Voordat warmbloedige dieren domesticeerden, waren zij waarschijnlijk in staat hun lichaamstemperatuur te verlagen in koude periodes, zodat zij energie spaarden. Het kost een warmbloedig dier namelijk veel energie om zichzelf warm te houden in koude tijden. Onderzoekers van de Universiteit Göttingen wilden weten of er gedomesticeerde dieren zijn die nog steeds dit vermogen hebben.
De onderzoekers begonnen een studie om te kijken of Shetlandpony’s, één van de eerste gedomesticeerde rassen, hun temperatuur kunnen verlagen wanneer voedsel schaars is. Het onderzoeksteam bestudeerde een groep van tien Shetlandpony’s door het jaar heen en noteerden hun temperatuur, hartslag, algemene lichaamsconditie en mate van activiteit. In de zomer daalde de temperatuur van de pony’s ’s nachts, met een dieptepunt in de vroege ochtend, en steeg hun temperatuur overdag met een piek in de middag.
In de winter werden de pony’s in twee groepen verdeeld. Eén groep kreeg onbeperkt voedsel, de andere groep kreeg slechts dertig procent van de hoeveelheid voedsel die de eerste groep kreeg. De pony’s die minder eten kregen, hadden een aanzienlijke lagere lichaamstemperatuur en hartslag dan de andere pony’s.
Volgens de onderzoekers duidt dit erop dat gedomesticeerde paarden nog steeds de mogelijkheid hebben om zich aan de seizoensveranderingen aan te passen.
Bron: Horses/Horsetalk
warmte op peil houden kost (veel) energie. In de winter is er per definitie minder voedsel, dus minder energie(productie). Het terugbrengen van de temperatuur is dan niets anders dan een beschermingsmechanisme. Het is zo dat bij energiegebrek (ongeacht het seizoen)de temperatuur omlaag gaat om energie te sparen. Niet alleen bij shetlanders, maar o.a. ook bij mensen… (wellicht een interessant onderzoek om een groep shetlanders in de zomer te weinig eten te geven en kijken wat er dan gebeurt?). Bij mensen is het vaak niet de quantiteit maar de kwaliteit van voedsel die leidt tot energietekort…