Shutterstock

De verborgen verhalen in grotschilderingen uit de steentijd

Onze kunstgeschiedenis begint in de steentijd, met grotschilderingen. En het is geen primitieve kunst. Prachtige afbeeldingen vertellen ons over de wereld van de ijstijd. Hoe kon dat? En wat wilden onze voorouders ermee?

De grotschilderingen uit de steentijd strekken zich uit over lange perioden en grote afstanden.

Ze zijn te vinden op elk continent behalve Antarctica. De beroemdste bevinden zich in de uitgebreide grottenstelsels van Lascaux en Altamira in Frankrijk en Spanje.

Hier gingen onbekende schilders zich ruim 40.000 jaar geleden, halverwege de laatste ijstijd, uiten op de rotswanden.

De beste grotschilderingen zijn zo goed dat Picasso na een bezoek aan de grotten van Lascaux zou hebben gezegd: ‘Sinds Lascaux hebben we niets nieuws meer bedacht.’

Als je de vele levensechte dieren bekijkt die de steentijdkunstenaars op de rotswanden hebben aangebracht, vraag je je onwillekeurig af: Wie waren die mensen die op de wanden van de diepe, donkere grotten schilderden? En waarom deden ze dat?

Werden de schilderingen in sjamanistische rituelen gebruikt? Brachten ze geluk bij de jacht? Of was het simpelweg kunst?

De vragen zijn talrijk. Hier proberen we enkele van de meest prangende te beantwoorden, en licht te werpen op de mysteries van de grotschilderingen.

De eerste kunst

Waarom onze verre voorouders oppervlakken gingen versieren en zo de eerste kunst creëerden, is nog steeds een raadsel.

Ook wanneer het precies gebeurde, is zeer omstreden.

De vroegste potentiële kunst is een kwart miljoen jaar oud en werd gemaakt op Java in het huidige Indonesië.

Hier kraste een vrouw of man met een haaientand een zigzagpatroon in een zeeschelp.

Schelp van Java met ingekraste tekens.

Schelp van Java met ingekraste tekens.

© Wim Lustenhouwer, VU University Amsterdam

Sinds de versierde schelp in 2014 werd gevonden, debatteren wetenschappers over de vraag of de eenvoudige decoratie kunst genoemd kan worden.

Aangezien de schelp dateert uit de tijd dat Java werd bewoond door de mensensoort Homo erectus, zou dit betekenen dat kunst er al was vóór de moderne mens (Homo sapiens).

De oudste grotschilderingen

Wrattenzwijn - oudste grotschildering

De mogelijk oudste grotschildering ter wereld, een realistisch getekend wrattenzwijn in een grot op het Indonesische eiland Sulawesi. De schildering is gedateerd op circa 45.500 jaar geleden.

© Creative Commons/Basran Burhan

In de Blombosgrot in Zuid-Afrika hebben archeologen de oudst bekende sporen van artistieke activiteit door Homo sapiens blootgelegd.

Twee schelpen bevatten het rode pigment oker, wat erop wijst dat ze ongeveer 100.000 jaar geleden werden gebruikt om verf te mengen.

In de grot is ook een 73.000 jaar oude steen gevonden waar lijnen in zijn gekrast. Mogelijk is dit de eerste door mensen gemaakte tekening uit de geschiedenis.

Ingekerfde tekens op steen in Blombosgrot in Zuid-Afrika.

Ingekerfde tekens op steen in Blombosgrot in Zuid-Afrika. Het werk is circa 70.000 jaar geleden gemaakt.

© Creative Commons/Chris S. Henshilwood

De oudst bekende illustratie die met zekerheid iets afbeeldt, kwam echter veel later.

Ongeveer 45.500 jaar geleden maakte een onbekende kunstenaar een grotschildering van een wrattenzwijn in een grot op het Indonesische eiland Sulawesi.

Wat zijn grotschilderingen?

Grotschilderingen in Lascaux in Frankrijk.

Grotschilderingen in Lascaux in Frankrijk.

© Shutterstock

De korte versie

Konden de Neanderthalers schilderen?

Reconstructie van een Neanderthaler die verf op de muur blaast om een afbeelding van zijn hand te maken.

