Klauwkikker
Koninkrijk
Fylum
Klasse
Volgorde
Soort
SOORTEN
Xenopus laevis
Gewicht
60-200
2.1-7.1
goz
g oz 
Lengte
5-12
2-4.7
cminch
cm inch 

De klauwkikker (Xenopus laevis) is een kikker uit de familie tongloze kikkers (Pipidae).

Van alle soorten klauwkikkers uit het geslacht Xenopus is dit de bekendste soort. De klauwkikker wordt veel in aquaria gehouden, er worden medische proeven mee gedaan en de ontwikkeling van de eieren wordt bestudeerd door medici en genetici. De kikker werd vroeger zelfs als een primitieve zwangerschapstest gebruikt. Om verschillende redenen is de klauwkikker terechtgekomen in andere werelddelen en wordt soms als een plaag gezien.

Laat meer zien

De klauwkikker is eenvoudig te herkennen aan het afgeplatte plompe lichaam, de grote zwemvliezen aan de tenen en met name de ogen die boven op de kop gepositioneerd zijn. De kikker wordt ongeveer tien tot twaalf centimeter lang en heeft een grijze tot bruine kleur, albino's komen ook voor.

De klauwkikker leeft van nature in delen van centraal- en zuidelijk Afrika. De habitat bestaat uit moerassen en andere vochtige omgevingen die af en toe droogvallen. De kikker begraaft zich dan in de modder tot het weer regent. De larven of kikkervisjes filteren voedseldeeltjes uit het water. Ze hebben twee opvallende voelsprieten aan de voorzijde van de kop. De volwassen kikkers leven van kleine dieren en aas maar eten ook kleinere soortgenoten.

Laat minder zien

Oorsprong van de dierlijke naam

De klauwkikker wordt ook wel beschreven onder andere Nederlandstalige namen zoals klauwpad, gewone klauwkikker, of reuzenklauwkikker. Daarnaast wordt ook de naam Afrikaanse klauwkikker wel gebruikt. Dit is een vertaling van de Engelse naam African clawed frog. In de Engelse taal wordt de kikker daarnaast ook wel African clawed toad (Afrikaanse geklauwde pad) en 'African claw-toed frog' (Afrikaanse klauwteenkikker) genoemd.

Laat meer zien

De Nederlandstalige naam klauwkikker slaat op de kleine nageltjes aan de achterpoten. Ook in andere talen wordt een dergelijke naam gebruikt zoals het Duitse krallenfrosch, het Zweedse klo(-)groda en het Deense sporefrø. In andere talen wordt verwezen naar andere lichaamskenmerken zoals de grote achterpoten, bijvoorbeeld het Zuid-Afrikaanse plathander of platanna, dat afgeleid is van 'platte handen'. In de Franse taal wordt de naam 'Xénope lisse' gebruikt, wat zoiets betekent als 'gladde klauwkikker'.

De wetenschappelijke geslachtsnaam Xenopus is een samenstelling van Oudgrieks ξένος (xenos), 'vreemd' en πούς (pous), 'voet' en slaat op de geklauwde achterpoten, aangezien klauwtjes bij andere kikkers weinig voorkomen.

De soortnaam laevis komt uit Latijn en betekent 'glad', de soortnaam slaat op de relatief gladde huid in vergelijking met andere klauwkikkers.

Laat minder zien

Uiterlijk

De klauwkikker is een opvallende soort vanwege het platte lichaam en de afwijkende kenmerken ten opzichte van andere groepen van kikkers.

Laat meer zien

De lichaamskleur is olijfgroen tot grijsbruin met op de rug vale groene vlekken en een lichtere, vaak witte buik. De voor- en achterpoten hebben een sterk verschillende configuratie. De ogen zijn duidelijk zichtbaar op de kop, de achterpoten zijn gespierd en hebben kleine klauwtjes aan de tenen.

De ogen van de klauwkikker zijn boven op de kop gepositioneerd, in tegenstelling tot de meeste kikkers waarbij de ogen meer aan de zijkant gelegen zijn. De ogen zijn ook veel kleiner in vergelijking met de ogen van andere kikkers. De klauwkikker heeft geen oogleden en het oog heeft net als veel andere tongloze kikkers ook geen knipvlies, dit is een soort derde ooglid waarmee het oog gesloten kan worden. De pupil van de kikker is klein en rond.

