Iedere dag het nieuws dat echte mannen interesseert

Oud-politiewoordvoerder Klaas Wilting ‘Het zwarte gat heb ik nog niet gezien’

Klaas Wilting (76) was ruim twintig jaar woordvoerder van het Amsterdamse politiekorps.

Wilting

Klaas Wilting (76) was ruim twintig jaar woordvoerder van het Amsterdamse politiekorps. Over die roerige periode – zo was hij onder meer nauw betrokken bij de Heineken-ontvoering, de liquidatie van Klaas Bruinsma, de Bijlmerramp en de IRT-affaire – schreef hij een boek dat deze week verschijnt.

Voordat u politiewoordvoerder werd, zat u onder meer bij de ME. Dat zijn wel twee uitersten.

“Klopt, maar achteraf is dat alleen maar goed geweest. Omdat ik ernstige rellen heb meegemaakt, stenen naar mijn kop heb gekregen en collega’s bloedend in elkaar heb zien zakken, kon ik namelijk als geen ander het gevoel van de ME’er overbrengen. Ik sprak namelijk de taal van de diender.”

U begon in 1964 als agent. Hoe was dat?

“Fantastisch. Al moest ik in het begin wel enorm wennen. Vooral aan dat uniform. Je hebt namelijk het gevoel dat iedereen op straat naar je kijkt. Maar dat gevoel verdween gelukkig snel.”

Het politievak, in het bijzonder het werk op straat, ervoer u als hard, zo schrijft u in uw boek. Wat waren de moeilijkste momenten?

Branden, dodelijke ongevallen, achtervolgingen, schietpartijen, het was allemaal even erg. Maar het ergste vond ik toch wel zelfmoord. Zo vergeet ik nooit meer die keer dat we naar de Overtoom moesten. Daar was wat gebeurd, aldus Jannie van de meldkamer. Eenmaal binnen, nadat ik over het balkonhek was geklommen, zag ik het meteen. Het lichaam van een meisje van ongeveer 18 jaar, met daarnaast een leeg omgevallen potje.”

Wat doet dat met je?

“Heel gek, eigenlijk zou je op dat moment moeten huilen. Want het is verschrikkelijk wat je ziet. En zeker de eerste keer, zoals toen op de Overtoom. Maar dat doe je niet. Je blijft kalm. Want het is je werk. En dus ga je niet huilen, maar leg je je vingers op haar halsslagader.”

Blijft dat beeld niet eeuwig door uw hoofd spoken?

“Nee, ik kon zulke dingen altijd goed van me afzetten. Je moesthet ook wel loslaten. Dat zeiden mijn collega’s van toen ook. Ik ging namelijk nog wel meer meemaken, zeiden ze. Ook zelfmoord. En dat bleek ook wel, want kort daarop stond ik in een woning waar een jongen zich had opgehangen. Als agent heb je ook geen tijd om daaraan te denken. Want op het moment dat de recherche het overneemt, gaat vaak alweer de mobilofoon. En moet je naar een burenruzie. Of moet je ergens op een kruispunt het verkeer regelen.”

In 1980 maakte u de overstap naar Bureau Voorlichting, de afdeling waar u in totaal twintig jaar heeft gezeten. Ervoer u dat ook als zwaar?

“Enige tijd geleden hoorde ik het vorige hoofd communicatie van de politie Amsterdam tijdens een bijeenkomst zeggen dat ik het vroeger makkelijker had. Wat een gelul! Want vergis je niet: ik had bijvoorbeeld geen mobiele telefoon. En ik had niet de beschikking over social media. Op dat moment weet je niet beter, maar met de wetenschap van nu had ik dat graag willen hebben.”

Wat het ook niet makkelijk maakte: toen u bij voorlichting kwam, was het korps zo gesloten als een oester.

“Klopt. Er kwam niks naar buiten. Dat was natuurlijk het domste wat je kon doen. Journalisten bleven op die manier maar graven. En omdat de voorlichters niet mochten reageren, werden de verhalen vervolgens steeds heftiger.” 

U pleitte toen voor openheid, voor transparantie.

“Ja, ik had het geluk dat de toenmalige hoofdcommissaris, Jaap Valken, de man die mij naar voorlichting had gehaald, dat ook inzag. Het moest anders. Dus niet meer afwachten, maar actief naar de media en de Amsterdammers gaan. Waarbij je – binnen de mogelijkheden die je hebt – zoveel mogelijk informatie geeft. Daar heb ik toen een plan voor gemaakt.”

Dan heeft u vast met pijn in de buik naar de Halsema-affaire gekeken

“Joh, dat gedoe met haar zoon, die met een vriendje een woonboot was binnengegaan en daar een brandblusser had leeggespoten, dat was toch een kwestie van aanhoren en klaar? Je kunt het nauwelijks een misdrijf noemen. Elke andere jongen had een schop onder zijn kont gekregen. Maar wat doen zij? Ze maken er een hele poeha van en laten nota bene een advocaat invliegen die het woord voert. Zo fout!”

Daarmee maak je het alleen maar belangrijker?

“En erger! Echt, ik snap niet hoe deze burgemeester, toch een intelligente vrouw, met al die communicatiedeskundigen om haar heen dit zo uit de klauwen heeft laten lopen. Echt onbegrijpelijk.”

Wil je het hele artikel over Klaas Wilting lezen?  De nieuwe Panorama ligt nu in de winkel met daarin nog veel meer moois!. Ook is die hier te bestellen.  Alleen benieuwd naar dit artikel? Lees dit artikel dan op Blendle..