Reconstructie van een Neanderthaler die verf op de muur blaast om een afbeelding van zijn hand te maken.

© Shutterstock

In de meeste delen van de wereld lijkt er een ontwikkeling te zijn geweest van abstracte naar figuratieve kunst, dat wil zeggen van lijnen en patronen die niet per se iets voorstellen naar motieven die iets concreets verbeelden.

Zo’n 40.000 jaar geleden bereikte de moderne mens, Homo sapiens, Europa.

En circa 37.000 jaar geleden kwam er een einde aan de puur abstracte grotschilderingen op ons continent en verschenen geleidelijk de beroemde afbeeldingen van prehistorische dieren op grotwanden.

De figuratieve grotschilderingen domineerden tot zo’n 13.000 jaar geleden, waarna de traditie van grotkunst in Europa begon uit te sterven.

Lang dachten we dat Homo sapiens de kunst naar Europa bracht en dat de Neanderthalers, die vóór ons kwamen, geen artistieke aanleg hadden.

Maar in 2018 bleek uit dateringen van grotschilderingen uit drie grotten in Spanje dat de abstracte figuren en omtrekken van handen minstens 65.000 jaar oud waren.

Dat betekent dat Neanderthalers al minstens 25.000 jaar voordat de moderne mens arriveerde, lijnen en patronen schilderden en het repertoire van de grotkunst uitbreidden met natuurgetrouwe motieven.

Top 5: Locaties van grotschilderingen in Europa

Je kunt je zomervakantie er prima op plannen, want overal in Europa zijn grotschilderingen te zien. Alleen zijn dat soms wel reproducties in een bezoekerscentrum. Het blijkt namelijk dat de menselijke adem en de blootstelling aan licht slecht zijn voor de grotschilderingen.

Grotschildering van bizons in Altamira.
© Shutterstock

Altamira, Spanje

Een van de grootste verzamelingen grotschilderingen ter wereld werd in 1879 ontdekt door de 12-jarige María, dochter van een plaatselijke edelman in Cantabrië, Noord-Spanje. Na enige aarzeling erkenden archeologen voor het eerst dat mensen uit de ijstijd zulke afbeeldingen konden maken. De grot in Altamira is bijna 300 meter lang en heeft meerdere kamers. Om slijtage te voorkomen mogen de schilderingen elke dag slechts door een beperkte groep toeristen worden bekeken.

Reconstructie van schilderingen uit Lascaux in museum.
© Shutterstock

Lascaux, Frankrijk

De grotten van Lascaux werden in 1940 ontdekt door de hond Robot en zijn 18-jarige baasje Marcel. De bijna 2000 grotschilderingen zijn zo mooi gemaakt dat Lascaux wel de Sixtijnse Kapel van de prehistorie wordt genoemd. Vooral de Grot der Stieren staat bekend om zijn levensechte dierenmotieven. De schilderingen van onder andere paarden en stieren werden ongeveer 17.000 jaar geleden gemaakt. De locatie is gesloten voor toeristen, maar je kunt wel een getrouwe replica van de beschilderde grotten bezoeken.

Grotschildering van bizon in Grotte Chauvet.
© Shutterstock

Chauvet, Frankrijk

30.000 jaar lang lag de ingang van de Grotte Chauvet verborgen onder gevallen rotsen. Maar in 1994 werd de plek opnieuw ontdekt. Hij bevat meer dan 400 schilderingen uit de eerste tijd na de komst van Homo sapiens naar Europa, zo’n 40.000 jaar geleden. Chauvet was een tijdcapsule, waar onderzoekers nog steeds de voetafdrukken van de kunstenaars op de vloer konden zien en de asresten van de fakkels die ze hadden gebruikt om de donkere grot te verlichten. Nu kunnen toeristen alleen een replica van de grot bezoeken.

