Naast de voorwaardelijke stillegging van het bedrijf – met een proeftijd van twee jaar – werd de boer door de economische politierechter veroordeeld tot een boete van 4000 euro plus 4000 voorwaardelijk. Tot twee keer toe constateerden inspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) dat de boer qua dierenwelzijn zijn zaakjes niet op orde had.

Bij een eerste inspectie in maart 2021 bleek dat de hygiëne niet op orde was. Meerdere runderen beschikten niet over droge en schone ligplaatsen, ligboxen waren vervuild met mestresten en urine. Sommige dieren hadden een groeiachterstand en er waren teveel runderen voor te weinig ligplaatsen.

Hercontrole

Na de inspectie leek het de goede kant op te gaan, maar bij een hercontrole in januari van dit jaar schortte er toch weer van alles aan. Behalve dat de eerder geconstateerde onvolkomenheden weer de kop op hadden gestoken, vonden de inspecteurs ook de kadavers van vijf gestorven kalveren die niet waren aangemeld bij Rendac.

In elk geval een van de kadavers leek al een poos geleden overleden te zijn. De officier van justitie sprak van ,,een zware vorm van verwaarlozing”.

De boer zei op de zitting dat hij, onder meer vanwege gezondheidsproblemen, er serieus over nadenkt om met het bedrijf te stoppen. ,,Het is misschien wel heel goed om te overwegen om te stoppen”, reageerde de rechter. De boer kondigde wel aan dat hij in hoger beroep zou gaan.