Kleuren van planeten

Geen enkele van de acht planeten straalt zelf zichtbaar licht uit. Ze weerkaatsen allemaal het licht van de zon. Dat de planeten een verschillende kleur hebben is een gevolg van de manier waarop dat licht weerkaatst wordt.

Mercurius heeft net als onze maan geen atmosfeer en is volledig rotsvormig. Het zonlicht valt dus rechtstreeks op de bodem. Het gesteente weerkaatst het licht van de zon en daardoor heeft Mercurius een grijze kleur.

Venus heeft een zeer dichte atmosfeer die om de hele planeet zit. Het oppervlak van Venus is vanuit de ruimte totaal onzichtbaar in zichtbaar licht. De buitenlagen (dus het zogenaamde oppervlak dat we zien) weerkaatsen zowat drie kwart van het zonlicht. Daardoor krijgt Venus een wit/gele kleur, zonder opvallende structuur. Op veel fotos van Venus zie je dat Venus een oranje/roodachtige gloed heeft en niet wit of geel, dat komt omdat Venus op de radar een roodachtige kleur heeft.

De atmosfeer van de aarde is veel minder dicht en transparanter dan die van Venus en heeft de eigenschap blauw licht goed te verstrooien. Daarom zien  we trouwens zelf de hemel ook als blauw. Ook vanuit de ruimte heeft de atmosfeer een blauwe kleur, met daarop de witte wolken, wit omdat de druppeltjes waaruit de wolken bestaan groot genoeg zijn om alle kleuren van het zonlicht te weerkaatsen. De continenten hebben vanuit de ruimte een donkergroene/bruine kleur.

Mars heeft een ijle atmosfeer (grotendeels koolstofdioxide) waardoor de Marsbodem goed zichtbaar is. De rode kleur van de rotsen en de stoffige bodem van Mars komt van het ijzeroxide ( = roest) . Als je op Mars zou staan en je zou maar de hemel kijken dan zou de hemel roze zijn.

De volgende vier planeten zijn de zogenaamde gasreuzen. In tegenstelling tot Venus, de aarde en Mars is hun atmosfeer geen dun laagje rondom een vaste planeet, maar omvat hun atmosfeer het grootste deel van hun straal.

De zichtbare atmosfeer van Jupiter is uitermate actief en bestaat uit waterstof, helium en wolken met ammoniak. Het ammoniak geeft Jupiter een witgele basiskleur. Daarnaast zijn er donderder gekleurde wolken (met concentraties waterstofsulfide) die meer rood/bruine tinten hebben. Door turbulenties nemen de wolken ook voortdurende andere vormen aan.

Het zichtbare oppervlak van de atmosfeer van Saturnus is een wat bezadigder versie van dat van Jupiter. De ammoniakkristallen in de bovenste wolkenlaag weerkaatsen het zonlicht en geven de planeet een wit/gele, beige kleur. Ze omgeven de hele planeet. Net zoals bij Jupiter zijn er brede wolkenbanden met lichtjes verschillende kleuren.

De atmosfeer van Uranus en Neptunus bestaat grotendeels uit waterstof en helium (samen 98%) en de overige 2% is grotendeels methaan. Dit methaan absorbeert het rode licht uit de zonnestraling, waardoor de atmosfeer een groene, blauwe kleur overhoudt.

Maak jouw eigen website met JouwWeb