El Castillogrot met schilderingen op de rotswand.
© Creative Commons/Gabinete de Prensa del Gobierno de Cantabria

El Castillo, Spanje

Een kleine 25 kilometer van Altamira in Noord-Spanje vind je enkele van de oudste grotschilderingen van Europa, in El Castillo. Het rode pigment in de grot is op sommige plaatsen gedateerd op meer dan 40.800 jaar v.Chr. Elders in de grot zijn de schilderingen tussen de 36.000 en 34.000 jaar oud. Wetenschappers zijn het er niet over eens of er ook schilderingen van Neanderthalers bij zijn. De grot staat onder andere bekend om de omtrekken van handen en de afbeeldingen van mammoeten. El Castillo is opengesteld voor toeristen.

Prehistorische grotschilderingen in Magura, Bulgarije.
© Wikimedia Commons

Magura, Bulgarije

Hoewel de opvallendste grotschilderingen in Europa te vinden zijn in Frankrijk en Spanje, komt ook in andere Europese landen grotkunst voor. Magura ligt in het noordwesten van Bulgarije en is een van de belangrijkste toeristische attracties van het land. De meer dan 2 kilometer lange grot is voorzien van elektrische verlichting en een looppad. Met een ouderdom tussen de 10.000 en 8000 jaar zijn de grotschilderingen aanzienlijk jonger dan die in West-Europa. Bovendien stelt een groot deel van de afbeeldingen in Magura mensen voor – een duidelijk verschil met de focus op dieren bij oudere grotschilderingen.

Pigmenten en bindmiddelen

Reconstructie van werkwijze voor grotschilderingen.

Moderne reconstructie van de paar gereedschappen van een grotschilder: 1) Een schelp voor vloeibare verf 2) Verf van pigment en bindmiddel 3) Een buisje om de verf mee op de rotswand te blazen.

© Shutterstock

Grotschilderingen werden duizenden jaren lang en over de hele wereld gemaakt. Het is daarom onwaarschijnlijk dat ze allemaal op precies dezelfde manier zijn gemaakt.

Maar het vermoeden bestaat dat er veel procedures waren die telkens weer terugkwamen.

In de steentijd, vóór de ontdekking van onder andere het smeden, waren de mensen aangewezen op materialen die ze in de natuur konden vinden.

Oker, ijzerrijke aarde, leverde een natuurlijk pigment op voor rode, bruine en gele tinten. De kleurstof kon worden vermengd met bijvoorbeeld water uit de grot. Zwarte en donkerbruine kleuren werden verkregen uit onder meer houtskool.

Volgens de onderzoekers konden ook plantensap, dierlijk vet, urine en bloed als pigment of bindmiddel in de verf worden verwerkt.

In de grot Cueva de los Aviones in Zuid-Spanje hebben archeologen 115.000 jaar oude ‘verfpotten’ gevonden, in de vorm van schelpen met sporen van rode en gele kleurstoffen.

Modelfoto met een fakkel die een beschilderde grot verlicht.

Modelfoto met een fakkel die een beschilderde grot verlicht.

© Shutterstock

De kunstenaars gebruikten vuur om de donkere grot te verlichten. In sommige grotten is as van fakkels gevonden.

Op andere plaatsen werkten de kunstenaars bij het licht van kleine schaaltjes gevuld met vet, die als kaarsen fungeerden.

Om hoge plekken op de rotswand te bereiken, gebruikten grotschilders in grotten als Lascaux hoogstwaarschijnlijk speciaal gemaakte houten steigers, die werden verwijderd als het kunstwerk af was.

In de Franse grot La Vache werd onder de kleur van sommige grotschilderingen een laag houtskool aangetroffen.

Volgens de onderzoekers duidt dit erop dat kunstenaars zelfs in de ijstijd een schets maakten – in dit geval met een stuk houtskool – en er vervolgens met sterkere kleuren overheen schilderden.

De kunstenaars brachten de kleuren aan met hun vingers of met penselen van takjes of dierenhaar.

Om een omtrek van hun hand te schilderen, bliezen ze de verf door een blaaspijp van riet of been.

In Altamira, Spanje, is een vogelbotje met rode oker gevonden, dat waarschijnlijk werd gebruikt om kleurstof mee op de wand te blazen.

Galerij met grotschilderingen uit Lascaux en Altamira

Waren de kunstenaars vrouwen?

Handen van grotschildering.
© shutterstock

We weten niet wie de kunstenaars waren. De meeste grotten met grotschilderingen zijn donkere, ontoegankelijke plekken, waar waarschijnlijk niemand woonde.