Klauwkikkers hebben net zoals alle tongloze kikkers niet de beschikking over een tong. Andere kikkers hebben juist een lange, kleverige tong die snel naar buiten schiet en de prooi vangt. In de bek van de klauwkikker zijn vele zintuiglijke cellen aanwezig die voedsel proeven. Deze ontbreken juist bij andere kikkers. De smaakzintuigen spelen een belangrijkere rol bij het zoeken naar voedsel dan de ogen, terwijl de meeste kikkers juist echte zichtjagers zijn.

De mannetjes van de klauwkikker hebben geen kwaakblaas zoals bij de meeste kikkers het geval is. De klauwkikker heeft geen uitwendig trommelvlies ontbreekt, het trommelvlies of tympanum is bij veel andere kikkers juist prominent aanwezig. De klauwkikker is wel in staat om geluiden waar te nemen.

De klauwkikker heeft een afgeplat, peer-vormig lichaam. De huid is glad en draagt geen kleine wratjes zoals sommige verwante tongloze kikkers. De lichaamskleur is groenachtig tot bruin of grijs, op de rugzijde is een niet altijd even duidelijke, netachtige tekening te zien. De klauwkikker is net als veel andere kikkers in staat om van kleur te veranderen. Als een exemplaar in een aquarium met zwart gekleurd glas wordt geplaatst kleurt het zeer donker. Als het dier in een aquarium met wit gekleurd glas wordt geplaatst verandert de lichaamskleur naar geelwit en als het glas van een vlekkenmotief wordt voorzien vertoont de kikker een duidelijke lichaamstekening.

De meeste klauwkikkers blijven klein en worden nooit langer dan 10 centimeter. De mannetjes van de klauwkikker worden gemiddeld 4,5 tot 9,7 centimeter lang en de grotere vrouwtjes kunnen 5,7 tot 14,7 centimeter lang worden. De mannetjes bereiken een lichaamsgewicht van ongeveer 60 gram, de vrouwtjes worden ongeveer 200 gram zwaar.

De klauwkikker heeft op iedere flank en aan de onderzijde een rij opvallende structuren die nog het meest lijken op een flinke hechting van witte "stikseldraadjes". Deze organen zijn vergelijkbaar met die van een zijlijn van vissen, dit een rij tastzintuigjes op de zijkant van een vis. Deze zintuigjes bevatten zintuiglijke cellen waarmee de kikker trillingen in het water kan waarnemen. Hierdoor kan de klauwkikker ook in modderig en troebel water prooien waarnemen en vijanden ontwijken.

Vrouwtjes zijn van de mannetjes te onderscheiden doordat ze gemiddeld groter worden. Daarnaast hebben vrouwtjes duidelijk zichtbare cloacalippen, vooral bij de grotere vrouwtjes zijn deze goed te zien als een soort buisje aan de achterzijde.

De klauwkikker is een zeer goede zwemmer dankzij de grote zwemvliezen aan de achterpoten. Ook de voorpoten worden gebruikt om mee te zwemmen, ze worden gebruikt als roer. Dit is niet gebruikelijk bij kikkers want meestal worden de voorpoten tegen het lichaam gedrukt tijdens het snel zwemmen, ook bij de waterminnende groene kikkers die ook in België en Nederland voorkomen. De klauwkikker kan zelfs achteruit zwemmen door de achterpoten snel naar voren te bewegen. Dit doet het dier alleen bij bedreiging om aan een belager te ontsnappen.

De achterpoten dragen ieder vijf tenen, aan het uiteinde van de binnenste drie tenen zijn kleine nageltjes aanwezig die gebruikt worden om zich vast te ankeren aan onderwaterobjecten. De buitenste twee tenen dragen nooit van dergelijke klauwtjes.

De achterpoten worden ook gebruikt op de bodem te beroeren bij het zoeken naar voedsel. Soms worden de achterpoten gebruikt om het voedsel in de bek te duwen en met de nagels kan het voedsel aan kleinere stukken worden gescheurd. De nagels worden waarschijnlijk ook gebruikt ter verdediging, als een klauwkikker wordt opgepakt kan deze de huid beschadigen. Ten slotte worden de achterpoten gebruikt om een wolk van modder op de bodem in het water te brengen zodat de kikker beter kan vluchten.

