De tijd van Degas
John Sillevis
1 exemplaar
Beschikbaarheid | Uitgave | Plaats in de bib |
---|---|---|
Aanwezig |
Waanders, 2001 |
VERDIEPING 4 : BLAUWE TOREN : KUNST : 700 BACON |
31/12/2001
Francis Bacon (1909-1992) wordt als een van de belangrijkste naoorlogse beeldende kunstenaars beschouwd. In zijn werk staat de getormenteerde mens centraal, die wordt afgeschilderd als een voorbije entiteit. Zijn werk is in de eerste plaats figuratief: hij beeldt mensen af. Soms is de afbeelding onduidelijk, is de relatie met het afgebeelde bijna helemaal verdwenen, maar toch is dit in de eerste plaats portretschilderkunst. Het lichaam is voor Bacon de drager van emoties. Hij wil in het portret niet zozeer een gelijkenis vastleggen maar wel de gevoelens tonen. Hij staat in de traditie van kunstenaars die in het portret de betekenis van de afgebeelde persoon willen tonen. Traditioneel waren deze portretten uitingen van macht, rijkdom en de geportretteerden werden dan ook dikwijls doelbewust, tevreden met zichzelf en ietwat arrogant afgebeeld. In de 20e eeuw wordt het portret echter meer een afbeelding van het innerlijke leven dan van de uiterlijke omstandigheden. Net zoals Picasso het verdriet van zijn geliefde Dora Maar schaamteloos over haar gezicht smeerde, borstelt Bacon alle identiteit van zijn doeken weg en zijn het de emoties die overblijven. De beroemde kardinaalsportretten van Bacon spelen juist met deze tweespalt tussen macht en menselijke, individuele onmacht.
Ook al benoemt Bacon zijn onderwerpen in de titels van zijn werken, toch zijn dit niet zozeer portretten van individuele personen dan wel afbeeldingen van de toestand van de mens in de 20e eeuw. Hier wordt het subject uit het individuele gezicht geschrapt. De mens wordt een masker, niet in de ethische betekenis van het woord maar als een aanduiding dat elke mens inwisselbaar is, dat zijn subject verdwenen is.
Bacon benadrukt het emotionele van de mens en het lijkt alsof enkel dit nog het individuele bepaalt. In de schreeuw, in het verdriet, in de vernedering ondervindt de mens zijn zijn, wordt de mens bepaald. Dit is geen optimistische mensvisie: niet de vreugde maar het lijden bepaalt de subjectiviteit van de mens.
Bacon plaatst zijn figuren bijna altijd tegen een onduidelijke achtergrond. Het object wordt van plaats en tijd ontdaan. Slechts in enkele schilderijen laat Bacon de buitenwereld binnen (bv. in 'Study of a dog' uit 1952) waar hij een autoweg schildert. Maar hij doet dat op zo'n manier dat dit tot iets abstracts uitgroeit en vervreemdend werkt. Zijn figuren zijn dikwijls geschilderd in kooien, vastgeketend in de ruimte. Maar ook als de figuren vrij zijn, roepen de schilderijen slechts een claustrofobische ruimte op. Bacon schildert een wereld van determinatie, besluiteloosheid. Zijn figuren trappelen ter plaatse, lijken versteend. De wereld staat stil en dit is een van de vele contradicties in het werk van Bacon. Veel van zijn werk is gebaseerd op de foto's van Eadweard Muybridge, de fotograaf die de beweging analyseerde, en toch heeft Bacon de beweging niet in zijn werk kunnen introduceren. Integendeel, door het sterke contrast tussen voor- en achtergrond op zijn schilderijen heeft Bacon meer dan eens de beweging stilgelegd en alle aandacht naar het midden (de figuur, het gezicht) van het schilderij gebracht.
Het boek bij de tentoonstelling in het Gemeentemuseum Den Haag geeft een (al te) korte schets van het leven van Francis Bacon. Een groot aantal werken wordt kort besproken en gesitueerd in het oeuvre. Het voor- en achterwerk van het boek bevatten foto's die niet veel verhelderen -- onbegrijpelijk is dat de uitleg van deze foto's op de foto zélf gedrukt is, wat sommige teksten onleesbaar maakt. Daaronder wordt nogmaals het leven van Bacon kort verteld. Het grootste euvel van dit boek is dat bepaalde informatie driemaal gegeven wordt: als bijschrift van de schilderijen, als inleiding tot het werk van de kunstenaar en als begeleidende tekst bij de foto's.
Nochtans is dit boek een goede introductie tot het werk van Francis Bacon. Het is gericht naar een groot publiek. De schilderijen die besproken worden, zijn belangrijke werken en ze worden niet op een metafysische manier uitgelegd -- alleen dat laatste al is een verademing. [Johan Velter]
Drs. C.J.M. Schulte-van Wersch
Bacon (1909-1992) wordt beschouwd als een van de belangrijkste Britse figuratieve schilders van de twintigste eeuw. Deze eerste Nederlandstalige monografie, die verschijnt b.g.v. de expositie 'Francis Bacon' in het Gemeentemuseum Den Haag, laat een breed publiek kennismaken met Bacons turbulente leven en zijn onorthodoxe, vaak raadselachtige en confronterende werk. In de inleiding gaan de auteurs, medewerkers van het Haags Gemeentemuseum, kort maar helder in op leven, imago en werkwijze. Het hoofdbestanddeel wordt gevormd door een representatieve keuze van 46 schilderijen uit alle levensfasen. Alle werken zijn afgebeeld in kleur en worden uitvoerig toegelicht, met veel aandacht voor de betekenis, context en inspiratiebronnen, waarbij de recent in Bacons beroemde chaotische Londense atelier teruggevonden foto's en voorstudies (afgebeeld in zwart-wit) een belangrijke rol spelen. Afbeeldingen en tekst zijn goed op elkaar afgestemd. Een biografie in woord en beeld, een geselecteerde bibliografie en een lijst van tentoonstellingen completeren dit mooi verzorgde, goed gedocumenteerde, publieksvriendelijke boek.
Laat hieronder weten op welk e-mailadres je een bericht wil krijgen als dit item beschikbaar is. Dit is geen reservering. Je krijgt geen voorrang om dit item te lenen.
Je gaat akkoord dat we je een mail sturen om je aanvraag te bevestigen en je te verwittigen wanneer jouw artikel binnen is. Deze mails zijn eenmalig. Je kan je toestemming op elk moment intrekken via de link in de bevestigingsmail.