Volgens één theorie waren de kunstenaars jonge jongens die zich in het gebergte waagden, waar ze de grotschilderingen achterlieten als een soort graffiti.

Een andere theorie is dat de kunstenaars sjamanen waren en dat de grotschilderingen een spirituele of religieuze functie hadden.

De kunstenaars hebben wel een aanwijzing achtergelaten: de vele handafdrukken, die mogelijk als persoonlijke handtekening van de kunstenaar dienden.

In 2013 werden de handafdrukken in acht Franse en Spaanse grotten geanalyseerd. 75 procent bleek mogelijk van vrouwen te zijn. Bij vrouwen zijn de wijs- en ringvinger meestal even lang, terwijl bij mannen de ringvinger langer is.

Dat kan erop duiden dat de grotkunstenaars veelal vrouwen waren.

Maar net als zo veel andere ideeën over de identiteit van de schilders, is dit slechts een van de vele theorieën.

Wat schilderden de kunstenaars uit de ijstijd zoal?

Tovenaar uit Grot Les Trois-Frères.

Tekening van Henri Breuil van de zogeheten ‘tovenaar’ uit de Grot Les Trois-Frères. Het werk dateert van circa 13.000 v.Chr.

© Creative Commons

De vroegste grotschilderingen bestaan uit lijnen en geometrische vormen, maar in de hoogtijdagen van de grotkunst werden er vooral levende wezens geschilderd.

Het favoriete onderwerp waren wilde dieren. Als er al eens mensen werden getekend, was dat meestal een afbeelding van alleen het hoofd of de geslachtsdelen.

Sommige grotschilderingen lijken fantasiewezens af te beelden, zoals de beroemde tovenaar uit de Franse Grot Les Trois-Frères, die mogelijk een sjamaan in hertendracht voorstelt.

In oudere grotten zoals Chauvet ligt de nadruk op grote dieren die een direct gevaar vormen voor mensen: mammoeten, wolharige neushoorns, holenberen en holenleeuwen.

In wat jongere grotten zoals Lascaux en Niaux zie je juist veel kuddedieren, die gegeten werden door de jagers uit de ijstijd: paarden, bizons, oerossen en herten.

Het is echter onwaarschijnlijk dat de grotschilderingen een soort menu waren, want vogels, vissen en andere belangrijke prooidieren in het dieet van de steentijdmens, zijn zelden afgebeeld.

Grotschilderingen waren poort naar de geesten

Al sinds de ontdekking van de Spaanse Altamiragrot in 1879 proberen archeologen en kunsthistorici de grotschilderingen te duiden.

Aanvankelijk werd gedacht dat mensen uit de ijstijd niet in staat waren om kunst te maken, en de edelman Marcelino Sanz de Sautuola, die samen met zijn dochter de grotschilderingen in Altamira had ontdekt, werd beschuldigd van vervalsing.

Later zijn de grotschilderingen onder andere geïnterpreteerd als ‘jachtmagie’ of als een uiting van een religie uit de ijstijd.

Volgens voorstanders van de jachtmagietheorie schilderden mensen uit de ijstijd dieren in de hoop dat de afbeelding hun macht over het dier zou geven. Dit gold zowel voor dieren waarop werd gejaagd als voor dieren die gevaarlijk waren voor de mens.

Grotschildering in Laas Geel in Somalië

Grotschildering uit Laas Geel in Somalië van een mens en een koe. Van tussen 2.500 en 3.500 v.Chr.

© Creative Commons/najeeb

Andere wetenschappers zien de grotschilderingen als een weergave van de mythologie en de geschiedenis van de ijstijd uit de tijd vóór het schrift. De handafdrukken die in veel grotten worden gevonden, zijn wel geïnterpreteerd als onderdeel van een religieus ritueel dat, net als het katholieke vormsel nu, de overgang van kind naar volwassene markeert.

Volgens de Zuid-Afrikaan David Lewis-Williams, die onderzoek doet naar grotschilderingen, konden prehistorische mensen geen duidelijk onderscheid maken tussen fantasie en werkelijkheid. Daarom kunnen de grotschilderingen hallucinaties voorstellen of pogingen van sjamanen om in contact te komen met de geestenwereld.

