Nederland is kampioen pinnen, maar cash blijft goud: waarom we nooit zonder contant geld zullen kunnen

Close-up of two hands of people exchange a 50 euro notes to buy and sell. High quality photo

Close-up of two hands of people exchange a 50 euro notes to buy and sell. High quality photo Foto: nadia_if

Nooit eerder ging in eigen land zo weinig brief- en muntgeld over de toonbank. In 2022 werd nog slechts 20 procent van de aankopen met cash betaald, zo becijfert de Nederlandsche Bank (DNB). Ons land is een ware pintopper, want verderop in de Eurozone worden bijna zes op de tien aankopen nog contant afgetikt. Toch zullen de flappen in de broekzak ook in ons land nooit verdwijnen, zo voorzien betrokkenen. Met de toiletjuffrouw als grote winnaar.

Nederlanders die deze dagen terugkeren uit wintersportoorden, zullen het door kroegeigenaar Ben de Koff uit Aalsmeer geschetste beeld herkennen: „We waren afgelopen week met ons gezin in Oostenrijk waar kroegbazen helemaal gek worden van die pinnende Nederlanders. Ze hebben veel liever cash, want daarmee kunnen ze nog eens wat rommelen. Het is daar ook geen enkel probleem om met biljetten van 200 euro te betalen”, aldus de cafébaas. Met zijn vrouw Tineke constateert Ben dat de meerderheid van de gasten in hun café Sportzicht de schade van een paar uurtjes bar hangen middels pinbetalingen afdoet. „We hebben amper nog cash in kas.”

Even verderop in hetzelfde dorp is dat bij café Vleghaar volledig anders. De knusse zaak, die moeiteloos model kan hebben gestaan voor het door wijlen Pierre Kartner zo gevoelig bezongen ’Kleine café aan de haven’, is al sinds 1933 in de familie en wordt nu gerund door J.P. Vleghaar en zijn partner Angelique. Aan de financiële huishouding is in dik negentig jaar opvallend weinig veranderd: betalen gaat nog steeds handje contantje. Een pinautomaat ontbreekt bij de toog. Vooral een principiële keuze, zo verklaart de uitbater. „De banken en overheid grijpen steeds meer macht en ik wil gewoon een beetje dwarsliggen.” Daarbij ziet hij praktische voordelen: „Twee weken geleden viel hier in Aalsmeer de stroom uit toen de hele zaak volstond met gasten. In tegenstelling tot andere kroegen, kon hier wel gewoon worden betaald.”

Vaste bezoekers weten wel dat ze bankbiljetten moeten meenemen naar het café en voor passanten biedt een Tikkie via het mobieltje uitkomst. „En als dat niet lukt, kunnen ze het verschuldigde bedrag ook gewoon overmaken. Het levert eigenlijk nooit problemen op”, zo meldt Angelique. Het horecastel verklaart zonder met de ogen te knipperen dat de fiscus weinig tekort komt door het mindere zicht op de cashflow. J.P. „Ik krijg natuurlijk facturen van mijn leverancier en de belasting hanteert normen over hoeveel biertjes er uit een fust komen. Vals spelen is er niet bij.”

Hij zegt bovendien niet zo te hechten aan zwart geld: „Alles ligt immers onder een vergrootglas. Misschien kun je er nog mee op vakantie of naar een duur restaurant, maar een luxe jacht kopen is er niet meer bij omdat elke contante betaling van een paar duizend euro moet worden gemeld.”

Gek op cash

Net als de kroegeigenaar blijft ook de individuele burger gek op cash. Ongeveer 20 procent van de Nederlanders betaalt nog altijd het liefste met brief- en muntgeld. Vooral onder ouderen is het gebruik van cash nog altijd hoog. Volgens Jelmer Reijerink, econoom bij DNB, is daarvoor een logische verklaring: „Zij zijn ermee opgegroeid en gebruiken het vaak uit gewoonte, of omdat dit veiliger voelt.”

Maar ook jongeren tot 18 jaar betalen graag contant. Van iedere 100 euro die ze uitgeven, gaat 25 euro contant. Reijerink denkt dat dit de invloed van ouders is. „Sommigen geven het zakgeld nog altijd contant. Daar komt bij dat deze jongeren meestal nog thuis wonen en weinig grote uitgaven doen. Een blikje frisdrank reken je iets makkelijker contant af dan een nieuwe koelkast.”

Contant zakgeld

Ouders volgen daarmee het advies van budgetinstituut Nibud: „Wij adviseren het eerste zakgeld contant te geven”, zegt directeur Arjen Vliegenthart van die organisatie. „Briefjes en munten zijn tastbaar, dat helpt bij het leren met geld omgaan.” Dit trucje werkt ook voor mensen met een laag inkomen die moeilijk rond komen. Volgens de DNB ligt het gebruik van cash het hoogst onder deze groep. Vliegenthart: „Het op=op-principe is daarbij duidelijker aanwezig dan bij digitaal geld. Mensen hebben daar baat bij, het is makkelijker budgetteren. De digitale mogelijkheden om rood te staan zijn schier oneindig. Wie pint voor een week, ziet beter wat er te besteden is.”