De voorpoten zien er heel anders uit dan de achterpoten. De voorpoten dragen beide vier zeer spitse vingers die niet voorzien zijn van een zwemvlies en ook geen klauwtjes dragen. De vingers zijn zeer tastgevoelig en worden gebruikt om prooien te vinden. De vingers kunnen ook voedsel oppakken zoals regenwormen en in de mond brengen. Omdat een klauwkikker geen tong heeft moet de prooi met de voorpoten in de keel worden geduwd, en een kikker die met de handen eet is een opmerkelijk gezicht. Het mannetje ontwikkelt in de paartijd klein paarkussentjes op de eerste drie vingers van de voorpoten. Deze zijn donker van kleur en dienen om een vrouwtje beter vast te houden tijdens de amplexus. Ook op de voorarmen verschijnen dergelijke kussentjes.

Laat minder zien

Video

Verdeling

Geografie

Het natuurlijke verspreidingsgebied beperkt zich tot delen van zuidelijk Afrika. De kikker komt voor in de landen Angola, Botswana, Centraal-Afrikaanse Republiek, Congo-Brazzaville, Congo-Kinshasa, Gabon, Kameroen, Kenia, Lesotho, Malawi, Mozambique, Namibië, Nigeria, Swaziland, Tanzania, Zambia, Zimbabwe en Zuid-Afrika.

Laat meer zien

De habitat bestaat bij voorkeur uit heldere tot modderige stilstaande tot langzaam stromende wateren. De waterbodem bestaat vaak uit modder. In snelstromend water komt de klauwkikker niet voor. De kikker is geheel aquatisch en komt in principe nooit uit het water, omdat de huid anders uitdroogt en de lichaamsbouw niet geschikt is om te lopen.

In de zomer drogen in delen van het verspreidingsgebied de poelen op en begraaft de klauwkikker zich in de modder. De huid vormt dan een soort slijmlaag die niet snel uitdroogt. De klauwkikker brengt de droge tijd in een soort sluimertoestand door. Alleen als de bodem gortdroog wordt komt de kikker naar de oppervlakte op zoek naar water en kan dan springend op het land worden aangetroffen. De dieren komen meestal pas tevoorschijn na de eerste regenbuien in de lente waarna ze zich voortplanten.

Laat minder zien

Gewoonten en leefwijze

De klauwkikker bevindt zich meestal op de bodem van het water als er gerust wordt. De klauwkikker is sterk aangepast aan verschillende omstandigheden, zoals een woestijnachtig klimaat of juist in bevroren water. Ook water dat voor 40 procent uit zeewater bestaat wordt getolereerd. De klauwkikker kan tot acht maanden zonder voedsel als de omstandigheden tegenzitten, zoals een hete zomer of een droge winter. De kikker houdt gedurende deze periode een aevestatie onder de grond. De temperatuurtolerantie is groot en loopt uiteen van 15 tot 35 graden Celsius. De ideale temperatuur is ongeveer 22 tot 25 graden. De klauwkikker heeft tevens een hoge tolerantie betreft de zuurgraad van het water. De aanwezigheid van metaalionen is echter schadelijk voor de kikker.

Laat meer zien

Net als alle reptielen en amfibieën moet de klauwkikker af en toe vervellen. Hierbij wordt de oude huid afgeworpen waarbij reeds een nieuwe huid aanwezig.De klauwkikker eet de oude huid in de regel op, wat ook veel andere kikkers doen. In de natuur schuurt de kikker zijn oude huid af door het lichaam langs rietstengels te wrijven. Ook e klauwtjes aan de eerste drie tenen worden gebruikt bij het afstropen van de huid. Van in gevangenschap gehouden exemplaren is bekend dat de vervelling niet geheel vlekkeloos verloopt en de dieren kunnen hierdoor beschadigd raken.

Laat minder zien
Seizoensgebonden gedrag

Dieet en voeding

Op het menu staan vooral kleine dieren zoals insecten en de larven, kleine kreeftjes, slakjes, kleine tweekleppigen en kleine dieren. Een belangrijk deel van het menu bestaat uit aas, zoals dode vogels, vissen en kleine zoogdieren.

Laat meer zien

Grotere prooien worden met de vingers vastgehouden en in de mond geduwd. Kleinere dieren zoals insectenlarven worden door de vingers als het ware de bek in gewaaierd. De klauwkikker staat bekend als een onverzadigbaar dier dat vele prooidieren eet.

