Gemengde landbouwbedrijf van broers Grijpma uit Warfstermolen is een zeldzaamheid in Nederland: 'We wurde hieltyd kringloopfreonliker'

Wietze Jan (l) en Jacob Grijpma uit Warfstermolen in een perceel met zomerveldbonen dat begin volgende maand geoogst zal worden.

Wietze Jan (l) en Jacob Grijpma uit Warfstermolen in een perceel met zomerveldbonen dat begin volgende maand geoogst zal worden. FOTO: MARCEL VAN KAMMEN

Dankzij hun verpachter kunnen Wietze Jan en Jacob Grijpma uit Warfstermolen hun ideaal verder uitbouwen: een circulair, gemengd landbouwbedrijf met koeien en pootaardappelen. Met steeds meer veldbonen, kruiden en volgend jaar een plasdras.

Ze teelden pootaardappelen en vooral veel graan en ze molken vijftig koeien. Op een pachtboerderij in Warfstermolen met twee locaties en zo’n 140 hectare land. Met zo’n omvangrijk areaal vruchtbare grond en zo’n veebezetting zijn er normaliter volop groeimogelijkheden.

En dat wilden de broers Wietze Jan (42) en Jacob Grijpma (36) ook wel. Zo’n tien jaar geleden klopten ze aan bij hun toenmalige bank. Ze vroegen een krediet aan voor een grotere bewaarschuur voor pootaardappelen en een nieuwe ligboxstal voor meer koeien. De bank aarzelde echter, omdat tegenover de investeringen te weinig zekerheden stonden. Het bedrijf van de Grijpma’s bestaat namelijk hoofdzakelijk uit pachtgrond.

Wiersma-Reitsma Stichting

Hun verpachter, de Wiersma-Reitsma Stichting in Burgum, maakte een einde aan deze patstelling waardoor de Grijpma’s hun ambities toch konden verwezenlijken. De stichting werd medefinancier. Zodoende verrees in 2014 de nieuwe bewaarschuur voor poters, waardoor ze het poterareaal konden uitbreiden van 25 naar 40 hectare. Vier jaar later namen ze een nieuwe ligboxstal in gebruik. Daar melken ze nu bijna honderd koeien. Sindsdien is ook sprake van een strakke taakverdeling: Wietze Jan richt zich op het melkvee, Jacob bestiert de akkerbouwtak.

Dankzij schaalvergroting en specialisatie mag het gemengde bedrijf een zeldzaamheid zijn geworden in Nederland, de Grijpma’s zien vooral voordelen. Een belangrijke is risicospreiding, stelt Wietze Jan. ,,As de molkepriis wat achterbliuwt, kin dat kompensearre wurde troch hegere poterprizen. En oarsom jildt fansels itselde.”

Veldboon is een geweldig gewas

Ze zien de voordelen toenemen nu politiek Den Haag al een aantal jaren aanstuurt op meer kringlooplandbouw. Zo levert de melkveetak vaste mest en drijfmest aan de akkerbouwtak en krijgt ze er stro en veevoergrondstoffen voor terug. En dat laatste steeds meer doordat de Grijpma’s nu al voor het vijfde achtereenvolgende jaar veldbonen telen. ,,In geweldich gewaaks”, vindt Wietze Jan. ,,It befettet sawol setmoal as aaiwyt.” Door dit laatste is de veldboon een prima lokaal alternatief voor de soja uit verre oorden. Volgens hem is 1,5 kilo veldboon te vergelijken met 1 kilo soja.

De Grijpma’s slaan de veldbonen en de tarwe en gerst voor veevoer op in een bewaarschuur. Een keer per maand komt loonbedrijf Wieringa uit Bedum langs om deze grondstoffen te pletten tot makkelijk te verteren krachtvoer voor de koeien. Doordat ze steeds meer krachtvoer van eigen land telen, hoeven ze nog maar een derde aan te voeren. ,, En ús ambysje is om dêr hielendal mei op te hâlden.”

Jacob wijst nog op een ander voordeel van de veldboon. Deze weet als vlinderbloemige stikstof uit de lucht te binden en vast te leggen in de bodem waardoor pootaardappel en graan het volgende jaar met beduidend minder kunstmest toe kunnen. ,,Sa wurde de streamen keunstdong en krêftfoer nei ús bedriuw lytser. We wurde hieltyd kringloopfreonliker.”

Meer lef bij banken

Die kringloopgedachte uit zich in steeds meer aspecten van hun bedrijfsvoering. Zo experimenteren ze volop met niet kerende grondbewerking om zoveel mogelijk organische stof in de bodem vast te houden en zaaien ze steeds meer kruiden in het grasland voor een betere mineralenhuishouding en een betere beworteling van de grond. En volgend voorjaar hopen ze hun eerste plasdras in gebruik te nemen voor de weidevogels. Het is inspirerend, die zoektocht naar een mooi evenwicht tussen moderne landbouw en duurzaamheid, stellen de broers. Terugblikkend vinden ze dat banken wel wat meer lef mogen tonen om duurzaamheid in de landbouw te stimuleren. ,,Doar ris in gokje te weagjen, gean net foar 100 persint wissichheid.”