image/svg+xml

Landgoed Vilsteren

Verhaal

Landgoed Vilsteren

  • Geplaatst door
Plaatje bij verhaal: ECM Liesbeth Cremers.jpg

Landgoed Vilsteren

Het verhaal van Liesbeth Cremers

Landgoed Vilsteren met esdorp Vilsteren vormen een hechte, van oorsprong katholieke eenheid, waar een hernieuwd bewustzijn is ontstaan over de zorg om de aarde.

 Grondrijke families in Vilsteren

Vilsteren ligt tussen Ommen en Dalfsen aan de Vecht. De eerste bewoning vond plaats op de stuwwallen langs de rivier met vruchtbare rivierklei als aanslibsel. Op de hoger gelegen essen bedreven de bewoners akkerbouw en de lager gelegen gronden werden als hooiland gebruikt. Verder van de rivier gelegen ontstonden heidevelden op de woeste zandgronden. Het landgoed met het daarop gelegen dorp dankt haar naam aan het geslacht Van Vilsteren, zo blijkt uit een oudste vermelding uit 1382. In de zeventiende eeuw verhuist de katholieke familie vanwege de godsdienststrijd naar de Zuidelijke Nederlanden, het huidige België. Landgoed en dorp komen door vererving via de familie Grootvelt en daarna Helmich vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw in handen van de familie Cremers. Gellius Pathuis Cremers liet “Den Hof” afbreken en bouwde naar ontwerp van architect Eduard Cuypers het nieuwe landhuis Huis Vilsteren. In 1908 was het klaar. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hielp neef Henri Cremers als rentmeester en beoogd erfgenaam mee om het landgoed zo goed mogelijk te beheren. Na de oorlog overleden Gellius Pathuis en Henri kort na elkaar en erfden neven en nichten het landgoed. Zij brachten hun erfenis onder in een NV en later in een Natuurschoonwet BV met een rentmeester en dertig aandeelhouders, bijna allemaal familieleden. In 1948 werd enkele maanden voor de dood van Henri zijn dochter Liesbeth geboren, een jaar later dan haar broer Gellius. Moeder Els Cremers-van Rijckevorsel verhuisde met haar zoon en dochter naar haar familiehuis op landgoed Huis Sevenaer, een kleine gemeenschap met een buitenplaats, diverse woningen, een boerderij, een moestuin en een parkbos. Liesbeth: ’Ik kon daar heerlijk spelen, er was veel vrijheid en er kwamen regelmatig neven en nichten logeren’. Na haar middelbare schooltijd op nonnenschool het Mater Dei Lyceum in Nijmegen studeerde ze kunst- en architectuurgeschiedenis en woonde in Amsterdam op kamers. Na haar studietijd verbleef ze door het werk van haar man Frans Bakker bij Shell een tijd in Amerika. Daarna in Engeland en vervolgens in Den Haag. Uiteindelijk kwamen Frans en Liesbeth vanaf 1992 permanent op landgoed Vilsteren wonen. De eerste jaren tijdelijk in ‘Klein Spijker”, het koetshuis dat jarenlang als vakantiewoning door de familie Cremers werd gebruikt. Het landhuis, in de volksmond “Groot Spijker” genoemd, afkomstig van het Latijnse woord spicarium dat opslagplaats van graan betekent, was toe aan een grondige renovatie nadat het vanaf 1965 was verhuurd aan een internationale lagere school van de Quakers voor kinderen van buitenlandse ouders die werkten voor internationale bedrijven. De school kreeg een nieuwe bestemming op landgoed Eerde in Ommen. De nieuwe bewoners werden hartelijk ontvangen door de gemeenschap van Vilsteren, ze waren blij dat het landhuis weer bewoond werd door een lid van de familie Cremers. Verjaardagen worden samen gevierd en Liesbeth en haar man nemen actief deel aan allerlei activiteiten van het dorp.

 

Technische mogelijkheden en natuurlijke grenzen

Landgoed Vilsteren is, evenals andere klassieke landgoederen, een rijksmonumentaal complex waar landbouw, bosbouw, natuur, wonen, recreatie, natuurgebieden, cultuur en historie met elkaar verweven zijn. Dit hele complex dat samen een cultuurhistorische eenheid vormt, probeert de landgoedeigenaar toekomstbestendig te beheren met oog voor de belangen van alle deelnemers. Activiteiten op alle onderdelen horen met elkaar in evenwicht te zijn.  Problemen dienen op tijd onderkend en aangepakt te worden, zoals huidige urgente vraagstukken in de landbouw en het klimaat. Als landgoedbeheerder probeer je samen met betrokken boeren, ondernemers en dorpsbewoners een bijdrage te leveren aan de maatschappij en aan landschapsbehoud.

