Wellens is vandaag een van de negen profs die starten in de allerlaatste Amstel Curaçao Race, waarin stijf geoefende wielertoeristen de strijd aanbinden met hun helden van het tv-scherm. De andere Belgen zijn nationaal kampioen Jens Debusschere (pas gisteravond geland, nvdr.) en vicekampioen Roy Jans. Meganamen als Alberto Contador, Chris Froome, Andy Schleck, Alejandro Valverde, Joaquim Rodriguez, Peter Van Petegem en Tom Boonen gingen hem voor.

Lukt dat een beetje, zonnekloppen met het lief?

‘Heel goed. Het is lang geleden. Van ergens in Turkije, maar toen was ik nog klein. Sophie en ik gingen wel al eens samen naar Parijs en zo. Maar dit? Neen. We waren aan het uitkijken om een vakantie te boeken in Punta Cana, maar dan kwam het telefoontje van organisator Leo van Vliet. Ik hoefde niet na te denken.’

‘Het is hier zoals in de boekjes: supermooie stranden. Je stapt uit je kamer en je zit in de zee. Ik besef wat voor een gelukzak ik ben. Andere mensen moeten hiervoor betalen. Ik krijg dit omdat het met mij de voorbije twee en een half seizoenen heel snel vooruitging.’

Ik zie je met een Cola light, een fruitsmoothie. Andere renners durfden in het verleden op dit eiland weleens flink doorzakken. Is de wielerwereld veranderd?

‘Het wordt elk jaar professioneler. Dat moet ook. Ik hoorde verhalen van vroeger, dat ze zelfs tijdens een rittenkoers nog eens durfden uit te gaan. Deze sport is anders in vergelijking met dertig jaar geleden, toen mijn vader en mijn twee nonkels samen de Tour reden.’

‘Ik hoop ook dat ik niet afga in deze alternatieve wedstrijd. Ik heb wat schuldgevoel dat ik nog niet echt opnieuw aan het trainen ben. Ik zwem hier wel veel in zee en fietste twee keer een half uur, maar daar houdt het op. Ik ben van nature veel te nerveus. Misschien is het goed dat ik hier nog niet volle bak kan trainen.’

Andere renners posten op de sociale media trots dat ze al sinds 1 november hard aan de slag zijn. Zou je niet voor minder nerveus worden?

‘Ja en neen. Na de Ronde van Lombardije deed ik twee weken niets. Daarna begon ik toertochten te rijden, te lopen en te zwemmen. Dat doe ik hier ook veel in zee. Ik let wel niet op mijn eten. In deze tijd moet je wat bijkomen om je lichaam te laten recupereren. Ik blijf van nature redelijk scherp staan. Ik eet zelfs een keer per week frieten.’

Lees het volledige interview met Tim Wellens dit weekend in Het Belang van Limburg.