Een tempel is eigenlijk een huis voor goden waar de mensen kunnen offeren. Ze staan op de mooiste plekken van de stad, vaak bovenop een berg.

De tempel is voorop versierd, dat noem je bij tempels timpaan. De Grieken zijn dol op kleur. Nu lijkt het alsof alle tempels wit zijn. De kleuren zijn er in de loop der eeuwen afgesleten.

Een van de belangrijkste Griekse tempels is het Parthenon, deze tempel is gebouwd op de berg Acropolis in Athene. Hij is opgedragen aan de godin Pallas Athene, de dochter van Zeus(de oppergod) en ze is ook de godin van de wijsheid en de wetenschap

In de hal van de tempel staat haar standbeeld.

 

De Griekse tempels worden allemaal op dezelfde manier versierd, het gaat namelijk zo:

  1. Op een zuilenrij wordt een timpaan geplaatst.
  2. In deze driehoek worden beeldhouwwerken aangebracht.

 

Een tempel diende als onderdak voor het beeld van een God. In de tempel kwamen in principe alleen de priesters.Offers werden op een altaar buiten de tempel gelegd. Er werden diensten gehouden, waarbij mensen en offerdieren rond de tempel trokken.