Een groot deel van het menu bestaat uit de larven en de eieren van muggen. De klauwkikker kan beschouwd worden als een belangrijke verdelger van deze insecten die jaarlijks miljoenen mensen besmetten met ziektes. Met name in het natte seizoen, als de kikkers uit hun zomerslaap ontwaken, zijn ze erg hongerig omdat de lichaamsreserves zijn uitgeput. Het natte seizoen is ook het jaargetijde waarin muggen massaal hun eieren afzetten. De klauwkikker is in deze tijd verantwoordelijk voor een sterke reductie van het aantal muggen door de eieren en larven te eten.

Ook andere soorten kikkers worden in één keer doorgeslikt, dit maakt de klauwkikker in veel streken waar het dier is uitgezet tot een schadelijke soort. Bij de klauwkikker is ook sterke drang tot kannibalisme bekend, zowel kleinere soortgenoten als de eigen eieren en larven worden regelmatig gegeten. Van in gevangenschap gehouden exemplaren is bekend dat een koppeltje klauwkikkers na de afzet van de eieren direct begint met het opeten ervan. Bij de klauwkikker is het zelfs een overlevingsstrategie om de eigen larven als voedsel te nuttigen. Het eten van de eigen larven heeft als voordeel dat een periode van voedselschaarste kan worden overbrugd. Daarnaast kunnen nieuw ontstane wateren snel worden gekoloniseerd doordat de klauwkikker wel voedsel kan vinden (de eigen eieren en larven) terwijl andere kikkers -die geen eieren en larven eten- door het gebrek aan geschikte prooien moeten wegtrekken.

De klauwkikker heeft verschillende vijanden, zoals roofvogels, rovende vissen, krokodilachtigen en schildpadden. De kikkervisjes worden buitgemaakt door een breed scala aan predatoren en zelfs waterinsecten eten de larven van de klauwkikker.

Naast vijanden heeft de klauwkikker ook te lijden onder verschillende parasieten. Omdat de kikker zelf zo gemakkelijk te bestuderen is, zijn de parasieten die op het amfibie leven eveneens goed onderzocht. Een bekende endoparasiet van de klauwkikker -dus een parasiet die in het lichaam leeft- is de platworm Protopolystoma xenopodis. Deze worm dringt in een juveniel stadium de cloaca-opening van de vrouwelijke kikkers binnen en vestigt zich in de urineblaas.

De volwassen kikker zal proberen te vluchten als het dier in het water wordt aangevallen. De klauwkikker kan ook achteruit zwemmen om te ontkomen aan vijanden en gebruikt de achterpoten om de modder op de bodem te laten opdwarrelen zodat een sterk gezichtsbelemmerende modderwolk in het water ontstaat waarin de kikker tracht te ontsnappen.

Laat minder zien

Paringsgewoonten

De regentijd luidt de voortplantingstijd in, de mannetjes gaan dan in de ochtend en de avond kwaken om vrouwtjes te lokken. Mannetjes hebben geen kwaakblaas maar gebruiken spieren rond het strottenhoofd om geluiden te maken.

Laat meer zien

De lokroep van mannetjeskikkers verschilt per soort. De lokroep van de klauwkikker bestaat uit een tweedelig trillend geluid dat ongeveer een halve seconde duurt en tot 100 keer per minuut herhaald kan worden. Het mannetje van de klauwkikker heeft geen kwaakblaas zoals veel andere kikker. Een ander verschil is dat de mannetjes niet boven water kwaken, maar onderwater. Op het land is het kwaakgeluid nauwelijks te horen. Het vrouwtje zal als ze geen interesse heeft een zacht tikkend geluid laten horen en als ze wel geïnteresseerd is maakt ze een wat harder, bonzend geluid.

Als een mannetje een vrouwtje heeft gevonden springt hij op haar en houdt haar stevig vast. Deze zogenaamde paargreep wordt wel amplexus genoemd en het mannetje wacht af tot zij haar eieren afzet zodat hij ze kan bevruchten. Bij de meeste kikkers omklemmen de mannetjes altijd de oksels van de voorpoten van de vrouwtjes, dit wordt wel een axillaire amplexus genoemd. Bij de klauwkikker is sprake van een lumbaire amplexus, het mannetje grijpt het vrouwtje altijd vast bij haar liezen. De klauwkikker kent geen paringsdans zoals van andere tongloze kikkers bekend is. Tijdens de paring zwemen de dieren vlak boven de waterbodem.