De cultuurhistorische eenheid van het esdorp met het buitenplaatsenlandschap is ontstaan door initiatieven van opeenvolgende landgoedeigenaren: de families Grootvelt, Helmich en Cremers. Esdorp Vilsteren kreeg vanaf het einde van de achttiende eeuw steeds meer het karakter van een landgoed. De woeste gronden met heidevelden werden ontgonnen en bebost en het landgoed werd tot een eenheid gebracht van 1053 ha grond, verdeeld in 40 procent landbouw en zestig procent bos en natuur. Vanaf de tweede helft negentiende eeuw is veel naaldhout (grove den) geplant voor het weren van stuifzand en voor gebruik in de mijnbouw. In de dertiger jaren van de vorige eeuw zorgden werkgelegenheidsprojecten van de overheid voor uitbreiding  van de bossen met fijnspar en lariks. In de loop der tijd  ontstond het mooie landschap met variatie in bossen, landbouw, water en heide, waar veel mensen de laatste decennia graag wandelen, fietsen, vakantie houden en rust zoeken. Cremers: ‘Na de Tweede Wereldoorlog werd door de chemische en technische ontwikkelingen de grond gezien als een substraat (ondergrond) waarop je onbeperkt kunt planten en voeden met mineralen en kunstmest. De landbouw is te veel de industriële en grootschalige kant opgegaan. Dit hebben we met z’n allen laten gebeuren.’ Supermarkten streefden naar zo goedkoop mogelijk voedsel. Banken verstrekten leningen als de boer aan schaalvergroting zou gaan doen met als gevolg roofbouw op de grond. Volgens de bewoner van Huis Vilsteren toont de natuur haar grenzen omdat er onvoldoende aandacht is geweest voor het ecologische aspect. Haar opvatting is dat de mens moet leren te acteren binnen de grenzen van de natuur en dat de bodemvruchtbaarheid hersteld dient te worden. De meest opvallende verandering die ze in de afgelopen jaren in de natuur op het landgoed ziet is vermindering van de biodiversiteit, zoals het aantal insecten en schimmels. Dat veroorzaakt verschraling van de grond en het leidt tot vermindering van het immuunsysteem van bomen door te weinig schimmels in de bodem. Ook langdurige droogte en een te lage grondwaterstand veroorzaken schade aan de bossen. Op drogere en hogere gronden redden de lariks en de fijnspar het nauwelijks, hoewel het op landgoed Vilsteren nog meevalt.

Huize Vilsteren, voorzijde (foto: Arie Tinbergen)

Soil4U

Het besef dat een gezonde bodem de basis is voor een toekomstbestendig landgoedbeheer heeft in 2015, mede door Liesbeth Cremers, geleid tot de oprichting van het platform Soil4U. De naam staat voor zorg om de bodem en het platform heeft als missie om vanuit de praktijk kennis en inspiratie te bieden voor landgoederen die transitie voorstaan naar een gezonde bodem en bedrijfsvoering met nieuwe verdienmodellen. Op alle landgoederen raken de landbouwgronden uitgeput en is verschraling en verzuring van bossen en natuurterreinen door de klimaatverandering te zien. De inzet van Soil4U heeft geleid tot diverse projecten samen met de pachtende boeren voor natuurgerichte landbouw, duurzaamheid, kleinschaligheid en meervoudige waardecreatie. De motivatie onder landgoedeigenaren is groot. Cremers: 'we moeten niet afwachten welke regelingen overheden bedenken, maar zelf bottom-up handelen'. Een van de acties van Soil4U is het "Manifest klimaatrobuuste landgoederen en particuliere bossen." Dit manifest is ter ondertekening door heel Nederland onder de landgoedeigenaren verspreid, om tot een gezamenlijke doelstelling te komen. Het manifest is getekend door meer dan honderd grondeigenaren die gezamenlijk 120.000 hectare van de in totaal 200.000 hectare gronden in Nederland bezitten, in Overijssel door nagenoeg alle eigenaren met een gezamenlijke grondoppervlakte van ruim 30.000 ha. Op regelmatig georganiseerde bijeenkomsten worden kaders aangereikt, mogelijkheden besproken voor het toepassen van natuurgerichte landbouw (bloemrijke grasland, akkerranden, biologische landbouw) en initiatieven gedeeld in het planten van biodiverse en klimaatbestendige hagen en bomen. Het tonen van praktische voorbeelden kan samenwerking tussen landgoedeigenaren in eenzelfde gebied stimuleren, samen met bewoners en gebruikers van het landgoed. Voor gezamenlijke initiatieven op het gebied van water vasthouden, biodiversiteit en ecodiensten hebben locale en provinciale overheden een gewillig oor. Ze zijn bereid tot financiele bijdragen, die voor gericht gebruik per landgoed kunnen worden aangewend. Herstel van de bodemgezondheid door natuurgerichte landbouw kan de landgoedeigenaar ook bevorderen door het toepassen van een op Vilsteren ontwikkelde geheel nieuwe vorm van loslandpacht voor langer dan zes jaar met flexibele duurzaamheidsmaatregelen. 

