Wies Voesten’s Passie voor planten, Helleborus

De Helleborusliefde van Wies Voesten

Half maart en ondanks de regen en harde, stormachtige wind, kijk ik elke ochtend genietend vanuit de kamer naar de tuin, waarin tientallen helleborussen, door de zachte winter, al vanaf half januari staan te bloeien. Als plantenfreak zijnde, hebben voorjaarsbloeiers en -bladplanten bij mij toch wel een speciaal plekje veroverd: zij krijgen mij zo ‘gek’, om (bijna) dagelijks een rondje tuin te doen.

De sneeuwklokjes- en krokustijd is voorbij: ze vormen nu mooie en veelbelovende zaaddoosjes. Bollen als Scilla siberica, Puschkinia’s, Anemone blanda, Muscari, Narcissen etc. maken de borders steeds fleuriger. Verschillende Corydalis variëteiten hebben zich lekker uitgezaaid en zorgen voor kleur tussen de bijzonder getekende bladeren van de Cyclamen Hederifolium en de Coum.
Helleborussen spannen de kroon: in de tuin staan ongeveer 350 planten in verschillende kleuren en in de kweekveldjes op het erf, staan ook nog eens ruim 500 exemplaren. Op onze lichte zavelige kalkklei in de Noordoostpolder, waar je de schelpen nog steeds overal kunt zien liggen, doen helleborussen het erg goed.

De helleborus-verslaving kreeg mij jaren geleden al in zijn greep. En dan te bedenken, dat dit alles ruim 25 jaar geleden begon met een toevallige ‘ontmoeting’ bij een hovenier. In de winter ging ik daar potgrond voor mijn kamerplanten halen. Gewoontegetrouw werd er ook even een rondje over de tuinplantenafdeling gedaan. Daar stond, tussen alle afgestorven planten, een pot met zwart/groene bladeren met een bloemstengel vol knoppen en 2 schitterende bloemen: blauw/paars aan de buitenkant en blauw/paars met groen aan de binnenkant; heel bijzonder. De hovenier had geen idee wat voor plant het was. “Maar”, zei hij: ”Je moet niet denken, dat hij volgend jaar om deze tijd weer bloeit: het is vast een vergissing van de natuur”. Dat maakte mij niet uit. Voor twee-gulden-vijftig (!) verwisselde hij van eigenaar en ik plantte hem toevallig op een goede plek: in de lichte schaduw. Elke winter in februari/maart verrast(e) hij ons met prachtige bloemen. Maar niemand kende de plant: eind jaren tachtig was er hier nog geen ‘google’. Pas toen Hans Kramer, van Kwekerij De Hessenhof, enkele jaren later ’s winters een lezing gaf bij onze Groei & Bloei afdeling, kwam ik er achter, dat ik dus een heuse helleborus in mijn bezit had; en niet zomaar één! Het was zelfs een botanische soort: Purpurascens genaamd! Gelukkig was het de gewoonte van Hans, om ook altijd planten van zijn kwekerij mee te nemen naar lezingen en natuurlijk kocht ik bij hem enkele andere Orientalis variëteiten, zoals een anemoonbloemige en een dubbelbloemige: beiden in verschillende kleuren. Dat was het begin van mijn verslaving.

Helleborusborder in De Stekkentuin

In de loop der jaren is mijn collectie flink gegroeid, evenals mijn kennis. De grootste groep helleborussen die hier staan, is de Orientalis soort: deze planten hebben geen bebladerde stengels, maar komen met blad- en bloemstelen uit de grond. Het blad is een beetje handvormig, leerachtig en groenblijvend met kleine tandjes langs de randen. Door zelf te zaaien, verkregen we de meest wonderlijke variaties in allerlei kleurschakeringen: van wit naar roze, paars, donker rood tot bijna zwart, zowel enkel- als dubbel- als anemoonbloemig. Die kun je ook nog weer onderverdelen in bloemen met of zonder spikkels, vlekken, vlammen, of zoals de latere Picotee variëteiten: met mooie donkere aderen. Sommige bijzondere exemplaren probeer ik zelf te kruisen, maar meestal laat ik de natuur zijn gang gaan. Hommels en bijen vliegen van plant naar plant en van kleur naar kleur. Daardoor zien de bloemen van de zaailingen er vaak niet meer hetzelfde uit als die van de moederplanten: maar dat is voor mij nou net de uitdaging.

Zo gauw het zaad in mei rijp is, vangen we dit op en zaaien het later onder de moederplanten, waar het dan pas in februari/maart kiemt. Deze zaailingen blijven daar ongeveer 3 tot 6 maanden staan, daarna verplanten we ze naar een kweekveldje op het erf. Je moet wel veel geduld hebben: het duurt nl. twee tot drie jaar eer de zaailingen de eerste bloemen laten zien. Het is altijd weer spannend wanneer de eerste knoppen opengaan. De meest bijzondere planten krijgen weer een plekje in de tuin.

