Twee dagen na de UIT is het nog niet afgelopen. Na een week vol gekkigheid begint het eigenlijk pas. Geschreeuw, gezang, gedrang. Iedere avond en nacht dronken. Iedere ochtend en middag brak. Twee weken vol lamledigheid, drank en muziek. Maar niet voor de nieuwelingen, dat is afzien. Of eigenlijk voor iedereen. Maar ze doen er allemaal aan mee. En hoe…?  De ontgroening, van dichtbij maak ik hem mee.

De eerste fase
Eén moment is het misschien in me opgekomen: zal ik toch niet bij een vereniging gaan? Zoveel leuke mensen, zoveel leuke feestjes, in één klap een grote groep “vrienden” erbij… Ík bij een vereniging. Wie had dat ooit gedacht? Haha. Een leuke grap zou het zijn. Maar na een rondleiding in het gebouw weet ik genoeg: dit is niets voor mij. Mijn beste huismaatje, en vele andere aankomend eerstejaars of ouderejaars met haar, denkt er echter anders over: vol trots vertelt ze vrijdag dat ze zich heeft ingeschreven. Ze wordt gelijk aan het werk gezet met de paklijst: de meest uiteenlopende en rare dingen bij elkaar sprokkelen en bedragen ophoesten, die al met al wel even meer blijken dan het in eerste instantie genoemde bedrag bij inschrijving (de rest van het jaar zal ze bergen met geld voor de vereniging op moeten blijven hoesten… Want hoe ouder je bent, hoe meer je in rang stijgt; hoe minder je hoeft te doen en betalen. Zo gaat dat.)
De volgende dag worden ze al om zes uur ’s ochtends voor het complex verwacht, om vervolgens laat in de avond met zijn allen nog kilometers op de fiets af te moeten leggen naar het buitenkamp. Na een vermoeiende dag vol prikkels, indrukken, hitte, weinig eten én een lange, lange fietstocht is het nog niet afgelopen: tot laat in de nacht zal de lap informatieoverdracht voortduren, zo zal blijken. Uitgeblust duiken de kinders uiteindelijk in hun slaapzak voor een paar uurtjes slaap.

De organisatie erachter
De rest van de buitenweek is tevens zwaar: weinig eten, veel geschreeuw, fysieke afgebeuling en weet ik het wat nog meer. Wat je in ieder geval vaak vergeet bij zo’n ontgroening, is de hele organisatie erachter. En dat is niet zomaar een. Máánden van te voren wordt het hele spektakel voorbereid. Voor de uitvoering van iedere taak is een andere commissie of ander dispuut weggelegd. Zo is er een dispuut dat zangles geeft en iedere dag tot sluit (zo rond zessen) geacht wordt aanwezig te zijn en te drinken. Een groep van ouwe leden dat haar moment mag pakken om hun wrok, jegens de NC (Noviaat Commissie) uit hun ontgroeningstijd, op de nieuwelingen los te laten door hen tot op het bot te vernederen (dit moment is niet zo geliefd bij de andere leden).
Dan is er nog een groep kampleiders, waar ik niet over zal uitwijden, omdat dit allemaal ‘top secret’ is. Maar laat ik zeggen, dat er een bijzondere taak voor hen is weggelegd. En niet te vergeten: de NC. De harde kern. Zij zal de novietjes de hele week commanderen, scanderen, schreeuwen, recht in hun gezicht. Maar nooit iets over het uiterlijk. Ze weten namelijk wat de regels zijn en nemen deze zo goed mogelijk in acht. Want een boete, dat wil niemand. Buiten de strenge regels om, opgesteld door de Universiteit, is er echter nog genoeg ruimte om de nieuwelingen mentaal en fysiek kapot te maken.

De tweede fase
Na een ellendige buitenweek volgt de binnenweek. Positief: je mag thuis slapen en kunt buiten de ontgroening eten wat je wilt. Negatief: mentaal is het afzien… In hun vieze, stinkende kleding (douchen mag een week lang niet) trekken de meeste kinders na de eerste week dírect naar de snackbar of Turk om zoveel mogelijk calorieën en smaken naar binnen te werken… Dan gaan ze douchen. Heel. Lang. Douchen. Om de vieze, gele, bruine kleur van hun kleren, lijf en uit hun haren te wassen. Daarna met het thuisfront bellen. Appjes beantwoorden. Facebook berichten. En dan slapen.
Denk niet dat je een streepje voor hebt als je mensen kent: dit zal eerder tegen je werken. Alle informatie die ze van je hebben, wordt namelijk doorgespeeld. Het allerbelangrijkste wat je als noviet moet weten, is dat je NIETS bent, maar dan ook echt NIETS. Je bent zo laag, dat je als een beest behandeld kunt worden. Kop in de modder en ga maar een beetje rond knorren. ‘Moederskindje! Wat een kut verhaal, kun je niet wat beters verzinnen?!’
Maar hey, daarna wordt het leuk, hoor! Dan is het werk voor iets geweest. Dan blijken al die ogenschijnlijk grimmige, gemene lui, gewoon hele lieve jongens en meiden te zijn. Die een fantastisch toneelstukje hebben opgevoerd. Ja, achteraan de rij zul je nog wel moeten staan. En corveën, dat moet je ook. Flink dokken, en drinken. Rotklusjes doen. Als Sjaars pis je niet af. Maar, je hebt er wel in één klap een grote groep vrienden bij. En die is voor het leven. Dat zie je maar, aan die oudjes die tijdens de ontgroening op komen draven. Nog altijd loyaal aan hun vereniging.

De afsluitende fase
Voor de leden zit het er dan ook weer op. Iedere ochtend brak en klagend, ’s middags moe en vragend; elke avond sierend en uitdagend, ’s nachts brakend… Gesloopt, volledig uitgeblust, maar ergens ook met een voldane glimlach, keren ze terug. En na een week wordt die glimlach alleen maar groter. Ook al zijn ze fysiek kapot, ze hebben overwonnen. Bleven gaan, om hun status hoog te houden. Hebben hun moment gepakt, om zichzelf in de schijnwerper te zetten, als dispuutuitverkorene. Loyaliteit aan hun club-en dispuutgenoten bewezen. Het samen gedaan! Want dat is waar het uiteindelijk omdraait: samen. Zowel tijdens de ontgroening, als voor het verdere verloop van je verenigingcarrière.
Tijd om bij te komen hebben ze niet, want de volgende dag worden ze alweer in de collegebanken verwacht. Na twee weken líters bier te hebben weggedronken en op een paar uurtjes slaap per nacht te hebben geteerd, is dat weer even afkicken… Maar goed, dat is het leven. Dat hoort erbij. Je moet er wat voor over hebben, om Bierkoning te zijn.

– MIJ, 10 september 2016