De vrouwtjes zetten uiteindelijk 500 tot 2000 eieren af, de eieren zijn relatief klein en zijn ongeveer 1 millimeter in doorsnede. Het oppervlak is kleverig en de eitjes blijven aan de waterplanten plakken. De klauwkikker kent geen enkele vorm van broedzorg zoals verwante soorten als de pipa. Na ongeveer een week komen de eieren uit en komen de kikkervisjes tevoorschijn. Bij gunstige omstandigheden kunnen de larven al na twee tot drie dagen tevoorschijn komen. De larven leven de eerste week nog van hun dooiervoorraad en bewegen zich niet. Ze hebben nog geen functionele mond en drijven aan het wateroppervlak.

De kikkervisjes worden tot enkele centimeters lang en hebben een grotendeels doorzichtig, glasachtig lichaam. De kop is opvallend breed en de larven hebben lange voeldraden op de kop wat ze een meervalachtig uiterlijk geeft. Deze duidelijk zichtbare voelsprieten worden vermoedelijk gebruikt om de bodem van het water te kunnen voelen. De larven zwemmen met hun kop iets naar beneden gericht boven het bodemoppervlak. Terwijl ze zwemmen wordt het uiteinde van de staart zo heen en weer gezwiept dat deeltjes op de bodem omhoog worden gewerveld. De staart is lang en dun, het uiteinde van de staart is draad-achtig. De larven schrapen geen algen af zoals de meeste ander kikkervisjes, maar filteren hun voedsel uit het water. Ze zuigen water naar binnen in de mond en de voedseldeeltjes blijven achter terwijl het water door spleetachtige openingen achter de kop. Ze eten zeer kleine deeltjes tot ter grootte van een virus.

De larven hebben ongeveer twee maanden nodig voor hun ontwikkeling, aan het einde van het larvestadium vindt de metamorfose plaats. Dan zijn de pootjes volgroeid en wordt het weefsel van de staart door het lichaam opgenomen. Het duurt nog tien tot twaalf maanden eer de kleine kikkertjes volwassen zijn. In het wild kan de klauwkikker een leeftijd van 15 tot 16 jaar bereiken. Van in gevangenschap gehouden dieren is bekend dat ze tot 20 jaar oud kunnen worden.

Laat minder zien

Populatie

Bevolkingsnummer

In augustus 2022 werd besloten om de klauwkikker vanaf 2024 toe te voegen aan de lijst van invasieve uitheemse soorten die zorgwekkend zijn voor de Europese Unie. Vanaf augustus 2024 geldt er dus een verbod op bezit, handel, kweek, transport en import van deze kikker, en dat in alle lidstaten van de Europese Unie. Wetenschappelijk onderzoek met deze soort kan nog, maar enkel onder strikte voorwaarden en met een toelating van de overheid.

Laat meer zien

De klauwkikker komt van nature niet voor in noordelijke delen zoals Europa. Binnen Europa is de kikker echter aangetroffen in Groot-Brittannië in het noorden tot op Sicilië in het zuiden. In Nederland is de kikker nog nooit in het wild aangetroffen. In België was dat sinds 2022 wel het geval en heeft de overheid pogingen tot uitroeiing ondernomen.

In Frankrijk is de kikker gevonden in de departementen Deux-Sèvres en Maine-et-Loire.

In Groot-Brittannië zijn de dieren uitgezet en hebben zich gehandhaafd, ondanks het relatief koude klimaat. De eerste populaties werden in 1962 ontdekt op het eiland Wight. Later werden twee grote populaties ontdekt in Zuid-Wales in 1979. Tegenwoordig is de klauwkikker op Wight uitgestorven en zijn de populaties in Zuid-Wales veel kleiner dan voorheen.

In Italië komt de klauwkikker alleen voor op het zuidelijke eiland Sicilië. De kikker is in de jaren negentig geïntroduceerd, waarschijnlijk stammen de populaties af van ontsnapte laboratoriumdieren. Uit een onderzoek uit 2007 bleek dat de klauwkikker heeft verspreid tot een gebied van driehonderd vierkante kilometer.In Portugal werden in 2006 populaties aangetroffen in het stadje Oeiras, ongeveer 20 kilometer ten westen van de hoofdstad Lissabon. In 2007 en 2008 werden expedities opgezet om de soort in kaart te brengen. De klauwkikker bleek aanwezig in twee riviertjes, er werden geen hoogontwikkelde larven gevonden.

Laat minder zien

Referenties

1. Klauwkikker artikel op Wikipedia - https://nl.wikipedia.org/wiki/Klauwkikker
2. Klauwkikker op de IUCN Rode Lijst-site - https://www.iucnredlist.org/species/110466172/3066881

Meer fascinerende dieren om over te leren