Ondanks deze voordelen wordt cash betalen steeds lastiger. Want hoewel contant geld een wettelijk betaalmiddel is, zijn winkeliers en andere toonbankinstellingen niet verplicht om contant geld te accepteren. Mede daarom plakken almaar meer middenstanders een ’pin-only’ sticker op de etalageruit: 4 procent van de winkels accepteert inmiddels geen contant geld meer, blijkt uit onderzoek van DNB. Ook bij 12 procent van de parkeerautomaten en apotheken en 22 procent van de bioscopen is cash geen optie meer. Op de weekmarkten in de stadscentra wordt juist een omgekeerd fenomeen gesignaleerd: bij kramen duiken borden op waarop klanten wordt gevraagd contant af te rekenen. „Dat werkt altijd, ook bij een stroomstoring, uitgevallen telefoon en weigerende pinpas”, zo staat te lezen.

‘De fiscus weet alles’

Tot groot genoegen van de handelaar Bart Dool, die met zijn 81 jaar nog steeds actief is op de Leidse markt, inmiddels met een bloemenkraam. „Het autootje pesten, boa’s laten bekeuren voor futiliteiten en de pinbetalingen maken de markt kapot. Er is geen droog brood meer te verdienen”, zo fulmineert hij. „Zeker 85 procent van de betalingen gaat inmiddels via plastic kaarten. Je kunt niet eens meer eens een bosje tulpen weggeven of de fiscus weet het al. De lol is ervan af. Kijk om je heen, ik stond dertig jaar lang met groente en fruit op de markt, in de begintijd met dertien collega’s. Als er nu nog vier over zijn, is het veel. Iedereen geeft het op.”

Waarom de pinbetalingen dan precies zo fnuikend zijn voor de handel, laat Dool aan de fantasie van zijn toehoorders: „Je kunt geld beter in je hand ontvangen, iedereen snapt wel waarom.”

Dool beziet met lede ogen hoe de overheid steeds meer grip poogt te krijgen op de cashstroom. Zo is er een wetsvoorstel om contante betalingen van boven de 3000 euro taboe te verklaren teneinde witwassen tegen te gaan. Jaarlijks wordt er naar schatting van DNB zo’n 16 miljard euro aan crimineel geld geschoond in Nederland. Nu mag – bijvoorbeeld – een autodealer nog altijd grote bedragen contant geld aannemen, al dient er bij een betaling hoger dan 10.000 euro wel een onderzoek naar de klant en de herkomst van de gelden te worden gedaan.

Dit beaamt verkoopadviseur Nick Groenewegen van de Hollandse Auto Importmaatschappij (HAI) in Rijsburg. Staand tussen de Porsches, BMW’s en andere dure bolides in de showroom, meldt hij dat het zeker vijftien jaar geleden is dat er een klant kwam die auto met flappen vanuit de achterzak wou afrekenen. „Die tijden zijn echt voorbij, we melden elke grote contante transactie. Er kan simpelweg niet meer worden gerotzooid zoals volgens de overlevering vroeger wel gebeurde. En eigenlijk is dat maar goed ook. Deze firma bestaat al 55 jaar en we willen daar graag nog eens zo’n termijn aan vastknopen. Dat willen we niet op het spel zetten voor één lucratieve deal. We hebben nu ook niets te klagen.”

‘Geen afscheid van contant geld’

Als het aan de Europese Centrale Bank (ECB) ligt, nemen we overigens geen afscheid van contant geld. Volgens de ECB heeft cash namelijk een groot voordeel ten opzichte van digitaal geld: het kan zonder apparatuur, internettoegang of elektriciteit gebruikt worden. Het Rode Kruis adviseert daarom ook iedere Nederlander om contant geld in huis te hebben. „Voor het geval er een ramp is en de stroom een aantal dagen niet werkt”, stelt een woordvoerder. Ook het Nibud stelt dat ieder huishouden minimaal 50 euro in een doos moet stoppen.

Daarnaast acht de ECB cash ’cruciaal voor maatschappelijk kwetsbare burgers, zoals ouderen of lagere-inkomensgroepen.” De Europese Commissie bepleit daarom een einde aan ’pin-only’-winkels en wil alle bedrijven en instellingen verplichten om cash aan te nemen. In Nederland zijn in 2022 al afspraken gemaakt om de kosten van geldopnames bij pinautomaten te bevriezen. Bovendien werkte het ministerie van Financiën vorig jaar aan een wet die banken verbiedt om stijgende kosten van contant geld door te belasten. Nu dit wetsvoorstel controversieel is verklaard, mag een volgend kabinet er nog een plasje over doen.

Daarover gesproken: de wc-mevrouw bij een grandcafé op de Grote Markt in Den Haag verklaart donderdagavond welhaast jubelend ’eindelijk verlost te zijn van de eeuwige smoes van sorry, ik heb geen kleingeld bij me’. „Elke toiletbezoeker heeft een pinpas, die tegenwoordig kan worden gebruikt als alternatief van het 50 cent-muntje op het schoteltje. Mijn percentage wanbetalers was nog nooit zo laag.”