Aanpassingen in pacht en woningbouw

Van oudsher vormen landgoed Vilsteren met de boeren en bewoners van het dorp een hechte van oorsprong katholieke gemeenschap. Cremers: ‘Het is omwille van de leefbaarheid belangrijk om de tien boerderijen op het landgoed (negen melkveehouders, een vleesveehouder en een akkerbouwer) blijvend te laten runnen door de bestaande boeren families. Dat geldt ook voor huisvesting van dorpsbewoners, die voorrang hebben in de bewoning van de huizen op het landgoed. Deze langdurig gevestigde families vormen samen een hechte gemeenschap en houden het dorp levend. Grootschalige landbouw uitgevoerd door één overgebleven boer en verder externe stedelingen die met hun vermogen de opstallen kopen zijn op langere termijn de doodsteek voor het dorp en het landgoed.’ Rendabele kleinschaligheid, behoud van de dorpsbewoners en behoud van de natuur zijn de uitdagingen voor nu en de komende jaren. Landgoed Vilsteren kent reguliere pacht en geliberaliseerde/losland pacht. Boeren betalen reguliere pacht voor de landbouwgronden. De “Grondkamer” houdt toezicht op de pachtprijs in het belang van de landbouwers. Stringente regelgeving bemoeilijkt verduurzaming voor de pachters en de verpachters omdat flexibele aanpassing niet is te realiseren, maar op de losse gronden is dit wel mogelijk. Daarom heeft het landgoed een nieuwe vorm van loslandpacht ontwikkeld waarbij de grond langjarig gegund wordt en waaraan duurzaamheidsvoorwaarden verbonden zijn die door de jaren heen als gevolg van voortschrijdend inzicht flexibel aangepast kunnen worden in onderling overleg tussen pachter en verpachter. Het landgoed heeft zeventig hectare grond aan diverse boeren op deze manier uitgegeven. Boeren krijgen van het landgoed de mogelijkheid om deze geliberaliseerde grond gedurende twaalf jaar te pachten met flexibel in te vullen duurzaamheidsvoorwaarden en een puntensysteem die boeren stimuleren tot verduurzaming en het uitoefenen van natuurgerichte landbouw. Doordat de boeren de gronden voor een periode langer dan zes jaar krijgen kunnen ze hun bedrijfsvoering erop afstemmen. Bij het behalen van  minstens 51 procent van de doelstelling wordt het pachtcontract automatisch met twaalf jaar verlengd. In samenwerking met een onafhankelijke organisatie is met de boeren een puntensysteem opgezet op basis van een kringloopwijzer die iedere landbouwer kent. Daarbij is aandacht voor aspecten als waterbeheer, beweiding, bloemrijke akkerranden, aanleg van houtwallen en hagen, CO2 opslag, stikstofreductie en vermindering van kunstmestgebruik.

Achterzijde (Foto: Arie Tinbergen)

 

Boeren zijn bereid tot verandering als er maar een langdurig stabiel beleid is bij de overheden, zodat ze weten hoe ze kunnen handelen en investeren. Boeren willen toekomstperspectief zien en eigen keuzes kunnen maken. Cremers: ‘met dit flexibele systeem van duurzaamheidsvoorwaarden kan dat’. Op landgoederen past diversiteit en kleinschaligheid in de vorm van systemen van ecologische diensten en voedselproductie. De laatste decennia is een zorgvuldige voeding van het bodemleven als schakel in de productieketen weggehaald. Op Vilsteren is een systeem ontwikkeld om boeren te betalen voor de ecodiensten die ze voor ons allemaal verrichten zoals CO2 vastleggen, gezonde bodem, waterbeheer, biodiversiteit, aanleg van heggen en houtwallen etc. Datzelfde zou ook mogelijk moeten zijn voor akkerbouw en bosbeheer. ‘Bestaande bossen die in slechte staat zijn zouden met biodiverse herbeplanting en loofhout hersteld moeten worden voor een mooie en robuuste natuur en om hout te produceren voor bijvoorbeeld houtbouw in plaats van staal- en betonbouw’, is de opvatting van Liesbeth Cremers. ‘Dat vermindert de CO2- en stikstofuitstoot, het is dienstbaar aan een beter ecologisch systeem en bos wordt op die manier ook een beetje een verdienmodel.’ Naast uitdagingen in verduurzaming van de landbouw en de bosbouw bestaat ook een uitdaging in het behoud van de dorpsgemeenschap. Cremers: ‘om het dorp leefbaar te houden is het van belang om te zorgen voor betaalbare woningen voor starters.’ Veel huizen zijn in erfpacht, maar de opstal is te koop. De verkoopprijzen worden ook in Vilsteren te hoog voor starters. ‘Als we niks doen wordt Vilsteren de goudkust van Zwolle.’ Mogelijk is dit vraagstuk op te lossen door gezinswoningen aan te passen en in nieuwe vormen van woningbouw. Niet iedereen hoeft te wonen in een gezinswoning. Je kunt denken aan het bouwen van een groepje kleinere woningen of splitsing van bestaande gezinswoningen. In samenspraak met de dorpsbewoners kan gezocht worden naar passende oplossingen.

