat, dus hebben ze in de schaatswereld hier een andere verwoording voor: je stuitje wijst naar beneden. Je kantelt je bekken dus naar achteren. Daardoor komen je benen onder je bovenlichaam, zodat je in balans kunt blijven.
• De knie van het been (of de benen) waar je op leunt is iedere keer zo ver mogelijk naar voren gebogen.

Om de houding goed aan te leren, kun je het beste wat vaart maken en jezelf laten glijden terwijl je de houding aanneemt. Het gaat dan om het vinden van je balans. Als dat goed lukt, ben je klaar om de slagen en de afzet te gaan oefenen.

Slagen en afzet

Het laatste punt van de houding verraadt het al: Je leunt niet de hele tijd op twee benen. Als je dat zou doen, kom je namelijk niet heel gemakkelijk vooruit. Wellicht heb je wel eens een schaatswedstrijd gezien. Je ziet dan dat schaatsers niet recht vooruit schaatsen, maar dat doen door een lange ‘slag’ van links naar rechts te maken. Uiteraard bewegen ze niet puur naar links en rechts, maar doen ze dat schuin naar voren.

We geven je een instructie die je kunt toepassen als je in de juiste houding glijdt over het ijs. Let er op dat dit een versimpelde versie van de slag is. Voor de echte juiste uitvoering kun je het beste schaatsles nemen.

1. Vanuit het glijden met twee schaatsen over het ijs. Duw je linkerschaats schuin links naar voren. Je merkt dat deze schaats begint weg te glijden van de rechterschaats.
    
2. Zet de rechterschaats nu kort schuin naar rechtsvoren op het ijs en zet af. Beweeg nu je gewicht naar je linkerbeen, en til je rechterschaats op.
    
3. Je balanceert nu als het ware op je linkerbeen, terwijl je naar linksvoren glijdt. Dit is het glij-moment waar je door weinig weerstand snelheid behoudt.
    
4. Je zult merken dat je als je lang genoeg blijft doorglijden, moeite hebt om snelheid en balans te behouden. Voor je dat merkt is het eigenlijk al de bedoeling dat je de slag afmaakt.
    
5. De slag afmaken doe je door het tegenovergestelde te doen van stap 1. Je brengt de rechterschaats nu naar het ijs, waardoor je heel kort met twee schaatsen op het ijs bent. Dit wordt het wisselmoment genoemd.
    
6. Nu beweeg je de rechterschaats naar rechtsvoor, en merkt dat die nu weg begint te glijden van de linkerschaats.
    
7. Zet nu de linkerschaats kort naar linksvoren op het ijs en zet af. Je gewicht verplaats je naar het rechterbeen, en de linkerschaats til je omhoog. Je balanceert nu op het rechterbeen.
    
8. Probeer nu voor je de snelheid verliest, je linkerbeen bij te sluiten zodat je weer op twee benen vooruit glijdt. Je hebt nu twee volledige slagen gemaakt, en begint weer bij stap 1.

Hoe meer je dit doet en oefent, des te sneller heb je de slag onder de knie. Je gaat dan vanzelf een ritme herkennen in de slagen, en zult het tempo langzaamaan op kunnen voeren. Veel plezier op het ijs!

Alles op een rijtje over noren

Wij durven je inmiddels toch wel een kenner te noemen op het gebied, maar van een beetje herhaling is nog nooit iemand minder geworden. Daarom zetten we alles dat we hebben besproken nog één keer kort onder elkaar.

• Noren zijn schaatsen met lange messen, speciaal gemaakt om op hoge snelheid lange afstanden te kunnen afleggen.
• Ze zijn vaak de volgende stap in het schaatsen, na het leren schaatsen op kunstschaatsen of ijshockeyschaatsen.
• Grofweg zijn er drie soorten noren: hoge, lage en combinoren. Hoge noren zijn speciaal voor wedstrijden en echte hardrijders. Lage noren zijn er voor de langere toertochten, en combinoren zijn ideaal om op te leren schaatsen.
• Bij het kopen van noren denk je altijd eerst aan het doel van de schaatsen, vervolgens kies je de goede maat en bedenk je je of ze voorgeslepen moeten zijn of niet.
• Schaatsen op noren vraagt om een aparte houding en schaatstechniek.
   

Ben je helemaal overtuigd, en klaar om noren te gaan kopen? Kijk dan snel in ons ruime assortiment noren om de perfecte schaats voor jou te vinden. Mochten er na al deze informatie toch nog vragen zijn, dan kun je ons bereiken via onze klantenservice of via een live-chat op de website.
 

Bekijk al onze schaatsen

Deel pagina