De rol van de grotten zelf blijft een mysterie. Terwijl sommige onderzoekers grotten met schilderingen beschouwen als versierde leefruimtes, denken anderen dat het heilige plaatsen waren en dat de grotschilderingen vergeleken kunnen worden met de versieringen in bijvoorbeeld kerken.

Picasso en de grotschilderingen

Stervende stier van Pablo Picasso.

Stervende stier van Pablo Picasso, die vaak vergelijkbare onderwerpen koos als zijn collega’s uit de tijd van de grotschilderingen.

© Flickr/Regan Vercruysse

De Spaanse kunstenaar Pablo Picasso (1881-1973) liet zich vaak inspireren door prehistorische kunst, zowel schilderingen als beelden – zoals de Venus van Willendorf, een 24.000 jaar oude stenen sculptuur van een naakte vrouw.

Na een bezoek aan de beroemde Franse grotschilderingen zou Picasso hebben uitgeroepen: ‘Sinds Lascaux hebben we niets nieuws meer bedacht!’

Historici zijn het echter niet eens over de authenticiteit van deze uitspraak.

Maar in elk geval beheersten de grotschilders een aantal technieken die een verbazend moderne indruk maken.

Zo konden ze een 3D-effect creëren door de kleuren van het motief te variëren, en een gevoel van beweging geven door middel van lijnen.

De verborgen boodschappen van grotschilderingen

Kalendersysteem prehistorisch schildering

Motieven uit de grotten van Lascaux.

© Wikimedia Commons

Veel grotschilderingen van dieren bevatten een opeenvolging van stippen of lijnen, die wel zijn geïnterpreteerd als een manier om te tellen.

In 2023 beweerden Britse onderzoekers dat de markeringen deel uitmaken van een kalendersysteem.

Nadat de amateurarcheoloog Bennet Bacon had gewezen op duidelijke markeringen in meer dan 600 afbeeldingen uit de ijstijd in heel Europa, werd de informatie vergeleken met de levenscyclus van een aantal diersoorten.

De onderzoekers concludeerden dat een reeks stippen of lijnen het paarseizoen van het dier voorstelt, gemeten aan de hand van het aantal vollemanen na het begin van de lente in mei.

Als bij een paard drie streepjes staan, betekent dit dus dat het in augustus paart. In sommige rijen met markeringen staat ook een symbool dat lijkt op de letter Y.

Die zou de maand aangeven waarin het afgebeelde dier gewoonlijk jongen krijgt. Als deze theorie klopt, betekent dit dat mensen in de ijstijd een primitief schrift hadden, waarmee ze informatie konden vastleggen over de dieren waarop ze jaagden – duizenden jaren voordat het spijkerschrift rond 3200 v.Chr. in Soemerië ontstond.

Grotschilderingen buiten Europa

Sulawesi, Indonesië

Grotschilderingen komen over de hele wereld voor. Dit zijn enkele van de bekendste locaties.

Handen geschilderd in de Cueva de las Manos in Patagonië.
© Shutterstock

Cueva de las Manos, Patagonië, Argentinië

830 handafdrukken sieren de rotswand van de Cueva de las Manos (Spaans voor ‘Grot van de handen’). Ze werden circa 9000 jaar geleden geschilderd.

Grot met schilderingen in Sulawesi
© Wikimedia Commons

Sulawesi, Indonesië

De afgelopen jaren zijn er diverse grotschilderingen ontdekt in grotten op het eiland Sulawesi. De grot Leang Tedongnge bevat de oudst bekende schildering ter wereld, een 45.500 jaar oude afbeelding van een wrattenzwijn. Op de foto zie je de ingang van de grot.

Grotschilderingen uit Tassili n'Ajjer in Algerije
© Shutterstock

Tassili n’Ajjer, Algerije

Het droge rotslandschap in de woestijn van Zuid-Algerije herbergt een van de oudste verzamelingen grotschilderingen en rotstekeningen ter wereld. Ruim 15.000 tekeningen verbeelden het leven in de Sahara van circa 6000 v.Chr. tot het begin van onze jaartelling.