Typologie van staafkerken in Noorwegen 

Staafkerken zijn de oudste kerken van Noorwegen. Vandaag de dag zijn er nog 28 van deze fraaie kerken te zien en dat mag in zekere zin een wonder heten, want volgens onderzoekers moeten er door de tijd heen zeker tweeduizend exemplaren gebouwd zijn. In de loop van de eeuwen zijn echter talloze staafkerken helaas vervangen of vervallen, maar in de 19e eeuw drong het besef door dat de nog weinig resterende staafkerken behouden moesten worden. Na 1880 zijn er dan ook geen staafkerken meer verloren gegaan. Een aantal van de huidige kerken dient nog steeds als parochiekerk, terwijl andere kerken een museale functie hebben gekregen.

Ten zuiden van Trondheim

De huidige staafkerken bevinden of bevonden zich allemaal in het zuiden van Noorwegen. De meest noordelijke kerk staat in het Folkemuséet for Trondheim og Trøndelag bij Trondheim, echter dit kerkje is oorspronkelijk afkomstig uit Haltdalen. Ten noorden hiervan hebben volgens de bronnen ook staafkerken gestaan, maar opmerkelijk genoeg zijn daar nauwelijks sporen van teruggevonden. Naast die van Haltdalen, staan drie andere staafkerken ook niet meer op hun oorspronkelijk plek. De kerk van Garmo is opnieuw opgebouwd in het openluchtmuseum Maihaugen bij Lillehammer en de kerk van Gol staat in het Norsk Folkemuseum in Oslo. De kerk van Fortun werd opnieuw opgebouwd en verfraaid in de wijk Fantoft bij Bergen. In de 19e eeuw is de kerk van Vang verplaatst naar Bruckenberg in Pruisen, wat nu Karpacz (Polen) heet. Overigens zijn er in Zweden en IJsland ook staafkerken te vinden, maar die vallen buiten deze beschouwing.

Staafkerk Noorwegen Kaart
Overzichtskaart van de huidige staafkerken.
tekening: © Studio Tao (Creative Commons, Maximilian Dörrbecker)

Twee type staafkerken

Elke staafkerk is uniek te noemen, maar grofweg gezegd zijn er twee type staafkerken te onderscheiden. De kleinste en eenvoudigste kerken (Type A) zijn het oudst en zijn ontstaan rond de 11e eeuw. De grotere en complexere kerken (Type B) hebben zich vanaf de 13e en 14e eeuw, onder invloed van de Romaanse, Gotische en Byzantijnse kerkarchitectuur, ontwikkeld tot een complexe constructie van schepen, apsissen en galerijen. In de plattegrond van Type B is dan ook de oorspronkelijke vorm van Type A nog goed te herkennen.

Type A en Type B met elkaar vergleken
Type A en Type B met elkaar vergeleken.
tekening: © Studio Tao

Eenvoudige constructie

De eenvoudige staafkerken hebben een min of meer vierkant schip van staanders op de hoeken en horizontale balken aan de onder- en bovenzijde, die gezamenlijk het skelet van de constructie vormen. Daartussen zijn muurplanken geplaatst, die aan de binnenzijde met diagonale schoren verstevigd kunnen zijn. Verder zijn tussen de dakspanten, trekbalken aangebracht om de druk van het dak op de muurbalken te verlichten. Aan de oostelijke zijde van het schip vormt een gelijksoortig, kleinere constructie, het koor. De staafkerk van Haltdalen, die tegenwoordig in het openluchtmuseum bij Trondheim staat, is hier het beste voorbeeld van. Toch is dit niet de oudste kerk. De constructie is namelijk destijds, bij de verplaatsing naar het museum, teruggebracht in de oorspronkelijk staat, waarbij zelfs delen van een andere kerk zijn gebruikt om het zo authentiek mogelijk te maken.

Twaalf van de 28 staafkerken zijn van dit eenvoudige Type A, hoewel de meeste in de loop van tijd zo zijn aangepast dat ze nog nauwelijks als zodanig herkenbaar zijn. Er zijn daarom drie subtypes te onderscheiden. Naast de kerk van Haltdalen, zijn de kerken van Eidsborg, Undredal, Rollag, Hedal en Garmo (tegenwoordig in Lillehammer) de meest oorspronkelijke kerken.