Helleborussen hebben eigenlijk geen echte bloemen (voor het gemak blijf ik dat wel zo noemen). Ze hebben geen kroonbladeren, deze zijn nl. veranderd in kokervormige nectariën en na bestuiving vallen deze af. Om toch hommels en bijen te lokken, hebben de bloemen schutbladeren (meestal 5) in de mooiste kleuren, vaak met een vleugje groen, vooral in de buitenste twee. Na de bestuiving vallen de schutbladeren ook niet af, maar worden langzaam steeds groener.

Tegen het eind van de bloei, als de zaaddozen gevormd zijn, zijn alle bloemen/schutbladeren bijna helemaal groen geworden, maar ook dan zijn ze nog steeds zeer attractief. Wat ik ook zo geweldig vind van helleborussen, is dat een bloem (lees: kleurrijke schutbladeren) van knop tot en met de rijpe zaaddozen, wel vier maanden aan een plant zit ‘mooi te zijn’: welke andere plant krijgt dit nou voor elkaar?

Anemoon met spikkels

Veel mensen vinden Helleborussen trieste planten, omdat de bloemhoofden altijd naar beneden hangen. Dit heeft een functie, waar de natuur wel over heeft nagedacht. Zo hebben regen en sneeuw geen vat op meeldraden en stampers. Hommels en bijen kunnen ongestoord hun werk doen. Naarmate de zaaddozen rijpen, komen de bloemen steeds verder omhoog. Kwekers zijn bezig om planten met rechtopstaande bloemen te kweken, maar de paar omhoogkijkende bloemkelkjes van onze planten, hebben in de afgelopen natte weken vol water gestaan. De mooie geel met rode bloemblaadjes zijn bruin geworden en de kokervormiger nectariën met meeldraden zijn weggerot: zaaddozen zullen er niet komen!

Waarom moet alles groeien voor het gemak van de mens? Het is toch prachtig dat de helleborus (evenals het sneeuwklokje) ons op de knieën dwingt: liefst in de natte sneeuw . Je moet er gewoon wat voor over hebben, om deze beauty’s te willen bewonderen!

Eigen zaailing De Stekkentuin

Helleborussen brengen in de winter wel wat werk met zich mee. Het zijn planten waarvan het blad het gehele jaar door groen blijft, maar door wind, regen, hagel, sneeuw en vorst raakt veel blad beschadigd. Deze beschadigingen kunnen omslaan in schimmels.

Vooral bij een grote hoeveelheid helleborussen geldt dus: voorkomen is beter dan genezen. Daarom controleren wij de planten gedurende het hele jaar regelmatig. Eventueel beschadigd blad wordt er dan gelijk afgeknipt. Zo rond half januari ontdoen wij alle Orientalis helleborussen van al het blad: beschadigd of niet. Meestal gebeurt dat als de knoppen net boven de grond uitkomen. Je kunt dan heel gemakkelijk alle bladeren in één hand bij elkaar pakken en ze allemaal tegelijk afknippen. De bloemen krijgen dan meer licht en komen ook beter tot hun recht. Nooit knippen in regenachtig/vorstig weer of met regen/vorst op de hand! De wondjes moeten eigenlijk dezelfde dag nog kunnen opdrogen, zodat schimmels geen vat op de planten krijgen. Heb je maar een paar helleborussen, dan kun je het gezonde blad eraan laten zitten, totdat de nieuwe bladeren zich in maart laten zien: op zich halen de planten nog wel voedsel uit het ‘oude’ blad.

Picotee anemoon

Dit jaar bloeiden de eerste helleborussen al in januari. Het weekje kou met lichte vorst was welkom: dat remde de groei/bloei een beetje af. Helleborussen zijn op zich ijzersterk. In de loop der jaren heb ik steeds meer bewondering en respect voor deze planten gekregen: bij -3/-4 graden vorst zijn ze bij machte om uit zelfbescherming, al het vocht uit de bloeistengels te halen en in de wortels op te slaan. De bloeistengels liggen dan plat op de grond. Zo gauw de temperatuur weer een paar graden boven nul is, komen de stengels fier overeind en bloeien gewoon verder. Dit hebben ze vorig jaar eind februari/begin maart 14 dagen achter elkaar volgehouden!


De afgelopen weken hebben ‘onze kanjers’ regen, hagel en alle dagen zware storm moedig getrotseerd. Maar vandaag staan ze opgelucht (net als ik) in het zonnetje te stralen: hopelijk is het gedaan met dit soort zware beproevingen. Volgens mijn man, deed het weersgeweld dat de helleborussen werd aangedaan, mij meer zeer, dan de planten zelf. 😊

Wies Voesten

Wilt u na het lezen van dit verhaal een kijkje nemen in De Stekkentuin, dan bent u welkom tijdens de Open Helleborusdagen op:
** vrijdag 22 en zaterdag 23 maart
** vrijdag 29 en zaterdag 30 maart.

Bezoek ook de website van De Stekkentuin