Voeding

Maandelijks wordt in Vilsteren een boerenmarkt gehouden met producten van boeren en ondernemers die wonen en werken in de regio en op het landgoed. Met hoogwaardige landbouwproducten en een eigen landgoedmerk werken landgoed en ondernemers samen aan de verkoop van natuurlijke producten voor eerlijke prijzen zonder tussenhandel. Op deze markt ontmoeten consumenten en producenten elkaar die bewust kiezen voor lokale en betrouwbare kwaliteitsproducten afkomstig van gronden waar de boer aandacht heeft voor bodemvruchtbaarheid en biodiversiteit. Voor het landgoed is dit een middel om kleinschalige ondernemerschap rendabel te houden evenals de sociale samenhang. Deze waarden zijn van hoger belang dan economische winst. Naast het houden van een maandelijkse markt wordt de vitaliteit in het dorp gevoed door de Vereniging Plaatselijk Belang met het organiseren van activiteiten zoals het jaarlijkse paasvuur, balkenbrij, dorpsbraderieën en niet te vergeten het carnaval met optocht en groot feest. Hoewel het bezoek aan kerkdiensten vermindert zorgt de St. Willibrorduskerk, midden in het dorp gelegen, nog steeds voor voeding van de geest als centrum van bezinning en overdenking door middel van het houden van lezingen en concerten. Vanaf de parkeerplaats bij de kerk starten veel bezoekers een bijzondere wandeling door de bossen rond Vilsteren. In vroegere tijden zijn in de natuur elementen opgenomen ter bezinning en inspiratie van de wandelaar. In de bosrand tussen een van de drie essen van Vilsteren en de Vecht loopt een pad met indrukwekkende oude beuken en eiken. Zicht op de Vecht staat symbool voor de buitenwereld. Vanaf een heuveltje met een spiraalvormig pad dat naar een bank leidt, de kurketrekker, is een prachtig vergezicht over de rivier. Zicht op Vilsteren staat voor de binnenwereld. Rustig zittend in de witte theekoepel kijk je uit over de groene es met in de verte de molen waar nog steeds op ambachtelijke wijze meel wordt gemalen voor het bereiden van brood, de kerk als centrum voor geestelijke inspiratie en de basisschool voor kennisoverdracht aan de volgende generatie. Verderop, midden in het bos staat verrassend de kluizenaarshut, in de klassieke Engelse landschapstuin een “folly” genoemd, waar je als wandelaar romantische of spannende verhalen bij kunt bedenken. Voor de kluizenaarshut kun je afdalen in een laagte en even onzichtbaar zijn tussen de rododendrons. Aan de overkant van de weg die door Vilsteren loopt vervolg je de wandelroute door een rustgevend open beukenbos met roodbruin bladerdek. Tenslotte is ten zuiden van het landhuis een lanenspel van zeven strakke zichtassen te bewandelen, die in de achttiende eeuw zijn aangelegd als onderdeel van het in Franse geometrische stijl ingerichte landschap.

Achtertuin met doorkijkje naar het kippenhok (Foto: Arie Tinbergen)

 

Cremers: ‘In dit rijksmonumentale landschap zijn landbouw, bosbouw, natuur, wonen, bedrijvigheid, recreatie, natuurgebieden, cultuur en historie met elkaar verweven. Dit complex dient als een cultuurhistorische eenheid beheerd te worden, waarin alle onderdelen in gelijke mate gevoed en beheerd worden.’

 

 

 

 

 

 

 

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Auteur:Rien de Vries
Trefwoorden:Landgoedeigenaren aan het woord, Landgoedeigenaren, Landgoedbewoners
Personen:Liesbeth Cremers

Reacties

Er zijn nog geen reacties op dit item

Plaats een reactie

Velden met een zijn verplichte velden.