In de kerken van Nore, Uvdal en Høyjord is een centrale staander, in het midden van het schip geplaatst om de dakconstructie extra te verstevigen. En in de provincie Møre og Romsdal komt nog een variant voor. De kerken van Rødven en Kvernes hebben aan de buitenkant diagonale steunbalken en spreekt men hier van het zogenaamde Møre type. Het is echter de vraag of dit origineel is, want de kerk van het nabijgelegen Grip heeft dat niet.

Centrale staander in de staafkerk van Høyjord.
foto: Creative Commons, Peter Fiskerstrand

Complexe constructie

Bij de complexere kerken zijn nieuwe elementen gebruikt om de constructie te verstevigen. Hierdoor zijn de kerken over het algemeen groter en hoger, waarbij de kerk van Heddal letterlijk als hoogtepunt beschouwd kan worden. Het grondplan van deze kerken is complexer, maar het skelet van staanders en balken, zoals dat bij de eenvoudige kerken gebruikt wordt, is duidelijk herkenbaar.

Nieuw is dat de staanders los van de muur staan, waardoor het schip van de kerk drie beuken heeft. De losstaande staanders zijn verstevigd met hoekbeugels en Andreaskruisen. In sommige kerken worden hier ook rondbogen gebruikt, waardoor er bij deze kerken, zelfs twee subtypes te onderscheiden zijn; het Borgund type en het Kaupanger type.

Rond het schip en koor is er soms een galerij met luifeldak, waarbij een deel gesloten en een deel open kan zijn. Dit geeft de staafkerk het karakteristieke uiterlijk van een waterval aan daken. Verder zijn meestal in plaats van planken op het dak, houten pannen gebruikt zodat het dak beter beschermd wordt tegen de invloeden van het weer. Bovenop staat vaak ook een dakruiter. Hoewel daar soms een bel in geplaatst wordt, is dit vooral een decoratief element. Dat geldt ook voor de drakenkoppen die enkele staafkerken sieren.

De kerk van Borgund is het beste voorbeeld van dit klassieke type staafkerk, net als de meeste andere de kerken die een museale functie hebben. Deze zijn door restauratie teruggebracht in hun ‘oorspronkelijke’ staat. De kerken die nog steeds als parochiekerk dienen, zijn daarentegen zodanig verbouwd dat ze vaak nauwelijks meer herkenbaar zijn als staafkerk. De kerk van Flesberg bijvoorbeeld, had oorspronkelijk staanders maar deze zijn ooit verwijderd.

Andere kerken met drie schepen zijn die van Urnes, Hopperstad, Kaupanger, Heddal, Torpo, Høre, Hegge, Lomen, Lom en Ringebu en Gol (nu bij Oslo).

In Heddal staat een van de grootste staafkerken van het Borgund type.
foto: Theodoor Schipper

Buitenbeentjes

Er ook staafkerken die niet onder te brengen zijn bij een van de bovengenoemde typen. Zo heeft de kerk van Reinli een centrale staander die niet tot de nok van het dak reikt, maar tot het plafond. Røldal heeft extra staanders, maar hoort niet tot het Møre type, wat je in zekere zin ook van de kerk van Grip zou kunnen zeggen. En tot slot heeft de kerk van Øye vier vrijstaande staanders, die niet verhoogd zijn. Deze kerk werd in 1747 afgebroken maar werd in 1935 in delen teruggevonden onder de vloer van de nieuwe kerk. Uiteindelijk heeft men in de jaren vijftig de teruggevonden delen gebruikt om de oude kerk te reconstrueren.

Staafkerk van Røldal
De staafkerk van Røldal is ook bekend vanwege het ‘zwetende’ kruisbeeld.
foto: Theodoor Schipper

Bronnen:
Bakken (ed.). Kristin, Preserving the Stave Churches – Craftsmanship and Research Oslo, 2016
Clare Casassas. Claudia, The Norwegian stavkirke Girona, 2019

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *